This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0443
Case C-443/15: Reference for a preliminary ruling from The Labour Court, Ireland (Ireland) made on 13 August 2015 — Dr David L. Parris v Trinity College Dublin, Higher Education Authority, Department of Public Expenditure and Reform, Department of Education and Skills
Zaak C-443/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Labour Court, Ireland (Ierland) op 13 augustus 2015 — Dr David L. Parris/Trinity College Dublin, Higher Education Authority, Department of Public Expenditure and Reform, Department of Education and Skills
Zaak C-443/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Labour Court, Ireland (Ierland) op 13 augustus 2015 — Dr David L. Parris/Trinity College Dublin, Higher Education Authority, Department of Public Expenditure and Reform, Department of Education and Skills
PB C 354 van 26.10.2015, p. 24–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.10.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 354/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Labour Court, Ireland (Ierland) op 13 augustus 2015 — Dr David L. Parris/Trinity College Dublin, Higher Education Authority, Department of Public Expenditure and Reform, Department of Education and Skills
(Zaak C-443/15)
(2015/C 354/26)
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
Labour Court, Ireland
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Dr David L. Parris
Verwerende partijen: Trinity College Dublin, Higher Education Authority, Department of Public Expenditure and Reform, Department of Education and Skills
Prejudiciële vragen
1. |
Is sprake van discriminatie op grond van seksuele geaardheid in strijd met artikel 2 van richtlijn 2000/78/EG (1),, indien toepassing wordt gegeven aan een regel van een bedrijfspensioenregeling waarbij de betaling van een nabestaandenpensioen aan de nabestaande geregistreerde partner van een deelnemer van de regeling bij diens overlijden wordt beperkt door de eis dat de deelnemer en zijn nabestaande geregistreerde partner hun geregistreerd partnerschap moeten zijn aangegaan voordat de deelnemer de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, waarbij de omstandigheden aldus waren dat toen de deelnemer de leeftijd van 60 jaar bereikte, het voor hen volgens de nationale wetgeving nog niet was toegestaan om een geregistreerd partnerschap aan te gaan, en voorts de deelnemer en zijn geregistreerde partner reeds vóór die datum zich hadden verbonden als levenspartners? |
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord,
2. |
is sprake van discriminatie op grond van leeftijd in strijd met artikel 2 juncto artikel 6, lid 2, van richtlijn 2000/78/EG, indien een pensioenverstrekker krachtens een bedrijfspensioenregeling het recht op een nabestaandenpensioen beperkt ten aanzien van de nabestaande geregistreerde partner van een deelnemer van de regeling bij diens overlijden door te eisen dat de deelnemer en zijn nabestaande geregistreerde partner hun geregistreerd partnerschap moeten zijn aangegaan voordat de deelnemer de leeftijd van 60 jaar bereikt, indien:
|
Indien de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord,
3. |
is sprake van discriminatie in strijd met artikel 2 juncto artikel 6, lid 2, van richtlijn 2000/78/EG, indien de beperkingen op het recht tot een pensioen in het kader van een bedrijfspensioenregeling als omschreven in de eerste en de tweede vraag voortvloeien uit de samenlopende gevolgen van de leeftijd en de seksuele geaardheid van een deelnemer aan die regeling? |
(1) Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303, blz. 16).