This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0570
Case C-570/15: Request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden (Netherlands) lodged on 5 November 2015 — X, Other party: Staatssecretaris van Financiën
Zaak C-570/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 5 november 2015 — X, andere partij Staatssecretaris van Financiën
Zaak C-570/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 5 november 2015 — X, andere partij Staatssecretaris van Financiën
PB C 38 van 1.2.2016, p. 26–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/26 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 5 november 2015 — X, andere partij Staatssecretaris van Financiën
(Zaak C-570/15)
(2016/C 038/38)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: X
Andere partij: Staatssecretaris van Financiën
Prejudiciële vraag
Naar welke maatstaf of maatstaven moet worden beoordeeld welke wetgeving door verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) als toepasselijk wordt aangewezen in het geval van een in België wonende werknemer die het overgrote deel van zijn werkzaamheden voor zijn Nederlandse werkgever in Nederland verricht, en daarnaast 6,5 percent van die werkzaamheden in het desbetreffende jaar verricht in België, thuis en bij klanten, zonder dat daarbij sprake is van een vast patroon en zonder dat met zijn werkgever afspraken zijn gemaakt over het verrichten van werkzaamheden in België?
(1) Verordening van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB 149, blz. 2).