This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TN0510
Case T-510/17: Action brought on 4 August 2017 — Del Valle Ruiz and Others v Commission and SRB
Zaak T-510/17: Beroep ingesteld op 4 augustus 2017 — Del Valle Ruiz e.a./Commissie en GAR
Zaak T-510/17: Beroep ingesteld op 4 augustus 2017 — Del Valle Ruiz e.a./Commissie en GAR
PB C 374 van 6.11.2017, p. 35–36
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 374/35 |
Beroep ingesteld op 4 augustus 2017 — Del Valle Ruiz e.a./Commissie en GAR
(Zaak T-510/17)
(2017/C 374/53)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Antonio Del Valle Ruiz (Mexico City, Mexico) en 41 andere verzoekende partijen (vertegenwoordigers: P. Saini, QC, J. Pobjoy, Barrister, en R. Boynton, Solicitor)
Verwerende partijen: Europese Commissie en Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)
Conclusies
De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:
— |
het in zijn bestuursvergadering van 7 juni 2017 genomen besluit van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad tot vaststelling van een afwikkelingsregeling voor Banco Popular Español, S.A. en besluit (EU) 2017/1246 van de Commissie (1) nietig te verklaren en voorts de artikelen 18 en 22 van verordening (EU) nr. 806/2014 (2) onrechtmatig te verklaren; |
— |
de verwerende partijen te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van het beroep voeren verzoekende partijen negen middelen aan:
1. |
Eerste middel: artikel 18 van de GAM-verordening is onwettig, aangezien de daarin voorgeschreven procedure de aandeelhouders niet de gelegenheid biedt om te worden gehoord en niet voorziet in de mogelijkheid van toetsing door de rechter, hetgeen in strijd is met a) de artikelen 41, 47 en 48 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) en b) het evenredigheidsbeginsel. |
2. |
Tweede middel: ongeacht de eventuele onwettigheid van artikel 18 van de GAM-verordening, hebben het bestreden besluit van de GAR en het bestreden besluit van de Commissie inbreuk gemaakt op de artikelen 41, 47 en 48 van het Handvest. |
3. |
Derde middel: de GAR en de Commissie hebben zonder rechtvaardiging of evenredigheid inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de verzoekende partijen. |
4. |
Vierde middel: de GAR en de Commissie hebben inbreuk gemaakt op artikel 20 van de GAM-verordening door geen correcte en onafhankelijke waardering te verrichten voorafgaande aan de vaststelling van het bestreden GAR-besluit en het bestreden besluit van de Commissie. |
5. |
Vijfde middel: de GAR en de Commissie hebben inbreuk gemaakt op artikel 18, lid 1, van de GAM-verordening door vast te stellen dat was voldaan aan de voorwaarden van artikel 18, lid 1, onder a) en b), ervan. |
6. |
Zesde middel: de GAR en de Commissie hebben inbreuk gemaakt op artikel 21, lid 1, van de GAM-verordening door vast te stellen dat was voldaan aan de voorwaarden voor de uitoefening van de bevoegdheid om de betrokken kapitaalinstrumenten af te schrijven of om te zetten. |
7. |
Zevende middel: de GAR en de Commissie hebben een wezenlijk vormvoorschrift geschonden door het bestreden besluit van de GAR en het bestreden besluit van de Commissie niet naar behoren te motiveren. |
8. |
Achtste middel: door te kiezen voor het instrument van de verkoop van de onderneming hebben de GAR en de Commissie, door zonder rechtvaardiging af te wijken van het afwikkelingsplan, a) het evenredigheidsbeginsel geschonden, en b) geen rekening gehouden met de gerechtvaardigde verwachtingen van de verzoekende partijen. |
9. |
Negende middel: de artikelen 18 en 22 van de GAM-verordening hebben inbreuk gemaakt op de beginselen inzake de delegatie van bevoegdheden. |
(1) Besluit (EU) 2017/1246 van de Commissie van 7 juni 2017 tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling voor Banco Popular Español S.A. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 4038) (PB 2017, L 178, blz. 15).
(2) Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB 2014, L 225, blz. 1).