Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0661

Zaak C-661/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 4 november 2021 — Verbraeken J. en Zonen BV, PN

PB C 84 van 21.2.2022, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 84 van 21.2.2022, p. 8–8 (GA)

21.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 84/22


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 4 november 2021 — Verbraeken J. en Zonen BV, PN

(Zaak C-661/21)

(2022/C 84/29)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van Cassatie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Verbraeken J. en Zonen BV, PN

Prejudiciële vragen

1)

Moeten artikel 13.1, b), i), van de verordening nr. 883/2004/EG (1) van 29 april 2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, de artikelen 3.1, a), en 11.1, van de verordening (EG) nr. 1071/2009 (2) van 21 oktober 2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en artikel 4.1.a), van de verordening (EG) nr. 1072/2009 (3) van 21 oktober 2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg zo worden uitgelegd dat uit de omstandigheid dat een onderneming die een wegvervoersvergunning verkrijgt in een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig de verordeningen (EG) nr. 1071/2009 en nr. 1072/2009 en dus werkelijk en op duurzame wijze in die lidstaat moet zijn gevestigd, volgt dat daarmee onweerlegbaar is aangetoond dat haar zetel is gevestigd in die lidstaat zoals bedoeld door artikel 13.1 van de voormelde verordening nr. 883/2004/EG, ter bepaling van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel en of de autoriteiten van de lidstaat van tewerkstelling door die vast stelling zijn gebonden?

2)

Kan de nationale rechter van de lidstaat van tewerkstelling die vaststelt dat de bedoelde wegvervoersvergunning werd verkregen door bedrog die vergunning naast zich neerleggen, of dienen de autoriteiten van de lidstaat van tewerkstelling op grond van de vaststelling van bedrog eerst de intrekking van die vergunning te vragen aan de autoriteiten die de vergunning hebben uitgereikt?


(1)  PB 2004, L 166, blz. 1.

(2)  PB 2009, L 300, blz. 51.

(3)  PB 2009, L 300, blz. 72.


Top
  翻译: