Financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
SAMENVATTING VAN:
Verordening (EU) 2021/1148 tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?
- Bij de verordening wordt het instrument voor financiële steun voor het grensbeheer en het visumbeleid (BMVI) ingesteld, als onderdeel van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer.
- Hierin zijn opgenomen:
- beleids- en specifieke doelstellingen;
- maatregelen om die doelstellingen te verwezenlijken;
- omvang, vorm en regels van de financiering door de Europese Unie (EU) van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 — de periode van het meerjarig financieel kader.
KERNPUNTEN
Het BMVI beoogt:
- te zorgen voor krachtig en doeltreffend Europees geïntegreerd grensbeheer aan de buitengrenzen;
- bij te dragen tot een hoog niveau van interne veiligheid;
- het vrije verkeer van personen binnen de EU te beschermen;
- de EU-wetgeving en internationale verplichtingen te eerbiedigen.
Twee specifieke doelstellingen — in bijlage II worden de te gebruiken maatregelen uiteengezet — dienen ter ondersteuning van:
- het Europees Grens- en kustwachtagentschap (zie samenvatting) als een gedeelde verantwoordelijkheid van het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de nationale autoriteiten om legale grensoverschrijdingen te faciliteren, illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en op te sporen, en migratiestromen in goede banen te leiden (bijlage III bevat de omvang van de kosten die kunnen worden gefinancierd);
- het gemeenschappelijk visumbeleid en een geharmoniseerde aanpak wat de uitgifte van visa betreft om legaal reizen te vergemakkelijken en tegelijkertijd risico’s uit migratie- en veiligheidsoogpunt te helpen voorkomen.
De activiteiten van het BMVI:
- zijn in de eerste plaats gericht op gebieden zoals grensoverschrijdende infrastructuur, operationele uitrusting, opleiding, inzet van immigratieverbindingsfunctionarissen, proefstudies en uitwisseling van beste praktijken (in bijlage III worden deze in detail toegelicht);
- kunnen door de Europese Commissie worden uitgebreid om onvoorziene of nieuwe omstandigheden aan te pakken;
- vormen een aanvulling op nationale, regionale en lokale maatregelen en komen de EU ten goede.
De Commissie, de EU-lidstaten en de Europese Dienst voor extern optreden moeten, wanneer zij met niet-EU-landen samenwerken:
- ervoor zorgen dat de activiteiten coherent zijn met het externe en interne beleid van de EU;
- zich richten op maatregelen die niet op ontwikkeling zijn gericht.
De totale begroting voor zeven jaar bedraagt 5,241 miljard EUR, plus 1,141 miljard EUR extra. Deze wordt als volgt gebruikt:
- 3,668 miljard EUR wordt toegewezen aan nationale programma’s, waarvan 200 568 000 EUR wordt toegewezen aan een speciale doorreisregeling voor Litouwen;
- 1,573 miljard EUR wordt toegewezen aan specifieke acties, EU-acties en noodhulp (bekend als “de thematische faciliteit”), voornamelijk ter ondersteuning van intern EU-beleid;
- een klein percentage (tot 0,52 %) wordt toegewezen aan technische bijstand, naar goeddunken van de Commissie;
- een minimum van 10 % van de nationale programma’s moet worden toegewezen aan het visumbeleid.
In bijlage I wordt uiteengezet hoe de begroting, die een zekere voorfinanciering toelaat, over de nationale programma’s wordt verdeeld:
- elke lidstaat ontvangt een vast basisbedrag van 8 miljoen EUR, met uitzondering van Cyprus, Malta en Griekenland (elk 28 miljoen EUR);
- de rest wordt verdeeld tussen
- landbuitengrenzen (30 %),
- zeebuitengrenzen (35 %),
- luchthavens (20 %),
- consulaten (15 %);
- de EU-bijdrage is normaal gesproken beperkt tot 75 % van de totale uitgaven voor een project. Dit percentage kan in bepaalde gevallen (vermeld in bijlage IV) worden verhoogd tot 90 %, zoals voor de aanschaf van operationele uitrusting voor het Europees Grens- en kustwachtagentschap, en zelfs tot 100 % voor enkele in artikel 12 genoemde acties, zoals noodhulp.
Lidstaten:
- zorgen ervoor dat de prioriteiten van hun programma’s stroken met het grensbeheer- en visumbeleid van de EU, de EU-wetgeving en de internationale verplichtingen;
- raadplegen de Commissie voordat zij het BMVI gebruiken voor een project met — of in — een niet-EU-land;
- kunnen tot 33 % van hun financieringstoewijzing gebruiken voor overheidsinstanties die de verschillende taken en diensten in het belang van de EU uitvoeren (operationele steun);
- dienen bij de Commissie jaarlijkse prestatieverslagen in van 15 februari 2023 tot en met 15 februari 2031.
De volgende juridische entiteiten komen in aanmerking voor EU-financiering:
- die gevestigd zijn in een lidstaat, een land of gebied overzee, of een niet-EU-land dat in het werkprogramma wordt genoemd;
- die zijn opgericht krachtens EU-wetgeving of een relevante internationale organisatie.
De verplichtingen inzake voorlichting, communicatie en publiciteit houden in dat:
- ontvangers van EU-financiering de herkomst van de financiering moeten erkennen en ervoor moeten zorgen dat deze zichtbaar is;
- de Commissie
- informatie- en communicatieactiviteiten uitvoert;
- de werkprogramma’s van de thematische faciliteit publiceert.
De Commissie:
- werkt samen met openbare en particuliere partners, met inbegrip van het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties, wanneer gebruik wordt gemaakt van de thematische faciliteit om rechtstreekse financiering te verstrekken via subsidies of overheidsopdrachten;
- verstrekt informatie aan het Europees Parlement en de Raad over kernprestatie-indicatoren met betrekking tot grenzen en visa (uiteengezet in bijlage V);
- voert uiterlijk op 31 december 2024 een tussentijdse evaluatie van de verordening uit;
- maakt in alle officiële EU-talen samenvattingen van de jaarlijkse prestatieverslagen die zij van de lidstaten ontvangt, openbaar.
VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?
De verordening is sinds 1 januari 2021 van toepassing.
ACHTERGROND
Tussen 2021 en 2027 bedraagt de totale begroting voor binnenlandse zaken 29 miljard EUR. Deze wordt verdeeld over drie fondsen — het BMVI, het Fonds voor asiel, migratie en integratie (zie samenvatting) en het Fonds voor interne veiligheid (zie samenvatting) — en de agentschappen voor binnenlandse zaken.
Zie voor meer informatie:
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Verordening (EU) 2021/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 251 van 15.7.2021, blz. 48-93)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159-706)
Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1-131)
Laatste bijwerking 27.09.2021