Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2004_359_R_0032_01

2004/828/: 2004/828/EG:
Besluit van de Raad van 2 november 2004 betreffende de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, alsmede de goedkeuring en ondertekening van de bijbehorende gezamenlijke intentieverklaring
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling
Gezamenlijke intentieverklaring

PB L 359 van 4.12.2004, p. 32–53 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

4.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 359/32


BESLUIT VAN DE RAAD

van 2 november 2004

betreffende de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, alsmede de goedkeuring en ondertekening van de bijbehorende gezamenlijke intentieverklaring

(2004/828/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 94 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 oktober 2001 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren met het Vorstendom Andorra over een overeenkomst om te bereiken dat die staat maatregelen aanneemt van gelijke strekking als die welke binnen de Gemeenschap moeten worden toegepast met het oog op effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling.

(2)

De tekst van de overeenkomst die het resultaat is van deze onderhandelingen is in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren. Aan deze tekst is een gezamenlijke intentieverklaring gehecht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Vorstendom Andorra, anderzijds.

(3)

Onder voorbehoud van de vaststelling van een besluit betreffende de sluiting van de overeenkomst op een later tijdstip is het wenselijk over te gaan tot de ondertekening van de beide documenten die op 1 juli 2004 zijn geparafeerd, en de bevestiging te hebben van de goedkeuring door de Raad van de gezamenlijke intentieverklaring,

BESLUIT:

Artikel 1

Onder voorbehoud van de vaststelling, op een later tijdstip, van een besluit betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG (1) van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, is de voorzitter van de Raad gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst en de bijbehorende gezamenlijke intentieverklaring te ondertekenen, alsmede de brieven van de Europese Gemeenschap die uitgewisseld moeten worden overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de overeenkomst en de laatste alinea van de gezamenlijke intentieverklaring, teneinde de instemming van de Europese Gemeenschap tot uitdrukking te brengen.

De tekst van de gezamenlijke intentieverklaring wordt goedgekeurd door de Raad.

De tekst van de overeenkomst en van de gezamenlijke intentieverklaring zijn bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 2 november 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. R. BOT


(1)  PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38.


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

en

HET VORSTENDOM ANDORRA

hierna „overeenkomstsluitende partij” of „overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

met het oog op de vaststelling van maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, hierna „de richtlijn” genoemd, in een kader van samenwerking waarbij rekening wordt gehouden met de legitieme belangen van elk der overeenkomstsluitende partijen alsmede in een context waarin andere derde landen die zich in een vergelijkbare situatie als het Vorstendom Andorra bevinden, eveneens maatregelen van gelijke strekking als die welke in de richtlijn zijn vervat, zullen toepassen,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

Doel

1.   In een kader van samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra worden inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen, verricht in het Vorstendom Andorra ten gunste van uiteindelijk gerechtigden die natuurlijke personen zijn van wie overeenkomstig de in artikel 3 beschreven procedures is vastgesteld dat zij woonachtig zijn in een lidstaat van de Europese Gemeenschap, door de op het grondgebied van het Vorstendom Andorra gevestigde uitbetalende instanties onder de in artikel 7 genoemde voorwaarden aan een bronbelasting onderworpen.

Deze bronbelasting wordt geheven behoudens vrijwillige gegevensverstrekking overeenkomstig het bepaalde in artikel 9. De opbrengsten uit de ter uitvoering van de artikelen 7 en 9 geheven bronbelasting worden overeenkomstig de in artikel 8 vastgestelde regels tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra verdeeld.

Opdat deze overeenkomst van gelijke strekking is als de richtlijn, worden genoemde maatregelen vervolledigd met voorschriften betreffende de uitwisseling van informatie op verzoek, die zijn opgenomen in artikel 12, alsmede met overleg- en toetsingsprocedures zoals beschreven in artikel 13.

2.   De overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat deze overeenkomst wordt toegepast. Het Vorstendom Andorra ziet er met name op toe dat de op zijn grondgebied gevestigde uitbetalende instanties de voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke taken uitvoeren en voorziet uitdrukkelijk in de bepalingen met betrekking tot de procedures en de sancties, ongeacht de vestigingsplaats van de debiteur van de rentedragende schuldvordering.

Artikel 2

Definitie van uiteindelijk gerechtigde

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „uiteindelijk gerechtigde” verstaan elke natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt, of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, tenzij deze aantoont dat de rentebetaling niet te zijner gunste is ontvangen of bewerkstelligd, dit wil zeggen:

a)

dat hij handelt als uitbetalende instantie in de zin van artikel 4, of

b)

dat hij handelt namens een rechtspersoon, een entiteit waarvan de winst wordt belast volgens de algemene belastingregels voor ondernemingen, een instelling voor collectieve belegging in effecten gevestigd in een lidstaat van de Europese Gemeenschap of in het Vorstendom Andorra, of

c)

dat hij handelt namens een andere natuurlijke persoon die de uiteindelijk gerechtigde is en hij aan de uitbetalende instantie overeenkomstig artikel 3, lid 1, de identiteit van die uiteindelijk gerechtigde bekendmaakt.

2.   Indien de uitbetalende instantie beschikt over gegevens die doen vermoeden dat de natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, niet de uiteindelijk gerechtigde is, moet zij redelijke maatregelen nemen om de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde vast te stellen, overeenkomstig artikel 3, lid 1. Indien de uitbetalende instantie de uiteindelijk gerechtigde niet kan identificeren, behandelt zij de natuurlijke persoon in kwestie als de uiteindelijk gerechtigde.

Artikel 3

Identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde

1.   De uitbetalende instantie stelt de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde vast, bestaande uit diens naam, voornaam en adres, overeenkomstig de in het Vorstendom Andorra geldende antiwitwasbepalingen.

2.   De uitbetalende instantie stelt de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde vast op basis van de normen, die verschillen naar gelang van de aanvang van de betrekkingen tussen de uitbetalende instantie en de gerechtigde van de rente. Behoudens hetgeen volgt, wordt als woonplaats aangemerkt de plaats waar de uiteindelijk gerechtigde zijn vaste adres heeft:

a)

voor contractuele betrekkingen die zijn aangegaan vóór 1 januari 2004, stelt de uitbetalende instantie de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde vast overeenkomstig de in het Vorstendom Andorra geldende antiwitwasbepalingen;

b)

voor contractuele betrekkingen die zijn aangegaan of transacties die bij ontstentenis van contractuele betrekkingen zijn verricht op of na 1 januari 2004, stelt de uitbetalende instantie de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde vast op basis van het adres dat vermeld staat in het officiële identiteitsbewijs of zo nodig op basis van enig ander door de uiteindelijk gerechtigde overgelegd bewijsstuk, volgens de volgende procedure: van natuurlijke personen die een door een lidstaat van de Europese Gemeenschap uitgereikt officieel identiteitsbewijs overleggen en die verklaren ingezetene van een derde land te zijn, wordt de woonplaats vastgesteld op basis van een woonplaatsverklaring of een verblijfsvergunning die is afgegeven door de bevoegde autoriteit van het derde land waarvan de natuurlijke persoon verklaart ingezetene te zijn. Indien deze woonplaatsverklaring of verblijfsvergunning niet wordt overgelegd, wordt de lidstaat van de Europese Gemeenschap die het officiële identiteitsbewijs heeft afgegeven, geacht de woonstaat te zijn.

Artikel 4

Definitie van uitbetalende instantie

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „uitbetalende instantie” verstaan elke in het Vorstendom Andorra gevestigde marktdeelnemer die rente uitbetaalt of een rentebetaling bewerkstelligt ten onmiddelijke gunste van de uiteindelijk gerechtigde, ongeacht of deze marktdeelnemer de debiteur is van het rentedragende schuldinstrument of de marktdeelnemer die door de debiteur of de uiteindelijk gerechtigde is belast met het uitbetalen van de rente of het bewerkstelligen van de rentebetaling.

Artikel 5

Definitie van bevoegde autoriteit

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „bevoegde autoriteiten” van de overeenkomstsluitende partijen verstaan de in bijlage I genoemde autoriteiten.

2.   Voor derde landen is de bevoegde autoriteit de voor de toepassing van bilaterale of multilaterale belastingverdragen aangewezen autoriteit of, bij ontstentenis daarvan, iedere andere autoriteit die bevoegd is om een fiscale woonplaatsverklaring af te geven.

Artikel 6

Definitie van rentebetaling

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „rentebetaling” verstaan:

a)

rente, uitbetaald of bijgeschreven op een rekening, die is terug te voeren op enigerlei schuldvordering, al dan niet gedekt door hypotheek of voorzien van een winstdelingsclausule, en met name de opbrengsten van staats- en obligatieleningen, inclusief daaraan gehechte premies en prijzen; boete voor te late betaling wordt niet als rentebetaling aangemerkt;

b)

rente die is aangegroeid of gekapitaliseerd op het moment van de verkoop, terugbetaling of aflossing van de onder a) bedoelde schuldvorderingen;

c)

inkomsten uit rentebetalingen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de richtlijn, uitgekeerd door:

i)

instellingen voor collectieve belegging, gevestigd in een lidstaat van de Europese Gemeenschap of in het Vorstendom Andorra,

ii)

entiteiten die gebruik mogen maken van de keuzemogelijkheid van artikel 4, lid 3, van de richtlijn en

iii)

instellingen voor collectieve belegging die buiten het in artikel 17 bedoelde grondgebied zijn gevestigd.

d)

inkomsten die zijn gerealiseerd bij de verkoop, terugbetaling of aflossing van aandelen of bewijzen van deelneming in de volgende instellingen en entiteiten, indien deze rechtstreeks of middellijk via andere hierna bedoelde instellingen voor collectieve belegging of entiteiten meer dan 40 % van hun vermogen beleggen in de onder a) bedoelde schuldvorderingen:

i)

instellingen voor collectieve belegging, gevestigd in een lidstaat van de Europese Gemeenschap of in het Vorstendom Andorra,

ii)

entiteiten die gebruik mogen maken van de keuzemogelijkheid van artikel 4, lid 3, van de richtlijn,

iii)

instellingen voor collectieve belegging die buiten het in artikel 17 bedoelde grondgebied zijn gevestigd.

Het Vorstendom Andorra beschikt echter slechts over de mogelijkheid de inkomsten vermeld onder d) onder de definitie van rentebetaling te laten vallen voorzover deze inkomsten rechtstreeks of middellijk afkomstig zijn van rentebetalingen in de zin van de punten a) en b).

2.   Wat betreft lid 1, onder c) en d), wordt, indien een uitbetalende instantie geen informatie heeft over het deel van de inkomsten dat voortkomt uit rentebetalingen, het volledige bedrag aan inkomsten als rentebetaling aangemerkt.

3.   Wat betreft lid 1, onder d), wordt, indien een uitbetalende instantie geen informatie heeft over het percentage van het vermogen dat is belegd in schuldvorderingen of in aandelen of bewijzen van deelneming als omschreven onder dat punt, dat percentage geacht meer dan 40 % te bedragen. Indien zij het bedrag van de door de uiteindelijk gerechtigde gerealiseerde inkomsten niet kan bepalen, worden de inkomsten geacht de opbrengst van de verkoop, aflossing of terugbetaling van de aandelen of bewijzen van deelneming te zijn.

4.   Wat betreft lid 1, onder b) en d), kan het Vorstendom Andorra op zijn grondgebied gevestigde uitbetalende instanties ertoe verplichten om de rente over een periode van ten hoogste één jaar op jaarbasis te berekenen, en kan het deze geannualiseerde rente als een rentebetaling beschouwen, zelfs als tijdens die periode geen verkoop, terugbetaling of aflossing heeft plaatsgevonden.

5.   Inkomsten met betrekking tot instellingen of entiteiten die maximaal 15 % van hun vermogen hebben belegd in schuldvorderingen in de zin van lid 1, onder a), worden niet aangemerkt als rentebetaling overeenkomstig lid 1, onder c) en d).

6.   Het percentage als bedoeld in lid 1, onder d), en in lid 3 wordt vanaf 1 januari 2011 25 %.

7.   De in lid 1, onder d), en in lid 5 genoemde percentages worden bepaald aan de hand van de beleggingspolitiek zoals die in het fondsreglement of de statuten van de betrokken instellingen of entiteiten is neergelegd en, bij ontstentenis daarvan, op basis van de feitelijke samenstelling van de beleggingsportefeuille van de instellingen of entiteiten.

Artikel 7

Bronbelasting

1.   Indien de uiteindelijk gerechtigde van de rente woonachtig is in een lidstaat van de Europese Gemeenschap, heft het Vorstendom Andorra gedurende de eerste drie jaar van toepassing van deze overeenkomst een bronbelasting tegen een tarief van 15 %, gedurende de volgende drie jaar tegen een tarief van 20 % en daarna tegen een tarief van 35 %.

2.   De uitbetalende instantie houdt de bronbelasting op de volgende wijze in:

a)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 6, lid 1, onder a): op de uitbetaalde of bijgeschreven rente;

b)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 6, lid 1, onder b) of d): op het bedrag van de rente of inkomsten als bedoeld onder die punten, of door een heffing van vergelijkbare omvang, ten laste van de ontvanger, op het totaalbedrag van de opbrengst van de verkoop, terugbetaling of aflossing;

c)

in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 6, lid 1, onder c): op het bedrag van de inkomsten als bedoeld onder dat punt;

d)

wanneer het Vorstendom Andorra van de keuzemogelijkheid van artikel 6, lid 4, gebruikmaakt: op het bedrag van de op jaarbasis berekende rente.

3.   Voor de toepassing van het bepaalde in lid 2, onder a) en b), wordt de bronbelasting geheven naar rata van de periode dat de uiteindelijk gerechtigde houder van de schuldvordering was. Ingeval de uitbetalende instantie de duur van die periode niet kan vaststellen met de informatie waarover zij beschikt, gaat zij ervan uit dat de uiteindelijk gerechtigde over de gehele periode dat de vordering heeft bestaan, de houder ervan is geweest, tenzij hij de datum van verkrijging aantoont.

4.   Belastingen en inhoudingen op eenzelfde rentebetaling, andere dan de inhouding waarin deze overeenkomst voorziet, worden in mindering gebracht op het overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 berekende bedrag van de bronbelasting.

5.   Behoudens de bepalingen van artikel 10 belet de inhouding aan de bron door een in het Vorstendom Andorra gevestigde uitbetalende instantie de lidstaat van de Europese Gemeenschap waar de uiteindelijk gerechtigde zijn fiscale woonplaats heeft, niet de inkomsten te belasten overeenkomstig zijn nationale recht.

Indien een belastingplichtige inkomsten uit rente, uitgekeerd door een in het Vorstendom Andorra gevestigde uitbetalende instantie, meldt aan de belastingautoriteiten van de lidstaat van de Europese Gemeenschap waar hij woonachtig is, worden deze inkomsten uit rente in die lidstaat tegen dezelfde tarieven belast als die welke worden toegepast op de rente die in die lidstaat wordt ontvangen.

Artikel 8

Verdeling van belastingopbrengsten

1.   Het Vorstendom Andorra behoudt 25 % van de opbrengsten van de in artikel 7 genoemde bronbelasting en draagt 75 % van de opbrengsten over aan de lidstaat van de Europese Gemeenschap waar de uiteindelijk gerechtigde van de rente woonachtig is.

2.   Die overdrachten vinden elk kalenderjaar in een tranche per lidstaat plaats, uiterlijk binnen een periode van zes maanden volgend op het einde van het kalenderjaar waarin de inhoudingen werden verricht.

Het Vorstendom Andorra ziet erop toe dat het systeem voor de verdeling van de belastingopbrengsten correct functioneert.

Artikel 9

Vrijwillige verstrekking van gegevens

1.   Het Vorstendom Andorra voorziet in een procedure die de uiteindelijk gerechtigde de mogelijkheid biedt de in artikel 7 genoemde bronbelasting te vermijden indien hij zijn uitbetalende instantie een overeenkomstig lid 2 van dit artikel op zijn naam gestelde verklaring voorlegt van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij woonachtig is.

2.   Op verzoek van de uiteindelijk gerechtigde geeft de bevoegde autoriteit van zijn woonstaat een verklaring af met daarin de volgende gegevens:

a)

naam, voornaam, adres en fiscaal identificatienummer of, bij ontstentenis van een dergelijk nummer, geboorteplaats en -datum van de uiteindelijk gerechtigde;

b)

naam en adres van de uitbetalende instantie;

c)

rekeningnummer van de uiteindelijk gerechtigde of, bij ontstentenis daarvan, een eenduidige omschrijving van het schuldinstrument.

Een dergelijke verklaring is geldig voor ten hoogste drie jaar. De verklaring wordt afgegeven aan elke uiteindelijk gerechtigde die daarom vraagt, binnen twee maanden nadat het desbetreffende verzoek is ingediend.

Artikel 10

Voorkoming van dubbele belasting

1.   De lidstaat van de Europese Gemeenschap die de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde is, ziet erop toe dat de heffing van de in artikel 7 genoemde bronbelasting niet tot dubbele belasting leidt, overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 en 3 hieronder.

2.   Indien door de uiteindelijk gerechtigde ontvangen rente in Andorra aan de in artikel 7 genoemde bronbelasting werd onderworpen, kent de lidstaat van de Europese Gemeenschap die de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde is, hem overeenkomstig zijn nationale recht een belastingverrekening toe die gelijk is aan het bedrag van de ingehouden belasting. Indien dit bedrag hoger is dan de krachtens zijn nationale recht verschuldigde belasting over het totale rentebedrag waarover de bronbelasting werd geheven, restitueert de fiscale woonstaat het bedrag dat te veel is ingehouden aan de uiteindelijk gerechtigde.

3.   Indien rente die de uiteindelijk gerechtigde heeft ontvangen, behalve aan de in artikel 7 bedoelde bronbelasting ook onderworpen is geweest aan andere bronbelastingen, en de lidstaat van de Europese Gemeenschap die zijn fiscale woonstaat is, naar nationaal recht of overeenkomstig verdragen ter voorkoming van dubbele belasting voor een dergelijke bronbelasting belastingverrekening toekent, wordt deze andere bronbelasting verrekend alvorens de procedure van lid 2 wordt toegepast.

4.   De lidstaat van de Europese Gemeenschap die de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde is, kan de belastingverrekeningsregeling bedoeld in de leden 2 en 3 hierboven vervangen door restitutie van de in artikel 7 genoemde bronbelasting.

Artikel 11

Verhandelbare schuldinstrumenten

1.   Vanaf de toepassingsdatum van deze overeenkomst en zolang het Vorstendom Andorra de in artikel 7 genoemde bronbelasting heft en ten minste één lidstaat van de Europese Gemeenschap een soortgelijke heffing toepast, maar uiterlijk tot 31 december 2010 worden binnenlandse en internationale obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten die voor het eerst zijn uitgegeven vóór 1 maart 2001 of waarvan het oorspronkelijke emissieprospectus vóór die datum is goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten in de zin van Richtlijn 80/390/EEG van de Raad, door de verantwoordelijke autoriteiten van het Vorstendom Andorra, of door de verantwoordelijke autoriteiten in derde landen, niet aangemerkt als schuldvorderingen in de zin van artikel 6, lid 1, onder a), op voorwaarde dat op of na 1 maart 2002 geen vervolgemissies van dergelijke verhandelbare schuldinstrumenten plaatsvinden.

2.   Zolang echter ten minste één lidstaat van de Europese Gemeenschap ook soortgelijke bepalingen toepast, blijven de bepalingen van dit artikel ook na 31 december 2010 gelden voor verhandelbare schuldinstrumenten:

die clausules inzake „gross-up” en vroegtijdige aflossing bevatten en

wanneer de uitbetalende instantie, als gedefinieerd in artikel 4, is gevestigd in het Vorstendom Andorra en

wanneer die uitbetalende instantie de rente rechtstreeks betaalt aan, of een rentebetaling bewerkstelligt ten onmiddellijke gunste van een uiteindelijk gerechtigde die zijn woonplaats heeft in een lidstaat van de Europese Gemeenschap.

Indien en vanaf het moment dat soortgelijke bepalingen door geen enkele lidstaat van de Europese Gemeenschap meer worden toegepast, zijn de bepalingen van dit artikel nog slechts van toepassing op verhandelbare schuldinstrumenten:

die clausules inzake „gross-up” en vroegtijdige aflossing bevatten en

wanneer de uitbetalende instantie van de emittent gevestigd is in het Vorstendom Andorra en

wanneer die uitbetalende instantie de rente rechtstreeks betaalt aan, of een rentebetaling bewerkstelligt ten onmiddellijke gunste van, een uiteindelijk gerechtigde die zijn woonplaats heeft in een lidstaat van de Europese Gemeenschap.

Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van één van de vorenvermelde verhandelbare schuldinstrumenten, uitgegeven door een overheid of een gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol erkend is bij internationaal verdrag, wordt de emissie van een dergelijk instrument, bestaande uit de oorspronkelijke emissie en vervolgemissies, in haar geheel beschouwd als een schuldvordering in de zin van artikel 6, lid 1, onder a).

Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van één van de vorenvermelde verhandelbare schuldinstrumenten, uitgegeven door een andere emittent die niet valt onder het bepaalde in de vorige alinea, wordt die emissie aangemerkt als een schuldvordering in de zin van artikel 6, lid 1, onder a).

3.   Dit artikel vormt geen belet voor de lidstaten van de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra om overeenkomstig hun nationale wetgeving belasting te heffen op inkomsten uit de in lid 1 bedoelde schuldinstrumenten.

Artikel 12

Uitwisseling van informatie op verzoek

1.   De bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en de lidstaten van de Europese Gemeenschap wisselen gegevens uit over gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht, of soortgelijke aangelegenheden met betrekking tot de onder deze overeenkomst vallende inkomsten. Onder „soortgelijke aangelegenheden” worden uitsluitend overtredingen verstaan met dezelfde graad van onrechtmatigheid als het geval is voor gedragingen die worden beschouwd als belastingfraude overeenkomstig de wetgeving van de staat aan welke het verzoek is gericht.

Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, verbindt het zich ertoe, zolang het begrip belastingfraude niet in zijn nationale recht is opgenomen, voor de in de eerste alinea vermelde doeleinden met belastingfraude gelijk te stellen alle gedragingen die, middels bedrog, afbreuk doen aan de financiële belangen van de schatkist van de verzoekende staat en die uit hoofde van de wetten van het Vorstendom Andorra als oplichting worden beschouwd.

In antwoord op een zorgvuldig gemotiveerd verzoek verstrekt de staat aan welke het verzoek is gericht, gegevens met betrekking tot de vorengenoemde aangelegenheden waarnaar de verzoekende staat een onderzoek instelt, of mogelijk wenst in te stellen, op civielrechtelijke of strafrechtelijke basis.

2.   Bij het bepalen of informatie in antwoord op een verzoek kan worden verstrekt, past de staat aan welke het verzoek is gericht, de regels betreffende verjaring toe overeenkomstig de wetgeving van de verzoekende staat in plaats van de regels betreffende verjaring van de staat aan welke het verzoek is gericht.

3.   De staat aan welke het verzoek is gericht, verstrekt de informatie indien de verzoekende staat een redelijk vermoeden heeft dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen. Wanneer het Vorstendom Andorra de staat is aan welke het verzoek is gericht, moet de ontvankelijkheid van het verzoek door de juridische autoriteit van het Vorstendom Andorra worden getoetst aan de hand van de opgegeven redenen in vergelijking met de in dit artikel gestelde eisen binnen een termijn van twee maanden.

4.   Het vermoeden van de verzoekende staat dat de gedragingen belastingfraude vormen of soortgelijke aangelegenheden betreffen, kan zijn gebaseerd op:

a)

documenten, al dan niet geauthentiseerd, omvattende, maar niet daartoe beperkt, bescheiden van het bedrijf, boeken, of bankrekeninginformatie;

b)

verklaringen van de belastingbetaler;

c)

gegevens van een informant of een derde persoon, die onafhankelijk zijn gecontroleerd of waarvan kan worden aangenomen dat die betrouwbaar zijn, of

d)

indirect bewijs.

5.   Alle informatie die op deze wijze wordt uitgewisseld, dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en mag slechts worden verstrekt aan de bevoegde personen of autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij die kennis moeten hebben van de belastingheffing op de in artikel 1 genoemde rentebetalingen, hetzij in het kader van de bronbelasting en de desbetreffende opbrengsten als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8, hetzij in het kader van de vrijwillige gegevensverstrekking als bedoeld in artikel 9. Deze personen of autoriteiten mogen de aldus ontvangen informatie tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke uitspraken betreffende deze belastingheffing bekendmaken.

De informatie mag slechts met voorafgaande en schriftelijke instemming van de bevoegde autoriteit van de partij die de informatie heeft verstrekt, aan andere personen of autoriteiten worden verstrekt.

6.   Het Vorstendom Andorra zal bilaterale onderhandelingen openen met elke lidstaat die dat wenst, om de individuele categorieën te definiëren van gevallen vallende onder „soortgelijke aangelegenheden” overeenkomstig de procedure die door die staat wordt toegepast.

Artikel 13

Overleg en toetsing

1.   De overeenkomstsluitende partijen treden ten minste om de drie jaar of op verzoek van één van hen met elkaar in overleg om de technische werking van deze overeenkomst te evalueren en, indien zij zulks nodig achten, te verbeteren en om internationale ontwikkelingen te beoordelen. Het overleg wordt gehouden binnen een maand na het verzoek daartoe of, in dringende gevallen, zo spoedig mogelijk.

Op basis van een dergelijke beoordeling kunnen de overeenkomstsluitende partijen overleg plegen om te bestuderen op welke punten de overeenkomst moet worden aangepast, rekening houdende met internationale ontwikkelingen.

2.   Zodra er voldoende ervaring is opgedaan met de volledige implementatie van artikel 7, lid 1, van de overeenkomst, plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg om te bestuderen op welke punten de overeenkomst moet worden aangepast, rekening houdende met internationale ontwikkelingen.

3.   Met het oog op het vorenbedoelde overleg stellen de overeenkomstsluitende partijen elkaar op de hoogte van mogelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de goede werking van deze overeenkomst. Dit omvat mede relevante overeenkomsten tussen één der overeenkomstsluitende partijen en een derde staat.

4.   Indien de bevoegde autoriteiten van het Vorstendom Andorra en één of meer van de andere in artikel 5 van deze overeenkomst bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap het niet eens zijn over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst, trachten zij in onderling overleg tot een oplossing te komen. Zij brengen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten van de Europese Gemeenschap onmiddellijk op de hoogte van de resultaten van hun overleg. Met betrekking tot interpretatievraagstukken kan de Europese Commissie op verzoek van één van de bevoegde autoriteiten deelnemen aan het overleg.

Artikel 14

Toepassing

1.   De toepassing van deze overeenkomst is afhankelijk van de vaststelling en implementatie door de afhankelijke of geassocieerde gebieden van de lidstaten genoemd in het verslag van de Raad (Economische en Financiële Zaken) aan de Europese Raad van Santa Maria da Feira van 19 en 20 juni 2000, alsmede door, respectievelijk, de Verenigde Staten van Amerika, Monaco, Liechtenstein, Zwitserland en San Marino, van dezelfde of gelijkwaardige maatregelen als die welke in de richtlijn of deze overeenkomst zijn vervat en die in dezelfde implementatiedata voorzien.

2.   De overeenkomstsluitende partijen besluiten, in onderling overleg, ten minste zes maanden voor de in lid 6 bedoelde datum of aan de in lid 1 genoemde voorwaarde wordt voldaan met betrekking tot de datum van inwerkingtreding van de betreffende maatregelen in de betrokken derde landen en afhankelijke of geassocieerde gebieden. Indien de overeenkomstsluitende partijen besluiten dat niet aan de voorwaarde wordt voldaan, stellen zij, in onderling overleg, een nieuwe datum vast voor de toepassing van lid 6.

3.   Onverminderd zijn institutionele procedures legt het Vorstendom Andorra deze overeenkomst met ingang van de in lid 6 genoemde datum ten uitvoer en stelt het de Europese Gemeenschap hiervan in kennis.

4.   De toepassing van deze overeenkomst of gedeelten daarvan kan met onmiddellijke ingang door één van de overeenkomstsluitende partijen worden geschorst door kennisgeving aan de andere partij, indien de richtlijn of een gedeelte van de richtlijn overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap, hetzij tijdelijk, hetzij definitief niet langer van toepassing is of in het geval dat een lidstaat van de Europese Gemeenschap de toepassing van de betreffende uitvoeringsbepalingen schorst.

5.   Elke overeenkomstsluitende partij kan de toepassing van deze overeenkomst ook schorsen door kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij, indien één van de vijf vorenvermelde derde landen (Verenigde Staten van Amerika, Monaco, Liechtenstein, Zwitserland en San Marino) of één van de in lid 1 bedoelde afhankelijke of geassocieerde gebieden van de lidstaten van de Europese Gemeenschap besluit niet langer dezelfde of gelijkwaardige maatregelen toe te passen als die welke in de richtlijn zijn vervat. De schorsing van de toepassing geschiedt ten vroegste twee maanden na de kennisgeving. Zodra de maatregelen opnieuw van kracht zijn, wordt de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst opgeheven.

6.   De overeenkomstsluitende partijen stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk op 1 juli 2005 aan deze overeenkomst te voldoen.

Artikel 15

Ondertekening, inwerkingtreding en geldigheidsduur

1.   Deze overeenkomst dient door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures te worden bekrachtigd of goedgekeurd. De overeenkomstsluitende partijen zullen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van deze procedures. De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de laatste kennisgeving.

2.   Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst beëindigen door de andere overeenkomstsluitende partij daarvan in kennis te stellen. In dat geval eindigt de geldigheid van de overeenkomst twaalf maanden na een dergelijke kennisgeving.

Artikel 16

Vorderingen en eindafrekening

1.   Indien deze overeenkomst wordt beëindigd of de toepassing ervan geheel of gedeeltelijk wordt geschorst, blijven de vorderingen van individuele personen onverlet.

2.   Het Vorstendom Andorra stelt in een dergelijk geval voor het einde van de toepassingsduur van de overeenkomst een eindafrekening op en verricht een eindbetaling aan de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

Artikel 17

Territoriale werkingssfeer

Deze overeenkomst is van toepassing op, enerzijds, de grondgebieden waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen wordt toegepast, overeenkomstig de daarin neergelegde voorwaarden en, anderzijds, het grondgebied van het Vorstendom Andorra.

Artikel 18

Bijlagen

1.   De twee bijlagen maken deel uit van deze overeenkomst.

2.   De in bijlage I opgenomen lijst van bevoegde autoriteiten kan door eenvoudige kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij worden gewijzigd door, wat de in punt a) van deze bijlage genoemde autoriteit betreft, het Vorstendom Andorra en door, wat de overige autoriteiten betreft, de Europese Gemeenschap.

De in bijlage II opgenomen lijst van gelijkgestelde entiteiten kan in onderling overleg worden gewijzigd.

Artikel 19

Talen

1.   Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Spaanse, Deense, Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse, Nederlandse, Portugese, Finse, Zweedse en Catalaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

2.   Het exemplaar in de Maltese taal wordt door de overeenkomstsluitende partijen geauthentiseerd op basis van een briefwisseling. Het is eveneens authentiek, op dezelfde wijze als de teksten in de in lid 1 genoemde talen.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben geplaatst.

Hecho en Bruselas, el quince de noviembre del dos mil cuatro.

V Bruselu dne patnáctého listopadu dva tisíce čtyři.

Udfærdiget i Bruxelles den femtende november to tusind og fire.

Geschehen zu Brüssel am fünfzehnten November zweitausendundvier.

Kahe tuhande neljanda aasta novembrikuu viieteistkümnendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δέκα πέντε Νοεμβρίου δύο χιλιάδες τέσσερα.

Done at Brussels on the fifteenth day of November in the year two thousand and four.

Fait à Bruxelles, le quinze novembre deux mille quatre.

Fatto a Bruxelles, addì quindici novembre duemilaquattro.

Briselē, divi tūkstoši ceturtā gada piecpadsmitajā novembrī.

Pasirašyta du tūkstančiai ketvirtų metų lapkričio penkioliktą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-negyedik év november havának tizenötödik napján.

Magħmul fi Brussel fil-ħmistax il-jum ta' Novembru tas-sena elfejn u erbgħa.

Gedaan te Brussel, de vijftiende november tweeduizendvier.

Sporządzono w Brukseli w dniu piętnastego października roku dwutysięcznego czwartego.

Feito em Bruxelas, em quinze de Novembro de dois mil e quatro.

V Bruseli pätnásteho novembra dvetisícštyri.

V Bruslju, petnajstega novembra leta dva tisoč štiri.

Tehty Brysselissä viidentenätoista päivänä marraskuuta vuonna kaksituhattaneljä.

Som skedde i Bryssel den femtonde november tjugohundrafyra.

Fet a Brussel les el dia quinze de novembre de l'any dos mil quatre.

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Per la Comunitat Europea

Image

Pel Principat d’Andorra

Image

BIJLAGE I

LIJST VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn de volgende instanties „bevoegde autoriteiten”:

a)

in het Vorstendom Andorra: el Ministre de les Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger; voor de toepassing van artikel 3 is de bevoegde autoriteit echter el Ministre encarregat de l'Interior, i de Justícia of een gemachtigd vertegenwoordiger,

b)

in het Koninkrijk België: de minister van Financiën/Le Ministre des Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger,

c)

in de Tsjechische Republiek: Ministr financí of een gemachtigd vertegenwoordiger,

d)

in het Koninkrijk Denemarken: Skatteministeren of een gemachtigd vertegenwoordiger,

e)

in de Bondsrepubliek Duitsland: der Bundesminister der Finanzen of een gemachtigd vertegenwoordiger,

f)

in de Republiek Estland: Rahandusminister of een gemachtigd vertegenwoordiger,

g)

in de Helleense Republiek: Ο Υπουργός Οικονομίας και Οικονομικών of een gemachtigd vertegenwoordiger,

h)

in het Koninkrijk Spanje: el Ministro de Economía y Hacienda of een gemachtigd vertegenwoordiger,

i)

in de Franse Republiek: le Ministre chargé du budget of een gemachtigd vertegenwoordiger,

j)

in Ierland: the Revenue Commissioners of hun gemachtigd vertegenwoordiger,

k)

in de Italiaanse Republiek: il Capo del Dipartimento per le Politiche Fiscali of een gemachtigd vertegenwoordiger,

l)

in de Republiek Cyprus: Υπουργός Οικονομικών of een gemachtigd vertegenwoordiger,

m)

in de Republiek Letland: Finanšu ministrs of een gemachtigd vertegenwoordiger,

n)

in de Republiek Litouwen: Finansų ministras of een gemachtigd vertegenwoordiger,

o)

in het Groothertogdom Luxemburg: le Ministre des Finances of een gemachtigd vertegenwoordiger; voor de toepassing van artikel 12 is de bevoegde autoriteit evenwel „le Procureur Général d'État luxembourgeois”,

p)

in de Republiek Hongarije: a pénzügyminiszter of een gemachtigd vertegenwoordiger,

q)

in de Republiek Malta: il-Ministru responsabbli għall-Finanzi of een gemachtigd vertegenwoordiger,

r)

in het Koninkrijk der Nederlanden: de minister van Financiën of een gemachtigd vertegenwoordiger,

s)

in de Republiek Oostenrijk: der Bundesminister für Finanzen of een gemachtigd vertegenwoordiger,

t)

in de Republiek Polen: Minister Finansów of een gemachtigd vertegenwoordiger,

u)

in de Portugese Republiek: o Ministro das Finanças of een gemachtigd vertegenwoordiger,

v)

in de Republiek Slovenië: Minister za finance of een gemachtigd vertegenwoordiger,

w)

in de Slowaakse Republiek: Minister financií of een gemachtigd vertegenwoordiger,

x)

in de Republiek Finland: Valtiovarainministeriö/Finansministeriet of een gemachtigd vertegenwoordiger,

y)

in het Koninkrijk Zweden: Chefen för Finansdepartementet of een gemachtigd vertegenwoordiger,

z)

in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en in de Europese gebiedsdelen voor de buitenlandse betrekkingen waarvoor het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk is: de Commissioners of Inland Revenue of hun gemachtigd vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in Gibraltar, die door het Verenigd Koninkrijk wordt aangewezen overeenkomstig het Akkoord met betrekking tot de autoriteiten van Gibraltar in de context van EU- en EG-instrumenten en daarmee verband houdende verdragen welke zijn aangemeld bij de lidstaten en instellingen van de Europese Unie van 19 april 2000, waarvan het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie het Vorstendom Andorra een exemplaar zal doen toekomen, en dat van toepassing zal zijn op deze overeenkomst.

BIJLAGE II

LIJST VAN GELIJKGESTELDE ENTITEITEN

Voor de toepassing van artikel 11 van deze overeenkomst worden de volgende entiteiten beschouwd als „gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol erkend is bij internationaal verdrag”:

ENTITEITEN IN DE EUROPESE UNIE:

 

België

Vlaams Gewest

Région wallonne (Waals Gewest)

Brussels Hoofdstedelijk Gewest/Région de Bruxelles-Capitale

Communauté française (Franstalige Gemeenschap)

Vlaamse Gemeenschap

Deutschsprachige Gemeinschaft (Duitstalige Gemeenschap)

 

Spanje

Xunta de Galicia (regering van de Autonome Gemeenschap van Galicië)

Junta de Andalucía (regering van de Autonome Gemeenschap van Andalusië)

Junta de Extremadura (regering van de Autonome Gemeenschap van Extremadura)

Junta de Castilla-La Mancha (regering van de Autonome Gemeenschap van Castilië-La Mancha)

Junta de Castilla-León (regering van de Autonome Gemeenschap van Castilië-León)

Gobierno Foral de Navarra (regering van de Autonome Gemeenschap van Navarra)

Govern de les Illes Balears (regering van de Autonome Gemeenschap van de Balearen)

Generalitat de Catalunya (regering van de Autonome Gemeenschap van Catalonië)

Generalitat de Valencia (regering van de Autonome Gemeenschap van Valencia)

Diputación General de Aragón (regering van de Autonome Gemeenschap van Aragón)

Gobierno de las Islas Canarias (regering van de Autonome Gemeenschap van de Canarische Eilanden)

Gobierno de Murcia (regering van de Autonome Gemeenschap van Murcia)

Gobierno de Madrid (regering van de Autonome Gemeenschap van Madrid)

Gobierno de la Comunidad Autónoma del País Vasco/Euzkadi (regering van de Autonome Gemeenschap van Baskenland)

Diputación Foral de Guipúzcoa (Provincieraad van Guipúzcoa)

Diputación Foral de Vizcaya/Bizkaia (Provincieraad van Biskaje)

Diputación Foral de Alava (Provincieraad van Alava)

Ayuntamiento de Madrid (Gemeente Madrid)

Ayuntamiento de Barcelona (Gemeente Barcelona)

Cabildo Insular de Gran Canaria (Eilandraad van Gran Canaria)

Cabildo Insular de Tenerife (Eilandraad van Tenerife)

Instituto de Crédito Oficial (Officiële Kredietinstelling)

Instituto Catalán de Finanzas (Catalaans Instituut voor Financiën)

Instituto Valenciano de Finanzas (Valenciaans Instituut voor Financiën)

 

Griekenland

Оργανισμός Тηλεπικοινωνιών Ελλάδος (Griekse Organisatie voor Telecommunicatie)

Оργανισμός Σιδηροδρόμων Ελλάδος (Organisatie van de Griekse Spoorwegen)

Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού (Openbaar Elektriciteitsbedrijf)

 

Frankrijk

La Caisse d'amortissement de la dette sociale (CADES) (Fonds voor de aflossing van de sociale schuld)

L'Agence française de développement (AFD) (Frans Agentschap voor Ontwikkeling)

Réseau Ferré de France (RFF) (Spoorwegennet van Frankrijk)

Caisse Nationale des Autoroutes (CNA) (Nationaal Autosnelwegenfonds)

Assistance publique Hôpitaux de Paris (APHP) (Openbare Bijstand Parijse Ziekenhuizen)

Charbonnages de France (CDF) (Franse Steenkoolwinning)

Entreprise minière et chimique (EMC) (Mijnbouw- en chemiebedrijf)

 

Italië

Regio’s

Provincies

Gemeenten

Cassa Depositi e Prestiti (Deposito- en Consignatiefonds)

 

Letland

Pašvaldības (lokale overheden)

 

Polen

gminy (gemeenten)

powiaty (districten)

województwa (provincies)

związki gmin (associaties van gemeenten)

związki powiatów (associaties van districten)

związki województw (associaties van provincies)

miasto stołeczne Warszawa (hoofdstad Warschau)

Agencja Restrukturyzacji i Modernizacji Rolnictwa (Agentschap voor herstructurering en modernisering van de landbouw)

Agencja Nieruchomości Rolnych (Agentschap voor landbouweigendom)

 

Portugal

Região Autónoma da Madeira (Autonome Regio Madeira)

Região Autónoma dos Açores (Autonome Regio der Azoren)

Gemeenten

 

Slowakije

mestá a obce (gemeenten)

Železnice Slovenskej republiky (Slowaakse spoorwegmaatschappij)

Štátny fond cestného hospodárstva (Staatsfonds voor beheer van het wegennet)

Slovenské elektrárne (Slowaakse elektriciteitscentrales)

Vodohospodárska výstavba (Bouwmaatschappij voor waterbeheer)

INTERNATIONALE ENTITEITEN:

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

Europese Investeringsbank

Aziatische Ontwikkelingsbank

Afrikaanse Ontwikkelingsbank

Wereldbank/IBRD/IMF

Internationale Financieringsmaatschappij

Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank

Fonds voor sociale ontwikkeling van de Raad van Europa

EURATOM

Europese Gemeenschap

Corporación Andina de Fomento (CAF) (Andes-ontwikkelingsmaatschappij)

Eurofima

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Noordse Investeringsbank

Caribische Ontwikkelingsbank

Het bepaalde in artikel 11 laat internationale verplichtingen die de overeenkomstsluitende partijen mogelijk ten overstaan van voornoemde internationale entiteiten zijn aangegaan, onverlet.

ENTITEITEN IN DERDE LANDEN:

De entiteiten die aan de volgende criteria voldoen:

1.

De entiteit wordt ondubbelzinnig geacht, overeenkomstig de nationale criteria, een publieke entiteit te zijn.

2.

Deze publieke entiteit is een niet-commerciële producent die een cluster van activiteiten beheert en financiert, waarbij hij voornamelijk niet-commerciële goederen en diensten levert, die bestemd zijn om aan de gemeenschap ten goede te komen, en die effectief worden gecontroleerd door de centrale overheid.

3.

Deze publieke entiteit is een grote en regelmatige emittent van schuldinstrumenten.

4.

De betrokken staat is in staat te waarborgen dat de publieke entiteit niet tot vroegtijdige aflossing zal overgaan in geval van gross-up-clausules.


GEZAMENLIJKE INTENTIEVERKLARING

tussen de Europese Gemeenschap, het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en het Vorstendom Andorra

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND

en

HET VORSTENDOM ANDORRA

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Ter gelegenheid van de sluiting van een overeenkomst waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (hierna „de richtlijn” genoemd) hebben de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, en het Vorstendom Andorra deze gezamenlijke intentieverklaring ondertekend, die een aanvulling is op die overeenkomst.

1.

De ondertekenaars van deze gezamenlijke intentieverklaring zijn van oordeel dat de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in de richtlijn en deze gezamenlijke intentieverklaring, een aanvaardbare overeenkomst vormt die de legitieme belangen van de partijen waarborgt. Zij zullen de overeengekomen maatregelen derhalve in goed vertrouwen toepassen en geen eenzijdige stappen ondernemen die afbreuk kunnen doen aan deze overeenkomst, zonder geldige reden. Indien er enig substantieel verschil wordt bemerkt tussen het toepassingsgebied van de op 3 juni 2003 aangenomen richtlijn (Richtlijn 2003/48/EG van de Raad) en dat van de overeenkomst, met name met betrekking tot de artikelen 4 en 6 van de overeenkomst, treden de overeenkomstsluitende partijen onmiddellijk met elkaar in overleg overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de overeenkomst, teneinde ervoor te zorgen dat de gelijke strekking van de maatregelen waarin de overeenkomst voorziet, wordt gehandhaafd.

2.

De Europese Gemeenschap verbindt zich ertoe tijdens de overgangsperiode waarin bij vorenvermelde richtlijn wordt voorzien, besprekingen met andere belangrijke financiële centra te openen opdat deze rechtsgebieden maatregelen van gelijke strekking aannemen als die welke in de richtlijn zijn vervat.

3.

Met het oog op de toepassing van artikel 12 van de overeenkomst waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in de richtlijn, verbindt het Vorstendom Andorra zich ertoe in de loop van het eerste jaar van toepassing van de overeenkomst het begrip belastingfraude in zijn wetgeving op te nemen, waarbij dit begrip ten minste inhoudt het gebruik van instrumenten en documenten die vals of vervalst zijn dan wel waarvan bekend is dat de inhoud onjuist is, met het oogmerk de belastingdienst te misleiden ter zake van de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden. De ondertekenaars van deze gezamenlijke intentieverklaring nemen ervan akte dat deze definitie van belastingfraude uitsluitend ziet op de behoeften inzake belasting van spaargelden, in het kader van de overeenkomst, en zij lopen in generlei wijze vooruit op de ontwikkelingen en/of beslissingen met betrekking tot belastingfraude in andere omstandigheden en andere fora.

4.

Het Vorstendom Andorra en iedere lidstaat van de Europese Gemeenschap die dat wenst, zullen bilaterale onderhandelingen openen met het oog op de vaststelling van de administratieve procedure voor de uitwisseling van informatie.

5.

De ondertekenaars van deze gezamenlijke intentieverklaring verklaren plechtig dat de ondertekening van de overeenkomst betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden en de opening van onderhandelingen voor een monetair akkoord belangrijke stappen vormen in de verdieping van de samenwerking tussen het Vorstendom Andorra en de Europese Unie.

In dit kader van verdieping zullen het Vorstendom Andorra en iedere lidstaat van de Europese Gemeenschap gelijktijdig met de bij punt 4 bedoelde onderhandelingen met elkaar in overleg treden om het toepassingsgebied van de economische en fiscale samenwerking te verruimen. Dit overleg zal plaatsvinden in een geest van samenwerking waarbij rekening wordt gehouden met de door het Vorstendom Andorra geleverde inspanningen voor de toenadering op belastinggebied die in de ondertekening van de overeenkomst hun neerslag vinden. Dit overleg zou met name kunnen leiden tot de tenuitvoerlegging van:

bilaterale programma’s voor economische samenwerking ter bevordering van de integratie van de Andorrese economie in de Europese economie,

bilaterale samenwerking op belastinggebied teneinde te bestuderen onder welke voorwaarden de bronbelastingen op de inkomsten uit financiële producten en diensten in de lidstaten kunnen worden verminderd of afgeschaft.

Gedaan te Brussel 15 november 2004 op en opgesteld in twee exemplaren in de Catalaanse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Het exemplaar in de Maltese taal wordt door de ondertekenaars geauthentiseerd op basis van een briefwisseling. Het is eveneens authentiek, op dezelfde wijze als de teksten in de in de voorgaande alinea genoemde talen.

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Za Českou republiku

Image

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία

Image

Latvijas Republikas vārdā

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

A Magyar Köztársaság részéről

Image

Għar-Repubblika ta' Malta

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

För Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Pel Principat d’Andorra

Image


Top
  翻译: