31972R0574

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

Publicatieblad Nr. L 074 van 27/03/1972 blz. 0001 - 0083
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0149
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0159
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 05 Deel 1 blz. 0138
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 05 Deel 1 blz. 0156
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 05 Deel 1 blz. 0156
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 1 blz. 0106
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 1 blz. 0106
bijzondere uitgave in het Tsjechisch Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Ests Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Hongaars Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Litouws Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Lets Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Maltees Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Pools Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Slowaaks Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160
bijzondere uitgave in het Sloveens Hoofdstuk 05 Deel 01 blz. 83 - 160


Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

(Geconsolideerde versie — PB nr. L 28 van 30. 1. 1997, blz. 1 [*])

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 51 en 235,

gelet op Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschappen verplaatsen, inzonderheid op artikel 98,

gezien het voorstel van de Commissie,

gezien het advies van het Europees Parlement,

gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

overwegende dat er bepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 dienen te worden vastgesteld, die zijn aangepast aan de basisbepalingen ervan, alsook aan de ervaring die is opgedaan in de loop van de jaren waarin deze teksten werden toegepast;

overwegende dat met name nader moet worden omschreven welke in elke Lid-Staat de bevoegde autoriteiten en organen zijn, en welke verbindingsorganen gerechtigd zijn rechtstreeks met elkaar informatie uit te wisselen;

overwegende dat eveneens nader dient te worden omschreven welke documenten de belanghebbenden dienen over te leggen en in te vullen om de prestaties te kunnen ontvangen;

overwegende dat de toepassingsmodaliteiten voor de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende het aanwijzen van de van toepassing zijnde wetgeving, alsook de bepalingen met betrekking tot de verschillende categorieën van prestaties, nauwkeurig moeten worden omschreven;

overwegende dat ook de voorwaarden voor de vergoeding van de prestaties die door het orgaan van een Lid-Staat verleend zijn voor rekening van een andere Lid-Staat, alsook de taak van de Rekencommissie nader dienen te worden omschreven;

overwegende dat het noodzakelijk is de toepassingsvoorwaarden vast te leggen voor de procedure die bij de omrekening van de valuta in het kader van het Europees Monetair Stelsel moet worden toegepast;

overwegende dat het ter bevordering van de wederzijdse contacten tussen de autoriteiten en organen van de Lid-Staten nodig is de mogelijkheid te bieden om de informatie in verband met de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 elektronisch te verwerken;

oerwegende dat het wenselijk is de mogelijkheid te bieden de bijlagen 1, 4, 5, 6, 7 en 8 van Verordening (EEG) nr. 574/72 te kunnen wijzigen bij verordening van de Commissie op verzoek van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten of van hun bevoegde autoriteiten en na advies van de Administratieve Commissie, aangezien de wijziging van deze bijlagen slechts betrekking heeft op de opneming van de besluiten van de betrokken Lid-Staat of van hun bevoegde autoriteiten in een communautaire akte,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening:

a) wordt onder "verordening" verstaan Verordening (EEG) nr. 1408/71;

b) wordt onder "toepassingsverordening" verstaan deze verordening;

c) hebben de in artikel 1 van de verordening omschreven termen de hun in genoemd artikel toegekende betekenis.

Artikel 2

Modelformulieren — Inlichtingen over de wetgevingen — Handleidingen

1. De modellen van de bewijsstukken, verklaringen, aangiften, aanvragen en andere documenten welke voor de toepassing van de verordening en van de toepassingsverordening nodig zijn, worden door de Administratieve Commissie vastgesteld.

Twee Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen in onderlinge overeenstemming en na advies van de Administratieve Commissie in hun onderlinge betrekkingen vereenvoudigde formulieren invoeren.

2. De Administratieve Commissie kan ten behoeve van de bevoegde autoriteiten van elke Lid-Staat inlichtingen verzamelen betreffende de bepalingen van de nationale wetgevingen de binnen de werkingssfeer van de verordening vallen.

3. De Administratieve Commissie stelt de tekst van handleidingen samen, met het doel de belanghebbenden voor te lichten over hun rechten en de administratieve formaliteiten die zij dienen te vervullen om deze rechten geldend te maken.

Voordat de tekst van deze handleidingen wordt vastgesteld wordt het Raadgevend Comité geraadpleegd.

Artikel 3 (7)

Verbindingsorganen — Contacten tussen de organen onderling en tussen rechthebbenden en organen

1. De bevoegde autoriteiten kunnen verbindingsorganen aanwijzen, die gerechtigd zijn zich rechtstreeks met elkaar in verbinding te stellen.

2. Ieder orgaan van een Lid-Staat alsmede elke persoon, die op het grondgebied van een Lid-Staat woont of verblijft, kan zich rechtstreeks of door bemiddeling van de verbindingsorganen tot het orgaan van een andere Lid-Staat wenden.

3. Beslissingen en andere documenten afkomstig van een orgaan van een Lid-Staat en bestemd voor personen die op het grondgebied van een andere Lid-Staat wonen of verblijven, mogen rechtstreeks per aangetekende zending met ontvangstbevestiging aan hen worden medegedeeld.

Artikel 4 (9)

Bijlagen

1. Bijlage 1 vermeldt de bevoegde autoriteit of de bevoegde autoriteiten van elke Lid-Staat.

2. Bijlage 2 vermeldt de bevoegde organen van elke Lid-Staat.

3. Bijlage 3 vermeldt de organen van de woonplaats en de organen van de verblijfplaats van elke Lid-Staat.

4. Bijlage 4 vermeldt de krachtens artikel 3, lid 1, van de toepassingsverordening aangewezen verbindingsorganen.

5. Bijlage 5 vermeldt de in artikel 5, in artikel 53, lid 3, in artikel 104, in artikel 105, lid 2, in artikel 116 en in artikel 121 van de toepassingsverordening bedoelde bepalingen.

6. Bijlage 6 vermeldt de procedure die overeenkomstig artikel 53, lid 1, van de toepassingsverordening gekozen werd voor de betaling van de uitkeringen door de organen van iedere Lid-Staat, die uitkeringen verschuldigd zijn.

7. Bijlage 7 vermeldt naam en plaats van vestiging van de in artikel 55, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde bankinstellingen.

8. Bijlage 8 vermeldt de Lid-Staten waarop artikel 10 bis, lid 1, onder d), van de toepassingsverordening in hun onderlinge betrekkingen van toepassing is.

9. Bijlage 9 vermeldt welke regelingen in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen, overeenkomstig artikel 94, lid 3, onder a), en artikel 95, lid 3, onder a), van de toepassingsverordening.

10. Bijlage 10 vermeldt de organen of instellingen die door de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen, met name krachtens de volgende bepalingen:

a) verordening: artikel 14 quater, artikel 14 quinquies, lid 3, en artikel 17;

b) toepassingsverordening: artikel 6, lid 1, artikel 8, artikel 10 ter, artikel 11, lid 1, artikel 11 bis, lid 1, artikel 12 bis, artikel 13, leden 2 en 3, artikel 14, leden 1, 2 en 3, artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 80, lid 2, artikel 81, artikel 82, lid 2, artikel 85, lid 2, artikel 86, lid 2, artikel 89, lid 1, artikel 91, lid 2, artikel 102, lid 2, artikel 109, artikel 110 en artikel 113, lid 2.

11. Bijlage 11 vermeldt het stelsel of de stelsels als bedoeld in artikel 35, lid 2, van de verordening.

TITEL II

TOEPASSING VAN DE ALGEMENE BEPALINGEN VAN DE VERORDENING

Toepassing van de artikelen 6 en 7 van de verordening

Artikel 5

Vervanging van administratieve akkoorden betreffende de toepassing van verdragen door de toepassingsverordening

De toepassingsverordening treedt in de plaats van de bepalingen van de administratieve akkoorden betreffende de toepassing van de in artikel 6 van de verordening bedoelde verdragen; zij treedt eveneens in de plaats van de bepalingen betreffende de toepassing van de in artikel 7, lid 2, onder c), van de verordening bedoelde Verdragsbepalingen, voor zover deze niet in bijlage 5 zijn vermeld.

Toepassing van artikel 9 van de verordening

Artikel 6

Toelating tot de vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering

1. Indien de belanghebbende, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 en artikel 15, lid 3, van de verordening, krachtens de wetgeving van een Lid-Staat voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering bij invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen) ingevolge meer dan één stelsel, en hij op grond van zijn laatste al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden niet verplicht verzekerd is geweest ingevolge één dezer stelsels, kan hij op grond van bedoelde bepalingen toegelaten worden tot de vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering ingevolge het door de wetgeving van deze Lid-Staat aangewezen stelsel of, indien zulk een aanwijzing ontbreekt, tot het stelsel van zijn keuze.

2. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 9, lid 2, van de verordening, is de belanghebbende verplicht aan het orgaan van de betrokken Lid-Staat een verklaring over te leggen inzake de tijdvakken van verzekering of wonen, die krachtens de wetgeving van enige andere Lid-Staat zijn vervuld. Deze verklaring wordt op verzoek van de belanghebbende verstrekt door het orgaan of de organen die de wettelijke regelingen toepassen krachtens welke hij deze tijdvakken heeft vervuld.

Toepassing van artikel 12 van de verordening

Artikel 7 (11)

Algemene voorschriften betreffende de toepassing der bepalingen ter voorkoming van samenloop

1. Wanneer uitkeringen verschuldigd krachtens de wetgeving van twee of meer Lid-Staten wederzijds kunnen worden verminderd, geschorst of ingetrokken, worden de bedragen die bij een strikte toepassing van de bij de wetgeving van de betrokken Lid-Staten vastgestelde bepalingen inzake vermindering, schorsing of intrekking niet zouden worden uitbetaald, gedeeld door het aantal uitkeringen dat aan vermindering, schorsing of intrekking onderworpen is.

2. Voor de toepassing van artikel 12, leden 2, 3 en 4, artikel 46 bis, artikel 46 ter en artikel 46 quater van de verordening verstrekken de betrokken bevoegde organen elkaar desgevraagd alle ter zake dienende inlichtingen.

Artikel 8 (5)

Voorschriften in geval van samenloop van rechten op prestaties bij ziekte of moederschap krachtens de wettelijke regelingen van meer dan één Lid-Staat

1. Indien een werknemer of zelfstandige of een lid van zijn gezin aanspraak kan maken op prestaties bij moederschap krachtens de wettelijke regelingen van twee of meer Lid-Staten, worden deze prestaties uitsluitend toegekend krachtens de wettelijke regeling van de Staat op het grondgebied waarvan de bevalling heeft plaatsgehad of, indien de bevalling niet op het grondgebied van één dezer Lid-Staten heeft plaatsgevonden, uitsluitend krachtens de wettelijke regeling van de Lid-Staat waaraan deze werknemer of zelfstandige laatstelijk onderworpen is geweest.

2. Indien een werknemer of zelfstandige aanspraak kan maken op prestaties bij ziekte krachtens de wettelijke regelingen van Ierland en het Verenigd Koninkrijk voor hetzelfde tijdvak van arbeidsongeschiktheid, worden deze prestaties uitsluitend toegekend krachtens de wettelijke regeling van de Lid-Staat waaraan de belanghebbende laatstelijk onderworpen is geweest.

3. Indien de betrokkene of een lid van zijn gezin in de in artikel 14 quater, onder b), van de verordening bedoelde gevallen aanspraak kan maken op verstrekkingen bij ziekte of moederschap krachtens beide betrokken wetgevingen zijn de volgende regels van toepassing:

a) wanneer ten minste één van deze wetgevingen bepaalt dat de verstrekkingen worden verleend in de vorm van een vergoeding aan de rechthebbende, komen deze uitsluitend ten laste van het orgaan van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan zij zijn verleend;

b) wanneer de verstrekkingen zijn verleend op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de twee betrokken Lid-Staten komen zij uitsluitend ten laste van het orgaan van de Lid-Staat aan de wetgeving waarvan de betrokkene op grond van zijn werkzaamheden in loondienst onderworpen is.

Artikel 8 bis

Voorschriften in geval van samenloop van rechten op prestaties bij ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte krachtens de wettelijke regeling in Griekenland en de wettelijke regelingen van één of meer andere Lid-Staten

Indien een werknemer of zelfstandige of een lid van zijn gezin gedurende een zelfde tijdvak aanspraak kan maken op prestaties bij ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte krachtens de wettelijke regeling van Griekenland en de wettelijke regeling van één of meer andere Lid-Staten, worden deze prestaties uitsluitend toegekend krachtens de wettelijke regeling waaraan de belanghebbende laatstelijk onderworpen is geweest.

Artikel 9 (5)

Voorschriften in geval van samenloop van rechten op uitkeringen bij overlijden krachtens de wettelijke regelingen van meer dan één Lid-Staat

1. Bij overlijden op het grondgebied van een Lid-Staat, wordt alleen het krachtens de wettelijke regeling van deze Staat verkregen recht op de uitkering bij overlijden gehandhaafd, terwijl het krachtens de wettelijke regelingen van alle andere Lid-Staten verkregen recht vervalt.

2. Bij overlijden op het grondgebied van een Lid-Staat, terwijl het recht op een uitkering bij overlijden is verkregen krachtens de wettelijke regelingen van twee of meer andere Lid-Staten, of bij overlijden buiten het grondgebied der Lid-Staten, terwijl dit recht krachtens de wettelijke regelingen van twee of meer Lid-Staten is verkregen, wordt alleen het recht dat werd verkregen ingevolge de wettelijke regeling van de Lid-Staat, waaraan de overledene laatstelijk onderworpen is geweest, gehandhaafd, terwijl het krachtens de wettelijke regelingen van alle andere Lid-Staten verkregen recht vervalt.

3. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 wordt in de in artikel 14 quater, onder b), van de verordening bedoelde gevallen het recht op een uitkering bij overlijden, verkregen krachtens de wetgeving van beide betrokken Lid-Staten als bedoeld in bijlage VII van de verordening, gehandhaafd.

Artikel 9 bis

Voorschriften in geval van samenloop van rechten op werkloosheidsuitkeringen

Wanneer een werknemer of zelfstandige, die krachtens de wettelijke regeling van een Lid-Staat waaraan hij tijdens zijn laatste al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden onderworpen was, op grond van artikel 69 van de verordening recht heeft op werkloosheidsuitkeringen, zich naar Griekenland begeeft waar hij uit hoofde van een vroeger onder de Griekse wettelijke regeling vervuld tijdvak van verzekering of van arbeid als werknemer of zelfstandige ook recht heeft op werkloosheidsuitkeringen, wordt het recht op uitkering krachtens de Griekse wettelijke regeling opgeschort gedurende het in artikel 69, lid 1, onder c), van de verordening bedoelde tijdvak.

Artikel 10 (12) (13)

Voorschriften in geval van samenloop van rechten op gezins- of kinderbijslag voor werknemers en zelfstandigen

1. a) Het recht op gezins- of kinderbijslag die is verschuldigd krachtens de wettelijke regeling van een Lid-Staat, waarin voor het verkrijgen van het recht op deze bijslag geen voorwaarden inzake verzekering, werkzaamheden in loondienst of werkzaamheden anders dan in loondienst worden gesteld, wordt geschorst wanneer tijdens een zelfde tijdvak en voor een zelfde gezinslid bijslag verschuldigd is enkel krachtens de nationale wetgeving van een andere Lid-Staat of krachtens artikel 73, 74, 77 of 78 van de verordening, ten belope van het bedrag van die bijslag

b) Wanneer echter op het grondgebied van eerstgenoemde Lid-Staat beroepswerkzaamheden worden uitgeoefend:

i) in het geval van bijslag verschuldigd enkel krachtens de nationale wetgeving van een andere Lid-Staat of op grond van artikel 73 of 74 van de verordening, door degene die recht heeft op gezinsbijslagen of degene aan wie deze bijslag wordt uitbetaald, wordt het recht op gezinsbijslagen, verschuldigd enkel krachtens de nationale wetgeving van die andere Lid-Staat of krachtens deze artikelen, geschorst ten belope van het bedrag van de gezinsbijslagen zoals voorzien in de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het gezinslid woont. De bijslag die wordt uitbetaald door de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het gezinslid woont, komt ten laste van deze Staat;

ii) in het geval van bijslag verschuldigd enkel krachtens de nationale wetgeving van een andere Lid-Staat of op grond van artikel 77 of 78 van de verordening, door degene die recht heeft op deze bijslag of degene aan wie deze bijslag wordt uitbetaald, wordt het recht op deze gezins- of kinderbijslag, verschuldigd enkel krachtens de nationale wetgeving van die andere Lid-Staat of krachtens deze artikelen, geschorst; in dat geval heeft de betrokkene recht op gezins- of kinderbijslag van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de kinderen wonen en ten laste van deze Lid-Staat, alsmede, voor zover van toepassing, op andere bijslagen dan de kinderbijslag als bedoeld in artikel 77 of 78 van de verordening, ten laste van de in de zin van die artikelen bevoegde Staat.

2. Indien een werknemer die onderworpen is aan de wettelijke regeling van een Lid-Staat, uit hoofde van vroeger onder de Griekse wettelijke regeling vervulde tijdvakken van verzekering of van arbeid recht op gezinsbijslag heeft, wordt dit recht ten belope van het bedrag van deze bijslag geschorst wanneer tijdens een zelfde tijdvak en voor een zelfde gezinslid krachtens de wettelijke regeling van de eerste Lid-Staat gezinsbijslagen verschuldigd zijn krachtens de artikelen 73 en 74 van de verordening.

3. In het geval van bijslag die voor hetzelfde tijdvak en voor hetzelfde gezinslid door twee Lid-Staten in toepassing van de artikelen 73 en/of 74 van de verordening verschuldigd is, betaalt het bevoegde orgaan van de Lid-Staat waarvan de wetgeving de hoogste uitkering biedt, het gehele bedrag uit, terwijl het bevoegde orgaan van de andere Lid-Staat dat orgaan, binnen de grenzen van de in de wetgeving van die Lid-Staat voorziene bedragen, de helft van dat bedrag vergoedt.

Artikel 10 bis (8)

Voorschriften die van toepassing zijn indien op de werknemer of zelfstandige gedurende een zelfde tijdvak of een gedeelte van een tijdvak achtereenvolgens de wettelijke regeling van diverse Lid-Staten van toepassing is

Indien op een werknemer of zelfstandige achtereenvolgens de wettelijke regeling van twee Lid-Staten van toepassing was gedurende het tijdvak gelegen tussen twee vervaldagen, zoals die zijn voorzien in de wettelijke regeling van één of beide betrokken Lid-Staten ter zake van de toekenning van de gezinsbijslagen, zijn de volgende voorschriften van toepassing:

a) de gezinsbijslagen waarop de betrokkene aanspraak kan maken op grond van het feit dat de wettelijke regeling van elk van deze Staten op hem van toepassing was, komen overeen met het aantal dagelijkse bijslagen die krachtens de betrokken wettelijke regeling verschuldigd zijn. Indien de wettelijke regelingen waaraan hij onderworpen is geweest geen dagelijkse bijslagen kennen, worden de gezinsbijslagen toegekend naar verhouding van de tijd gedurende welke de belanghebbende onderworpen is geweest aan de wettelijke regeling van elk der Lid-Staten ten opzichte van het bij de betrokken wettelijke regeling vastgestelde tijdvak;

b) indien de gezinsbijslagen zijn verleend door een orgaan gedurende een tijdvak waarin deze hadden moeten worden verleend door een ander orgaan, vindt verrekening tussen deze organen plaats;

c) voor de toepassing van het bepaalde onder a) en b) vindt de omrekening plaats overeenkomstig artikel 15, lid 3, van de toepassingsverordening, indien de krachtens de wettelijke regeling van een Lid-Staat vervulde tijdvakken van al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden in andere eenheden zijn uitgedrukt dan die welke dienen voor de berekening van de gezinsbijslagen krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat waaraan de belanghebbende gedurende een zelfde tijdvak eveneens onderworpen is geweest;

d) in afwijking van het bepaalde onder a) neemt, in het kader van de in bijlage 8 van de toepassingsverordening genoemde betrekkingen tussen de Lid-Staten, het orgaan dat de kosten van de gezinsbijslagen draagt op grond van de eerste werkzaamheden al dan niet in loondienst gedurende het betrokken tijdvak, deze kosten gedurende het gehele lopende tijdvak voor zijn rekening.

TITEL III

TOEPASSING VAN DE BEPALINGEN VAN DE VERORDENING BETREFFENDE DE VASTSTELLING VAN DE TOE TE PASSEN WETGEVING

Toepassing van de artikelen 13 tot en met 17 van de verordening

Artikel 10 ter (9)

Formaliteiten ter toepassing van artikel 13, lid 2, onder f), van de verordening

De datum en de voorwaarden waarop een persoon als bedoeld in artikel 13, lid 2, onder f), van de verordening ophoudt onderworpen te zijn aan de wettelijke regeling van een Lid-Staat, worden overeenkomstig de bepalingen van deze wettelijke regeling vastgesteld. Het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wettelijke regeling op deze persoon van toepassing wordt, richt zich voor het vernemen van deze datum tot het door de bevoegde autoriteit van de eerste Lid-Staat aangewezen orgaan.

Artikel 11

Formaliteiten bij detachering van een werknemer op grond van artikel 14, punt 1, en artikel 14 ter, punt 1, van de verordening en bij op grond van artikel 17 van de verordening gesloten overeenkomsten

1. Het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving van toepassing blijft, verstrekt een bewijs waarin wordt verklaard dat de werknemer aan deze wettelijke regeling onderworpen blijft en tot welke datum dit het geval is:

a) op verzoek van de werknemer of zijn werkgever in de gevallen als bedoeld in artikel 14, punt 1, en artikel 14 ter, punt 1, van de verordening;

b) in de gevallen waarin artikel 17 van de verordening is toegepast.

2. In de in artikel 14, punt 1, onder b), en artikel 14 ter, punt 1, van de verordening bedoelde gevallen dient de toestemming door de werkgever te worden aangevraagd.

Artikel 11 bis

Formaliteiten ingevolge artikel 14 bis, punt 1, en artikel 14 ter, punt 2, van de verordening en bij op grond van artikel 17 van de verordening gesloten overeenkomsten in geval van werkzaamheden verricht op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die op het grondgebied waarvan de belanghebbende gewoonlijk werkzaamheden anders dan in loondienst uitoefent

1. Het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving van toepassing blijft, verstrekt een bewijs waarin wordt verklaard dat de zelfstandige aan deze wettelijke regeling onderworpen blijft en tot welke datum dit het geval is:

a) op verzoek van de zelfstandige in de gevallen als bedoeld in artikel 14 bis, punt 1, en artikel 14 ter, punt 2, van de verordening;

b) in de gevallen waarin artikel 17 van de verordening is toegepast.

2. In de in artikel 14 bis, punt 1, onder b), en artikel 14 ter, punt 2, van de verordening bedoelde gevallen moet de toestemming door de zelfstandige worden aangevraagd.

Artikel 12

Bijzondere bepalingen betreffende de aansluiting van werknemers bij het Duitse stelsel inzake sociale zekerheid

Wanneer de Duitse wetgeving krachtens artikel 13, lid 2, onder a), artikel 14, punten 1 en 2, of artikel 14 ter, punt 1, van de verordening dan wel krachtens een met toepassing van artikel 17 van de verordening gesloten overeenkomst van toepassing is op een persoon die werkzaam is bij een onderneming of een werkgever die haar zetel of zijn woonplaats niet op het grondgebied van Duitsland heeft, dan wordt, indien de werknemer geen vaste plaats van tewerkstelling heeft op het grondgebied van Duitsland, genoemde wetgeving toegepast alsof de werknemer werkzaam was in zijn woonplaats op het grondgebied van Duitsland.

Indien de werknemer zijn woonplaats niet heeft op het grondgebied van Duitsland, wordt de Duitse wetgeving toegepast alsof hij werkzaam was op een plaats waar de "Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn" (Algemeen plaatselijk ziekenfonds van Bonn), Bonn, bevoegd is.

Artikel 12 bis (5)

Regels inzake personen bedoeld in artikel 14, punt 2, onder b), artikel 14, punt 3, artikel 14 bis, punten 2, 3 en 4, en artikel 14 quater van de verordening, die werkzaamheden in loondienst op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten plegen uit te oefenen

Voor de toepassing van artikel 14, punt 2, onder b), artikel 14, punt 3, artikel 14 bis, punten 2, 3 en 4, en artikel 14 quater van de verordening gelden de volgende regels:

1. a) Degene, die zijn werkzaamheden op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten pleegt uit te oefenen of voor een onderneming waarvan de zetel op het grondgebied van een Lid-Staat gevestigd is, terwijl de gemeenschappelijke grens van twee Lid-Staten door die onderneming loopt, of die gelijktijdig werkzaamheden in loondienst op het grondgebied van een Lid-Staat en werkzaamheden anders dan in loondienst op het grondgebied van een andere Lid-Staat uitoefent, stelt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont, daarvan in kennis.

b) Indien de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de betrokkene woont niet op hem van toepassing is, stelt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van deze Lid-Staat vervolgens het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving van toepassing is, daarvan in kennis.

2. a) Indien degene, die werkzaamheden in loondienst dan wel anders dan in loondienst op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten pleegt uit te oefenen, overeenkomstig artikel 14, punt 2, onder b), i), of artikel 14 bis, punt 2, eerste zin, van de verordening en die een deel van zijn werkzaamheden uitoefent in de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont, onderworpen is aan de wetgeving van die Lid-Staat, verstrekt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van laatstbedoelde Lid-Staat hem een bewijs waarin wordt verklaard dat hij aan de wetgeving van deze Lid-Staat onderworpen is en zendt het een afschrift daarvan aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van elke andere Lid-Staat:

i) op het grondgebied waarvan de betrokkene een deel van zijn werkzaamheden uitoefent, en/of

ii) indien hij werkzaamheden in loondienst verricht, op het grondgebied waarvan de zetel van de onderneming of het domicilie van de werkgever waaraan hij verbonden is, zich bevindt.

b) Laatstbedoeld orgaan zendt, voor zover nodig, aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving van toepassing is, de nodige gegevens voor de vaststelling van de premies of bijdragen die door de werkgever of werkgevers en/of de betrokkene ingevolge deze wetgeving verschuldigd zijn.

3. a) Indien degene, die op het grondgebied van een Lid-Staat in loondienst werkzaam is voor een onderneming waarvan de zetel op het grondgebied van een andere Lid-Staat gevestigd is, terwijl de gemeenschappelijke grens van die Lid-Staten door die onderneming loopt, of die werkzaamheden anders dan in loondienst voor een dergelijke onderneming uitoefent, overeenkomstig artikel 14, punt 3, of artikel 14 bis, punt 3, van de verordening, onderworpen is aan de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan deze onderneming haar zetel heeft, verstrekt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van laatstbedoelde Lid-Staat hem een bewijs waarin wordt verklaard dat hij aan de wetgeving van deze Lid-Staat onderworpen is en zendt het een afschrift daarvan aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van elke andere Lid-Staat:

i) op het grondgebied waarvan de betrokkene werkzaamheden in loondienst dan wel anders dan in loondienst uitoefent;

ii) op het grondgebied waarvan de betrokkene woont.

b) Punt 2, onder b), is van overeenkomstige toepassing.

4. a) Indien degene, die niet woont op het grondgebied van één der Lid-Staten waar hij zijn werkzaamheden in loondienst uitoefent, overeenkomstig artikel 14, punt 2, onder b), ii), van de verordening, onderworpen is aan de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de zetel van de onderneming of het domicilie van de werkgever waaraan hij verbonden is, zich bevindt, verstrekt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van laatstbedoelde Lid-Staat hem een bewijs waarin wordt verklaard dat hij aan de wetgeving van deze Lid-Staat onderworpen is en zendt het een afschrift daarvan aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van elke andere Lid-Staat:

i) op het grondgebied waarvan de betrokkene een deel van zijn werkzaamheden in loondienst uitoefent;

ii) op het grondgebied waarvan de betrokkene woont.

b) Punt 2, onder b), is van overeenkomstige toepassing.

5. a) Indien degene, die op het grondgebied van twee of meer Lid-Staten werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt uit te oefenen maar geen enkel deel van deze werkzaamheden uitoefent op het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont, overeenkomstig artikel 14 bis, punt 2, tweede zin, van de verordening, onderworpen is aan de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij zijn hoofdwerkzaamheden verricht, stelt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont, onverwijld de organen die zijn aangewezen door de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken Lid-Staten daarvan in kennis.

b) De bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staten of de organen die door deze bevoegde autoriteiten zijn aangewezen, stellen, binnen een tijdvak van ten hoogste zes maanden na de dag waarop de situatie van de belanghebbende ter kennis werd gebracht van één der betrokken organen, in onderling overleg en met inachtneming van het bepaalde onder d), en van artikel 14 bis, punt 4, van de verordening, vast welke wetgeving op de betrokkene van toepassing is.

c) Het orgaan waarvan de wetgeving als toepasselijk op de betrokkene is vastgesteld, verstrekt hem een bewijs waarin wordt verklaard dat hij aan deze wetgeving onderworpen is en zendt een afschrift daarvan aan de andere betrokken organen.

d) Bij de toepassing van artikel 14 bis, punt 2, derde zin, van de verordening, wordt, ter bepaling van de hoofdwerkzaamheden van de belanghebbende, in de eerste plaats rekening gehouden met de vaste en blijvende plaats van waaruit de belanghebbende zijn werkzaamheden uitoefent. Bij gebreke hiervan dient met andere criteria, zoals de gebruikelijke aard of de duur van de uitgeoefende werkzaamheden, het aantal verleende diensten en het uit de uitoefening van deze werkzaamheden voortvloeiende inkomen, rekening te worden gehouden.

e) De betrokken organen verstrekken elkaar alle noodzakelijke gegevens, zowel voor het bepalen van de hoofdwerkzaamheden van de betrokkene als voor de vaststelling van de premies en bijdragen die ingevolge de wetgeving welke als toepasselijk is vastgesteld, verschuldigd zijn.

6. a) Indien het orgaan, dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving op grond van artikel 14 bis, punt 2 of punt 3, van de verordening van toepassing zou moeten zijn, vaststelt dat punt 4 van genoemd artikel op de belanghebbende van toepassing is, stelt het de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken Lid-Staten of de door deze autoriteiten aangewezen organen daarvan in kennis; indien noodzakelijk, wordt de op de belanghebbende toe te passen wetgeving in onderling overleg vastgesteld; één en ander onverminderd het bepaalde in punt 5 en in het bijzonder onder b) van dat punt.

b) De in punt 2, onder b), bedoelde gegevens worden door de organen van de betrokken Lid-Staten verstrekt aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarvan de wetgeving uiteindelijk van toepassing is.

7. a) Indien degene, die gelijktijdig werkzaamheden in loondienst op het grondgebied van een Lid-Staat en werkzaamheden anders dan in loondienst op het grondgebied van een andere Lid-Staat uitoefent, overeenkomstig artikel 14 quater, onder a), van de verordening, onderworpen is aan de wetgeving van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij werkzaamheden in loondienst uitoefent, verstrekt het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van laatstbedoelde Lid-Staat hem een bewijs waarin wordt verklaard dat hij aan de wetgeving van deze Lid-Staat onderworpen is en zendt het een afschrift daarvan aan het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van elke andere Lid-Staat:

i) op het grondgebied waarvan hij zelfstandig werkzaam is;

ii) op het grondgebied waarvan hij woont.

b) Punt 2, onder b), is van overeenkomstige toepassing.

8. Indien degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 quater, onder b), van de verordening gelijktijdig werkzaamheden in loondienst en werkzaamheden anders dan in loondienst op het grondgebied van verschillende Lid-Staten uitoefent, aan de wetgevingen van twee Lid-Staten onderworpen is, is het bepaalde in de punten 1, 2, 3 en 4, voor zover het werkzaamheden in loondienst betreft, en het bepaalde in de punten 1, 2, 3, 5 en 6, voor zover het werkzaamheden anders dan in loondienst betreft, van overeenkomstige toepassing.

De door de bevoegde autoriteiten van de twee Lid-Staten waarvan de wetgevingen uiteindelijk van toepassing zijn aangewezen organen stellen elkaar daarvan wederzijds op de hoogte.

Artikel 13

Uitoefening van het keuzerecht door het bedienende personeel van diplomatieke zendingen en consulaire posten

1. Het in artikel 16, lid 2, van de verordening bedoelde keuzerecht dient voor het eerst te worden uitgeoefend binnen drie maanden na de datum waarop de werknemer is aangesteld bij de betreffende diplomatieke zending of consulaire post of in persoonlijke dienst van ambtenaren van deze zending of post is getreden. De keuze wordt van kracht op de datum van indiensttreding.

Wanneer de werknemer aan het einde van een kalenderjaar zijn keuzerecht opnieuw uitoefent, wordt de keuze van kracht op de eerste dag van het volgende kalenderjaar.

2. De werknemer die zijn keuzerecht uitoefent, stelt het orgaan dat daartoe werd aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat voor de wetgeving waarvan hij gekozen heeft, daarvan in kennis, terwijl hij tegelijkertijd zijn werkgever ervan op de hoogte stelt. Bedoeld orgaan stelt zo nodig alle andere organen van dezelfde Lid-Staat hiervan in kennis, overeenkomstig de door de bevoegde autoriteit van deze Lid-Staat verstrekte richtlijnen.

3. Het orgaan dat daartoe is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat voor de wetgeving waarvan de werknemer heeft gekozen, verstrekt hem een bewijs, waarin wordt verklaard dat hij gedurende de tijd dat hij bij de bedoelde diplomatieke zending of consulaire post of in persoonlijke dienst van ambtenaren van deze zending of post werkzaam is, aan de wetgeving van deze Lid-Staat is onderworpen.

4. Indien de werknemer voor de toepassing van de Duitse wetgeving heeft gekozen, wordt deze wetgeving op hem toegepast, alsof de werknemer ter plaatse waar de Duitse Regering haar zetel heeft, werkzaam was. De bevoegde autoriteit wijst het voor de ziekteverzekering bevoegde orgaan aan.

Artikel 14

Uitoefening van het keuzerecht door de hulpfunctionarissen van de Europese Gemeenschappen

1. Het in artikel 16, lid 3, van de verordening bedoelde keuzerecht moet worden uitgeoefend op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst wordt gesloten. De tot het sluiten van deze overeenkomst bevoegde autoriteit stelt het orgaan dat daartoe is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat voor de wetgeving waarvan de hulpfunctionaris heeft gekozen, hiervan in kennis. Bedoeld orgaan stelt zo nodig alle andere organen van dezelfde Lid-Staat hiervan in kennis.

2. Het orgaan dat daartoe is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat voor de wetgeving waarvan de hulpfunctionaris heeft gekozen, verstrekt hem een bewijs, waarin wordt verklaard dat hij gedurende de tijd dat hij als hulpfunctionaris in dienst van de Europese Gemeenschappen werkzaam is, aan de wetgeving van deze Lid-Staat is onderworpen.

3. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten wijzen zo nodig de voor de hulpfunctionarissen van de Europese Gemeenschappen bevoegde organen aan.

4. Indien de hulpfunctionaris, die op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan Duitsland werkzaam is, voor toepassing van de Duitse wetgeving heeft gekozen, wordt deze wetgeving toegepast alsof de hulpfunctionaris ter plaatse waar de Duitse Regering haar zetel heeft, werkzaam was. De bevoegde autoriteit wijst het voor de ziekteverzekering bevoegde orgaan aan.

TITEL IV

TOEPASSING VAN DE BIJZONDERE BEPALINGEN VAN DE VERORDENING MET BETREKKING TOT DE VERSCHILLENDE SOORTEN PRESTATIES

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE SAMENTELLING VAN TIJDVAKKEN

Artikel 15 (A) (5) (11)

1. In de gevallen bedoeld in artikel 18, lid 1, in artikel 38, in artikel 45, leden 1 tot en met 3, in artikel 64 en in artikel 67, leden 1 en 2, van de verordening geschiedt de samentelling der tijdvakken overeenkomstig de volgende regels:

a) bij de tijdvakken van verzekering of wonen vervuld krachtens de wetgeving van een Lid-Staat worden gevoegd de tijdvakken van verzekering of wonen vervuld krachtens de wetgeving van enige andere Lid-Staat, voor zover het noodzakelijk is hierop een beroep te doen om de tijdvakken van verzekering of wonen, vervuld krachtens de wetgeving van eerstbedoelde Lid-Staat, aan te vullen met het oog op het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, mits deze tijdvakken van verzekering of wonen elkaar niet overlappen. Indien het uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom of overlijden (pensioenen) betreft die door de organen van twee of meer Lid-Staten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de verordening, verricht elk der betrokken organen afzonderlijk deze samentelling, rekening houdende met het totaal der door de werknemer of de zelfstandige, krachtens de wetgevingen van alle Lid-Staten waaraan hij onderworpen is geweest, vervulde tijdvakken van verzekering of wonen, in voorkomend geval, onverminderd artikel 45, leden 2 en 3, en artikel 47, lid 1, onder a), van de verordening. In de in artikel 14 quater, onder b), van de verordening bedoelde gevallen houden die organen voor de vaststelling van de prestaties echter eveneens rekening met tijdvakken van verzekering of van wonen, vervuld op grond van een verplichte verzekering krachtens de wetgevingen van de twee betrokken Lid-Staten, die elkaar overlappen;

b) wanneer een tijdvak van verzekering of wonen, vervuld op grond van een verplichte verzekering krachtens de wetgeving van een Lid-Staat, samenvalt met een op grond van een vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat vervuld tijdvak van verzekering, wordt alleen het tijdvak in aanmerking genomen dat is vervuld op grond van een verplichte verzekering;

c) wanneer een krachtens de wetgeving van een Lid-Staat vervuld tijdvak van verzekering of wonen dat geen gelijkgesteld tijdvak is, samenvalt met een krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat gelijkgesteld tijdvak, wordt alleen het niet-gelijkgestelde tijdvak in aanmerking genomen;

d) elk krachtens de wetgevingen van twee of meer Lid-Staten gelijkgesteld tijdvak wordt slechts in aanmerking genomen door het orgaan van de Lid-Staat krachtens de wetgeving waarvan de verzekerde laatstelijk vóór het genoemde tijdvak verplicht verzekerd is geweest; indien de verzekerde vóór genoemd tijdvak niet verplicht verzekerd is geweest krachtens de wetgeving van een Lid-Staat, wordt dit tijdvak in aanmerking genomen door het orgaan van de Lid-Staat aan de wetgeving waarvan hij na bedoeld tijdvak voor de eerste maal verplicht onderworpen is geweest;

e) ingeval de periode waarin bepaalde tijdvakken van verzekering of wonen vervuld zijn krachtens de wetgeving van een Lid-Staat, niet nauwkeurig kan worden bepaald, wordt ervan uitgegaan dat deze tijdvakken krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering of wonen niet overlappen en wordt hiermede rekening gehouden, voor zover de tijdvakken hiervoor in aanmerking kunnen worden genomen;

f) ingeval volgens de wetgeving van een Lid-Staat bepaalde tijdvakken van verzekering of wonen slechts in aanmerking worden genomen indien zij binnen een bepaalde termijn zijn vervuld:

i) houdt het orgaan dat deze wetgeving toepast slechts rekening met de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat zijn vervuld, indien zij binnen genoemde termijn zijn vervuld, of

ii) verlengt het orgaan dat deze wetgeving toepast deze termijn met de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen die geheel of gedeeltelijk binnen bedoelde termijn krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat zijn vervuld, wanneer het om tijdvakken van verzekering of wonen gaat die volgens de wetgeving van de andere Lid-Staat alleen leiden tot schorsing van de termijn waarbinnen tijdvakken van verzekering of wonen moeten worden vervuld.

2. De tijdvakken van verzekering of wonen, vervuld krachtens een wettelijke regeling van een Lid-Staat welke niet binnen de werkingssfeer van de verordening valt, maar die in aanmerking worden genomen krachtens een wettelijke regeling van deze Lid-Staat die wel binnen de werkingssfeer van de verordening valt, worden beschouwd als tijdvakken van verzekering of wonen welke voor de samentelling in aanmerking dienen te worden genomen.

3. Wanneer de tijdvakken van verzekering, vervuld krachtens de wetgeving van een Lid-Staat, worden uitgedrukt in andere eenheden dan in de wetgeving van een andere Lid-Staat worden gebezigd, geschiedt de omrekening die voor de samentelling nodig is volgens onderstaande regels:

a) indien het een werknemer betreft voor wie de zesdaagse werkweek gold of indien het een zelfstandige betreft:

i) geldt een dag als acht uur en omgekeerd;

ii) gelden zes dagen als een week en omgekeerd;

iii) gelden zesentwintig dagen als een maand en omgekeerd;

iv) gelden drie maanden of dertien weken of achtenzeventig dagen als een kwartaal en omgekeerd;

v) worden voor de omrekening van weken tot maanden en omgekeerd, de weken en maanden in dagen omgerekend;

vi) mag toepassing van bovenstaande regels er niet toe leiden dat voor alle in de loop van een kalenderjaar vervulde tijdvakken van verzekering een totaal van meer dan driehonderd twaalf dagen of tweeënvijftig weken of twaalf maanden of vier kwartalen wordt verkregen;

b) indien het een werknemer betreft voor wie de vijfdaagse werkweek gold:

i) geldt een dag als negen uur en omgekeerd;

ii) gelden vijf dagen als een week en omgekeerd;

iii) gelden tweeëntwintig dagen als een maand en omgekeerd;

iv) gelden drie maanden of dertien weken of zesenzestig dagen als een kwartaal en omgekeerd;

v) worden voor de omrekening van weken tot maanden en omgekeerd, de weken en maanden in dagen omgerekend;

vi) mag de toepassing van bovenstaande regels er niet toe leiden dat voor alle in de loop van een kalenderjaar vervulde tijdvakken van verzekering een totaal van meer dan tweehonderd vierenzestig dagen of tweeënvijftig weken of twaalf maanden of vier kwartalen wordt verkregen;

c) indien het een werknemer betreft voor wie de zevendaagse werkweek gold:

i) geldt een dag als zes uur en omgekeerd;

ii) gelden zeven dagen als een week en omgekeerd;

iii) gelden dertig dagen als een maand en omgekeerd;

iv) gelden drie maanden of dertien weken of negentig dagen als een kwartaal en omgerekend;

v) worden voor de omrekening van weken tot maanden en omgekeerd, weken en maanden in dagen omgerekend;

vi) mag de toepassing van bovenstaande regels er niet toe leiden dat voor alle in de loop van een kalenderjaar vervulde tijdvakken van verzekering een totaal van meer dan driehonderd zestig dagen of tweeënvijftig weken of twaalf maanden of vier kwartalen wordt verkregen.

Wanneer de krachtens de wetgeving van een Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering in maanden moeten worden uitgedrukt, worden de dagen die overeenkomstig de in dit lid genoemde regels met een gedeelte van een maand overeenstemmen, beschouwd als een volledige maand.

HOOFDSTUK 2

ZIEKTE EN MOEDERSCHAP

Toepassing van artikel 18 van de verordening

Artikel 16

Verklaring betreffende tijdvakken van verzekering

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 18 van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht aan het bevoegde orgaan een verklaring over te leggen, waarin de tijdvakken van verzekering zijn vermeld die zijn vervuld krachtens de wettelijke regeling waaraan hij tevoren en laatstelijk onderworpen is geweest.

2. Deze verklaring wordt op verzoek van de werknemer of zelfstandige verstrekt door het orgaan of de organen van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan hij tevoren en laatstelijk onderworpen is geweest. Indien hij genoemde verklaring niet overlegt, verzoekt het bevoegde orgaan dit orgaan of deze organen daarom.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien het nodig is met de vroeger krachtens de wettelijke regeling van enige andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering rekening te houden om aan de in de wettelijke regeling van de bevoegde Staat gestelde voorwaarden te voldoen.

Toepassing van artikel 19 van de verordening

Artikel 17 (14)

Verstrekkingen ingeval de woonplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 19 van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht, zich en zijn gezinsleden te doen inschrijven bij het orgaan van de woonplaats, onder overlegging van een verklaring waarin wordt bevestigd dat hij voor zich zelf en zijn gezinsleden recht op genoemde verstrekkingen heeft. Deze verklaring wordt afgegeven door het bevoegde orgaan, in voorkomend geval na kennisneming van de door de werkgever verstrekte inlichtingen. Indien deze verklaring niet wordt overgelegd door de werknemer of de zelfstandige of zijn gezinsleden, verzoekt het orgaan van de woonplaats het bevoegde orgaan daarom.

2. Deze verklaring blijft geldig zolang het orgaan van de woonplaats geen kennisgeving van intrekking ervan heeft ontvangen. Wanneer genoemde verklaring evenwel door een Duits, Frans, Italiaans of Portugees orgaan wordt afgegeven, is zij slechts geldig gedurende één jaar na de datum van afgifte en moet zij jaarlijks worden vernieuwd.

3. Indien het een seizoenarbeider betreft, is de in lid 1 bedoelde verklaring geldig gedurende de gehele voor de seizoenarbeid voorziene tijdsduur, tenzij het bevoegde orgaan tussentijds het orgaan van de woonplaats van intrekking ervan in kennis stelt.

4. Het orgaan van de woonplaats stelt het bevoegde orgaan in kennis van iedere inschrijving die het overeenkomstig lid 1 heeft verricht.

5. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de belanghebbende de bewijsstukken over die krachtens de wettelijke regeling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont, vereist zijn voor de toekenning van verstrekkingen.

6. In geval van opneming in een ziekenhuis geeft het orgaan van de woonplaats, binnen drie dagen na de dag waarop het de datum van opneming in het ziekenhuis heeft vernomen, aan het bevoegde orgaan kennis van deze datum, van de vermoedelijke verblijfsduur en van de datum van vertrek. Er behoeft evenwel geen kennisgeving te worden verzonden wanneer de kosten van de verstrekkingen tegen een vast bedrag aan het orgaan van de woonplaats worden vergoed.

7. Het orgaan van de woonplaats stelt het bevoegde orgaan vooraf in kennis van elke beslissing omtrent de toekenning van verstrekkingen waarvan de vermoedelijke of daadwerkelijke kosten een door de Administratieve Commissie vastgesteld en periodiek herzien vast bedrag overschrijden. Het bevoegde orgaan kan hiertegen onder opgave van redenen binnen een termijn van vijftien dagen, gerekend vanaf de verzending van deze kennisgeving, zo nodig verzet aantekenen; indien na afloop van deze termijn geen verzet is aangetekend bij het orgaan van de woonplaats kent het de verstrekkingen toe. Indien dergelijke verstrekkingen in onmiskenbare spoedgevallen moeten worden toegekend, stelt het orgaan van de woonplaats het bevoegde orgaan hiervan onverwijld in kennis. Er behoeft evenwel geen gemotiveerd verzet te worden aangetekend wanneer de verstrekkingen tegen een vast bedrag aan het orgaan van de woonplaats worden vergoed.

8. De werknemer of zelfstandige of zijn gezinsleden zijn verplicht het orgaan van de woonplaats in kennis te stellen van iedere verandering in hun omstandigheden waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere beëindiging of verandering van werkzaamheden in loondienst dan wel werkzaamheden anders dan in loondienst van de belanghebbende of iedere overbrenging van de woon- of verblijfplaats van de werknemer of zelfstandige of van een gezinslid. Het bevoegde orgaan stelt eveneens het orgaan van de woonplaats in kennis van het beëindigen van de aansluiting van de werknemer of zelfstandige of van diens rechten op verstrekkingen. Het orgaan van de woonplaats kan te allen tijde het bevoegde orgaan verzoeken alle inlichtingen te verschaffen omtrent de aansluiting van de werknemer of zelfstandige of diens rechten op verstrekkingen.

9. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, een andere wijze van toepassing overeenkomen.

Artikel 18

Uitkeringen ingeval de woonplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

1. Om in aanmerking te komen voor uitkeringen krachtens artikel 19, lid 1, onder b), van de verordening is de werknemer of zelfstandige verplicht zich binnen drie dagen na het begin van de arbeidsongeschiktheid tot het orgaan van de woonplaats te wenden onder overlegging van een kennisgeving van onderbreking van de werkzaamheden of, indien de wettelijke regeling die door het bevoegde orgaan of het orgaan van de woonplaats wordt toegepast, hierin voorziet, een door de behandelende geneesheer afgegeven bewijs van arbeidsongeschiktheid.

2. Waneer de behandelende geneesheren van het land van de woonplaats geen bewijzen van arbeidsongeschiktheid afgeven, wendt de belanghebbende zich rechtstreeks tot het orgaan van de woonplaats, binnen de termijn die is vastgesteld in de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling.

Dit orgaan laat onmiddellijk de arbeidsongeschiktheid medisch vaststellen en het in lid 1 bedoelde bewijs uitschrijven. Dit bewijs, waarin de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid moet worden vermeld, wordt onverwijld aan het bevoegde orgaan doorgezonden.

3. In de gevallen waarin lid 2 niet van toepassing is, onderwerpt het orgaan van de woonplaats de belanghebbende zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen drie dagen na de datum waarop de belanghebbende zich tot dit orgaan heeft gewend, aan een geneeskundige controle, alsof hij bij dit orgaan was verzekerd. Het versag van de controlerende geneeskundige, waarin met name de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid wordt vermeld, wordt door het orgaan van de woonplaats aan het bevoegde orgaan gezonden, en wel binnen drie dagen na de datum waarop de controle plaatsvond.

4. Het orgaan van de woonplaats oefent later zo nodig de administratieve en geneeskundige controle op de belanghebbende uit, alsof hij bij dit orgaan was verzekerd. Zodra dit orgaan vaststelt dat de belanghebbende opnieuw arbeidsongeschikt is, stelt het de belanghebbende en ook het bevoegde orgaan daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de datum waarop de arbeidsongeschiktheid eindigt. Onverminderd het bepaalde in lid 6, wordt de kennisgeving aan de belanghebbende geacht te gelden als een beslissing die voor rekening van het bevoegde orgaan is genomen.

5. Het bevoegde orgaan behoudt in ieder geval de bevoegdheid de controle op de belanghebbende door een arts van eigen keuze te laten verrichten.

6. Indien het bevoegde orgaan besluit de uitkeringen te weigeren, omdat de belanghebbende zich niet aan de formaliteiten van de wettelijke regeling van het land van de woonplaats heeft onderworpen, of indien het vaststelt dat de belanghebbende weer arbeidsongeschikt is, stelt het de belanghebbende in kennis van deze beslissing en zendt het gelijktijdig een afschrift daarvan aan het orgaan van de woonplaats.

7. Wanneer de belanghebbende de beroepswerkzaamheden hervat, geeft hij hiervan bericht aan het bevoegde orgaan, indien zulks in de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling is voorzien.

8. Het bevoegde orgaan betaalt de uitkeringen met behulp van alle daartoe aangewezen middelen, met name per internationale postwissel, en geeft het orgaan van de woonplaats en de belanghebbende hiervan kennis. Indien de uitkeringen door het orgaan van de woonplaats voor rekening van het bevoegde orgaan worden betaald, stelt het bevoegde orgaan de belanghebbende van zijn rechten in kennis en doet het mededeling aan het orgaan van de woonplaats van het bedrag van de uitkeringen, de data waarop zij moeten worden betaald en de maximumduur waarover zij ingevolge de wettelijke regeling van de bevoegde Staat worden toegekend.

9. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, een andere wijze van toepassing overeenkomen.

Toepassing van artikel 20 van de verordening

Artikel 19

Bijzondere bepalingen voor grensarbeiders en hun gezinsleden

Indien het grensarbeiders of hun gezinsleden betreft, mogen genees- en verbandmiddelen, brillen, kunstmiddelen van kleine omvang, laboratoriumanalysen en -proeven slechts op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij worden voorgeschreven worden afgegeven of verricht overeenkomstig het bepaalde in de wettelijke regeling van deze Lid-Staat, tenzij de door het bevoegde orgaan toegepaste wetgeving of een overeenkomst tussen de betrokken Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten gunstiger is.

Toepassing van artikel 21, lid 2, tweede alinea van de verordening

Artikel 19 bis (15)

Verstrekkingen bij verblijf in de bevoegde Lid-Staat — Gezinsleden die wonen in een andere Lid-Staat dan de Lid-Staat waar de werknemer of zelfstandige woont

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 21 van de verordening, dienen de gezinsleden aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat zij recht hebben op deze verstrekkingen. In deze verklaring, die indien mogelijk nog vóór hun vertrek uit de Lid-Staat waar zij wonen aan de gezinsleden wordt afgegeven door het orgaan van hun woonplaats, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van die Lid-Staat. Wanneer de gezinsleden die verklaring niet voorleggen, wordt zij door het orgaan van de verblijfplaats gevraagd aan het orgaan van de woonplaats.

2. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing. In dat geval wordt het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden beschouwd als bevoegd orgaan.

Toepassing van artikel 22 van de verordening

Artikel 20

Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt — Bijzonder geval van de werknemers bij het internationaal vervoer, alsmede hun gezinsleden

1. Om voor zich zelf of voor zijn gezinsleden die hem vergezellen, in aanmerking te komen voor verstrekkingen, is de in artikel 14, punt 2, onder a), van de verordening bedoelde werknemer bij het internationaal vervoer, die zich voor het vervullen van zijn dienstbetrekking op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat bevindt, verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats zo spoedig mogelijk een bijzondere verklaring over te leggen die door de werkgever of diens vertegenwoordiger is afgegeven in de loop van de kalendermaand waarin zij wordt overgelegd of in de loop van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden. In deze verklaring wordt met name de datum vermeld sedert welke de belanghebbende voor rekening van genoemde werkgever werkt, alsmede de naam en de plaats van vestiging van het bevoegde orgaan; indien de werkgever evenwel volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat niet wordt geacht het bevoegde orgaan te kennen, is de belanghebbende verplicht de naam en de plaats van vestiging van dit orgaan schriftelijk op te geven, wanneer zijn aanvraag aan het orgaan van de verblijfplaats wordt overgelegd. Wanneer de belanghebbende deze verklaring heeft overgelegd, wordt hij geacht te voldoen aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen; indien de belanghebbende niet in staat is zich vóór de medische behandeling tot het orgaan van de verblijfplaats te wenden, ontvangt hij deze behandeling desniettegenstaande op vertoon van bedoelde verklaring, alsof hij bij dat orgaan verzekerd was.

2. Het orgaan van de verblijfplaats richt zich binnen drie dagen tot het bevoegde orgaan, teneinde te vernemen of de belanghebbende aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen voldoet. Het is verplicht de verstrekkingen te verlenen tot de ontvangst van het antwoord van het bevoegde orgaan en ten hoogste gedurende een termijn van dertig dagen.

3. Het bevoegde orgaan zendt het orgaan van de verblijfplaats antwoord binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van dit orgaan. Indien dit antwoord bevestigend luidt, deelt het bevoegde orgaan in voorkomend geval de maximumduur mede waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling, en zet het orgaan van de verblijfplaats de verlening van bedoelde verstrekkingen voort.

4. In plaats van de verklaring als bedoeld in lid 1 mag de in dat lid bedoelde werknemer aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring overleggen waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen wordt voldaan. In deze verklaring, die door het bevoegde orgaan wordt afgegeven, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van de bevoegde Staat. In dit geval zijn de leden 1, 2 en 3 niet van toepassing.

5. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

6. De verstrekkingen die zijn verleend op grond van de in lid 1 bedoelde veronderstelling, worden vergoed overeenkomstig artikel 36, lid 1, van de verordening.

Artikel 21

Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt — Andere werknemers dan de in artikel 20 van de toepassingsverordening bedoelde werknemers of zelfstandigen

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 22, lid 1, onder a), i), van de verordening, anders dan in het in artikel 20 van de toepassingsverordening bedoelde geval, is de werknemer of zelfstandige verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen, waarin wordt bevestigd dat hij recht op de verstrekkingen heeft. In deze verklaring die op verzoek van de belanghebbende door het bevoegde orgaan zo mogelijk wordt afgegeven voordat hij het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont verlaat, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van de bevoegde Staat. Indien de werknemer of zelfstandige deze verklaring niet overlegt, verzoekt het orgaan van de verblijfplaats het bevoegde orgaan daarom.

2. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 22

Verstrekkingen aan werknemers en zelfstandigen bij overbrenging van hun woonplaats of terugkeer naar het land van hun woonplaats en aan werknemers en zelfstandigen die toestemming hebben om zich met het oog op hun geneeskundige verzorging naar een andere Lid-Staat te begeven

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 22, lid 1, onder b), i), van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht aan het orgaan van de woonplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat hij het recht op bedoelde verstrekkingen mag behouden. In deze verklaring, die door het bevoegde orgaan wordt afgegeven, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen nog kunnen worden verleend volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat. De verklaring kan worden afgegeven na het vertrek en op verzoek van de belanghebbende, wanneer zij wegens overmacht niet voordien kon worden opgesteld.

2. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing voor het verlenen van verstrekkingen in het geval bedoeld in artikel 22, lid 1, onder c), i), van de verordening.

Artikel 23

Verstrekkingen aan gezinsleden

Artikel 21 casu quo artikel 22 van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing voor de toekenning van verstrekkingen aan de in artikel 22, lid 3, van de verordening bedoelde gezinsleden.

In de in artikel 22, lid 3, tweede alinea, van de verordening bedoelde gevallen worden evenwel het orgaan van de woonplaats en de wettelijke regeling van het land van woonplaats van de gezinsleden beschouwd als respectievelijk het bevoegde orgaan en de wettelijke regeling van de bevoegde Staat voor de toepassing van artikel 17, leden 6, 7 en 9, en de artikelen 21 en 22 van de toepassingsverordening.

Artikel 24

Uitkeringen aan werknemers en zelfstandigen ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

Om in aanmerking te komen voor uitkeringen krachtens artikel 22, lid 1, onder a), ii), van de verordening, is artikel 18 van de toepassingsverordening van overeenkomstige toepassing. De werknemer of zelfstandige die op het grondgebied van een Lid-Staat verblijft zonder aldaar beroepswerkzaamheden te verrichten, is evenwel niet verplicht de in artikel 18, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde kennisgeving van onderbreking van de werkzaamheden over te leggen, zulks onverminderd de verplichting een bewijs van arbeidsongeschiktheid over te leggen.

Toepassing van artikel 23, lid 3, van de verordening

Artikel 25

Verklaring betreffende de gezinsleden die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de uitkeringen

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 23, lid 3, van de verordening is de werknemer of zelfstandige verplicht aan het bevoegde orgaan een verklaring over te leggen met betrekking tot zijn gezinsleden die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar zich genoemd orgaan bevindt.

2. Deze verklaring wordt afgegeven door het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden.

Zij is geldig gedurende twaalf maanden na de datum van afgifte. Zij kan worden vernieuwd; in dit geval loopt de geldigheidsduur vanaf de datum van vernieuwing.

De belanghebbende is verplicht het bevoegde orgaan onmiddellijk kennis te geven van elk feit waardoor genoemde verklaring moet worden gewijzigd. Een dergelijke wijziging wordt van kracht op de dag waarop dit feit zich heeft voorgedaan.

3. In plaats van de in lid 1 voorgeschreven verklaring kan het bevoegde orgaan van de belanghebbende recente stukken van de burgerlijke stand verlangen omtrent zijn gezinsleden die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan waar zich genoemd orgaan bevindt.

Toepassing van artikel 25, lid 1, van de verordening

Artikel 26

Prestaties aan werklozen die zich naar een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat begeven om aldaar werk te zoeken

1. Om voor zich zelf en voor zijn gezinsleden in aanmerking te komen voor uitkeringen en verstrekkingen krachtens artikel 25, lid 1, van de verordening, is de werkloze verplicht aan het orgaan van de ziekteverzekering van de plaats waarheen hij zich heeft begeven een verklaring over te leggen die vóór zijn vertrek aan het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering moet worden gevraagd. Indien de werkloze deze verklaring niet overlegt, verzoekt het orgaan van de plaats waarheen de belanghebbende zich heeft begeven het bevoegde orgaan daarom.

Deze verklaring moet het recht op bedoelde prestaties op de voorwaarden vermeld in artikel 69, lid 1, onder a), van de verordening bevestigen, de duur van dit recht aangeven met inachtneming van het bepaalde in artikel 69, lid 1, onder c), van de verordening, en het bedrag vermelden van het eventueel te betalen ziekengeld gedurende vermelde tijdsduur, in geval van arbeidsongeschiktheid of opneming in een ziekenhuis.

2. Het orgaan van de werkloosheidsverzekering van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven, bevestigt op een afschrift van de in artikel 83 van de toepassingsverordening bedoelde verklaring, die aan het orgaan van de ziekteverzekering van dezelfde plaats moet worden toegezonden, dat de voorwaarden vermeld in artikel 69, lid 1, onder b), van de verordening vervuld zijn en vermeldt de datum met ingang waarvan aan deze voorwaarden is voldaan en met ingang van welke datum de werkloze voor rekening van het bevoegde orgaan de werkloosheidsuitkering geniet.

Deze verklaring is geldig gedurende de in artikel 69, lid 1, onder c), van de verordening bepaalde termijn, zolang de voorwaarden worden vervuld. Het orgaan van de werkloosheidsverzekering van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven, licht het orgaan van de ziekteverzekering binnen drie dagen in, indien de voorwaarden niet meer worden vervuld.

3. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

4. Om in aanmerking te komen voor uitkeringen als bepaald bij de wetgeving van de bevoegde Staat dient de werkloze binnen drie dagen aan het orgaan van de ziekteverzekering van de plaats waarheen hij zich heeft begeven, een door de behandelende geneesheer afgegeven bewijs van arbeidsongeschiktheid over te leggen. Hij dient eveneens te vermelden tot welke datum hij prestaties krachtens de werkloosheidsverzekering heeft ontvangen, alsmede zijn adres in het land waar hij zich bevindt.

5. Het orgaan van de ziekteverzekering van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven, geeft binnen drie dagen aan het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering en aan het bevoegde orgaan van de werkloosheidsverzekering, alsmede aan het orgaan waarbij de werkloze als werkzoekende staat ingeschreven, kennis van het begin en het einde van de arbeidsongeschiktheid.

6. In de gevallen als omschreven in artikel 25, lid 4, van de verordening, deelt het orgaan van de ziekteverzekering van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering en het bevoegde orgaan van de werkloosheidsverzekering mede dat het van oordeel is dat aan alle voorwaarden die rechtvaardigen dat verdere uitkeringen en verstrekkingen worden verleend, is voldaan; het brengt een met redenen omkleed advies uit en voegt aan de mededeling die aan het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering wordt gezonden een uitvoerig verslag van de controlerende geneesbeer betreffende de toestand van de zieke toe, waarin wordt vermeld gedurende welke tijdsduur waarschijnlijk de vereiste voorwaarden voor de toepassing van artikel 25, lid 4, van de verordening zullen worden vervuld. Het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering beslist over het voortzetten van de verlening van prestaties aan de zieke werkloze.

7. Artikel 18, leden 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

Toepassing van artikel 25, lid 3, van de verordening

Artikel 27

Verstrekkingen aan de gezinsleden van werklozen ingeval de woonplats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

Artikel 17 van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing voor de toekenning van verstrekkingen aan de gezinsleden van werklozen wanneer deze gezinsleden hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat. Bij inschrijving van de gezinsleden van werklozen die uitkeringen krachtens artikel 69, lid 1, van de verordening ontvangen, moet de in artikel 26, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde verklaring worden overgelegd. Deze verklaring is geldig voor de tijd gedurende welke de in artikel 69, lid 1, van de verordening bedoelde uitkeringen worden toegekend.

Toepassing van artikel 26 van de verordening

Artikel 28

Verstrekkingen aan aanvragers van een pensioen of rente, en aan hun gezinsleden

1. Om op het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont, in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 26, lid 1, van de verordening is de aanvrager verplicht zich en zijn gezinsleden te doen inschrijven bij het orgaan van de woonplaats, onder overlegging van een verklaring waarin wordt bevestigd dat hij krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat voor zich zelf en zijn gezinsleden recht op genoemde verstrekkingen heeft. Deze verklaring wordt afgegeven door het orgaan van deze andere Lid-Staat, dat bevoegd is inzake verstrekkingen.

2. Het orgaan van de woonplaats stelt het orgaan dat de verklaring heeft afgegeven in kennis van iedere inschrijving die het overeenkomstig lid 1 heeft verricht.

Toepassing van de artikelen 28 en 28 bis van de verordening

Artikel 29

Verstrekkingen aan pensioen- of rentetrekkers en aan hun gezinsleden die hun woonplaats niet hebben in een Lid-Staat krachtens de wettelijke regeling waarvan zij een pensioen of rente genieten en recht op prestaties hebben

1. Om op het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 28, lid 1, en artikel 28 bis van de verordening, is de pensioen- of rentetrekker verplicht zich en zijn gezinsleden te doen inschrijven bij het orgaan van de woonplaats, onder overlegging van een verklaring waarin wordt bevestigd dat hij krachtens de wettelijke regeling of krachtens één der wettelijke regelingen op grond waarvan een pensioen of rente verschuldigd is, voor zich zelf en voor zijn gezinsleden recht op genoemde verstrekkingen heeft.

2. Deze verklaring wordt op verzoek van de pensioen- of rentetrekker door het orgaan of één der organen die pensioen of rente verschuldigd zijn of, in voorkomend geval, door het orgaan dat over het recht op verstrekkingen moet beslissen, afgegeven, zodra de pensioen- of rentetrekker voldoet aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op deze verstrekkingen. Indien de pensioen- of rentetrekker de verklaring niet overlegt, verzoekt het orgaan van de woonplaats het orgaan of de organen die het pensioen of de rente verschuldigd zijn of, in voorkomend geval, het hiertoe gerechtigde orgaan daarom. In afwachting van de ontvangst van deze verklaring kan het orgaan van de woonplaats de pensioen- of rentetrekker en zijn gezinsleden voorlopig inschrijven op vertoon van de door dit orgaan toegelaten bewijsstukken. Deze inschrijving is voor het orgaan dat de kosten van de verstrekkingen moet dragen slechts bindend, wanneer laatstgenoemd orgaan de in lid 1 bedoelde verklaring heeft afgegeven.

3. Het orgaan van de woonplaats stelt het orgaan dat de in lid 1 bedoelde verklaring heeft afgegeven in kennis van iedere inschrijving die het overeenkomstig bedoeld lid heeft verricht.

4. Bij elke aanvraag om verstrekkingen moet aan de hand van het ontvangstbewijs of het strookje van de postwissel van de laatste betaling, aan het orgaan van de woonplaats worden bewezen dat het recht op pensioen of rente nog steeds bestaat.

5. De pensioen- of rentetrekker of zijn gezinsleden zijn verplicht het orgaan van de woonplaats in kennis te stellen van elke wijziging in hun omstandigheden, waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van elke schorsing of intrekking van het pensioen of de rente en elke overbrenging van hun woonplaats. De organen die pensioen of rente verschuldigd zijn, stellen het orgaan van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker in kennis van deze wijziging.

6. De Administratieve Commissie stelt zo nodig vast op welke wijze het orgaan wordt bepaald dat in het geval bedoeld in artikel 28, lid 2, onder b), van de verordening, de kosten van de verstrekkingen moet dragen.

Toepassing van artikel 29 van de verordening

Artikel 30 (14)

Verstrekkingen aan gezinsleden die hun woonplaats hebben in een andere Lid-Staat dan die waar de pensioen- of rentetrekker woont

1. Om op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij wonen in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 29, lid 1, van de verordening, zijn de gezinsleden verplicht zich te doen inschrijven bij het orgaan van hun woonplaats, onder overlegging van krachtens de wettelijke regeling die dit orgaan toepast vereiste bewijsstukken voor de toekenning van verstrekkingen aan de gezinsleden van een pensioen- of rentetrekker, alsmede van een verklaring waarin wordt bevestigd dat de pensioen- of rentetrekker voor zich zelf en voor zijn gezinsleden recht op de verstrekkingen heeft. Deze verklaring, die wordt afgegeven door het orgaan van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker, blijft geldig zolang het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden geen kennisgeving van intrekking ervan heeft ontvangen. Wanneer genoemde verklaring evenwel door een Duits, Frans, Italiaans of Portugees orgaan wordt afgegeven, is zij slechts geldig gedurende één jaar na de datum van afgifte en moet zij jaarlijks worden vernieuwd.

2. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen zijn de gezinsleden verplicht aan het orgaan van hun woonplaats de in lid 1 bedoelde verklaring over te leggen, indien de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling bepaalt dat bij een dergelijke aanvraag het bewijs moet worden overgelegd dat pensioen of rente wordt genoten.

3. Het orgaan van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker stelt het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden in kennis van de schorsing of intrekking van het pensioen of de rente en van iedere overbrenging van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker. Het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden kan te allen tijde het orgaan van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker verzoeken alle inlichtingen te verschaffen omtrent rechten op verstrekkingen.

4. De gezinsleden zijn verplicht het orgaan van hun woonplaats in kennis te stellen van iedere verandering in hun omstandigheden waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere overbrenging van hun woonplaats.

Toepassing van artikel 31 van de verordening

Artikel 31

Verstrekkingen aan pensioen- of rentetrekkers en aan hun gezinsleden ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat ligt dan de Staat waar zij hun woonplaats hebben

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 31 van de verordening is de pensioen- of rentetrekker verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat hij recht op genoemde verstrekkingen heeft. In deze verklaring, die het orgaan van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker zo mogelijk uitreikt vóór het verlaten van het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen hem ten hoogste mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van deze Lid-Staat. Indien de pensioen- of rentetrekker genoemde verklaring niet overlegt, verzoekt het orgaan van de verblijfplaats het orgaan van de woonplaats daarom.

2. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing. In dit geval wordt het orgaan van de woonplaats van de pensioen- of rentetrekker als bevoegd orgaan beschouwd.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing voor de toekenning van verstrekkingen aan de in artikel 31 van de verordening bedoelde gezinsleden.

Toepassing van artikel 35, lid 1, van de verordening

Artikel 32

Organen tot welke werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde bedrijven, alsmede hun gezinsleden zich kunnen wenden wanneer de woon- of verblijfplaats in een andere Lid-Staat ligt dan de bevoegde Staat

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 35, lid 1, van de verordening en wanneer in het land van woon- of verblijfplaats de prestaties van het verzekeringsstelsel voor ziekte en moederschap waaronder de handarbeiders in de staalindustrie vallen, gelijkwaardig zijn aan die van het bijzondere stelsel voor werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde bedrijven, kunnen de werknemers van deze categorie alsmede hun gezinsleden zich wenden tot het dichtst bij gelegen orgaan op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben, welk orgaan is vermeld in bijlage 3 van de toepassingsverordening, zelfs indien dit orgaan een orgaan is van het stelsel dat van toepassing is op handarbeiders in de staalindustrie, dat alsdan verplicht is de prestaties te verlenen.

2. Wanneer de prestaties van het bijzondere stelsel voor werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde bedrijven gunstiger zijn, hebben deze werknemers of hun gezinsleden de mogelijkheid zich te wenden hetzij tot het orgaan dat belast is met de toepassing van dit stelsel, hetzij tot het dichtst bij gelegen orgaan op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben, welk orgaan het stelsel voor de handarbeiders in de staalindustrie toepast. In het laatste geval is het betrokken orgaan verplicht de aandacht van de belanghebbende te vestigen op de omstandigheid dat hij door zich te wenden tot het orgaan dat is belast met de toepassing van het bovenvermelde bijzondere stelsel gunstiger prestaties kan verkrijgen; bovendien dient het hem naam en adres van dit orgaan mede te melden.

Toepassing van artikel 35, lid 2, van de verordening

Artikel 32 bis

Bijzondere stelsels die van toepassing zijn op bepaalde zelfstandigen

Bijlage II bevat het stelsel of de stelsels als bedoeld in artikel 35, lid 2, van de verordening.

Toepassing van artikel 35, lid 4, van de verordening

Artikel 33

In aanmerking nemen van het tijdvak waarover reeds door het orgaan van een andere Lid-Staat prestaties werden verleend

Voor de toepassing van artikel 35, lid 4, van de verordening, kan het orgaan van een Lid-Staat dat prestaties moet verlenen bij het orgaan van een andere Lid-Staat gegevens opvragen omtrent het tijdvak waarover laatstbedoeld orgaan reeds prestaties heeft verleend voor hetzelfde geval van ziekte of moederschap.

Vergoeding door het bevoegde orgaan van een Lid-Staat van bij verblijf in een andere Lid-Staat gemaakte kosten

Artikel 34 (12)

1. Indien de in artikel 20, leden 1 en 4, en de in de artikelen 21, 23 en 31 van de toepassingsverordening voorgeschreven formaliteiten niet konden worden vervuld gedurende het verblijf op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat, worden de gemaakte kosten op verzoek van de werknemer of zelfstandige door het bevoegde orgaan vergoed tegen de tarieven die door het orgaan van de verblijfplaats voor de vergoeding worden toegepast.

2. Het orgaan van de verblijfplaats dient het bevoegde orgaan dat zulks verzoekt de nodige inlichtingen over deze tarieven te verstrekken.

Indien het orgaan van de verblijfplaats en het bevoegde orgaan zijn gebonden door een overeenkomstig op grond waarvan hetzij van iedere vergoeding wordt afgezien, hetzij een vaste vergoeding wordt gegeven voor de op grond van artikel 22, lid 1, onder a), i), en artikel 31 van de verordening verleende verstrekkingen, is het orgaan van de verblijfplaats bovendien verplicht het bevoegde orgaan het aan de betrokkene of grond van het bepaalde in lid 1 te vergoeden bedrag over te maken.

3. Wanneer het aanzienlijke uitgaven betreft, kan het bevoegde orgaan een passend voorschot aan de betrokkene uitbetalen, zodra deze het verzoek tot vergoeding bij dit orgaan indient.

4. In afwijking van het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 kan het bevoegde orgaan de gemaakte kosten tegen de tarieven die dit orgaan voor de vergoeding toepast, vergoeden voor zover volgens deze tarieven een vergoeding mogelijk is, de te vergoeden kosten een bepaald door de Administratieve Commissie vastgesteld bedrag niet overschrijden en de werknemer of zelfstandige of pensioen- of rentetrekker ermee akkoord gaat dat deze bepalingen op hem worden toegepast. Het te vergoeden bedrag mag evenwel het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten niet overschrijden.

5. Indien bij de wetgeving van het land van verblijf geen vergoedingstarieven zijn vastgesteld, vergoedt het bevoegde orgaan de gemaakte kosten volgens het bepaalde in lid 4 zonder dat instemming van de betrokkene vereist is.

HOOFDSTUK 3

INVALIDITEIT, OUDERDOM EN OVERLIJDEN (PENSIOENEN)

Indiening en behandeling van de aanvragen om uitkeringen

Artikel 35 (11)

Aanvragen om invaliditeitsuitkeringen ingeval de werknemer of zelfstandige uitsluitend krachtens de in bijlage IV, deel A, van de verordening vermelde wettelijke regelingen verzekerd is geweest, alsmede in het geval bedoeld in artikel 40, lid 2, van de verordening

1. Om in aanmerking te komen voor uitkeringen krachtens de artikelen 37, 38 en 39 van de verordening, daaronder begrepen in de gevallen bedoeld in artikel 40, lid 2, artikel 41, lid 1, en artikel 42, lid 2, van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht een aanvraag te richten hetzij tot het orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan hij onderworpen was op het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid met daaropvolgende invaliditeit of de toeneming van deze invaliditeit is ontstaan, hetzij tot het orgaan van de woonplaats, dat de aanvraag dan aan eerstgenoemd orgaan doorzendt onder vermelding van de datum waarop deze werd ingediend; deze datum wordt beschouwd als de datum waarop de aanvraag bij eerstgenoemd orgaan werd ingediend. Indien evenwel ziekengeld werd toegekend, moet de dag waarop het tijdvak van de toekenning van deze uitkering eindigt, in voorkomend geval worden beschouwd als de datum waarop de aanvraag werd ingediend.

2. In het geval bedoeld in artikel 41, lid 1, onder b), van de verordening, geeft het orgaan waarbij de werknemer of zelfstandige laatstelijk was aangesloten, aan het orgaan dat deze uitkeringen oorspronkelijk verschuldigd was, kennis van het bedrag en de datum van ingang van de krachtens de door eerstgenoemd orgaan toegepaste wettelijke regeling verschuldigde uitkeringen. Met ingang van deze datum worden de vóór de toeneming van de invaliditeit verschuldigde uitkeringen ingetrokken of verminderd tot het bedrag van de aanvulling bedoeld in artikel 41, lid 1, onder c), van de verordening.

3. In het geval bedoeld in artikel 41, lid 1, onder d), van de verordening is lid 2 niet van toepassing. In dit geval richt het orgaan waarbij de werknemer of zelfstandige laatstelijk was aangesloten, zich tot het Nederlandse orgaan om het door dit orgaan verschuldigde bedrag te vernemen.

Artikel 36

Aanvragen om ouderdomsuitkeringen en uitkeringen aan nagelaten betrekkingen (met uitzondering van uitkeringen voor wezen) alsmede om invaliditeitsuitkeringen in de gevallen waarin artikel 35 van de toepassingsverordening niet voorziet

1. Om in aanmerking te komen voor uitkeringen krachtens de artikelen 40 tot en met 51 van de verordening, behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 35 van de toepassingsverordening, is de aanvrager verplicht een aanvraag tot het orgaan van de woonplaats te richten, volgens de voorschriften van de door dat orgaan toegepaste wettelijke regeling. Indien de werknemer of zelfstandige niet aan deze wettelijke regeling onderworpen is geweest, zendt het orgaan van de woonplaats de aanvraag door aan het orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan hij laatstelijk onderworpen is geweest, zulks onder opgave van de datum waarop de aanvraag werd ingediend. Deze datum wordt beschouwd als de datum waarop de aanvraag bij laatstgenoemd orgaan werd ingediend.

2. Wanneer de aanvrager woont op het grondgebied van een Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan de werknemer of zelfstandige niet onderworpen is geweest, kan hij zijn aanvraag richten tot het orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan de werknemer of zelfstandige laatstelijk onderworpen is geweest.

3. Wanneer de aanvrager woont op het grondgebied van een Staat die geen Lid-Staat is, is hij verplicht zijn aanvraag te richten tot het bevoegde orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan de werknemer of zelfstandige laatstelijk onderworpen is geweest.

Indien de aanvrager zijn aanvraag richt tot het orgaan van de Lid-Staat waarvan hij onderdaan is, zendt dit orgaan de aanvraag door naar het bevoegde orgaan.

4. Een aanvraag om uitkeringen die aan het orgaan van een Lid-Staat wordt gericht heeft automatisch tot gevolg dat de uitkeringen krachtens de wettelijke regeling van alle betrokken Lid-Staten aan de voorwaarden waarvan de aanvrager voldoet, gelijktijdig worden vastgesteld, behalve wanneer de aanvrager overeenkomstig artikel 44, lid 2, van de verordening wenst dat de vaststelling van de ouderdomsuitkeringen die krachtens de wettelijke regeling van één of meer Lid-Staten zouden zijn verkregen, wordt uitgesteld.

Artikel 37

Bij de in artikel 36 van de toepassingsverordening bedoelde aanvraag om uitkeringen te voegen stukken en gegevens

Voor de indiening van de in artikel 36 van de toepassingsverordening bedoelde aanvragen gelden de volgende regels:

a) de aanvraag dient vergezeld te gaan van de vereiste bewijsstukken en te zijn opgesteld op het formulier dat is voorgeschreven in de wettelijke regeling:

i) van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de aanvrager woont, in het geval bedoeld in artikel 36, lid 1;

ii) van de Lid-Staat waaraan de werknemer of zelfstandige laatstelijk onderworpen is geweest, in de gevallen bedoeld in artikel 36, leden 2 en 3;

b) de juistheid van de door de aanvrager verstrekte gegevens moet worden aangetoond door bij het aanvraagformulier gevoegde officiële stukken, of worden bevestigd door de bevoegde instanties van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont;

c) voor zover mogelijk moet de aanvrager vermelden, ofwel het orgaan of de organen van de invaliditeits- of ouderdomsverzekering of de verzekering bij overlijden (pensioenen) van elke Lid-Staat waarbij de werknemer of zelfstandige aangesloten is geweest, ofwel, indien het een werknemer betreft, de werkgever of werkgevers bij wie hij op het grondgebied van elke Lid-Staat werkzaam is geweest, zulks onder overlegging van de bewijzen van verrichte arbeid waarover hij mocht beschikken;

d) indien de aanvrager, overeenkomstig artikel 44, lid 2, van de verordening, wenst dat de vaststelling van de ouderdomsuitkeringen die krachtens de wettelijke regeling van één of meer Lid-Staten zouden zijn verkregen, wordt uitgesteld, dient hij nader aan te geven krachtens welke wettelijke regeling hij uitkeringen aanvraagt.

Artikel 38

Verklaring betreffende de gezinsleden die in aanmerking moeten worden genomen voor de vaststelling van het bedrag van de uitkering

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 39, lid 4, of van artikel 47, lid 3, van de verordening, is de aanvrager verplicht een verklaring over te leggen betreffende zijn gezinsleden, met uitzondering van zijn kinderen, die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar zich het orgaan bevindt dat de uitkering moet vaststellen.

Deze verklaring wordt afgegeven door het orgaan van de ziekteverzekering van de woonplaats van de gezinsleden of door een ander orgaan dat wordt aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan zij hun woonplaats hebben. Artikel 25, lid 2, tweede en derde alinea, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

In plaats van de in de eerste alinea voorgeschreven verklaring kan het met de vaststelling van de uitkeringen belaste orgaan van de aanvrager recente stukken van de burgerlijke stand verlangen omtrent zijn gezinsleden, met uitzondering van zijn kinderen, die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar zich genoemd orgaan bevindt.

2. Indien in het in lid 1 bedoelde geval de wettelijke regeling die door het betrokken orgaan wordt toegepast, eist dat de gezinsleden bij de pensioen- of rentetrekker inwonen, dient het bewijs dat het onderhoud van deze gezinsleden, wanneer zij niet aan deze voorwaarde voldoen, niettemin hoofdzakelijk ten laste van de aanvrager komt, te worden geleverd door middel van stukken, waaruit de regelmatige overmaking van een deel van de verdiensten blijkt.

Artikel 39 (11)

Behandeling van aanvragen om invaliditeitsuitkeringen wanneer de werknemer of zelfstandige uitsluitend aan in bijlage IV, deel A, van de verordening vermelde wettelijke regelingen onderworpen is geweest

1. Indien de werknemer of zelfstandige een aanvraag om invaliditeitsuitkeringen heeft ingediend en indien het orgaan vaststelt dat artikel 37, lid 1, van de verordening van toepassing is, wendt het zich, zo nodig, tot het orgaan waarbij de belanghebbende laatstelijk aangesloten is geweest, ter verkrijging van een verklaring, waarin de door hem krachtens de door dit laatste orgaan toegepaste wettelijke regeling vervulde tijdvakken van verzekering worden vermeld.

2. Lid 1 is van overeenkomstige toepassing, indien het nodig is met de vroeger onder de wettelijke regeling van enige andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering rekening te houden om aan de in de wettelijke regeling van de bevoegde Staat gestelde voorwaarden te voldoen.

3. In het in artikel 39, lid 3, van de verordening bedoelde geval, zendt het orgaan dat het dossier van de belanghebbende heeft behandeld, dit dossier toe aan het orgaan waarbij hij laatstelijk aangesloten is geweest.

4. De artikelen 41 tot en met 50 van de toepassingsverordening zijn niet van toepassing op de behandeling van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde aanvragen.

Artikel 40

Bepaling van de mate van invaliditeit

Het orgaan van een Lid-Staat houdt voor het bepalen van de mate van invaliditeit rekening met de medische documenten en rapporten alsmede met de inlichtingen van administratieve aard die door het orgaan van enige andere Lid-Staat zijn ingewonnen. Elk orgaan behoudt echter de bevoegdheid de aanvrager te laten onderzoeken door een arts van eigen keuze, behalve wanneer artikel 40, lid 4, van de verordening van toepassing is.

Behandeling van de aanvragen om invaliditeitsuitkering, ouderdomsuitkering en uitkering aan nagelaten betrekkingen in de gevallen bedoeld in artikel 36 van de toepassingsverordening

Artikel 41

Vaststelling van het behandelende orgaan

1. De aanvragen om uitkeringen worden behandeld door het orgaan waaraan zij overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 van de toepassingsverordening zijn gericht of doorgezonden. Dit orgaan wordt "het behandelende orgaan" genoemd.

2. Het behandelende orgaan dient via een daartoe opgesteld formulier alle betrokken organen onmiddellijk kennis te geven van de aanvragen om uitkeringen, opdat deze gelijktijdig en onverwijld door al deze organen kunnen worden behandeld.

Artikel 42

Formulieren die moeten worden gebruikt voor de behandeling van aanvragen om uitkeringen

1. Voor de behandeling van de aanvragen om uitkeringen maakt het behandelende orgaan gebruik van een formulier waarin met name een opsomming en een samenvatting voorkomen van de door de werknemer of zelfstandige krachtens de wettelijke regelingen van alle betrokken Lid-Staten vervulde tijdvakken van verzekering of wonen.

2. De toezending van deze formulieren aan het orgaan van een andere Lid-Staat geldt als toezending van bewijsstukken.

Artikel 43

Door de betrokken organen te volgen procedure voor de behandeling van de aanvraag

1. Het behandelende orgaan vermeldt op het in artikel 42, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde formulier de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling zijn vervuld, en zendt een exemplaar van dit formulier aan het orgaan van de invaliditeits- of ouderdomsverzekering of de verzekering bij overlijden (pensioenen) van iedere Lid-Staat waarbij de werknemer of zelfstandige aangesloten is geweest, in voorkomend geval onder bijvoeging van de bewijzen van verrichte beroepswerkzaamheden die de aanvrager heeft overgelegd.

2. Indien er slechts één ander orgaan bij betrokken is, vult dit orgaan bedoeld formulier aan met de vermelding van:

a) de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling zijn vervuld;

b) het bedrag van de uitkering waarop de aanvrager aanspraak zou kunnen maken uitsluitend op grond van deze tijdvakken van verzekering of wonen;

c) het theoretische bedrag en het werkelijke bedrag van de uitkeringen, berekend overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de verordening.

Het aldus aangevulde formulier wordt aan het behandelende orgaan teruggezonden.

Indien het recht op uitkeringen is ingegaan door alleen rekening te houden met de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens de door het orgaan van de tweede Lid-Staat toegepaste wettelijke regeling zijn vervuld, en indien het bedrag van de met deze tijdvakken overeenkomende uitkering onverwijld kan worden vastgesteld, terwijl de onder c) bedoelde berekeningen aanmerkelijk meer tijd vergen, dan wordt het formulier aan het behandelende orgaan teruggezonden met de onder a) en b) bedoelde vermeldingen; de onder c) bedoelde vermeldingen worden dan zo spoedig mogelijk aan het behandelende orgaan medegedeeld.

3. Indien er twee of meer andere organen bij betrokken zijn, vult elk van deze organen bedoeld formulier aan met de vermelding van de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling zijn vervuld, en zendt het naar het behandelende orgaan terug.

Indien er een recht op uitkeringen is ingegaan dor alleen rekening te houden met de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens de door één of meer van deze organen toegepaste wettelijke regeling zijn vervuld, en indien het bedrag van de met deze tijdvakken overeenkomende uitkering onverwijld kan worden vastgesteld, dan wordt dit bedrag tegelijk met de tijdvakken van verzekering of wonen aan het behandelende orgaan medegedeeld; indien de vaststelling van bedoeld bedrag een zekere tijd vergt, dan wordt het aan het behandelende orgaan medegedeeld, zodra het is vastgesteld.

Na ontvangst van alle formulieren waarin de tijdvakken van verzekering of van wonen voorkomen, alsmede in voorkomend geval het bedrag of de bedragen verschuldigd ingevolge de toepassing van de wettelijke regeling van één of meer der betrokken Lid-Staten, zendt het behandelende orgaan een exemplaar van de aldus aangevulde formulieren aan elk der betrokken organen, dat daarop het theoretische en het werkelijke bedrag van de overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de verordening berekende uitkeringen vermeldt en het formulier aan het behandelende orgaan terugzendt.

4. Zodra het behandelende orgaan bij ontvangst van de in lid 2 of 3 bedoelde gegevens vaststelt dat artikel 40, lid 2, of artikel 48, lid 2 of 3, van de verordening moeten worden toegepast, stelt het de overige betrokken organen hiervan in kennis.

5. In het geval bedoeld in artikel 37, onder d), van de toepassingsverordening, vermelden de organen van de Lid-Staten aan de wettelijke regeling waarvan de aanvrager onderworpen is geweest, doch waaraan hij heeft gevraagd de vaststelling van zijn uitkering uit te stellen, op het in artikel 42, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde formulier uitsluitend de tijdvakken van verzekering of wonen die door de aanvrager krachtens de door deze organen toegepaste wettelijke regeling zijn vervuld.

Artikel 44

Orgaan dat bevoegd is te beslissen omtrent de toestand van invaliditeit

1. Alleen het behandelende orgaan is bevoegd de in artikel 40, lid 4, van de verordening bedoelde beslissing omtrent de toestand van invaliditeit van de aanvrager te nemen, zulks behoudens het bepaalde in de leden 2 en 3. Het neemt deze beslissing zodra het in staat is te bepalen of voldaan wordt aan de voorwaarden die de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling stelt voor het ingaan van het recht, zo nodig met inachtneming van artikel 45 van de verordening. Het geeft de andere betrokken organen onverwijld kennis van deze beslissing.

2. Indien aan de voor het ingaan van het recht, door de wettelijke regeling welke het behandelende orgaan toepast, gestelde andere voorwaarden dan die betreffende de toestand van invaliditeit niet wordt voldaan, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 45 van de verordening, zendt het behandelende orgaan hiervan onmiddellijk bericht aan het inzake invaliditeit bevoegde orgaan van diegene der andere betrokken Lid-Staten aan de wettelijke regeling waarvan de werknemer of zelfstandige laatstelijk onderworpen is geweest. Dit orgaan is bevoegd de beslissing omtrent de toestand van invaliditeit van de aanvrager te nemen, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht, die de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling stelt; het geeft de andere betrokken organen onverwijld kennis van deze beslissing.

3. In voorkomend geval kan op dezelfde wijze verder worden teruggegaan tot aan het inzake invaliditeit bevoegde orgaan van de Lid-Staat aan de wetgeving waarvan de werknemer of zelfstandige het eerst onderworpen is geweest.

Artikel 45

Betaling van voorlopige uitkeringen en voorschotten op uitkeringen

1. Indien het behandelende orgaan vaststelt dat de aanvrager krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling recht heeft op uitkeringen zonder dat rekening hoeft te worden gehouden met de tijdvakken van verzekering of wonen die zijn vervuld krachtens de wettelijke regeling van andere Lid-Staten, betaalt het deze onmiddellijk als voorlopige uitkering.

2. Indien de aanvrager krachtens lid 1 geen recht heeft op uitkeringen, doch uit de ter toepassing van artikel 43, lid 2 of 3, van de toepassingsverordening aan het behandelende orgaan verstrekte inlichtingen blijkt dat een recht op uitkeringen is ingegaan krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat, door alleen rekening te houden met de tijdvakken van verzekering of wonen die onder bedoelde wettelijke regeling zijn vervuld, dan betaalt het orgaan dat deze wettelijke regeling toepast, deze als voorlopige uitkering, zodra het behandelende orgaan het in kennis heeft gesteld van de op bedoeld orgaan rustende verplichting.

3. Indien in het in lid 2 bedoelde geval een recht op uitkeringen is ingegaan krachtens de wettelijke regeling van meer dan één Lid-Staat, door alleen rekening te houden met de tijdvakken van verzekering of wonen die krachtens elk van deze wettelijke regelingen zijn vervuld, dan moeten deze als voorlopige uitkeringen worden betaald door het orgaan dat het behandelende orgaan het eerst in kennis heeft gesteld van het bestaan van een dergelijk recht; het behandelende orgaan dient de andere betrokken organen hiervan in kennis te stellen.

4. Het orgaan dat krachtens lid 1, 2 of 3 uitkeringen dient te betalen, stelt de aanvrager hiervan onmiddellijk in kennis waarbij het uitdrukkelijk zijn aandacht vestigt op de voorlopige aard van de hiertoe genomen maatregel waartegen geen beroep kan worden aangetekend.

5. Ingeval geen enkele voorlopige uitkering aan de aanvrager kan worden betaald krachtens lid 1, 2 of 3, doch indien uit de ontvangen inlichtingen blijkt dat een recht is ingegaan krachtens artikel 46, lid 2, van de verordening, betaalt het behandelende orgaan hem een passend terugvorderbaar voorschot, dat zo dicht mogelijk het bedrag benadert dat vermoedelijk zal worden vastgesteld krachtens artikel 46, lid 2, van de verordening.

6. Twee Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen een andere wijze van betaling van de voorlopige uitkeringen overeenkomen, ingeval alleen de organen van deze Lid-Staten daarbij betrokken zijn. De overeenkomsten die ter zake worden gesloten, worden aan de Administratieve Commissie medegedeeld.

Artikel 46 (11)

Uitkeringsbedragen voor tijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering die op grond van artikel 15, lid 1, onder b), van de toepassingsverordening niet in aanmerking dienen te worden genomen

Voor de berekening van het theoretische en het werkelijke bedrag van de uitkering overeenkomstig artikel 46, lid 2, onder a) en b), van de verordening gelden de regels van artikel 15, lid 1, onder b), c) en d), van de toepassingsverordening.

Het op grond van artikel 46, lid 2, van de verordening vastgestelde werkelijk verschuldigde bedrag wordt verhoogd met het bedrag dat overeenkomt met de tijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering, waarmee overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder b), van de toepassingsverordening geen rekening werd gehouden. Deze verhoging wordt vastgesteld volgens de wetgeving van de Lid-Staat krachtens welke deze tijdvakken van verzekering zijn vervuld.

De vergelijking als bedoeld in artikel 46, lid 3, van de verordening dient met inachtneming van bedoelde verhoging te worden verricht.

Artikel 47 (11)

Berekening van de bedragen van de uitkeringen die overeenkomen met tijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering

Het orgaan van elke Lid-Staat berekent volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving het bedrag dat betrekking heeft op tijdvakken van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering dat overeenkomstig artikel 46 bis, lid 3, onder c), van de verordening niet aan de voorschriften inzake vermindering, schorsing of intrekking van een andere Lid-Staat onderworpen is.

Artikel 48 (11)

Mededeling van de beslissingen van de organen aan de aanvrager

1. De door elk der betrokken organen genomen definitieve beslissingen worden aan het behandelende orgaan toegezonden. Elk van deze beslissingen dient de rechtsmiddelen en beroepstermijnen van de betrokken wetgeving te vermelden. Na ontvangst van al deze beslissingen geeft het behandelende orgaan hiervan kennis aan de aanvrager in diens eigen taal, zulks door middel van een samenvatting waarbij de bedoelde beslissingen worden gevoegd. De beroepstermijnen gaan eerst in op de datum waarop de aanvrager de samenvatting heeft ontvangen.

2. Tegelijk met de toezending van de in lid 1 bedoelde samenvatting aan de aanvrager, zendt het behandelende orgaan een afschrift aan elk der betrokken organen, onder bijvoeging van een afschrift van de beslissingen van de andere organen.

Artikel 49 (11)

Herberekening van de uitkeringen

1. Voor de toepassing van artikel 43, leden 3 en 4, artikel 49, leden 2 en 3, en artikel 51, lid 2, van de verordening is artikel 45 van de toepassingsverordening van overeenkomstige toepassing.

2. Bij herberekening dan wel intrekking of schorsing van de uitkering geeft het orgaan dat deze beslissing heeft genomen, hiervan onverwijld kennis aan de belanghebbende en aan elk der organen ten aanzien waarvan de belanghebbende een recht heeft, in voorkomend geval door tussenkomst van het behandelende orgaan. De beslissing dient de rechtsmiddelen en beroepstermijnen van de betrokken wetgeving te vermelden. De beroepstermijnen gaan eerst in op de datum waarop de belanghebbende de beslissing heeft ontvangen.

Artikel 50

Maatregelen ter bespoediging van de vaststelling van de uitkeringen

1. a) i) Wanneer een werknemer of zelfstandige, die onderdaan van een Lid-Staat is, aan de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat onderworpen is, zendt het bevoegde orgaan van de pensioenverzekering van laatstbedoelde Lid-Staat, met gebruikmaking van alle ter beschikking staande middelen, bij de inschrijving van de belanghebbende, aan de daartoe door de bevoegde autoriteit van dezelfde Lid-Staat aangewezen instelling, alle inlichtingen betreffende de persoonlijke gegevens van de belanghebbende, alsmede de naam van bedoeld bevoegd orgaan en het door dit orgaan toegekende inschrijvingsnummer

ii) Bovendien deelt het in i) bedoelde bevoegde orgaan aan de overeenkomstig het bepaalde in i) aangewezen instelling voor zover mogelijk alle andere inlichtingen mede die de latere vaststelling van de pensioenen kunnen vergemakkelijken en bespoedigen.

iii) Deze gegevens worden op de door de Administratieve Commissie vastgestelde wijze medegedeeld aan de door de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat aangewezen instelling.

iv) Voor de toepassing van het bepaalde in i), ii) en iii), worden staatlozen en vluchtelingen beschouwd als onderdanen van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan zij het eerste onderworpen zijn geweest.

b) De betrokken organen maken, op verzoek van de belanghebbende of van het orgaan waarbij hij op dat ogenblik is aangesloten, een overzicht van zijn verzekeringsloopbaan, en wel uiterlijk vanaf de datum die het tijdstip waarop hij de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken, met één jaar voorafgaat.

2. De Administratieve Commissie stelt vast op welke wijze lid 1 wordt toegepast.

Administratieve en medische controle

Artikel 51

1. Wanneer een rechthebbende op met name:

a) invaliditeitsuitkeringen,

b) ouderdomsuitkeringen toegekend in geval van arbeidsongeschiktheid,

c) ouderdomsuitkeringen toegekend aan bejaarde werklozen,

d) ouderdomsuitkeringen toegekend in geval van beëindiging van de beroepswerkzaamheden,

e) uitkeringen aan nagelaten betrekkingen toegekend in geval van invaliditeit of van arbeidsongeschiktheid,

f) uitkeringen die worden toegekend op voorwaarde dat de inkomsten van de rechthebbende een bepaalde grens niet overschrijden,

op het grondgebied van een andere Lid-Staat woont of verblijft dan die waar zich het orgaan bevindt dat de uitkeringen verschuldigd is, wordt de administratieve en medische controle op verzoek van dit orgaan uitgeoefend door het orgaan van de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende, op de wijze als bepaald in de wettelijke regeling die door laatstgenoemd orgaan wordt toegepast. Het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is behoudt evenwel de bevoegdheid, de controle op de rechthebbende door een arts van eigen keuze te laten verrichten.

2. Indien wordt vastgesteld dat de rechthebbende op de in lid 1 bedoelde uitkeringen werkzaamheden in loondienst of anders dan in loondienst heeft verricht, of dat hij inkomsten heeft welke de voorgeschreven grens overschrijden, terwijl hij deze uitkeringen geniet, is het orgaan van de woon- of verblijfplaats verplicht aan het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is en om controle heeft verzocht, een rapport toe te zenden. Dit rapport vermeldt met name de aard van de werkzaamheden die de belanghebbende in loondienst of anders dan in loondienst verricht, het bedrag van de verdiensten of van de inkomsten welke hij gedurende het laatstelijk verstreken kwartaal genoot, de normale beloning die tijdens een door het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is te bepalen referentieperiode in hetzelfde gebied wordt genoten door een werknemer of een zelfstandige van de beroepscategorie waartoe de belanghebbende behoorde in het beroep dat hij uitoefende voordat hij invalide werd, alsmede in voorkomend geval het advies van een medisch deskundige over de gezondheidstoestand van de belanghebbende.

Artikel 52

Wanneer de belanghebbende na schorsing van de uitkeringen die hij genoot, opnieuw recht op uitkeringen verkrijgt, terwijl hij op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat woont, verstrekken de betrokken organen elkaar alle nodige inlichtingen met het oog op de hervatting van bedoelde uitkeringen.

Betaling van de uitkeringen

Artikel 53

Wijze waarop de uitkeringen worden betaald

1. Indien het orgaan van een Lid-Staat, dat uitkeringen verschuldigd is, niet rechtstreeks de uitkeringen betaalt die verschuldigd zijn aan de rechthebbenden die op het grondgebied van een andere Lid-Staat wonen, dan wordt de betaling van deze uitkeringen op verzoek van het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is, verricht door het verbindingsorgaan van laatstbedoelde Lid-Staat of door het orgaan van de woonplaats der genoemde rechthebbenden, zulks op de in de artikelen 54 tot en met 58 van de toepassingsverordening bepaalde wijze; indien het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, de uitkeringen rechtstreeks aan die rechthebbenden betaalt, geeft het hiervan kennis aan het orgaan van de woonplaats. De door de organen van de Lid-Staten toegepaste betalingsprocedure wordt in bijlage 6 vermeld.

2. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen andere betalingsprocedures overeenkomen voor de gevallen waarin alleen de bevoegde organen van deze Lid-Staten hierbij betrokken zijn. De overeenkomsten die ter zake worden gesloten worden aan de Administratieve Commissie medegedeeld.

3. De bepalingen van overeenkomsten die betrekking hebben op de betaling van de uitkeringen en die van toepassing waren op de dag vóór de inwerkingtreding van de verordening, blijven toepasselijk voor zover zij zijn vermeld in bijlage 5.

Artikel 54

Toezending van het borderel van de verschuldigde bedragen aan het uitbetalend orgaan

Het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, zendt aan het verbindingsorgaan van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de rechthebbende woont of aan het orgaan van de woonplaats, "uitbetalend orgaan" genaamd, een borderel in tweevoud van de verschuldigde bedragen, dat dit orgaan uiterlijk twintig dagen vóór de vervaldatum van de uitkeringen moet ontvangen.

Artikel 55

Storting van de verschuldigde bedragen op rekening van het uitbetalend orgaan

1. Het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is, stort tien dagen vóór de vervaldatum van de uitkeringen, in de valuta van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het gevestigd is, het bedrag nodig voor de betaling der verschuldigde bedragen die vermeld staan op het in artikel 54 van de toepassingsverordening bedoelde borderel. Deze storting geschiedt bij de nationale bank of bij een andere bankinstelling van de Staat op het grondgebied waarvan het orgaan is gevestigd dat de uitkeringen verschuldigd is, op een rekening ten name van de nationale bank of van een andere bankinstelling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het uitbetalende orgaan is gevestigd, en aan order van dat orgaan. Deze storting geldt als kwijting van het verschuldigde bedrag. Het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is, zendt tegelijkertijd aan het uitbetalende orgaan een bericht van storting.

2. De bankinstelling op de rekening waarvan de storting heeft plaatsgehad, crediteert het uitbetalende orgaan voor de tegenwaarde van het gestorte bedrag in de valuta van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan bedoeld orgaan is gevestigd.

3. Naam en plaats van vestiging van de in lid 1 bedoelde bankinstellingen zijn vermeld in bijlage 7.

Artikel 56

Betaling van de verschuldigde bedragen door het uitbetalende orgaan aan de rechthebbende

1. De verschuldigde bedragen die vermeld zijn op het borderel bedoeld in artikel 54 van de toepassingsverordening, worden door het uitbetalend orgaan voor rekening van het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, aan de rechthebbende betaald. Deze betalingen geschieden op de wijze als bepaald in de door het uitbetalend orgaan toegepaste wettelijke regeling.

2. Zodra het uitbetalend orgaan of enig ander door dit orgaan aangewezen orgaan kennis krijgt van een omstandigheid welke schorsing of intrekking van de uitkeringen rechtvaardigt, staakt het de betalingen. Dit geldt ook wanneer de rechthebbende zijn woonplaats naar het grondgebied van een andere Staat overbrengt.

3. Het uitbetalend orgaan stelt het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, in kennis van elke beweegreden voor het staken van de betaling. In geval van overlijden van de rechthebbende of zijn echtgenoot, of bij hertrouwen van een weduwe of weduwnaar, stelt het het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, in kennis van de datum waarop deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden.

Artikel 57

Afsluiting van de rekeningen der betalingen bedoeld in artikel 56 van de toepassingsverordening

1. Aan het einde van elk betalingstijdvak worden de rekeningen van de in artikel 56 van de toepassingsverordening bedoelde betalingen afgesloten, ten einde vast te stellen welke bedragen in feite aan de rechthebbenden of aan hun wettelijke vertegenwoordigers of gemachtigden zijn uitbetaald, alsmede welke bedragen niet zijn uitbetaald.

2. Het totale bedrag in cijfers en letters geschreven, uitgedrukt in de valuta van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is, is gevestigd, wordt gewaarmerkt als zijnde in overeenstemming met de betalingen verricht door het uitbetalend orgaan en wordt voorzien van de handtekening van de vertegenwoordiger van dit orgaan.

3. Het uitbetalende orgaan staat borg voor de regelmatigheid der vastgestelde betalingen.

4. Het verschil tussen de door het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is gestorte bedragen, uitgedrukt in de valuta van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan dit orgaan gevestigd is, en de in dezelfde valuta uitgedrukte waarde van de betalingen waarover door het uitbetalend orgaan verantwoording is afgelegd, wordt verrekend met de op dezelfde grond later door het orgaan dat de uitkeringen verschuldigd is, te storten bedragen.

Artikel 58

In rekening brengen van de kosten verbonden aan de uitbetaling van de uitkeringen

De kosten verbonden aan de uitbetaling van de uitkeringen, met name porto- en bankkosten, kunnen door het uitbetalend orgaan aan de rechthebbenden in rekening worden gebracht, op de wijze, vastgesteld in de door dat orgaan toegepaste wettelijke regeling.

Artikel 59

Mededeling van overbrenging van woonplaats van de rechthebbende

Wanneer de rechthebbende op uitkeringen die krachtens de wettelijke regeling van een of meer Lid-Staten verschuldigd zijn, zijn woonplaats overbrengt van het grondgebied van de ene Staat naar dat van een andere Staat, is hij verplicht hiervan kennis te geven aan het orgaan of de organen die deze uitkeringen verschuldigd zijn, alsmede aan het uitbetalend orgaan.

HOOFDSTUK 4

ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN

Toepassing van de artikelen 52 en 53 van de verordening

Artikel 60

Verstrekkingen ingeval de woonplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 52, onder a), van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht aan het orgaan van de woonplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat hij recht op genoemde verstrekkingen heeft. Deze verklaring wordt afgegeven door het bevoegde orgaan, in voorkomend geval, na kennisneming van de door de werkgever verstrekte inlichtingen. Indien de wettelijke regeling van de bevoegde Staat daarin voorziet, is de werknemer of zelfstandige bovendien verplicht aan het orgaan van zijn woonplaats een door het bevoegde orgaan afgegeven bericht van ontvangst van de aangifte van een arbeidsongeval of beroepsziekte over te leggen. Indien de belanghebbende deze stukken niet overlegt, verzoekt het orgaan van de woonplaats het bevoegde orgaan daarom en kent het hem in afwachting daarvan de verstrekkingen van de ziekteverzekering toe, voor zover hij voldoet aan de voorwaarden die daarop recht geven.

2. Deze verklaring blijft geldig zolang het orgaan van de woonplaats geen kennisgeving van intrekking ervan heeft ontvangen. Wanneer bedoelde verklaring evenwel door een Frans orgaan wordt afgegeven, is zij slechts geldig gedurende een jaar na de datum van afgifte en moet zij jaarlijks worden vernieuwd.

3. Indien het een seizoenarbeider betreft, is de in lid 1 bedoelde verklaring geldig gedurende de gehele voor de seizoenarbeid voorziene tijdsduur, tenzij het bevoegde orgaan tussentijds het orgaan van de woonplaats van intrekking ervan in kennis stelt.

4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de belanghebbende de bewijsstukken over die krachtens de wettelijke regeling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont, vereist zijn voor de toekenning van verstrekkingen.

5. In geval van opneming in een ziekenhuis geeft het orgaan van de woonplaats, binnen drie dagen na de dag waarop het de datum van opneming in het ziekenhuis heeft vernomen, aan het bevoegde orgaan kennis van deze datum, van de vermoedelijke verblijfsduur en van de datum van vertrek.

6. Het orgaan van de woonplaats stelt het bevoegde orgaan vooraf in kennis van elke beslissing omtrent de toekenning van verstrekkingen waarvan de vermoedelijke of daadwerkelijke kosten een door de Administratieve Commissie vastgesteld en periodiek herzien vast bedrag overschrijden.

Het bevoegde orgaan kan hiertegen, onder opgave van redenen, binnen een termijn van vijftien dagen, gerekend vanaf de verzending van deze kennisgeving, zo nodig verzet aantekenen; indien na afloop van deze termijn bij het orgaan van de woonplaats een verzet is aangetekend, kent het de verstrekkingen toe. Indien dergelijke verstrekkingen in onmiskenbare spoedgevallen moeten worden toegekend, stelt het orgaan van de woonplaats het bevoegde orgaan hiervan onverwijld in kennis.

7. De belanghebbende is verplicht het orgaan van de woonplaats in kennis te stellen van iedere verandering in zijn omstandigheden waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd, in het bijzonder van iedere beëindiging of verandering van dienstbetrekking of werkzaamheden in loondienst of anders dan in loondienst of van iedere overbrenging van de woon- of verblijfplaats. Het bevoegde orgaan stelt eveneens het orgaan van de woonplaats in kennis van het beëindigen van de aansluiting van de belanghebbende of van diens rechten op verstrekkingen. Het orgaan van de woonplaats kan te allen tijde aan het bevoegde orgaan verzoeken om alle inlichtingen omtrent de aansluiting van de belanghebbende of diens rechten op verstrekkingen.

8. Indien het grensarbeiders betreft, mogen genees- en verbandmiddelen, brillen, kunstmiddelen van kleine omvang en laboratoriumanalysen en -proeven slechts worden afgegeven of verricht op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij worden voorgeschreven overeenkomstig het bepaalde in de wettelijke regeling van deze Lid-Staat.

9. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, een andere wijze van toepassing overeenkomen.

Artikel 61

Andere uitkeringen dan renten ingeval de woonplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

1. Om in aanmerking te komen voor andere uitkeringen dan renten krachtens artikel 52, onder b), van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht zich binnen een termijn van drie dagen na het begin van de arbeidsongeschiktheid tot het orgaan van de woonplaats te wenden onder overlegging van een kennisgeving van onderbreking van de werkzaamheden of, indien de wettelijke regeling die door het bevoegde orgaan of het orgaan van de woonplaats wordt toegepast, hierin voorziet, een door de behandelende geneesheer afgegeven bewijs van arbeidsongeschiktheid.

2. Wanneer de behandelende geneesheren van het land van de woonplaats geen bewijzen van arbeidsongeschiktheid afgeven, wendt de belanghebbende zich rechtstreeks tot het orgaan van de woonplaats binnen de termijn die is vastgesteld in de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling.

Dit orgaan laat onmiddellijk de arbeidsongeschiktheid medisch vaststellen, en het in lid 1 bedoelde bewijs uitschrijven. Dit bewijs, waarin de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid moet worden vermeld, wordt onverwijld naar het bevoegde orgaan doorgezonden.

3. In de gevallen waarin lid 2 niet van toepassing is onderwerpt het orgaan van de woonplaats de belanghebbende zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen drie dagen na de datum waarop hij zich tot dit orgaan heeft gewend, aan een geneeskundige controle, alsof het een eigen verzekerde betrof. Het verslag van de controlerende geneeskundige, waarin met name de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid wordt vermeld, wordt door het orgaan van de woonplaats aan het bevoegde orgaan gezonden, en wel binnen drie dagen na de datum waarop de controle plaatsvond.

4. Het orgaan van de woonplaats oefent later zo nodig de administratieve en geneeskundige controle op de belanghebbende uit, alsof hij bij dit orgaan verzekerd was. Zodra dit orgaan vaststelt dat de belanghebbende opnieuw arbeidsgeschikt is, stelt het de belanghebbende en ook het bevoegde orgaan daarvan onverwijld in kennis, met opgave van de datum waarop de arbeidsongeschiktheid eindigt. Onverminderd het bepaalde in lid 6, wordt de kennisgeving aan de belanghebbende geacht te gelden als een beslissing die voor rekening van het bevoegde orgaan is genomen.

5. Het bevoegde orgaan behoudt in ieder geval de bevoegdheid de controle op belanghebbende door een arts van eigen keuze te laten verrichten.

6. Indien het bevoegde orgaan besluit de uitkeringen te weigeren, omdat de belanghebbende zich niet aan de formaliteiten van de wettelijke regeling van het land van de woonplaats heeft onderworpen, of indien het vaststelt dat de belanghebbende weer arbeidsgeschikt is, stelt het de belanghebbende in kennis van deze beslissing en zendt het gelijktijdig een afschrift daarvan aan het orgaan van de woonplaats.

7. Wanneer de belanghebbende de arbeid hervat, geeft hij hiervan bericht aan het bevoegde orgaan, indien zulks in de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling is voorzien.

8. Het bevoegde orgaan betaalt de uitkeringen met behulp van alle daartoe aangewezen middelen, met name per internationale postwissel, en geeft het orgaan van de woonplaats en de belanghebbende hiervan kennis. Indien de uitkeringen door het orgaan van de woonplaats voor rekening van het bevoegde orgaan worden betaald, stelt het bevoegde orgaan de belanghebbende van zijn rechten in kennis en doet het mededeling aan het orgaan van de woonplaats van het bedrag van de uitkeringen, de data waarop zij moeten worden betaald en de maximumduur waarover zij ingevolge de wettelijke regeling van de bevoegde Staat worden toegekend.

9. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, een andere wijze van toepassing overeenkomen.

Toepassing van artikel 55 van de verordening

Artikel 62

Verstrekkingen ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen is de in artikel 14, lid 2, onder a), van de verordening bedoelde werknemer bij het internationale vervoer, die zich voor het vervullen van zijn dienstbetrekking op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat bevindt, verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats zo spoedig mogelijk een bijzondere verklaring over te leggen die door zijn werkgever of diens vertegenwoordiger is afgegeven in de loop van de kalendermaand waarin zij wordt overgelegd of in de loop van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden. In deze verklaring wordt met name de datum vermeld sedert welke de verzekerde voor rekening van genoemde werkgever werkt, alsmede de naam en de plaats van vestiging van het bevoegde orgaan. Wanneer de belanghebbende deze verklaring heeft overgelegd, wordt hij geacht te voldoen aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen. Indien de belanghebbende niet in staat is zich vóór de medische behandeling tot het orgaan van de verblijfplaats te wenden, ontvangt hij deze behandeling toch op vertoon van bedoelde verklaring, alsof hij bij dat orgaan verzekerd was.

2. Het orgaan van de verblijfplaats richt zich binnen drie dagen tot het bevoegde orgaan, ten einde te vernemen of de belanghebbende aan de voorwaarden voor het ingaan van het recht op verstrekkingen voldoet. Het is verplicht de verstrekkingen te verlenen tot de ontvangst van het antwoord van het bevoegde orgaan en ten hoogste gedurende een termijn van dertig dagen.

3. Het bevoegde orgaan zendt het orgaan van de verblijfplaats antwoord binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek van dit orgaan. Indien dit antwoord bevestigend luidt, deelt het bevoegde orgaan in voorkomend geval de maximumduur mede waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling, en zet het orgaan van de verblijfplaats de verlening van bedoelde verstrekkingen voort.

4. De verstrekkingen die zijn verleend op grond van de in lid 1 bedoelde veronderstelling, worden vergoed overeenkomstig artikel 36, lid 1, van de verordening.

5. In plaats van de in lid 1 bedoelde verklaring mag de belanghebbende aan het orgaan van de verblijfplaats de in lid 6 bedoelde verklaring overleggen.

6. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 55, lid 1, onder a), i), van de verordening, anders dan in de gevallen waarin de in lid 1 bedoelde veronderstelling wordt ingeroepen, is de belanghebbende verplicht aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat hij recht op de verstrekkingen heeft. In deze verklaring die zo mogelijk door het bevoegde orgaan wordt afgegeven voordat de belanghebbende het grondgebied van de Lid-Staat waar hij woont verlaat, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van de bevoegde Staat. Indien de belanghebbende deze verklaring niet overlegt, verzoekt het orgaan van de verblijfplaats het bevoegde orgaan daarom.

7. Artikel 60, leden 5, 6 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 63

Verstrekkingen aan werknemers of zelfstandigen bij overbrenging van hun woonplaats of terugkeer naar het land van hun woonplaats en aan werknemers of zelfstandigen die toestemming hebben om zich met het oog op hun geneeskundige verzorging naar een andere Lid-Staat te begeven

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 55, lid 1, onder b), i), van de verordening, is de werknemer of zelfstandige verplicht aan het orgaan van de woonplaats een verklaring over te leggen, waarin wordt bevestigd dat hij het recht op bedoelde verstrekkingen mag behouden. In deze verklaring, die door het bevoegde orgaan wordt afgegeven, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen nog kunnen worden verleend volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat. De verklaring kan worden afgegeven na het vertrek en op verzoek van de belanghebbende, wanneer zij wegens overmacht niet voordien kon worden opgesteld.

2. Artikel 60, leden 5, 6 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing voor het verlenen van verstrekkingen in het geval, bedoeld in artikel 55, lid 1, onder c), i), van de verordening.

Artikel 64

Andere uitkeringen dan renten, ingeval de verblijfplaats in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat ligt

Om in aanmerking te komen voor andere uitkeringen dan renten krachtens artikel 55, lid 1, onder a), ii), van de verordening is artikel 61 van de toepassingsverordening van overeenkomstige toepassing. De werknemer of zelfstandige die op het grondgebied van een Lid-Staat verblijft zonder aldaar beroepswerkzaamheden te verrichten, is evenwel niet verplicht de in artikel 61, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde kennisgeving van onderbreking van de werkzaamheden over te leggen, zulks onverminderd de verplichting een bewijs van arbeidsongeschiktheid over te leggen.

Toepassing van de artikelen 52 tot en met 56 van de verordening

Artikel 65

Aangiften, onderzoek en uitwisseling van inlichtingen tussen organen betreffende een arbeidsongeval of een beroepsziekte in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat

1. Wanneer het arbeidsongeval plaatsvindt of de beroepsziekte voor de eerste maal medisch wordt vastgesteld op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat, moet de aangifte van het arbeidsongeval of van de beroepsziekte worden gedaan overeenkomstig de wettelijke regeling van de bevoegde Staat, in voorkomend geval onverminderd alle wettelijke bepalingen die op het grondgebied van de Lid-Staat waar het arbeidsongeval plaatsvond of waar de beroepsziekte voor de eerste maal medisch werd vastgesteld, gelden en die in een dergelijk geval van toepassing blijven. Deze aangifte wordt aan het bevoegde orgaan gericht en aan het orgaan van de woon- of verblijfplaats wordt een afschrift gezonden.

2. Het orgaan van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het arbeidsongeval plaatsvond of waar de beroepsziekte voor de eerste maal medisch werd vastgesteld, zendt aan het bevoegde orgaan de op dit grondgebied opgestelde geneeskundige verklaringen in tweevoud toe, en verstrekt op verzoek van laatstgenoemd orgaan alle ter zake dienende inlichtingen.

3. Indien bij een ongeval op weg van of naar het werk op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat een onderzoek moet plaatsvinden op het grondgebied van eerstgenoemde Lid-Staat, kan hiertoe een met het onderzoek belaste persoon worden aangewezen door het bevoegde orgaan, dat de autoriteiten van deze Lid-Staat hiervan in kennis stelt. Deze autoriteiten verlenen hun medewerking aan deze met het onderzoek belaste persoon, in het bijzonder door iemand aan te wijzen die hem terzijde moet staan bij de raadpleging van de processen-verbaal en alle andere stukken die op het ongeval betrekking hebben.

4. Na afloop van de behandeling wordt een uitvoerig verslag, vergezeld van de geneeskundige verklaringen betreffende de blijvende gevolgen van het ongeval of de ziekte en in het bijzonder de huidige toestand van de getroffene alsmede de genezing of de consolidatie van de letsels, aan het bevoegde orgaan gezonden. De honoraria hiervoor worden betaald door het orgaan van de woonplaats casu quo het orgaan van de verblijfplaats, overeenkomstig het door dit orgaan toegepaste tarief; deze honoraria komen voor rekening van het bevoegde orgaan.

5. Desgevraagd geeft het bevoegde orgaan het orgaan van de woonplaats casu quo het orgaan van de verblijfplaats kennis van de beslissing waarin de datum van de genezing of van de consolidatie der letsels wordt vastgesteld, alsmede, in voorkomend geval, van de beslissing betreffende de toekenning van een rente.

Artikel 66

Geschillen naar aanleiding van de vraag of het ongeval of de ziekte al dan niet het gevolg van de uitoefening van een beroep is

1. Wanneer het bevoegde orgaan betwist dat in het geval bedoeld in artikel 52 of artikel 55, lid 1, van de verordening, de wettelijke regeling inzake arbeidsongevallen of beroepsziekten van toepassing is, stelt het het orgaan van de woonplaats of het orgaan van de verblijfplaats dat de verstrekkingen heeft verleend, hiervan onmiddellijk in kennis; de verstrekkingen worden dan als verstrekkingen van de ziekteverzekering beschouwd en worden verder uit dien hoofde verleend op vertoon van de in de artikelen 20 en 21 van de toepassingsverordening bedoelde bewijzen en verklaringen.

2. Wanneer hieromtrent een definitieve beslissing is genomen, stelt het bevoegde orgaan het orgaan van de woonplaats of het orgaan van de verblijfplaats dat de verstrekkingen heeft verleend, hiervan onmiddellijk in kennis. Dit orgaan zet de verlening van deze verstrekkingen op grond van de ziekteverzekering voort, indien de belanghebbende recht hierop heeft en het geen arbeidsongeval of beroepsziekte betreft. In het tegenovergestelde geval worden de door de belanghebbende op grond van de ziekteverzekering genoten verstrekkingen beschouwd als prestaties wegens arbeidsongevallen of beroepsziekten.

Toepassing van artikel 57 van de verordening

Artikel 67 (7)

Procedure bij blootstelling aan het risico van een beroepsziekte in meer dan één Lid-Staat

1. In het geval bedoeld in artikel 57, lid 1, van de verordening wordt de aangifte van de beroepsziekte doorgezonden hetzij aan het voor beroepsziekten bevoegde orgaan van de Lid-Staat onder de wettelijke regeling waarvan de getroffene laatstelijk werkzaamheden heeft verricht waardoor de bedoelde beroepsziekte kon ontstaan, hetzij aan het orgaan van de woonplaats dat de aangifte aan het bedoelde bevoegde orgaan doorzendt.

2. Indien het in lid 1 bedoelde bevoegde orgaan vaststelt, dat werkzaamheden waardoor de betrokken beroepsziekte kon ontstaan, het laatst onder de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat zijn uitgeoefend, zendt het de aangifte en de daarbij gevoegde stukken aan het overeenkomstige orgaan van deze Lid-Staat door.

3. Wanneer het orgaan van de Lid-Staat onder de wettelijke regeling waarvan de getroffene laatstelijk werkzaamheden heeft verricht, waardoor de betrokken beroepsziekte kon ontstaan, vaststelt dat de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen niet voldoen aan de voorwaarden van deze wettelijke regeling, rekening houdende met artikel 57, leden 2, 3 en 4, van de verordening:

a) zendt genoemd orgaan de aangifte en alle daarbij behorende stukken, met inbegrip van de bevindingen en verslagen van het geneeskundig onderzoek dat door het eerste orgaan is verricht, alsmede een afschrift van de onder b) bedoelde beslissing, onverwijld door aan het orgaan van de Lid-Staat, onder de wettelijke regeling waarvan de getroffene voordien werkzaamheden heeft verricht waardoor de betrokken beroepsziekte kon ontstaan;

b) stelt genoemd orgaan gelijktijdig de belanghebbende in kennis van zijn beslissing, waarbij in het bijzonder de redenen tot weigering van de uitkeringen, de rechtsmiddelen en de beroepstermijnen worden vermeld, alsmede de datum waarop het dossier aan het onder a) vermelde orgaan werd doorgezonden.

4. In voorkomend geval kan volgens dezelfde procedure verder worden teruggegaan tot aan het overeenkomstige orgaan van de Lid-Staat onder de wettelijke regeling waarvan de getroffene het eerst werkzaamheden heeft verricht waardoor de bedoelde beroepsziekte kon ontstaan.

Artikel 68 (7)

Uitwisseling van inlichtingen tussen organen bij beroep tegen een afwijzende beslissing — Betaling van voorschotten bij een dergelijk beroep

1. Indien beroep wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van het orgaan van één der Lid-Staten onder de wettelijke regeling waarvan de getroffene werkzaamheden heeft verricht waardoor de betrokken beroepsziekte kan ontstaan, is dit orgaan verplicht hiervan kennis te geven aan het orgaan waaraan de aangifte werd doorgestuurd, volgens de procedure van artikel 67, lid 3, van de toepassingsverordening, en om het later op de hoogte te stellen van de definitieve beslissing.

2. Indien krachtens de wettelijke regeling die laatstgenoemd orgaan toepast, met inachtneming van artikel 57, leden 2, 3 en 4, van de verordening, recht op uitkeringen is ingegaan, betaalt dit orgaan voorschotten waarvan het bedrag, eventueel na raadpleging van het orgaan tegen welks beslissing beroep werd ingesteld, wordt bepaald. Laatstgenoemd orgaan betaalt het bedrag der uitbetaalde voorschotten terug, indien het, ingevolge het ingestelde beroep, verplicht is de uitkeringen te verlenen. Dit bedrag wordt dan ingehouden op het bedrag der aan de belanghebbende verschuldigde uitkeringen.

Artikel 69 (7)

Omslag van de lasten der uitkeringen in geval van selerogene pneumoroniosis

Voor de toepassing van artikel 57, lid 5, van de verordening gelden de volgende regels:

a) het bevoegde orgaan van de Lid-Staat, ingevolge de wettelijke regeling waarvan de uitkeringen krachtens artikel 57, lid 1, van de verordening worden toegekend, aangeduid als "het met het betalen van de uitkeringen belaste orgaan", maakt gebruik van een formulier, waarin met name een overzicht en een samenvatting voorkomen van alle tijdvakken van verzekering (ouderdomsverzekering) of wonen die de getroffene heeft vervuld krachtens de wettelijke regeling van elk der betrokken Lid-Staten;

b) het met betalen van de uitkeringen belaste orgaan zendt dit formulier door aan alle organen van de ouderdomsverzekering van die Lid-Staten waarbij de getroffene aangesloten is geweest; elk dezer organen vermeldt op het formulier de tijdvakken van verzekering (ouderdomsverzekering) of wonen die krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling werden vervuld en zendt het aan het met het betalen van de uitkeringen belaste orgaan terug.

c) het met het betalen van de uitkeringen belaste orgaan slaat vervolgens de lasten om over dit orgaan zelf en de andere betrokken bevoegde organen; het brengt deze omslag, naar behoren gemotiveerd met name wat betreft het bedrag der toegekende uitkeringen en de berekening der omslagpercentages, voor akkoordbevinding te hunner kennis;

d) aan het eind van elk kalenderjaar zendt het met het betalen van de uitkeringen belaste orgaan aan de andere betrokken bevoegde organen een lijst van de in de loop van het betrokken dienstjaar betaalde uitkeringen, onder vermelding van het bedrag dat door elk der organen is verschuldigd, overeenkomstig de onder c) vermelde omslag; elk van deze organen betaalt het verschuldigde bedrag zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen drie maanden terug aan het met het betalen van de uitkeringen belaste orgaan.

Toepassing van artikel 58, lid 3, van de verordening

Artikel 70

Verklaring betreffende de gezinsleden die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de uitkeringen, renten inbegrepen

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 58, lid 3, van de verordening, is de aanvrager verplicht een verklaring over te leggen betreffende zijn gezinsleden die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar zich het orgaan bevindt dat de uitkeringen moet vaststellen.

Deze verklaring wordt afgegeven door het orgaan van de ziekteverzekering van de woonplaats van de gezinsleden of door een ander orgaan dat wordt aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan zij hun woonplaats hebben. Artikel 25, lid 2, tweede en derde alinea, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

In plaats van de in de eerste alinea voorgeschreven verklaring kan het met de vaststelling van de uitkeringen belaste orgaan van de aanvrager recente stukken van de burgerlijke stand verlangen omtrent zijn gezinsleden die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar zich genoemd orgaan bevindt.

2. Indien in het in lid 1 bedoelde geval de wettelijke regeling die door het betrokken orgaan wordt toegepast, eist dat de gezinsleden bij de aanvrager inwonen, dient het bewijs dat het onderhoud van deze gezinsleden, wanneer zij niet aan deze voorwaarde voldoen, niettemin hoofdzakelijk ten laste van de aanvrager komt, te worden geleverd door middel van stukken waaruit de regelmatige overmaking van een deel van de verdiensten blijkt.

Toepassing van artikel 60 van de verordening

Artikel 71

Verergering van een beroepsziekte

1. In de gevallen bedoeld in artikel 60, lid 1, van de verordening is de aanvrager verplicht aan het orgaan van de Lid-Staat, waarbij hij aanspraak op uitkeringen maakt, alle inlichtingen te verstrekken omtrent vroeger voor de bedoelde beroepsziekte toegekende uitkeringen. Dit orgaan kan zich, ter verkrijging van de inlichtingen die het noodzakelijk acht, wenden tot elk ander orgaan dat vroeger bevoegd is gewest.

2. In het in artikel 60, lid 1, onder c), van de verordening bedoelde geval geeft het bevoegde orgaan dat verplicht is de uitkeringen te betalen, aan het andere betrokken orgaan voor akkoordbevinding kennis van het bedrag dat ten gevolge van de verergering voor rekening van laatstgenoemd orgaan komt, één en ander naar behoren gemotiveerd. Aan het einde van elk kalenderjaar zendt eerstgenoemd orgaan aan het tweede een lijst van de gedurende het betreffende dienstjaar betaalde uitkeringen, onder vermelding van het bedrag dat verschuldigd is door laatstgenoemd orgaan, dat het bedrag zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen drie maanden terugbetaalt.

3. In het in artikel 60, lid 2, onder b), eerste zin, van de verordening bedoelde geval, geeft het met het betalen van de uitkeringen belaste orgaan voor akkoordbevinding aan de betrokken bevoegde organen kennis van de in de vroegere omslag van de lasten aangebrachte wijzigingen, één en ander naar behoren gemotiveerd.

4. In het in artikel 60, lid 2, onder b), tweede zin, van de verordening bedoelde geval is lid 2 van overeenkomstige toepassing.

Toepassing van artikel 61, leden 5 en 6, van de verordening

Artikel 72

Beoordeling van de mate van ongeschiktheid bij een eerder of een later voorgekomen arbeidsongeval of beroepsziekte

1. Voor de vaststelling van de mate van ongeschiktheid, het verkrijgen van het recht op uitkering of de hoogte van de uitkeringen in de gevallen als bedoeld in artikel 61, leden 5 en 6, van de verordening, is de aanvrager verplicht aan het bevoegde orgaan van de Lid-Staat, aan de wetgeving waarvan hij onderworpen was toen het arbeidsongeval plaatsvond of de beroepsziekte voor de eerste maal medisch werd vastgesteld, alle inlichtingen te verstrekken omtrent arbeidsongevallen of beroepsziekten waardoor hij reeds eerder of later werd getroffen, terwijl hij aan de wetgeving van enige andere Lid-Staat onderworpen was, ongeacht welke mate van ongeschiktheid in deze eerdere of latere gevallen is ontstaan.

2. Het bevoegde orgaan houdt overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving voor het verkrijgen van het recht op uitkeringen en het vaststellen van de hoogte van de uitkeringen rekening met de mate van ongeschiktheid die in deze eerdere of latere gevallen is ontstaan.

3. Het bevoegde orgaan kan zich ter verkrijging van de inlichtingen die het nodig acht wenden tot elk ander orgaan dat eerder of later bevoegd is geweest.

Wanneer een eerdere of latere arbeidsongeschiktheid werd veroorzaakt door een ongeval dat plaatsvond terwijl de betrokkene onderworpen was aan de wetgeving van een Lid-Staat waarin geen onderscheid wordt gemaakt naar de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid, is het bevoegde orgaan voor de eerdere of latere arbeidsongeschiktheid of de daartoe door de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat aangewezen instelling verplicht op verzoek van het bevoegde orgaan van een andere Lid-Staat inlichtingen te verstrekken over de mate van een eerdere of latere arbeidsongeschiktheid, alsmede, voor zover mogelijk, gegevens aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of de arbeidsongeschiktheid het gevolg was van een arbeidsongeval in de zin van de door het orgaan van de tweede Lid-Staat toegepaste wetgeving. Indien zulks het geval is, is lid 2 van overeenkomstige toepassing.

Toepassing van artikel 62, lid 1, van de verordening

Artikel 73

Organen tot welke werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde bedrijven zich kunnen wenden wanneer de woon- of verblijfplaats in een andere Lid-Staat ligt dan de bevoegde Staat

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 62, lid 1, van de verordening en wanneer in het land van woon- of verblijfplaats de prestaties van het verzekeringsstelsel voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, waaronder de handarbeiders in de staalindustrie vallen, gelijkwaardig zijn aan die van het bijzondere stelsel voor werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde bedrijven, kunnen de werknemers van deze categorie zich wenden tot het dichtstbij gelegen orgaan op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben, welk orgaan is vermeld in bijlage 3 van de toepassingsverordening, zelfs indien dit orgaan een orgaan is van het stelsel dat van toepassing is op handarbeiders in de staalindustrie, dat alsdan verplicht is deze prestaties te verlenen.

2. Wanneer de prestaties van het bijzondere stelsel voor werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde bedrijven, gunstiger zijn, hebben deze werknemers de mogelijkheid zich te wenden hetzij tot het orgaan dat belast is met de toepassing van dit stelsel, hetzij tot het dichtstbij gelegen orgaan op het grondgebied van de Lid-Staat waar zij hun woon- of verblijfplaats hebben, welk orgaan het stelsel voor de handarbeiders in de staalindustrie toepast. In het laatste geval is het betrokken orgaan verplicht de aandacht van de belanghebbende te vestigen op de omstandigheid dat hij, door zich te wenden tot het orgaan dat is belast met de toepassing van bovenvermeld bijzonder stelsel, gunstiger prestaties kan verkrijgen; bovendien dient het hem de naam en het adres van dit orgaan mede te delen.

Toepassing van artikel 62, lid 2, van de verordening

Artikel 74

In aanmerking nemen van het tijdvak waarover reeds door het orgaan van een andere Lid-Staat prestaties werden verleend

Voor de toepassing van artikel 62, lid 2, van de verordening kan het orgaan van een Lid-Staat dat prestaties moet verlenen, bij het orgaan van een andere Lid-Staat gegevens opvragen omtrent het tijdvak waarover laatstbedoeld orgaan reeds prestaties heeft verleend voor hetzelfde arbeidsongeval of dezelfde beroepsziekte.

Indiening en behandeling van aanvragen om renten, met uitzondering van de renten voor beroepsziekten bedoeld in artikel 57 van de verordening

Artikel 75

1. Om in aanmerking te konen voor een rente of een aanvullende uitkering uit hoofde van de wettelijke regeling van een Lid-Staat, zijn de werknemer of zelfstandige of diens nagelaten betrekkingen die op het grondgebied van een andere Lid-Staat wonen, verplicht een aanvraag te richten hetzij tot het bevoegde orgaan, hetzij tot het orgaan van de woonplaats, dat deze aan het bevoegde orgaan doorzendt. De volgende regels gelden voor het indienen van de aanvraag:

a) de aanvraag dient vergezeld te gaan van de vereiste bewijsstukken en te zijn opgesteld op het formulier, dat is voorgeschreven in de door het bevoegde orgaan toegepaste wettelijke regeling;

b) de juistheid van de door de aanvrager verstrekte gegevens moet worden aangetoond door bij het aanvraagformulier gevoegde officiële stukken, of worden bevestigd door de bevoegde instanties van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont.

2. Het bevoegde orgaan geeft de aanvrager rechtstreeks of door bemiddeling van het verbindingsorgaan van de bevoegde Staat kennis van zijn beslissing; het zendt een afschrift van deze beslissing aan het verbindingsorgaan van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont.

Administratieve en medische controle

Artikel 76

1. De administratieve en medische controle, alsmede de medische onderzoeken, in geval van herziening van de renten, worden op verzoek van het bevoegde orgaan verricht door het orgaan van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de rechthebbende zich bevindt, op de wijze als bepaald in de wettelijke regeling die door laatstgenoemd orgaan wordt toegepast. Het bevoegde orgaan behoudt evenwel de bevoegdheid de controle op de rechthebbende door een arts van eigen keuze te laten verrichten.

2. Één ieder die voor zich zelf of voor een wees een rente ontvangt, is verplicht het orgaan dat hem deze rente verschuldigd is, op de hoogte te stellen van alle wijzigingen in zijn omstandigheden of in die van de wees, waardoor het recht op de rente kan worden gewijzigd.

Betaling van de renten

Artikel 77

De betaling van de renten die door het orgaan van een Lid-Staat verschuldigd zijn aan rentetrekkers die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat, geschiedt overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 58 van de toepassingsverordening.

HOOFDSTUK 5

UITKERINGEN BIJ OVERLIJDEN

Toepassing van de artikelen 64, 65 en 66 van de verordening

Artikel 78

Indiening van de aanvraag om uitkering

Om in aanmerking te komen voor een uitkering bij overlijden krachtens de wettelijke regeling van een andere Lid-Staat dan de Lid-Staat op het grondgebied waarvan hij woont, is de aanvrager verplicht zijn aanvraag ofwel tot het bevoegde orgaan te richten ofwel tot het orgaan van zijn woonplaats.

De aanvraag dient vergezeld te gaan van de bewijsstukken, vereist in de door het bevoegde orgaan toegepaste wettelijke regeling.

De juistheid van de door de aanvrager verstrekte gegevens moet worden aangetoond door bij de aanvraag gevoegde officiële stukken of worden bevestigd door de bevoegde organen van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de aanvrager woont.

Artikel 79

Verklaring betreffende tijdvakken

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 64 van de verordening, is de aanvrager verplicht aan het bevoegde orgaan een verklaring over te leggen waarin de tijdvakken van verzekering of wonen zijn vermeld, die de werknemer of zelfstandige heeft vervuld krachtens de wettelijke regeling waaraan hij laatstelijk onderworpen is geweest.

2. Deze verklaring wordt op verzoek van de aanvrager verstrekt door het orgaan van de ziekteverzekering casu quo het orgaan van de ouderdomsverzekering waarbij de werknemer of zelfstandige het laatst aangesloten is geweest. Indien de aanvrager deze verklaring niet overlegt, verzoekt het bevoegde orgaan één van voornoemde organen daarom.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien het nodig is met vroeger krachtens de wettelijke regeling van enige andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering of wonen rekening te houden om aan de in de wettelijke regeling van de bevoegde Staat gestelde voorwaarden te voldoen.

HOOFDSTUK 6

WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN

Toepassing van artikel 67 van de verordening

Artikel 80

Verklaring betreffende de tijdvakken van verzekering of van arbeid

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 67, lid 1, 2 of 4, van de verordening, is de belanghebbende verplicht aan het bevoegde orgaan een verklaring over te leggen waarin de tijdvakken van verzekering of van arbeid als werknemer zijn vermeld, die zijn vervuld krachtens de wettelijke regeling waaraan hij tevoren en laatstelijk onderworpen is geweest, alsmede alle aanvullende inlichtingen die zijn vereist bij de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling.

2. Deze verklaring wordt op verzoek van de belanghebbende, hetzij door het voor werkloosheid bevoegde orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan hij tevoren en laatstelijk onderworpen is geweest, hetzij door een ander door de bevoegde autoriteit van genoemde Lid-Staat aangewezen orgaan verstrekt. Indien hij genoemde verklaring niet overlegt, verzoekt het bevoegde orgaan één der voornoemde organen daarom.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing indien het nodig is met de vroeger krachtens de wettelijke regeling van enige andere Lid-Staat als werknemer vervulde tijdvakken van verzekering of van arbeid rekening te houden om aan de in de wettelijke regeling van de bevoegde Staat gestelde voorwaarden te voldoen.

Toepassing van artikel 68 van de verordening

Artikel 81

Verklaring ter berekening van de uitkeringen

Voor de berekening van de uitkeringen die ten laste komen van een in artikel 68, lid 1, van de verordening bedoeld orgaan indien de belanghebbende zijn laatste werkzaamheden niet gedurende ten minste vier weken heeft uitgeoefend op het grondgebied van de Lid-Staat waar zich dit orgaan bevindt, is hij verplicht aan het orgaan een verklaring over te leggen, die de aard vermeldt van de laatstelijk door hem op het grondgebied van een andere Lid-Staat verrichte werkzaamheden die gedurende ten minste vier weken werden uitgeoefend, alsmede de bedrijfstak waarin deze werkzaamheden werden uitgeoefend. Indien de belanghebbende deze verklaring niet overlegt, verzoekt genoemd orgaan daarom hetzij aan het voor de werkloosheid bevoegde orgaan van laatstgenoemde Lid-Staat, waarbij hij het laatst was aangesloten, hetzij aan een ander orgaan dat door de bevoegde autoriteit van genoemde Staat is aangewezen.

Artikel 82

Verklaring betreffende de gezinsleden die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de uitkeringen

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 68, lid 2, van de verordening is de belanghebbende verplicht aan het bevoegde orgaan een verklaring over te leggen met betrekking tot zijn gezinsleden die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar zich bedoeld orgaan bevindt.

2. Deze verklaring wordt afgegeven door het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan deze gezinsleden wonen. Hierin moet worden bevestigd dat de gezinsleden niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van werkloosheidsuitkeringen die aan een andere persoon krachtens de wettelijke regeling van bedoelde Lid-Staat verschuldigd zijn.

De verklaring is geldig gedurende twaalf maanden na de datum van afgifte. Zij kan worden vernieuwd; in dit geval loopt de geldigheidsduur vanaf de datum van de vernieuwing. De belanghebbende is verplicht het bevoegde orgaan onmiddellijk kennis te geven van elk feit waardoor genoemde verklaring moet worden gewijzigd. Een dergelijke wijziging wordt van kracht op de dag waarop dit feit zich heeft voorgedaan.

3. Indien het orgaan dat de in lid 1 bedoelde verklaring afgeeft, niet kan bevestigen dat de gezinsleden niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van werkloosheidsuitkeringen, die aan een andere persoon verschuldigd zijn krachtens de wettelijke regeling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan zij wonen, vult de belanghebbende bedoelde verklaring, op het tijdstip dat hij haar bij het bevoegde orgaan indient, in die zin aan.

Het bepaalde in lid 2, tweede alinea, is van overeenkomstige toepassing op de aanvullende verklaring.

Toepassing van artikel 69 van de verordening

Artikel 83

Voorwaarden voor en beperkingen van de handhaving van het recht op uitkering wanneer de werkloze zich naar een andere Lid-Staat begeeft

1. Om het recht op uitkering te behouden, is de in artikel 69, lid 1, van de verordening bedoelde werkloze verplicht aan het orgaan van de plaats waarheen hij zich heeft begeven een verklaring over te leggen waarin het bevoegde orgaan bevestigt dat hij onder de in lid 1, onder b), van bedoeld artikel gestelde voorwaarden recht blijft houden op uitkering. Het bevoegde orgaan vermeldt met name in deze verklaring:

a) het bedrag van de volgens de wettelijke regeling van de bevoegde Staat aan de werkloze te betalen uitkering;

b) sinds welke datum de belanghebbende niet langer ter beschikking staat van de diensten voor arbeidsbemiddeling van de bevoegde Staat;

c) de overeenkomstig artikel 69, lid 1, onder b), van de verordening toegestane termijn voor de inschrijving als werkzoekende in de Lid-Staat waarheen de werkloze zich begeven heeft;

d) de maximumtijd gedurende welke het recht op prestaties kan worden behouden overeenkomstig artikel 69, lid 1, onder c), van de verordening;

e) de feiten waardoor het recht op uitkering kan worden gewijzigd.

2. De werkloze die voornemens is zich naar een andere Lid-Staat te begeven om aldaar werk te zoeken, is verplicht de in lid 1 bedoelde verklaring vóór zijn vertrek aan te vragen. Indien de werkloze deze verklaring niet overlegt, verzoekt het orgaan van de plaats waarheen hij zich heeft begeven het bevoegde orgaan daarom. De diensten voor arbeidsbemiddeling van de bevoegde Staat moeten zich ervan overtuigen dat de werkloze in kennis is gesteld van de verplichtingen die krachtens artikel 69 van de verordening en krachtens dit artikel op hem rusten.

3. Het orgaan van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven stelt het bevoegde orgaan in kennis van de datum van inschrijving van de werkloze en van de datum waarop voor het eerst uitkeringen werden betaald en het betaalt de uitkeringen van de bevoegde Staat op de wijze als bepaald in de wettelijke regeling van de Lid-Staat waarheen de werkloze zich heeft begeven.

Het orgaan van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven verricht de controle of laat deze verrichten alsof het een werkloze betrof die uitkeringen geniet krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling. Het geeft het bevoegde orgaan bericht van ieder feit als bedoeld in lid 1, onder e), zodra het hiervan kennis heeft gekregen en het staakt onmiddellijk de betaling van de uitkering ingeval de uitkering moet worden geschorst of ingetrokken. Het bevoegde orgaan deelt onverwijld mede in welke mate en met ingang van welke datum de rechten van de werkloze door dit feit worden beïnvloed. Het betalen van de uitkeringen kan eventueel slechts worden hervat na ontvangst van deze opgaven. Ingeval de uitkering moet worden verlaagd, blijft het orgaan van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven hem een verlaagde uitkering betalen, onder voorbehoud van verrekening na ontvangst van het antwoord van het bevoegde orgaan.

4. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, een andere wijze van toepassing overeenkomen.

Toepassing van artikel 71 van de verordening

Artikel 84

Werkloze werknemers die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat woonden

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 71, lid 1, onder a), ii), en onder b), ii), eerste zin, van de verordening wordt het orgaan van de woonplaats beschouwd als het voor de toepassing van artikel 80 van de toepassingsverordening bevoegde orgaan.

2. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 71, lid 1, onder b), ii), van de verordening is de werkloze werknemer verplicht om, behalve de in artikel 80 van de toepassingsverordening bedoelde verklaring, aan het orgaan van zijn woonplaats een verklaring over te leggen van het orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan hij laatstelijk onderworpen is geweest, waaruit blijkt dat hij geen recht heeft op uitkering krachtens artikel 69 van de verordening.

3. Voor de toepassing van artikel 71, lid 2, van de verordening vraagt het orgaan van de woonplaats aan het bevoegde orgaan alle inlichtingen met betrekking tot de rechten van de werkloze werknemer ten aanzien van laatstgenoemd orgaan.

HOOFDSTUK 7 (8)

GEZINSBIJSLAGEN

Toepassing van artikel 72 van de verordening

Artikel 85 (A)

Verklaring betreffende de tijdvakken van arbeid in loondienst of van arbeid anders dan in loondienst

1. Om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 72 van de verordening is de belanghebbende verplicht aan het bevoegde orgaan een verklaring over te leggen waarin de tijdvakken van verzekering van arbeid in loondienst of van arbeid anders dan in loondienst zijn vermeld die zijn vervuld krachtens de wettelijke regeling waaraan hij tevoren en laatstelijk onderworpen is geweest.

2. Deze verklaring wordt op verzoek van de belanghebbende verstrekt, hetzij door het voor de gezinsbijslagen bevoegde orgaan van de Lid-Staat waarbij hij tevoren en laatstelijk aangesloten is geweest, hetzij door een ander door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat aangewezen orgaan. Indien hij genoemde verklaring niet overlegt, verzoekt het bevoegde orgaan één der voornoemde organen daarom, tenzij het orgaan van de ziekteverzekering het een afschrift van de in artikel 16, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde verklaring kan doen toekomen.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing indien het nodig is met de vroeger krachtens de wettelijke regeling van enige andere Lid-Staat vervulde tijdvakken van verzekering, van arbeid in loondienst of van arbeid anders dan in loondienst rekening te houden om aan de in de wettelijke regeling van de bevoegde Staat gestelde voorwaarden te voldoen.

Toepassing van artikel 73 en van artikel 75, leden 1 en 2, van de verordening

Artikel 86 (8)

1. Om in aanmerking te komen voor gezinsbijslag overeenkomstig artikel 73 van de verordening, is de werknemer verplicht, eventueel door bemiddeling van zijn werkgever, een aanvraag tot het bevoegde orgaan te richten.

2. Ter ondersteuning van zijn aanvraag is de werknemer verplicht een bewijsstuk over te leggen betreffende de gezinsleden die hun woonplaats hebben op het grondgebied van een andere Lid-Staat dan die waar het bevoegde orgaan gevestigd is. Dit bewijsstuk wordt afgegeven hetzij door de inzake de burgerlijke stand bevoegde autoriteiten van het land waar deze gezinsleden wonen, hetzij door het voor de ziekteverzekering bevoegde orgaan van de woonplaats van deze gezinsleden, hetzij door een ander orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan deze gezinsleden wonen. Dit bewijsstuk moet jaarlijks worden vernieuwd.

3. Ter ondersteuning van zijn aanvraag is de werknemer eveneens verplicht inlichtingen te verstrekken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld aan wie de gezinsbijslag moet worden betaald in het land van de woonplaats (naam, voornaam, volledig adres), indien de wettelijke regeling van de bevoegde Staat bepaalt dat de gezinsbijslag aan een ander dan de werknemer kan of moet worden betaald.

4. De bevoegde autoriteiten van twee of meer Lid-Staten kunnen een bijzondere betalingswijze voor de gezinsbijslagen overeenkomen, met name ter vergemakkelijking van de toepassing van artikel 75, leden 1 en 2, van de verordening. Deze overeenkomsten worden ter kennis van de Administratieve Commissie gebracht.

5. De werknemer dient, eventueel door bemiddeling van zijn werkgever, het bevoegde orgaan in kennis te stellen van:

- elke verandering in de omstandigheden van zijn gezinsleden, waardoor het recht op gezinsbijslag kan worden gewijzigd;

- elke wijziging in het aantal gezinsleden waarvoor gezinsbijslag verschuldigd is;

- elke overbrenging van de woon- of verblijfplaats van deze gezinsleden;

- elke uitoefening van beroepswerkzaamheden op grond waarvan eveneens gezinsbijslag verschuldigd is krachtens de wettelijke regeling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de gezinsleden hun woonplaats hebben.

Artikel 87 (8)

Toepassing van artikel 74 van de verordening

Artikel 88 (8)

Artikel 86 van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing op de in artikel 74 van de verordening bedoelde werkloze werknemer of zelfstandigen.

Artikel 89 (8)

HOOFDSTUK 8

BIJSLAGEN VOOR KINDEREN DIE TEN LASTE KOMEN VAN PENSIOEN- OF RENTETREKKERS EN VOOR WEZEN

Toepassing van de artikelen 77, 78 en 79 van de verordening

Artikel 90

1. Om in aanmerking te komen voor de bijslagen krachtens artikel 77 of artikel 78 van de verordening is de aanvrager verplicht een aanvraag tot het orgaan van zijn woonplaats te richten, op de wijze die is bepaald in de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling.

2. Indien de aanvrager evenwel niet woont op het grondgebied van de Lid-Staat waar zich het bevoegde orgaan bevindt, kan hij zijn aanvraag hetzij tot het bevoegde orgaan, hetzij tot het orgaan van zijn woonplaats richten, dat de aanvraag alsdan aan het bevoegde orgaan doorzendt, onder opgave van de datum waarop de aanvraag werd ingediend. Deze datum wordt beschouwd als de datum waarop de aanvraag bij het bevoegde orgaan werd ingediend.

3. Wanneer het in lid 2 bedoelde bevoegde orgaan vaststelt dat krachtens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling het recht niet ingaat, zendt het deze aanvraag, vergezeld van de nodige stukken en gegevens, onverwijld door aan het orgaan van de Lid-Staat aan de wettelijke regeling waarvan de werknemer of zelfstandige het langst onderworpen is geweest.

In voorkomend geval moet op dezelfde wijze verder worden teruggegaan tot aan het orgaan van de Lid-Staat krachtens de wettelijke regeling waarvan de belanghebbende het kortste tijdvak van verzekering of wonen heeft vervuld.

4. De Administratieve Commissie stelt zo nodig verder vast op welke wijze de aanvraag om bijslagen moet worden ingediend.

Artikel 91

1. De betaling van de krachtens artikel 77 of artikel 78 van de verordening verschuldigde bijslagen geschiedt overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 58 van de toepassingsverordening.

2. Zo nodig wijzen de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten het voor het betalen van de krachtens artikel 77 of artikel 78 van de verordening verschuldigde bijslagen bevoegde orgaan aan.

Artikel 92

Eén ieder aan wie krachtens artikel 77 of artikel 78 van de verordening bijslagen worden betaald voor de kinderen van een pensioen- of rentetrekker of voor wezen, is verplicht het orgaan dat deze bijslagen verschuldigd is in kennis te stellen:

- van iedere verandering in de omstandigheden van de kinderen of wezen waardoor het recht op bijslagen kan worden gewijzigd;

- van iedere wijziging in het aantal kinderen of wezen waarvoor bijslagen verschuldigd zijn;

- van iedere overbrenging van de woonplaats van de kinderen of wezen;

- van iedere uitoefening van beroepswerkzaamheden waardoor voor deze kinderen of wezen een recht op gezins- of kinderbijslag ingaat.

TITEL V

FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 93

Vergoeding van de prestaties van de ziekte- en moederschapsverzekering met uitzondering van de in de artikelen 94 en 95 van de toepassingsverordening bedoelde

1. Het werkelijke bedrag van de krachtens artikel 19, leden 1 en 2, van de verordening aan de werknemers of zelfstandigen en hun op het grondgebied van dezelfde Lid-Staat wonende gezinsleden verleende verstrekkingen alsmede van de krachtens artikel 71, lid 2, artikel 22, artikel 25, leden 1, 3 en 4, artikel 26, artikel 29, lid 1, of artikel 31 van de verordening verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan aan het orgaan dat genoemde verstrekkingen heeft verleend, vergoed, zoals dit bedrag uit de boekhouding van laatstgenoemd orgaan blijkt.

2. In de gevallen, bedoeld in artikel 21, lid 2, tweede alinea, in artikel 22, lid 3, tweede alinea, in artikel 29, lid 1, en in artikel 31 van de verordening en voor de toepassing van lid 1 wordt het orgaan van de woonplaats van het gezinslid of van de pensioen- of rentetrekker, al naar gelang van het geval, als het bevoegde orgaan beschouwd.

3. Wanneer het werkelijke bedrag der in lid 1 bedoelde verstrekkingen niet blijkt uit de boekhouding van het orgaan dat deze heeft verleend, wordt, bij gebrek aan een krachtens lid 6 gesloten overeenkomst, het te vergoeden bedrag bepaald op basis van een vast bedrag dat wordt vastgesteld op grond van alle ter zake dienende referenties die aan de beschikbare gegevens werden ontleend. De Administratieve Commissie beoordeelt de grondslagen die voor de berekening van de vaste bedragen dienen, en stelt het bedrag ervan vast.

4. Voor de vergoeding kunnen geen hogere tarieven in rekening worden gebracht dan die welke gelden voor de verstrekkingen verleend aan werknemers of zelfstandigen die zijn onderworpen aan de wettelijke regeling die wordt toegepast door het orgaan, dat de in lid 1 bedoelde verstrekkingen heeft verleend.

5. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op de vergoeding voor uitkeringen, betaald overeenkomstig artikel 18, lid 8, tweede zin, van de toepassingsverordening.

6. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, overeenkomen de te vergoeden bedragen op andere wijze te begroten, met name op grond van vaste bedragen.

Artikel 94

Vergoeding van de verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering die zijn verleend aan de gezinsleden van een werknemer of zelfstandige die niet in dezelfde Lid-Staat wonen als deze laatste

1. Het bedrag van de verstrekkingen die krachtens artikel 19, lid 2, van de verordening zijn verleend aan de gezinsleden die niet op het grondgebied van dezelfde Lid-Staat wonen als de werknemer of zelfstandige, wordt door de bevoegde organen vergoed aan de organen die genoemde verstrekkingen hebben verleend, op basis van een voor elk kalenderjaar vastgesteld vast bedrag dat het bedrag van de werkelijke uitgaven zo dicht mogelijk benadert.

2. Het vaste bedrag wordt verkregen door de gemiddelde jaarlijkse kosten per gezin te vermenigvuldigen met het gemiddelde jaarlijkse aantal gezinnen waarmede rekening moet worden gehouden en de uitkomst daarvan met 20 % te verminderen.

3. De benodigde factoren voor de berekening van genoemd vast bedrag worden volgens de volgende regel vastgesteld:

a) de gemiddelde jaarlijkse kosten per gezin worden voor elke Lid-Staat vastgesteld door de jaarlijkse uitgaven voor het totaal van de verstrekkingen die door de organen van die Lid-Staat zijn verleend aan de gezamenlijke gezinsleden van de werknemers of zelfstandigen op wie de wetgeving van die Lid-Staat in de in aanmerking te nemen stelsels van sociale zekerheid van toepassing is, te delen door het gemiddelde jaarlijkse aantal van deze werknemers of zelfstandigen met gezinsleden; de hiertoe in aanmerking te nemen stelsels van sociale zekerheid zijn in bijlage 9 van de toepassingsverordening vermeld;

b) het gemiddelde jaarlijkse aantal gezinnen waarmede rekening moet worden gehouden is in de betrekkingen tussen de organen van twee Lid-Staten gelijk aan het gemiddelde jaarlijkse aantal werknemers of zelfstandigen die onderworpen zijn aan de wetgeving van één van deze Lid-Staten en wier gezinsleden in aanmerking kunnen komen voor door een orgaan van de andere Lid-Staat te verlenen verstrekkingen.

4. Het aantal gezinnen waarmede ingevolge lid 3, onder b), rekening moet worden gehouden wordt vastgesteld aan de hand van een inventaris welke te dien einde wordt bijgehouden door het orgaan van de woonplaats, zulks op basis van bewijsstukken inzake de rechten van de belanghebbende, welke door het bevoegde orgaan worden verstrekt. In geval van geschillen worden de opmerkingen van de betrokken organen voorgelegd aan de rekencommissie, bedoeld in artikel 101, lid 3, van de toepassingsverordening.

5. De Administratieve Commissie bepaalt volgens welke methoden en op welke wijze de in de leden 3 en 4 bedoelde factoren voor de berekening worden vastgesteld.

6. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, overeenkomen de te vergoeden bedragen op andere wijze te begroten.

Artikel 95 [2]

Vergoeding van de verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering, die zijn verleend aan pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden die hun woonplaats niet hebben in een Lid-Staat krachtens de wettelijke regeling waarvan zij een pensioen of rente genieten en recht op prestaties hebben

1. Het bedrag van de krachtens de artikelen 28, lid 1, en 28 bis van de verordening verleende verstrekkingen wordt door de bevoegde organen vergoed aan de organen die genoemde verstrekkingen hebben verleend, op basis van een vast bedrag dat het bedrag van de werkelijke uitgaven zo dicht mogelijk benadert.

2. Het vaste bedrag wordt verkregen door de gemiddelde jaarlijkse kosten per pensioen- of rentetrekker te vermenigvuldigen met het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers waarmede rekening moet worden gehouden en de uitkomst daarvan met 20 % te verminderen.

3. De benodigde factoren voor de berekening van genoemd vast bedrag worden volgens de volgende regels vastgesteld:

a) de gemiddelde jaarlijkse kosten per pensioen- of rentetrekker worden voor elke Lid-Staat vastgesteld door de jaarlijkse uitgaven voor het totaal van de verstrekkingen die door de organen van die Lid-Staat zijn verleend aan de gezamenlijke rechthebbenden op pensioen of rente, verschuldigd krachtens de wetgeving van de Lid-Staat in de in aanmerking te nemen stelsels van sociale zekerheid alsmede aan hun gezinsleden, te delen door het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers; de hiertoe in aanmerking te nemen stelsels van sociale zekerheid zijn in bijlage 9 vermeld;

b) het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers waarmede rekening moet worden gehouden, is in de betrekkingen tussen de organen van twee Lid-Staten gelijk aan het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers bedoeld in artikel 28, lid 2, van de verordening, die op het grondgebied van één der twee Lid-Staten wonen en recht hebben op verstrekkingen ten laste van een orgaan van de andere Lid-Staat.

4. Het aantal pensioen- of rentetrekkers waarmede ingevolge lid 3, onder b), rekening moet worden gehouden, wordt vastgesteld aan de hand van een inventaris welke te dien einde wordt bijgehouden door het orgaan van de woonplaats, zulks op basis van bewijsstukken inzake de rechten van de belanghebbenden, welke door het bevoegde orgaan worden verstrekt. In geval van geschillen worden de opmerkingen van de betrokken organen voorgelegd aan de rekencommissie bedoeld in artikel 101, lid 3, van de toepassingsverordening.

5. De Administratieve Commissie bepaalt volgens welke methoden en op welke wijze de in de leden 3 en 4 bedoelde factoren voor de berekening worden vastgesteld.

6. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, overeenkomen de te vergoeden bedragen op andere wijze te begroten.

Toepassing van artikel 63, lid 2, van de verordening

Artikel 96

Vergoeding van de verstrekkingen van de arbeidsongevallen- en beroepsziekteverzekering verleend door het orgaan van een Lid-Staat voor rekening van het orgaan van een andere Lid-Staat

Voor de toepassing van artikel 63, lid 2, van de verordening is artikel 93 van de toepassingsverordening van overeenkomstige toepassing.

Toepassing van artikel 70, lid 2, van de verordening

Artikel 97

Vergoeding van werkloosheidsuitkeringen betaald aan werklozen die zich naar een andere Lid-Staat begeven om aldaar werk te zoeken

1. Het bevoegde orgaan vergoedt het bedrag der krachtens artikel 69 van de verordening betaalde uitkeringen aan het orgaan dat genoemde uitkeringen heeft verleend, zoals het uit de boekhouding van laatstgenoemd orgaan blijkt.

2. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen:

- na advies van de Administratieve Commissie, overeenkomen de te vergoeden bedragen op andere wijze vast te stellen, met name tegen vaste bedragen, of de betaling op andere wijze te verrichten, of wel

- van iedere vergoeding tussen organen afzien.

Artikel 98 (8)

Gemeenschappelijke bepalingen inzake de vergoedingen

Artikel 99

Administratiekosten

Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, overeenkomstig artikel 84, lid 2, derde zin, van de verordening, overeenkomen dat de in de artikelen 93 tot en met 98 van de toepassingsverordening bedoelde bedragen der prestaties met een bepaald percentage voor administratiekosten worden verhoogd. Dit percentage kan afhankelijk van de betrokken prestaties verschillend zijn.

Artikel 100

Achterstallige vorderingen

1. Bij de vereffening van de rekeningen tussen de organen van de Lid-Staten mogen aanvragen om vergoeding in verband met prestaties die werden verleend in de loop van een kalenderjaar, dat meer dan drie jaar ligt vóór de datum van inzending van die aanvragen aan een verbindingsorgaan of een orgaan van de bevoegde Lid-Staat dat de prestaties verschuldigd is, buiten beschouwing worden gelaten door het orgaan dat de prestaties verschuldigd is.

2. Ten aanzien van de aanvragen om vergoedingen die tegen een vast bedrag worden berekend, vangt de termijn van drie jaar aan op de datum van bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van de overeenkomstig de artikelen 94 en 95 van de toepassingsverordening vastgestelde gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen.

Artikel 101 (8)

Stand van de schuldvorderingen

1. De Administratieve Commissie stelt voor elk kalenderjaar een stand van de schuldvorderingen op, zulks ter toepassing van de artikelen 36, 63 en 70 van de verordening.

2. De Administratieve Commissie kan elk onderzoek laten instellen, dienstig voor de controle op de statistische en boekhoudkundige gegevens, aan de hand waarvan de stand van de schuldvorderingen bedoeld in lid 1 wordt opgesteld, inzonderheid om na te gaan of deze in overeenstemming zijn met de voorschriften van deze titel.

3. De Administratieve Commissie neemt de in dit artikel bedoelde besluiten op grond van een verslag van een rekencommissie, die haar een met redenen omkleed advies uitbrengt. De Administratieve Commissie stelt de werkwijze en de samenstelling van de rekencommissie vast.

Artikel 102 (8)

Taak van de rekencommissie — Bepalingen betreffende de vergoedingen

1. De rekencommissie heeft tot taak:

a) de noodzakelijke gegevens bijeen te brengen en de berekeningen te verrichten die voor de toepassing van deze titel vereist zijn;

b) op gezette tijden aan de Administratieve Commissie verslag uit te brengen over de resultaten van de toepassing van de verordeningen, in het bijzonder in het financiële vlak;

c) aan de Administratieve Commissie alle passende suggesties in verband met het onder a) en b) bepaalde te doen;

d) aan de Administratieve Commissie voorstellen te doen met betrekking tot de opmerkingen die overeenkomstig artikel 94, lid 4, en artikel 95, lid 4, van de toepassingsverordening aan haar worden voorgelegd;

e) aan de Administratieve Commissie voorstellen met betrekking tot de toepassing van artikel 101 van de toepassingsverordening voor te leggen;

f) alle werkzaamheden, studies of opdrachten uit te voeren met betrekking tot de haar door de Administratieve Commissie voorgelegde vraagstukken.

2. De in de artikelen 36, 63 en 70 van de verordening bedoelde vergoedingen worden voor alle bevoegde organen van een Lid-Staat te zamen door tussenkomst van de door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten aangewezen instellingen betaald aan de organen van een andere Lid-Staat die betalingen te vorderen hebben. De instellingen door tussenkomst waarvan de vergoedingen zijn betaald, stellen de Administratieve Commissie in kennis van de vergoede bedragen, binnen de door die commissie gestelde termijnen en op de door haar vastgestelde wijze.

3. Wanneer de vergoedingen worden vastgesteld op grond van het werkelijke bedrag der verleende prestaties, zoals dit uit de boekhouding van de organen blijkt, worden zij voor elk kalenderhalfjaar in de loop van het daaropvolgende kalenderhalfjaar betaald.

4. Wanneer de vergoedingen worden vastgesteld op basis van vaste bedragen, worden zij voor elk kalenderjaar betaald; in dit geval betalen de bevoegde organen aan de organen die betalingen te vorderen hebben, voorschotten op de eerste dag van elk kalenderhalfjaar en wel op de door de Administratieve Commissie vastgestelde wijze.

5. De bevoegde autoriteiten van twee of meer Lid-Staten kunnen andere termijnen voor de betaling der vergoedingen of een andere wijze voor de betaling van voorschotten overeenkomen.

Artikel 103

Verzamelen van statistische en boekhoudkundige gegevens

De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten treffen de nodige maatregelen voor de toepassing van de bepalingen van deze titel en met name van de bepalingen, die het verzamelen van statistische en boekhoudkundige gegevens vereisen.

Artikel 104 (8)

Opneming in bijlage 5 van tussen Lid-Staten of tussen bevoegde autoriteiten van Lid-Staten gesloten overeenkomsten betreffende vergoedingen

1. De bepalingen die overeenkomen met de bepalingen bedoeld in artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, en artikel 70, lid 3, van de verordening, en in artikel 93, lid 6, artikel 94, lid 6, en artikel 95, lid 6, van de toepassingsverordening en van kracht zijn op de dag, voorafgaande aan de inwerkingtreding van de verordening, blijven van toepassing, voor zover zij in bijlage 5 van de toepassingsverordening zijn vermeld.

2. De bepalingen die overeenkomen met die welke in lid 1 zijn bedoeld en die na de inwerkingtreding van de verordening in de betrekkingen tussen twee of meer Lid-Staten van toepassing worden, worden in bijlage 5 van de toepassingsverordening opgenomen. Dit geldt eveneens voor de bepalingen die zullen worden overeengekomen krachtens artikel 97, lid 2, van de toepassingsverordening.

Kosten van administratieve en medische controle

Artikel 105

1. De kosten die voortvloeien uit de administratieve controle en uit geneeskundig onderzoek, observaties, reizen van artsen en allerlei verificaties, nodig voor de toekenning en verlening van de prestaties of voor de herziening daarvan, worden door het orgaan voor rekening waarvan zij zijn verricht, vergoed aan het daarmee belaste orgaan op basis van het door dit orgaan toegepaste tarief.

2. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen evenwel overeenkomen dat de vergoeding op andere wijze zal geschieden, met name tegen vaste bedragen, of dat van elke vergoeding tussen organen wordt afgezien.

Deze overeenkomsten worden opgenomen in bijlage 5 van de toepassingsverordening. De overeenkomsten die van kracht zijn op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de verordening, blijven van toepassing voor zover zij in deze bijlage zijn vermeld.

Gemeenschappelijke bepalingen voor de betaling van uitkeringen

Artikel 106

De bevoegde autoriteiten van elke Lid-Staat delen de Administratieve Commissie, binnen de termijnen en op de wijze als vastgesteld door deze commissie, het bedrag mede van de uitkeringen, die de onder hun bevoegdheid vallende organen hebben betaald aan rechthebbenden die op het grondgebied van enige andere Lid-Staat wonen of verblijven.

Artikel 107 (9) (11) (12) (14)

Omrekening van de munteenheden

1. Voor de toepassing van de volgende bepalingen:

a) verordening: artikel 12, leden 2, 3 en 4, artikel 14 quinquies, lid 1, artikel 19, lid 1, letter b), laatste zin, artikel 22, lid 1, onder ii), laatste zin, artikel 25, lid 1, letter b), voorlaatste zin, artikel 41, lid 1, letters c) en d), artikel 46, lid 4, artikel 46 bis, lid 3, artikel 50, artikel 52, letter b), laatste zin, artikel 55, lid 1, onder ii), laatste zin, artikel 70, lid 1, eerste alinea, artikel 71, lid 1, letter a), onder ii), en letter b), onder ii), voorlaatste zin,

b) toepassingsverordening: artikel 34, leden 1, 4 en 5,

is de koers voor de omrekening in een nationale munteenheid van bedragen die in een andere nationale munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die voor de toepassing van het Europees Monetair Stelsel haar ter kennis zijn gebracht.

2. De referentieperiode is:

- de maand januari voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 april daaropvolgend moeten worden toegepast;

- de maand april voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 juli daaropvolgend moeten worden toegepast;

- de maand juli voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 oktober daaropvolgend moeten worden toegepast;

- de maand oktober voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 januari daaropvolgend moeten worden toegepast.

3. De voor de toepassing van lid 1 in aanmerking te nemen wisselkoersen zijn de koersen die voor de berekening van de ecu in het kader van het Europees Monetair Stelsel op hetzelfde ogenblik door de Centrale Banken ter kennis van de Commissie zijn gebracht.

4. De Administratieve Commissie stelt, op voorstel van de rekencommissie, vast welke datum in aanmerking moet worden genomen voor de vaststelling van de omrekeningskoersen die moeten worden toegepast in de in lid 1 bedoelde gevallen.

5. De omrekeningskoersen die moeten worden toegepast in de in lid 1 bedoelde gevallen, worden bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen in de loop van de voorlaatste maand voorafgaande aan de maand met ingang van de eerste dag waarvan zij van toepassing zijn.

6. In de niet in lid 1 bedoelde gevallen vindt de omrekening plaats tegen de officiële wisselkoers van de dag van betaling, zowel in geval van storting van uitkeringen als in geval van vergoeding.

TITEL VI

DIVERSE BEPALINGEN

Artikel 108

Bewijs van de hoedanigheid van seizoenarbeider

Ten einde het bewijs van zijn hoedanigheid als seizoenarbeider te leveren is de in artikel 1, onder c), van de verordening bedoelde werknemer verplicht zijn arbeidsovereenkomst, voor gezien getekend door de diensten voor arbeidsbemiddeling van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de seizoenarbeider werkzaamheden komt verrichten of heeft verricht, over te leggen. Indien er in deze Lid-Staat geen arbeidsovereenkomsten voor seizoenarbeid worden afgesloten, verstrekt het orgaan van het land van arbeid, indien een verzoek om prestaties wordt ingediend, in voorkomend geval een bewijsstuk waarin aan de hand van door de werknemer verstrekte inlichtingen het seizoenkarakter van de door hem verrichte werkzaamheden wordt bevestigd.

Artikel 109

Regeling inzake de betaling van premies en bijdragen

De werkgever die geen vestiging heeft in de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de werknemer werkzaam is, en de werknemer kunnen overeenkomen, dat laatstbedoelde de verplichtingen van de werkgever inzake de betaling van premies en bijdragen nakomt.

De werkgever is verplicht een dergelijke regeling ter kennis te brengen van het bevoegde orgaan, of in voorkomend geval van het door de bevoegde autoriteit van voornoemde Lid-Staat aangewezen orgaan.

Artikel 110

Wederzijdse administratieve bijstand voor het terugvorderen van onverschuldigde prestaties

Indien het orgaan van een Lid-Staat dat prestaties heeft verleend, voornemens is verhaal te nemen op een persoon die ten onrechte deze prestaties heeft genoten, verleent het orgaan van de woonplaats van deze persoon of het orgaan dat is aangewezen door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan deze persoon woont, zijn goede diensten aan eerstgenoemd orgaan.

Artikel 111

Terugvordering van hetgeen door de organen van de sociale zekerheid onverschuldigd betaald is en verhaal door instellingen die bijstand verlenen

1. Wanneer bij de vaststelling of de herziening van de uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom of overlijden (pensioenen) krachtens titel III, hoofdstuk 3, van de verordening, het orgaan van een Lid-Staat aan een rechthebbende op uitkeringen een hoger bedrag heeft uitbetaald dan waarop deze recht heeft, kan dit orgaan aan het orgaan van enige andere Lid-Staat dat overeenkomstige uitkeringen aan deze rechthebbende verschuldigde is, verzoeken het teveel betaalde bedrag in te houden op de aan bedoelde rechthebbende verschuldigde achterstallige termijnen. Laatstgenoemd orgaan maakt het ingehouden bedrag over aan het orgaan dat vorderingen heeft. Voor zover het teveel betaalde niet kan worden ingehouden op de verschuldigde achterstallige termijnen, is lid 2 van toepassing.

2. Wanneer het orgaan van een Lid-Staat aan een rechthebbende op uitkeringen een groter bedrag heeft uitbetaald dan waarop hij recht heeft, kan dit orgaan, op de wijze en binnen de grenzen als bepaald in de door dit orgaan toegepaste wetgeving, aan het orgaan van enige andere Lid-Staat dat uitkeringen aan deze rechthebbende verschuldigd is, verzoeken het teveel betaalde bedrag in te houden op de bedragen die het aan bedoelde rechthebbende betaalt. Laatstgenoemd orgaan houdt het bedrag in op de wijze en binnen de grenzen als voor een dergelijke schuldvergelijking is bepaald bij de wetgeving die door dit orgaan wordt toegepast alsof het door dit orgaan zelf teveel betaalde bedragen betreft en maakt het ingehouden bedrag over aan het orgaan dat vorderingen heeft.

3. Waneer iemand op wie de verordening van toepassing is, op het grondgebied van een Lid-Staat bijstand heeft genoten gedurende een tijdvak waarin hij krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat recht op uitkeringen had, kan de instelling die de bijstand heeft verleend, indien zij een wettelijk verhaalsrecht heeft op de uitkeringen die verschuldigd zijn aan bedoelde persoon, aan het orgaan van enige andere Lid-Staat dat uitkeringen aan deze persoon verschuldigd is, verzoeken het voor bijstand uitgegeven bedrag in te houden op de sommen die het aan bedoelde persoon betaalt.

Wanneer een gezinslid van een persoon op wie de verordening van toepassing is, op het grondgebied van een Lid-Staat bijstand heeft genoten gedurende een tijdvak waarin deze persoon vanwege het betrokken gezinslid krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat recht op uitkeringen had, kan de instelling die de bijstand heeft verleend, indien zij een wettelijk verhaalsrecht heeft op de uitkeringen die verschuldigd zijn aan bedoelde persoon vanwege het betrokken gezinslid, aan het orgaan van enige andere Lid-Staat dat deze uitkeringen aan genoemde persoon verschuldigd is, verzoeken het voor bijstand uitgegeven bedrag in te houden op de sommen die het vanwege dit gezinslid aan bedoelde persoon betaalt.

Het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, houdt het bedrag in, op de wijze en binnen de grenzen als voor een dergelijke schuldvergelijking is bepaald bij de door dit orgaan toegepaste wetgeving, en maakt het ingehouden bedrag over aan de instelling die vorderingen heeft.

Artikel 112

Wanneer een orgaan rechtstreeks of door tussenkomst van een ander orgaan onverschuldigd heeft betaald en de terugvordering van het betaalde onmogelijk is geworden, blijven de betrokken bedragen definitief ten laste van het eerste orgaan, behoudens in geval van onverschuldigde betaling ten gevolge van bedrog.

Artikel 113

Terugvordering van ten onrechte aan werknemers bij het internationaal vervoer verleende verstrekkingen

1. Ingeval het recht op verstrekkingen niet door het bevoegde orgaan wordt erkend, worden de verstrekkingen die door het orgaan van de verblijfplaats aan een werknemer bij het internationaal vervoer werden verleend, op grond van de in artikel 20, lid 1, of in artikel 62, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde veronderstelling, door het bevoegde orgaan vergoed.

2. De door het orgaan van de verblijfplaats verrichte uitgaven voor een werknemer bij het internationaal vervoer die op vertoon van de in artikel 20, lid 1, of artikel 62, lid 1, van de toepassingsverordening bedoelde verklaring verstrekkingen heeft genoten, terwijl hij zich niet vooraf tot het orgaan van de verblijfplaats heeft gewend en geen recht op verstrekkingen heeft, worden vergoed door het in bedoelde verklaring als bevoegd aangeduide orgaan of door elk ander orgaan dat hiertoe door de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat is aangewezen.

3. Het bevoegde orgaan of in het geval bedoeld in lid 2, het als bevoegd aangeduide orgaan, of het hiertoe aangewezen orgaan, behoudt op de persoon die verstrekkingen heeft genoten, een schuldvordering, die gelijk is aan de waarde van de onverschuldigd verleende verstrekkingen. Bedoelde organen geven van deze vordering kennis aan de in artikel 101, lid 3, van de toepassingsverordening bedoelde rekencommissie, die daarvan een overzicht opstelt.

Artikel 114

Voorlopige betaling van uitkeringen bij geschil over de toepasselijke wetgeving of over het orgaan dat de prestaties moet verlenen

Ingeval tussen de organen of de bevoegde autoriteiten van twee of meer Lid-Staten een geschil bestaat hetzij over de wetgeving die krachtens titel II van de verordening moet worden toegepast, hetzij over de vaststelling van het orgaan dat prestaties moet verlenen, ontvangt de belanghebbende die aanspraak op prestaties zou kunnen maken indien dit geschil niet bestond, voorlopige uitkeringen als bepaald in de wetgeving die door het orgaan van de woonplaats wordt toegepast of, indien de belanghebbende niet op het grondgebied van één der betrokken Lid-Staten woont, uitkeringen krachtens de wetgeving die wordt toegepast door het betrokken orgaan waarbij de aanvraag het eerst werd ingediend.

Artikel 115

Voorschriften voor geneeskundig onderzoek dat in een andere Lid-Staat dan de bevoegde Staat wordt verricht

Het orgaan van de woon- of verblijfplaats dat krachtens artikel 87 van de verordening een geneeskundig onderzoek moet verrichten, gaat hiertoe over op de wijze als bepaald in de wetgeving die door dit orgaan wordt toegepast.

Indien de wetgeving geen voorschriften hieromtrent bevat, wendt het zich tot het bevoegde orgaan om te vernemen welke voorschriften moeten worden toegepast.

Artikel 116

Overeenkomsten betreffende de inning van premies of bijdragen

1. Overeenkomsten die worden gesloten krachtens artikel 92, lid 2, van de verordening worden vermeld in bijlage 5 van de toepassingsverordening.

2. Overeenkomsten gesloten ter toepassing van artikel 51 van Verordening nr. 3 blijven van toepassing voor zover zij zijn vermeld in bijlage 5 van de toepassingsverordening.

Artikel 117

Elektronische informatieverwerking

1. Eén of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, de modellen van de bewijsstukken, verklaringen, aangiften, aanvragen en andere documenten, verrichtingen en methoden voor doorzending van de gegevens met het oog op de toepassing van de verordening en de toepassingsverordening aanpassen aan de elektronische informatieverwerking.

2. De Administratieve Commissie zal de noodzakelijke studies verrichten ten einde de wijze waarop de aanpassing overeenkomstig lid 1 plaatsvindt, algemeen toepasselijk en eenvormig te maken, wanneer de ontwikkeling van de elektronische informatieverwerking in de Lid-Staten dit zal toelaten.

TITEL VII

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 118 (6) (12)

Overgangsbepalingen betreffende pensioenen en renten voor werknemers

1. Wanneer de datum waarop de verzekerde gebeurtenis heeft plaatsgevonden vóór 1 oktober 1972 ligt of vóór de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat en er op grond van de aanvraag om pensioen of rente vóór die datum nog geen uitkering werd vastgesteld, dan moeten er voor deze aanvraag twee uitkeringen worden vastgesteld, voor zover naar aanleiding van deze verzekerde gebeurtenis uitkeringen moeten worden gedaan voor het aan laatstgenoemde datum voorafgaande tijdvak:

a) voor het aan 1 oktober 1972 of aan de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat voorafgaande tijdvak: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van Verordening nr. 3 of van verdragen tussen de desbetreffende Lid-Staten;

b) voor het tijdvak vanaf 1 oktober 1972 of vanaf de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening.

Indien evenwel het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen, hoger is dan het bedrag dat is berekend krachtens de onder b) bedoelde bepalingen, blijft betrokkene in aanmerking komen voor het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen.

2. Indien vanaf 1 oktober 1972 of vanaf de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat of op een deel van het grondgebied van deze Staat bij een orgaan van een Lid-Staat een aanvraag om invaliditeitsuitkeringen, ouderdomsuitkeringen of uitkeringen aan nagelaten betrekkingen wordt ingediend, leidt dit, overeenkomstig het bepaalde in de verordening, ambtshalve tot herziening van de uitkeringen die door het orgaan of de organen van één of meer andere Lid-Staten vóór deze datum voor hetzelfde geval werden vastgesteld.

Artikel 119 (6) (12)

Overgangsbepalingen betreffende pensioenen en renten voor zelfstandigen

1. Wanneer de datum waarop de verzekerde gebeurtenis heeft plaatsgevonden vóór 1 juli 1982 ligt of vóór de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat en er op grond van de aanvraag om pensioen of rente vóór die datum nog geen uitkering werd vastgesteld, dan moeten er voor deze aanvraag twee uitkeringen worden vastgesteld, voor zover naar aanleiding van deze verzekerde gebeurtenis uitkeringen moeten worden gedaan voor het aan laatstgenoemde datum voorafgaande tijdvak:

a) voor het aan 1 juli 1982 of aan de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat voorafgaande tijdvak: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening of van de verdragen tussen de desbetreffende Lid-Staten, die vóór genoemde datum van kracht zijn;

b) voor het tijdvak vanaf 1 juli 1982 of vanaf de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening.

Indien evenwel het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen, hoger is dan het bedrag dat is berekend krachtens de onder b) bedoelde bepalingen, blijft betrokkene in aanmerking komen voor het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen.

2. Indien vanaf 1 juli 1982 of vanaf de datum waarop de toepassingsverordening van toepassing wordt op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat of op een deel van het grondgebied van deze Staat bij een orgaan van een Lid-Staat een aanvraag om invaliditeitsuitkeringen, ouderdomsuitkeringen of uitkeringen aan nagelaten betrekkingen wordt ingediend, leidt dit overeenkomstig het bepaalde in de verordening ambtshalve tot herziening van de uitkeringen welke reeds door het orgaan of de organen van één of meer Lid-Staten vóór deze datum voor hetzelfde geval werden vastgesteld, zonder dat als gevolg van deze herziening een lagere uitkering mag worden toegekend.

Artikel 119 bis (5)

Overgangsbepalingen betreffende pensioenen en renten voor de toepassing van artikel 15, lid 1, onder a) in fine, van de toepassingsverordening

1. Wanneer de datum waarop de verzekerde gebeurtenis heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 1987 ligt en er op grond van de aanvraag om pensioenen of rente vóór die datum nog geen uitkering werd vastgesteld, dan moeten er voor deze aanvraag twee uitkeringen worden vastgesteld voor zover naar aanleiding van deze verzekerde gebeurtenis uitkeringen moeten worden gedaan, voor het aan laatstgenoemde datum voorafgaande tijdvak:

a) voor het aan 1 januari 1987 voorafgaande tijdvak: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening of van verdragen die tussen de betrokken Lid-Staten van kracht zijn;

b) voor het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 1987: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening.

Indien evenwel het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen, hoger is dan het bedrag dat is berekend krachtens de onder b) bedoelde bepalingen, blijft betrokkene in aanmerking komen voor het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen.

2. Indien vanaf 1 januari 1987 bij een orgaan van een Lid-Staat een aanvraag om invaliditeitsuitkeringen, ouderdomsuitkeringen of uitkeringen aan nagelaten betrekkingen wordt ingediend, leidt dit overeenkomstig het bepaalde in de verordening ambtshalve tot herziening van de uitkeringen welke door het orgaan of de organen van één of meer andere Lid-Staten vóór deze datum voor hetzelfde geval werden vastgesteld, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 3.

3. De rechten van de betrokkenen wier pensioen of rente vóór 1 januari 1987 op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat werd vastgesteld, kunnen op verzoek van de betrokkenen worden herzien met inachtneming van het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3811/86 [3].

4. Indien het in lid 3 bedoelde verzoek binnen één jaar vanaf 1 januari 1987 wordt ingediend, worden de aan Verordening (EEG) nr. 3811/86 ontleende rechten verkregen met ingang van 1 januari 1987 of met ingang van de datum van het ontstaan van het recht op pensioen of rente, wanneer laatstbedoelde datum na 1 januari 1987 ligt, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat met betrekking tot het verval of de verjaring van rechten, op de betrokkenen kunnen worden toegepast.

5. Indien het in lid 3 bedoelde verzoek na afloop van de termijn van een jaar vanaf 1 januari 1987 wordt ingediend, worden de aan Verordening (EEG) nr. 3811/86 ontleende rechten die niet zijn vervallen of verjaard, verkregen met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, behoudens gunstigere bepalingen van de wetgeving van een Lid-Staat.

Artikel 120 (8)

Artikel 121

Aanvullende toepassingsovereenkomsten

1. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen zo nodig overeenkomsten sluiten ter aanvulling van de wijze van administratieve toepassing van de verordening. Deze overeenkomsten worden opgenomen in bijlage 5 van de toepassingsverordening.

2. Soortgelijke overeenkomsten als bedoeld in lid 1 die van kracht zijn op de dag voorafgaande aan 1 oktober 1972 blijven van toepassing, voor zover zij zijn vermeld in bijlage 5 van de toepassingsverordening.

Artikel 122

Bijzondere bepalingen betreffende wijziging van sommige bijlagen

De bijlagen 1, 4, 5, 6, 7 en 8 van de toepassingsverordening kunnen worden gewijzigd bij verordening van de Commissie op verzoek van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staat of Lid-Staten, na advies van de Administratieve Commissie.

[*] Zie aanhangsel.

[2] Dit artikel blijft van toepassing tot 1 januari 1998. Voor wat betreft de betrekkingen met de Franse Republiek, blijft dit artikel van toepassing tot 1 januari 2002. Zie appendix.

[3] PB nr. L 355 van 16. 12. 1986, blz. 5.

--------------------------------------------------

BIJLAGE I (A) (B) (3) (4) (9) (13) (15)

BEVOEGDE AUTORITEITEN

(Artikel 1, onder 1), van de verordening en artikel 4, lid 1, en artikel 122 van de toepassingsverordening)

A.BELGIË: | 1.Minister van Sociale Voorzorg, Brussel. |

2.Minister van Middenstand, Brussel. |

B.DENEMARKEN: | 1.Socialministeren (Minister van Sociale Zaken), København. |

2.Arbejdsministeren (Minister van Arbeid), København. |

3.Sundhedsministeren (Minister van Volksgezondheid), København. |

… |

C.DUITSLAND: | Bundesminister für Arbeit und Sozialordnung ( Bondsminister van Arbeid en Sociale Zaken), Bonn. |

D.SPANJE: | Ministro de Trabajo y Asuntos Sociales ( Minister van Arbeid en Sociale Zaken), Madrid. |

E.FRANKRIJK: | 1.Ministre des affaires sociales et de la solidarité nationale (Minister voor Sociale Zaken en Nationale Solidariteit), Paris. |

2.Ministre de l'agriculture (Minister van Landbouw), Paris. |

F.GRIEKENLAND: | 1.Υπουργός Κοινωνικών Υπηρεσιών, Αθήνα (Minister van Sociale Diensten, Athene). |

2.Υπουργός Εργασίας, Αθήνα (Minister van Arbeid, Athene). |

3.Υπουργός Εμπορικής Ναυτιλίας, Πειραιάς (Minister van Koopvaardij, Piraeus). |

G.IERLAND: | 1.Minister for Social Welfare (Minister van Sociale Voorzorg), Dublin. |

2.Minister for Health (Minister van Volksgezondheid), Dublin. |

H.ITALIË: | 1.Ministro de Lavoro e della Previdenza sociale (Minister van Arbeid en Sociale Voorzieningen), Roma. |

2.Ministro della Sanità (Minister van Volksgezondheid), Roma. |

3.Ministro di Grazia e Giustizia (Minister van Justitie), Roma. |

4.Ministro della Finanze (Minister van Financiën), Roma. |

I.LUXEMBURG: | 1.Ministre du travail et de la sécurité sociale (Minister van Arbeid en Sociale Zekerheid), Luxembourg. |

2.Ministre de la famille (Minister voor het Gezin), Luxembourg. |

J.NEDERLAND: | 1.Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag. |

2.Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Rijswijk. |

K.OOSTENRIJK: | 1.Bundesminister für Arbeit und Soziales (Bondsminister van Arbeid en Sociale Zaken), Wien. |

2.Bundesminister für Jugend und Familie (Bondsminister voor Jeugd en Gezin), Wien. |

L.PORTUGAL: | 1.Ministro do Trabalho e Segurança Social (Minister van Arbeid en Sociale Zekerheid), Lisboa. |

2.Ministro da Saúde (Minister van Volksgezondheid), Lisboa. |

3.Secretário Regional dos Assuntos Sociais da Região Autónoma da Madeira (Regionaal Secretaris voor sociale zaken van het autonome gebied Madeira), Funchal. |

4.Secretário Regional dos Assuntos Sociais da Região Autónoma dos Açores (Regionaal Secretaris voor sociale zaken van het autonome gebied der Azoren), Angra do Heroísmo. |

M.FINLAND: | 1.Sosiaali- ja terveysministeriöSocial- och hälsvårdministeriet (Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid), Helsinki. |

N.ZWEDEN: | 1.Regeringen (socialdepartementet) (de Regering (het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zaken)), Stockholm. |

O.VERENIGD KONINKRIJK: | 1.Secretary of State for Social Security (Minister van Sociale Zekerheid), London. |

1 bis.Secretary of State for Health (Minister van Volksgezondheid), London. |

2.Secretary of State for Scotland (Minister voor Schotland), Edinburgh. |

3.Secretary of State for Wales (Minister voor Wales), Cardiff. |

4.Department of Health and Social Services for Northern Ireland (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten voor Noord-Ierland), Belfast. |

5.Director of the Department of Labour and Social Security(Directeur van het Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid), Gibraltar. |

6.Director of the Gibraltar Health Authority (Directeur van de Gibraltar Health Authority). |

--------------------------------------------------

BIJLAGE 2 (A) (B) (2) (3) (7) (8) (9( (13) (14) (15)

BEVOEGDE ORGANEN

(Artikel 1, onder o), van de verordening en artikel 4, lid 2, van de toepassingsverordening)

A. BELGIË

1.Ziekte en moederschap

a)Voor de toepassing van de artikelen 16 t/m 29 van de toepassingsverordening: | |

i)In het algemeen: | De verzekeringsinstelling waarbij de werknemer of zelfstandige is aangesloten. |

ii)Voor zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

iii)Voor personen die onder het overzeese socialezekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iv)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

b)Voor de toepassing van titel V van de toepassingsverordening: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel, voor rekening van de verzekeringsinstellingen of van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden. |

2.Invaliditeit

a)Algemene invaliditeit (arbeiders, bedienden en mijnwerkers) en invaliditeit van zelfstandigen: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel, te zamen met de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer of zelfstandige is of was aangesloten. |

b)Bijzondere invaliditeit van mijnwerkers: | Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers, Brussel. |

c)Invaliditeit van zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

d)Invaliditeit van personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

e)Invaliditeit van gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en van Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

3.Ouderdom en overlijden (pensioenen):

a)Algemeen stelsel (arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden): | Rijksdienst voor pensioenen, Brussel. |

b)Stelsel voor zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. |

c)Overzees sociaal-zekerheidsstelsel: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

d)Stelsel voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

4.Arbeidsongevallen

a)Tot het verstrijken van de termijn voor herziening gesteld bij de wet van 10 april 1971 (artikel 72): | |

i)Verstrekkingen: | |

—Vernieuwing en onderhoud van prothesen: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

—Andere prestaties dan de hiervoor bedoelde: | Verzekeraar waarbij de werkgever aangesloten of verzekerd is. |

ii)Uitkeringen: | |

—Toelagen: | Verzekeraar waarbij de werkgever aangesloten of verzekerd is. |

—Aanvullingen voorzien bij het Koninklijk Besluit van 21 december 1971: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

b)Na het verstrijken van de termijnen voor herziening gesteld bij de wet van 10 april 1971 (artikel 72): | |

i)Verstrekkingen: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

ii)Uitkeringen: | |

—Rente: | Instelling erkend voor de uitkering van renten. |

—Aanvulling: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

c)Stelsel voor zeelieden en vissers: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

d)In geval van niet-verzekering: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

e)Stelsel voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

5.Beroepsziekten:

a)In het algemeen: | Fonds voor beroepsziekten, Brussel. |

b)Stelsel voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

6.Uitkeringen bij overlijden

a)Ziekte- en invaliditeitsverzekering: | |

i)in het algemeen: | Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering, Brussel, te zamen met de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer was aangesloten. |

ii)Voor zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

iii)Voor personen die onder het overzeese socialezekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iv)Voor gewezen werknemers van Belgsich-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

b)Arbeidsongevallen: | |

i)In het algemeen: | De verzekeraar. |

ii)Voor zeelieden: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. |

iii)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

c)Beroepsziekten: | |

i)In het algemeen: | Fonds voor Beroepsziekten, Brussel. |

ii)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

7.Werkloosheid

i)In het algemeen: | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Brussel. |

ii)Voor zeelieden: | Pool van de zeelieden ter koopvaardij, Antwerpen. |

8.Gezinsbijslagen

a)Stelsel voor werknemers: | Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, Brussel. |

b)Stelsel voor zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, Brussel. |

c)Stelsel voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

B. DENEMARKEN

1.Ziekte en moederschap

a)Ziekte: | |

—Verstrekkingen: | De bevoegde amtskommune ( het arrondissementsbestuur). In de gemeente København: Magistraten ( het gemeentebestuur); in de gemeente Frederiksberg: het gemeentebestuur. |

—Uitkeringen: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

b)Moederschap: | |

—Verstrekkingen: | De bevoegde amtskommune ( het arrondissementsbestuur). In de gemeente København: Magistraten ( het gemeentebestuur); in de gemeente Frederiksberg: het gemeentebestuur. |

—Uitkeringen: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

2.Invaliditeit

a)Prestaties toegekend op grond van de wetgeving betreffende sociale pensioenen: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat sociale zekerheid en bijstand), København. |

b)Prestaties in geval van revalidatie en herscholing: | De sociale commissie van de gemeente waarin de rechthebbende woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

3.Ouderdom en overlijden (pensioenen)

a)Pensioenen toegekend op grond van de wetgeving betreffende sociale pensioenen: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat sociale zekerheid en bijstand), København. |

b)Pensioenen uit hoofde van "loven om Arbejdsmarkedets Tillægspension" (wet op de aanvullende pensioenen voor werknemers in loondienst): | Arbejdsmarkedets Tillægspension ( Bureau voor de aanvullende pensioenen voor werknemers in loondienst), Hillerød. |

4.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

a)Verstrekkingen en renten: | Arbejdsskadestyrelsen ( Nationaal Bureau voor arbeidsongevallen en beroepsziekten). |

b)Dagvergoedingen: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

5.Uitkeringen bij overlijden: | De sociale commissie van de gemeente waarin de rechthebbende woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

6.Werkloosheid: | Direktoratet for Arbejdsløshedsforsikringen ( Nationaal Bureau voor de werkloosheidsverzekering, København. |

7.Gezinsbijslag (kinderbijslag): | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

C. DUITSLAND

Voor zover hierna niet anders wordt bepaald, wordt de bevoegdheid van de Duitse organen geregeld bij de Duitse wetgeving.

1.Ziekteverzekering

Voor de toepassing van artikel 13, lid 2, onder e), van de verordening: | |

a)Indien de belanghebbende woont op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland: | De voor de woonplaats van de belanghebbende bevoegde Allgemeine Ortskrankenkasse ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds). |

b)Indien de belanghebbende woont op het grondgebied van een andere Lid-Staat: | De Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds Bonn), Bonn. |

c)Indien de gezinsleden van de belanghebbende, voordat deze werd opgeroepen in militaire dienst of in vervangende burgerdienst, overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de toepassingsverordening waren aangesloten bij een Duits orgaan: | Het orgaan van de ziekteverzekering waarbij deze gezinsleden zijn aangesloten. |

Voor de toepassing van artikel 25, lid 1, van de verordening: | Het orgaan van de ziekteverzekering waarbij de werkloze was aangesloten op de dag waarop hij de Bondsrepubliek Duitsland heeft verlaten. |

Voor de ziekteverzekering van hen die een pensioen of rente aanvragen of recht daarop hebben en hun gezinsleden krachtens het bepaalde in titel III, hoofdstuk 1, afdelingen 4 en 5, van de verordening: | |

i)Indien de belanghebbende is aangesloten bij een Allgemeine Ortskrankenkasse (Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds) of indien hij niet is aangesloten bij een orgaan van de ziekteverzekering: | De Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds Bonn), Bonn. |

ii)In alle andere gevallen: | Het orgaan van de ziekteverzekering waarbij degene die een pensioen of rente aanvraagt of recht daarop heeft aangesloten is. |

2.Pensioenverzekering voor arbeiders, bedienden en mijnwerkers

Voor de toelating tot de vrijwillige verzekering, alsmede voor de beslissing over aanvragen om uitkeringen en toekenning van uitkeringen krachtens de bepalingen van de verordening: | |

a)Voor personen die verzekerd waren of als zodanig werden beschouwd hetzij uitsluitend krachtens de Duitse wetgeving hetzij krachtens de Duitse wetgeving en de wetgeving van één of meer andere Lid-Staten, alsmede voor hun nagelaten betrekkingen, indien de belanghebbende:op het grondgebied van een andere Lid-Staat woont, ofals onderdaan van een andere Lid-Staat, op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | |

i)Indien de laatste premie aan de pensioenverzekering voor arbeiders is betaald: | |

—Indien de belanghebbende in Nederland woont of als Nederlands onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Westfalen ( Verzekeringsinstelling voor Westfalen), Munster. |

—Indien de belanghebbende in België of in Spanje woont of als Belgisch of Spaans onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Rheinprovinz ( Verzekeringsinstelling Rheinprovinz) Düsseldorf. |

—Indien de belanghebbende in Italië woont of als Italiaans onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Schwaben ( Verzekeringsinstelling voor Zwaben), Augsburg. |

—Indien de belanghebbende in Frankrijk of Luxemburg woont of als Frans of Luxemburgs onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Rheinland-Pfalz( Verzekeringsinstelling voor Rijnland-Palts), Speyer. |

—Indien de belanghebbende in Denemarken woont of als Deens onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Schleswig-Holstein( Verzekeringsinstelling voor Sleeswijk-Holstein), Lübeck. |

—Indien de belanghebbende in Ierland of in het Verenigd Koninkrijk woont of als Iers onderdaan of onderdaan van het Verenigd Koninkrijk op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Freie und Hansestadt Hamburg ( Verzekeringsinstelling voor de Vrije Hanzestad Hamburg), Hamburg. |

—Indien de belanghebbende in Griekenland woont of als Grieks onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Württemberg( Verzekeringsinstelling voor Wurtemberg), Stuttgart. |

—Indien de belanghebbende in Portugal woont of als Portugees onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is: | Landesversicherungsanstalt Unterfranken ( Verzekeringsinstelling Unterfranken), Würzburg. |

Indien evenwel de laatste premie betaald is: | |

—Aan de Landesversicherungsanstalt für das Saarland (Verzekeringsinstelling voor Saarland). Saarbrücken, of aan de Bahnversicherungsanstalt(Verzekeringsinstelling van de spoorwegen), Frankfurt am Main: | Het orgaan waaraan de laatste premie betaald is. |

—Aan de Seekasse (Rentenversicherung der Arbeiter oder der Angestellten) (Verzekeringsfonds voor zeelieden (pensioenverzekering voor arbeiders of bedienden)), Hamburg of indien premies voor ten minste 60 maanden aldaar zijn betaald: | Seekasse ( Verzekeringsfonds voor zeelieden), Hamburg. |

ii)Indien de laatste premie betaald is aan de pensioenverzekering voor bedienden: | |

—Indien geen premie is betaald aan de Seekasse (Verzekeringsfonds voor zeelieden), Hamburg, of geen laatste premiebetaling heeft plaatsgehad aan de Bundesbahnversicherungsanstalt (Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main: | Bundesversicherungsanstalt für Angestellte (Verzekeringsinstelling für Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden), Berlin. |

—Indien een premie is betaald aan de Seekasse (Rentenversicherung der Arbeiter oder Angestellten)(Verzekeringsfonds voor Zeelieden (Pensioenverzekering voor arbeiders en bedienden)), Hamburg: | Seekasse ( Verzekeringsfonds voor zeelieden), Hamburg. |

—Indien de laatste premiebetaling heeft plaatsgehad aan de Bahnversicherungsanstalt (Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main: | Bahnversicherungsanstalt ( Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main. |

iii)Indien de laatste premie aan de pensioenverzekering voor mijnwerkers betaald is of indien de vereiste wachttijd voor het verkrijgen van het mijnwerkerspensioen wegens verminderde geschiktheid voor de uitoefening van het beroep van mijnwerker (Bergmannsrente) vervuld is of geacht wordt te zijn vervuld: | Bundesknappschaft ( Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers), Bochum. |

b)Voor personen die krachtens de Duitse wetgeving en de wetgeving van één of meer andere Lid-Staten verzekerd waren of als zodanig werden beschouwd, alsmede voor hun nagelaten betrekkingen, indien de belanghebbende:op het grondgebied van Duitsland doch buiten het Saarland woont of,als Duits onderdaan woont op het grondgebied van een Staat die geen Lid-Staat is: | |

i)Indien de laatste krachtens de Duitse wetgeving betaalde premie aan de pensioenverzekering voor arbeiders is betaald: | |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Nederlandse pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Westfalen ( Verzekeringsinstelling voor Westfalen), Münster. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Belgische of Spaanse pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Rheinprovinz ( Verzekeringsinstelling Rheinprovinz), Düsseldorf. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Italiaanse pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Schwaben ( Verzekeringsinstelling voor Zwaben), Augsburg. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Franse of Luxemburgse pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Rheinland-Pfalz( Verzekeringsinstelling voor Rijnland-Palts), Speyer. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Deense pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Schleswig-Holstein( Verzekeringsinstelling voor Sleeswijk-Holstein), Lübeck. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Ierse pensioenverzekering of de pensioenverzekering van het Verenigd Koninkrijk is betaald: | Landesversicherungsanstalt Freie und Hansestadt Hamburg ( Verzekeringsinstelling voor de Vrije Hanzestad Hamburg), Hamburg. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Griekse pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Württemberg( Verzekeringsinstelling voor Wurtemberg), Stuttgart. |

—Indien de laatste krachtens de wetgeving van een andere Lid-Staat betaalde premie aan een orgaan van de Portugese pensioenverzekering is betaald: | Landesversicherungsanstalt Unterfranken ( Verzekeringsinstelling Unterfranken), Würzburg. |

Indien evenwel de belanghebbende op het grondgebied van Duitsland in het Saarland woont of als Duits onderdaan op het grondgebied woont van een Staat die geen Lid-Staat is, en indien de laatste premie krachtens de Duitse wetgeving aan een orgaan van de pensioenverzekering in het Saarland is betaald: | Landesversicherungsanstalt für das Saarland ( Verzekeringsinstelling voor Saarland), Saarbrücken. |

Indien evenwel de laatste premie krachtens de Duitse wetgeving betaald is: | |

—Aan de Seekasse (Verzekeringsfonds voor zeelieden), Hamburg, of indien premies voor ten minste 60 maanden betaald zijn uit hoofde van een betrekking bij de Duitse koopvaardij of bij die van een ander land: | Seekasse ( Verzekeringsinstelling voor zeelieden), Hamburg. |

—Aan de Bahnversicherungsanstalt (Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main: | Bahnversicherungsanstalt ( Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main. |

ii)Indien de laatste premie betaald is aan de pensioenverzekering voor bedienden: | |

—Indien geen premie is betaald aan de Seekasse (Verzekeringsfonds voor zeelieden), Hamburg, of de laatste premie niet is betaald aan de Bundesbahnversicherungsanstalt (Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main: | Bundesversicherungsanstalt für Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden), Berlin. |

—Indien een premie is betaald aan de Seekasse (Rentenversicherung der Arbeiter oder Angestellten)(Verzekeringsfonds voor zeelieden (Pensioenverzekering voor arbeiders en bedienden)), Hamburg: | Seekasse ( Verzekeringsfonds voor zeelieden), Hamburg. |

—Indien de laatste premiebetaling heeft plaatsgehad aan de Bahnversicherungsanstalt (Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main: | Bahnversicherungsanstalt ( Verzekeringsinstelling van de Bondsspoorwegen), Frankfurt am Main. |

iii)Indien de laatste premie krachtens de Duitse wetgeving aan de pensioenverzekering voor mijnwerkers betaald is of indien de vereiste wachttijd voor het verkrijgen van het mijnwerkerspensioen wegens verminderde geschiktheid voor de uitoefening van het beroep van mijnwerker (Bergmannsrente) vervuld is of geacht wordt te zijn vervuld: | Bundesknappschaft ( Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers), Bochum. |

c)Bij verandering van het land van woonplaats na vaststelling van de uikering in de gevallen, vermeld onder a), i), en onder b), i), verandert dienovereenkomstig ook het bevoegde orgaan. | |

3.Ouderdomsverzekering voor landbouwers: | Landwirtschaftliche Alterskasse ( Pensioenfonds voor landbouwers) Rheinland-Pfalz, Speyer. |

4.Aanvullende verzekering voor werknemers in de staalindustrie: | Landesversicherungsanstalt für das Saarland ( Verzekeringsinstelling voor Saarland), Saarbrücken. |

5.Ongevallenverzekering (arbeidsongevallen en beroepsziekten): | Het orgaan dat in het betreffende geval met de ongevallenverzekering belast is. |

6.Werkloosheidsuitkeringen en gezinsbijslagen: | Bundesanstalt für Arbeit ( Bondsarbeidsbureau), Nürnberg. |

D. SPANJE

1.Alle stelsels met uitzondering van het stelsel voor zeelieden

a)Voor alle risico's, met uitzondering van werkloosheid: | Direcciones Provinciales del Instituto Nacional de la Seguridad Social ( Provinciale Directies van het Nationaal Instituut voor de sociale zekerheid) |

b)Voor werkloosheid: | Direcciones Provinciales del Instituto Nacional de Empleo ( Provinciale Directies van het Nationaal Instituut voor de werkgelegenheid) |

2.Stelsel voor zeelieden: | Instituto Social de la Marina ( Sociaal Instituut voor zeelieden), Madrid |

3.Voor het beheer van het niet op bijdrage- of premiebetaling berustende gedeelte van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen: | Instituto Nacional de Servicios Sociales ( Nationaal Instituut voor sociale diensten), Madrid. |

E. FRANKRIJK

1.Voor de toepassing van de artikelen 93, lid 1, 94 en 95 van de toepassingsverordening: | |

A.Stelsel voor werknemers

a)Algemeen stelsel: | Caisse nationale de l'assurance maladie ( Nationaal Fonds voor de ziekteverzekering), Paris. |

b)Stelsel voor de landbouw: | Caisse centrale de secours mutuels agricoles( Centraal Fonds voor onderlinge bijstand in de landbouw), Paris. |

c)Stelsel voor de mijnbouw: | Caisse autonome nationale de sécurité sociale dans les mines ( Nationaal Autonoom Fonds voor sociale zekerheid in de mijnen), Paris. |

d)Stelsel voor zeelieden: | Établissement national des invalides de la marine ( Nationale Instelling voor invalide zeelieden), Paris. |

B.Stelsel voor zelfstandigen

a)Stelstel voor zelfstandigen die niet in de landbouw werkzaam zijn: | Caisse nationale d'assurance maladie et maternité des travailleurs non salariés des professions non agricoles ( Nationaal Fonds voor ziekte- en moederschapsverzekering voor zelfstandigen die niet in de landbouw werkzaam zijn), Saint-Denis. |

b)Stelsel voor de landbouw: | Caisse centrale de secours mutuels agricoles (Centraal Fonds voor onderlinge bijstand in de landbouw), Paris. Caisse centrale des mutuelles agricoles(Centraal Fonds van de onderlinge verzekeringen in de landbouw). Fédération française des sociétés d'assurance (Ramex et Gamex) (Franse Federatie van verzekeringsmaatschappijen). Fédération nationale de la mutualité française (Nationale Federatie van de Franse onderlinge verzekering). |

2.Voor de toepassing van artikel 96 van de toepassingsverordening: | |

a)Algemeen stelsel: | Caisse nationale de l'assurance maladie ( Nationaal Fonds voor de ziekteverzekering), Paris. |

b)Stelsel voor de landbouw: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

c)Stelsel voor de mijnbouw: | Caisse autonome nationale de sécurité sociale dans les mines ( Nationaal Autonoom Fonds voor sociale zekerheid in de mijnen), Paris. |

d)Stelsel voor zeelieden: | Établissement national des invalides de la marine ( Nationale Instelling voor invalide zeelieden), Paris. |

3.De andere bevoegde organen zijn de in het kader van de Franse wetgeving omschreven organen: | |

I.GRONDGEBIED IN EUROPA

A.Stelsel voor werknemers

a)Algemeen stelsel | |

i)Ziekte, moederschap en overlijden (uitkering): | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

ii)Invaliditeit: | |

aa)In het algemeen, behalve voor Parijs en omgeving: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

Voor Parijs en omgeving: | Caisse régionale d'assurance maladie( Gewestelijk Ziekenfonds), Paris. |

bb)Bijzonder stelsel overeenkomstig de artikelen L 365 t/m L 382 van de Code de la sécurité sociale (Wetboek van sociale zekerheid): | Caisse régionale d'assurance maladie( Gewestelijk Ziekenfonds), Strasbourg. |

iii)Ouderdom | |

aa)In het algemeen, behalve voor Parijs en omgeving: | Caisse régionale d'assurance maladie (branche vieillesse) ( Gewestelijk Ziekenfonds (afdeling Ouderdom)). |

Voor Parijs en omgeving: | Caisse nationale d'assurance vieillesse des travailleurs salariés ( Nationaal Fonds voor de ouderdomsverzekering van werknemers), Paris. |

bb)Bijzonder stelsel overeenkomstig de artikelen L 365 t/m L 382 van de Code de la sécurité sociale (Wetboek van sociale zekerheid): | Caisse régionale d'assurance vieillesse (Gewestelijk Fonds voor de ouderdomsverzekering), Strasbourg, of Caisse régionale d'assurance maladie (Gewestelijk Ziekenfonds), Strasbourg. |

iv)Arbeidsongevallen: | |

aa)Tijdelijke ongeschiktheid: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

bb)Blijvende ongeschiktheid: | |

—Renten: | |

—Voor ongevallen na 31. 12. 1946: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

—Voor ongevallen vóór 1. 1. 1947: | De werkgever of in diens plaats de verzekeraar. |

—Verhogingen van renten: | |

—Voor ongevallen na 31. 12. 1946: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

—Voor ongevallen vóór 1. 1. 1947: | Caisse des dépôts et consignations ( Deposito- en Consignatiefonds). |

v)Gezinsbijslagen: | Caisse d'allocations familiales ( Kinderbijslagfonds). |

vi)Werkloosheid: | |

—Voor de inschrijving als werkzoekende: | Plaatselijk Arbeidsbureau in de woonplaats van de belanghebbende. |

—Voor de afgifte van de formulieren E 301, E 302, E 303: | Groupement des Assedic de la région parisienne (Garp), 90, rue Baudin, 92537 Levallois-Perret . |

b)Stelsel voor de landbouw: | |

i)Ziekte, moederschap, overlijden (uitkering bij overlijden) en gezinsbijslagen: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

ii)Verzekering bij invaliditeit, ouderdom en voor uitkeringen aan de langstlevende echtgenoot: | Caisse centrale de secours mutuels agricoles( Centraal Fonds voor onderlinge bijstand in de landbouw), Paris. |

iii)Arbeidsongevallen: | |

aa)In het algemeen: | De werkgever of in diens plaats de verzekeraar, voor ongevallen die vóór 1 juli 1973 hebben plaatsgevonden. Caisse de mutualité sociale agricole (Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw), voor ongevallen die na 30 juni 1973 hebben plaatsgevonden. |

bb)Voor verhoging van de renten: | Caisse des dépôts et consignations (Deposito- en Consignatiefonds), Arcueil (94), voor ongevallen die vóór 1 juli 1973 hebben plaatsgevonden. Caisse de mutualité sociale agricole (Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw), voor ongevallen die na 30 juni 1973 hebben plaatsgevonden. |

iv)Werkloosheid: | |

—Voor de inschrijving als werkzoekende: | Plaatselijk arbeidsbureau in de woonplaats van de belanghebbende. |

—Voor de afgifte van de formulieren E 301, E 302, E 303: | Groupement des Assedic de la région parisienne (Garp), 90, rue Baudin, 92537 Levallois-Perret . |

c)Stelsel voor de mijnbouw: | |

i)Ziekte, moederschap en overlijden (uitkering): | Société de secours minière ( Maatschappij tot ondersteuning van mijnwerkers). |

ii)Invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen): | Caisse autonome nationale de sécurité sociale dans les mines ( Nationaal Autonoom Fonds voor sociale zekerheid in de mijnen), Paris. |

iii)Arbeidsongevallen: | |

aa)Tijdelijke ongeschiktheid: | Société de secours minière ( Maatschappij tot ondersteuning van mijnwerkers). |

bb)Blijvende ongeschiktheid: | |

—Renten: | |

—Voor ongevallen na 31. 12. 1946: | Union régionale des sociétés de secours minières ( Regionale Unie van maatschappijen tot ondersteuning van mijnwerkers). |

—Voor ongevallen vóór 1. 1. 1947: | De werkgever of in diens plaats de verzekeraar. |

—Verhogingen van renten: | |

—Voor ongevallen na 31. 12. 1946: | Union régionale des sociétés de secours minières ( Regionale Unie van maatschappijen tot ondersteuning van mijnwerkers). |

—Voor ongevallen vóór 1. 1. 1947: | Caisse des dépôts et consignations ( Deposito en Consignatiefonds). |

iv)Gezinsbijslagen: | Union régionale des sociétés de secours minières ( Regionale Unie van maatschappijen tot ondersteuning van mijnwerkers). |

v)Werkloosheid: | |

—Voor de inschrijving als werkzoekende: | Plaatselijk arbeidsbureau in de woonplaats van de belanghebbende. |

—Voor de afgifte van de formulieren E 301, E 302, E 303: | Agence nationale pour l'emploi (service spécialisé pour la sécurité sociale des travailleurs migrants) (Nationaal arbeidsbureau (Gespecialiseerde Dienst voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers)), 9, rue Sextius Michel, 75015 Paris . |

d)Stelsel voor zeelieden: | |

i)Ziekte, moederschap, invaliditeit, arbeidsongevallen, overlijden (uitkering) en pensioenen voor nagelaten betrekkingen van invaliden of door een arbeidsongeval getroffenen: | La section Caisse générale de prévoyance des marins du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Algemeen Voorzorgsfonds voor zeelieden). |

ii)Ouderdom en overlijden (pensioenen): | La section Caisse de retraite des marins du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Pensioenfonds voor zeelieden). |

iii)Gezinsbijslagen: | Caisse nationale d'allocations familiales des marins du commerce ( Nationaal fonds voor kinderbijslag voor de zeelieden ter koopvaardij) casu quo Caisse nationale d'allocations familiales de la pêche maritime ( Nationaal Fonds voor kinderbijslag in de zeevisserij). |

iv)Werkloosheid: | |

—Voor de inschrijving als werkzoekende: | Plaatselijk arbeidsbureau van de woonplaats van de betrokkene of van de gebruikelijke aanmonsteringshaven of Bureau central de la main-d'œuvre maritime ( Centraal Bureau voor zeelieden). |

—Voor de afgifte van de formulieren E 301, E 302, E 303: | Groupement des Assedic de la région parisienne (Garp), 90, rue Baudin, 92537 Levallois-Perret . |

B.Stelsel voor zelfstandigen

a)Stelsel voor zelfstandigen die niet in de landbouw werkzaam zijn: | |

i)Ziekte en moederschap: | Caisse mutuelle régionale ( Gewestelijk Onderling Fonds). |

ii)Ouderdom: | |

aa)Stelsel voor ambachtslieden: | Caisse nationale de l'organisation autonome d'assurance vieillesse des travailleurs non salariés des professions artisanales (Cancava) (Nationaal Autonoom Fonds voor de ouderdomsverzekering voor zelfstandigen in ambachtelijke beroepen), Paris. Caisses de base professionnelles ou interprofessionnelles (Plaatselijke fondsen voor één of meer beroepen). |

bb)Stelsel voor zelfstandigen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen: | Caisse nationale de l'organisation autonome d'assurance vieillesse des travailleurs non salariés des professions industrielles et commerciales (Organic) (Nationaal Autonoom Fonds voor de ouderdomsverzekering van zelfstandigen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen). Caisses de base professionnelles ou interprofessionnelles (Plaatselijke fondsen voor één of meer beroepen). |

cc)Stelsel voor vrije beroepen: | Caisse nationale d'assurance vieillesse des professions libérales (CNAVPL) — Sections professionnelles ( Nationaal Fonds voor ouderdomsverzekering voor beoefenaren van vrije beroepen — Beroepsafdelingen). |

dd)Stelsel voor advocaten: | Caisse nationale des barreaux français (CNBF) ( Nationaal Fonds voor leden van de Franse balies). |

b)Stelsel voor landbouwers: | |

i)Ziekte, moederschap en invaliditeit: | Organisme assureur habilité auprès duquel le travailleur non salarié agricole est affilié( Gemachtigde verzekeringsinstelling waarbij de zelfstandige in de landbouw is verzekerd). |

ii)Verzekering bij ouderdom en voor uitkeringen van de langstlevende echtgenoot: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

iii)Niet-industriële ongevallen, arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Organisme agréé auprès duquel le travailleur non salarié agricole est affilié (De erkende instelling waarbij de zelfstandige in de landbouw is aangesloten). Voor de departementen Moselle, Bas-Rhin en Haut-Rhin: Caisse d'assurance accidents agricoles (Verzekeringsfonds voor ongevallen in de landbouw). |

II.DEPARTEMENTEN OVERZEE

a)Stelsel voor werknemers (alle stelsels met uitzondering van het stelsel voor zeelieden en alle risico's behalve gezinsbijslagen):

i)In het algemeen: | Caisse générale de sécurité sociale ( Algemeen Fonds voor sociale zekerheid). |

ii)Voor verhogingen van renten voor arbeidsongevallen die vóór 1 januari 1952 in de departementen overzee plaatsvonden: | Direction départementale de l'enregistrement ( Departementale Directie voor de registratie). |

b)Stelsel voor zelfstandigen

i)Ziekte en moederschap: | Caisse mutuelle régionale ( Gewestelijk Onderling Fonds). |

ii)Ouderdom: | |

—Stelsel voor ambachtslieden: | Caisse nationale de l'organisation autonome d'assurance vieillesse des travailleurs non salariés des professions artisanales (Cancava) ( Nationaal Autonoom Fonds voor ouderdomsverzekering voor zelfstandigen in ambachtelijke beroepen). |

—Stelsel voor personen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen: | Caisse interprofessionnelle d'assurance vieillesse des industriels et commerçants d'Algérie et d'outre-mer (Cavicorg) ( Pensioenfonds voor personen die industriële en commerciële activiteiten uitoefenen voor Algerije en overzee). |

—Stelsel voor vrije beroepen: | Caisse nationale d'assurance vieillesse des professions libérales (CNAVPL) — Sections professionnelles ( Nationaal Fonds voor ouderdomsverzekering voor beoefenaren van vrije beroepen — Beroepsafdelingen). |

—Stelsel voor advocaten: | Caisse nationale des barreaux français (CNBF) ( Nationaal Fonds voor leden van de Franse balies). |

c)Gezinsbijslagen: | Caisse d'allocations familiales ( Kinderbijslagfonds). |

d)Stelsel voor zeelieden

i)Alle risico's, behalve ouderdom en gezinsbijslagen: | La section Caisse générale de prévoyance des marins du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Algemeen Voorzorgsfonds voor zeelieden). |

ii)Ouderdom: | La section Caisse de retraite des marins du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Pensioenfonds voor zeelieden). |

iii)Gezinsbijslagen: | Caisse d'allocations familiales ( Kinderbijslagfonds). |

F. GRIEKENLAND

1.Ziekte en moederschap

i)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene) of de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is of was aangesloten. |

ii)Voor zeelieden: | Οίκος Ναύτου, Πειραιάς ( Huis der zeelieden, Piraeus). |

iii)Voor landbouwers: | Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων (ΟΓΑ), Αθήνα ( Nationaal Instituut voor landbouwverzekeringen, Athene). |

2.Invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen)

i)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene) of de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is of was aangesloten. |

ii)Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

iii)Voor landbouwers: | Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων (ΟΓΑ), Αθήνα ( Nationaal Instituut voor landbouwverzekeringen, Athene). |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

i)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene) of de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is of was aangesloten. |

ii)Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

iii)Voor landbouwers: | Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων (ΟΓΑ), Αθήνα ( Nationaal Instituut voor landbouwverzekeringen, Athene). |

4.Uitkering bij overlijden (begrafeniskosten)

i)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene) of de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is of was aangesloten. |

ii)Voor zeelieden: | Οίκος Ναύτου, Πειραιάς ( Huis der zeelieden, Piraeus). |

iii)Voor landbouwers: | Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων (ΟΓΑ), Αθήνα ( Nationaal Instituut voor landbouwverzekeringen, Athene). |

5.Kinderbijslag

i)Stelsel voor werknemers in loondienst, met inbegrip van bedrijfsregelingen: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

ii)Voor landbouwers: | Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων (ΟΓΑ), Αθήνα ( Nationaal Instituut voor landbouwverzekeringen, Athene). |

iii)Voor zeelieden: | Εστία Ναυτικών ( Huis der zeelieden, Piraeus). |

6.Werkloosheid:

i)In het algemeen: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

ii)Stelsel voor zeelieden: | Οίκος Ναύτου, Πειραιάς ( Huis der zeelieden, Piraeus). |

iii)Stelsel voor werknemers van de pers: | Ταμείον Ασφαλίσεως Εργατών Τύπου, Αθήνα (Verzekeringsfonds voor werknemers van de pers, Athene). Ταμείον Συντάξεως Προσωπικού Εφημερίδων Αθηνών — Θεσσαλονίκης, Αθήνα (Pensioenfonds voor werknemers van de pers in Athene en Thessaloniki, Athene). |

G. IERLAND

1.Verstrekkingen: | The Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Oosten), Dublin 8. The Midland Health Board (Gezondheidsbureau voor het Centrum), Tullamore, Co. Offaly. The Mid-Western Health Board (Gezondheidsbureau voor het Midden-Westen), Limerick. The North Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Noordoosten), Ceanannus Mor, Co. Meath. The North-Western Health Board (Gezondheidsbureau voor het Noordwesten), Manorhamilton, Co. Leitrim. The South-Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Zuidoosten), Kilkenny. The Southern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Zuiden), Cork. The Western Health Board(Gezondheidsbureau voor het Westen), Galway. |

2.Uitkeringen

a)Werkloosheidsuitkeringen: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin, met inbegrip van de provinciale bureaus die verantwoordelijk zijn voor de werkloosheidsuitkeringen. |

b)Ouderdom en overlijden (pensioenen): | Department of Social Welfare, Pensions Services Office ( Ministerie van Sociale Voorzorg, afdeling Pensioenen), Sligo. |

c)Gezinsbijslagen: | Department of Social Welfare, Child Benefit Section (Ministerie van Sociale Voorzorg, Bureau voor kinderbijslag), St. Oliver Plunkett Road, Letterkenny, Co. Donegal |

d)Andere uitkeringen: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin. |

H. ITALIË

1.Ziekte (met inbegrip van tuberculose) en moederschap

A.Werknemers

a)Verstrekkingen: | |

i)In het algemeen: | Unità sanitaria locale ( Plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

ii)Voor bepaalde categorieën ambtenaren, voor personen werkzaam in de privésector en gelijkgestelde personen, voor pensioengerechtigden en hun gezinsleden: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), Roma. |

iii)Voor zeelieden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), het voor het betrokken gebied bevoegde gezondheidskantoor van de scheep- of luchtvaart. |

b)Uitkeringen: | |

i)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

ii)Voor zeelieden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Cassa marittima ( Fonds voor zeelieden waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

c)Verklaringen inzake tijdvakken van verzekering: | |

i)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

ii)Voor zeelieden en personeel van de burgerluchtvaart: | Cassa marittima ( Fonds voor zeelieden waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

B.Zelfstandigen

Verstrekkingen: | Unità sanitaria locale ( Plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

2.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

A.Werknemers

a)Verstrekkingen: | |

i)In het algemeen: | Unità sanitaria locale ( Plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

ii)Voor zeelieden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), het voor het betrokken gebied bevoegde gezondheidskantoor van de scheep- of luchtvaart. |

b)Kunstmiddelen en grote hulpmiddelen, rechtsgeneeskundige prestaties en desbetreffende onderzoeken en certificaten: | |

i)In het algemeen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

ii)Voor zeelieden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Cassa marittima ( Fonds voor zeelieden waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

c)Uitkeringen: | |

i)In het algemeen: | Istituto nationale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

ii)Voor zeelieden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Cassa marittima ( Fonds voor zeelieden waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

iii)Eventueel ook, voor geschoolde land- en bosarbeiders: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per gli impiegati agricoli ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van werknemers in de landbouw). |

B.Zelfstandigen (alleen voor radiologen)

a)Verstrekkingen: | Unità sanitaria locale ( Plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

b)Prothesen en hulpmiddelen van grotere omvang, rechtsgeneeskundige prestaties en desbetreffende onderzoeken en certificaten: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

c)Uitkeringen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

3.Invaliditeit, ouderdom en nagelaten betrekkingen (pensioenen)

A.Werknemers

a)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

b)Voor werknemers bij toneel, film, e.d.: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per i lavoratori dello spettacolo ( Nationale Bond voor voorzieningen en bijstand aan werknemers bij toneel, film, e.d.), Roma |

c)Voor het leidinggevend personeel in industriële ondernemingen: | Istituto nazionale di previdenza per i dirigenti di aziende industriali ( Nationaal Instituut voor voorzieningen voor leidinggevend personeel in industriële ondernemingen), Roma. |

d)Voor journalisten: | Istituto nazionale di previdenza per i giornalisti italiani "G. Amendola" ( Nationaal Instituut voor voorzieningen ten behoeve van Italiaanse journalisten "G. Amendola"), Roma. |

B.Zelfstandigen

a)Voor geneesheren: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza medici ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van geneesheren). |

b)Voor apothekers: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza farmacisti ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van apothekers). |

c)Voor diergeneeskundigen: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza veterinari ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van diergeneeskundigen). |

d)Voor verloskundigen: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per le ostetriche ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van verloskundigen). |

e)Voor ingenieurs en architecten: | Cassa nazionale di previdenza per gli ingegneri ed architetti ( Nationaal Fonds voor voorzieningen ten behoeve van ingenieurs en architecten). |

f)Voor landmeters: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei geometri ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van landmeters). |

g)Voor advocaten en procureurs: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore degli avvocati e dei procuratori ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van advocaten en procureurs). |

h)Voor economen: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei dottori comercialisti ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van economen). |

i)Voor accountants: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei ragionieri e periti commerciali ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van accountants). |

j)Voor arbeidsconsulenten: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per i consulenti del lavoro ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van arbeidsconsulenten). |

k)Voor notarissen: | Cassa nazionale notariato ( Nationaal Fonds voor notarissen). |

l)Voor douane-expediteurs: | Fondo di previdenza a favore degli spedizionieri doganali ( Fonds voor voorzieningen ten behoeve van douane-expediteurs). |

4.Uitkeringen bij overlijden: | Istituto nazionale della previdenza sociale(Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro (Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. Cassa marittima (Fonds voor zeelieden waarbij de betrokkene is ingeschreven). |

5.Werkloosheid (voor werknemers)

a)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

b)Voor journalisten: | Istituto nazionale di previdenza per i giornalisti italiani "G. Amendola" ( Nationaal Instituut voor voorzieningen ten behoeve van Italiaanse journalisten "G. Amendola"), Roma. |

6.Gezinsbijslagen (voor werknemers)

a)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

b)Voor journalisten: | Istituto nazionale di previdenza per i giornalisti italiani "G. Amendola" ( Nationaal Instituut voor voorzieningen ten behoeve van Italiaanse journalisten "G. Amendola"), Roma. |

I. LUXEMBURG

1.Ziekte en moederschap

a)Verstrekkingen: | Bevoegd ziekenfonds en/of verbond van ziekenfondsen. |

b)Uitkeringen: | Bevoegd ziekenfonds. |

2.Invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen)

a)Voor arbeiders: | Établissement d'assurance contre la vieillesse et l'invalidité ( Instelling voor ouderdoms- en invaliditeitsverzekering), Luxembourg. |

b)Voor bedienden en zelfstandigen in de vrije beroepen: | Caisse de pension des employés privés ( Pensioenfonds voor bedienden in het particuliere bedrijf), Luxembourg. |

c)Voor zelfstandigen die een ambachtelijke, commerciële of industriële activiteit uitoefenen: | Caisse de pension des artisans, des commerçants et industriels ( Pensioenfonds voor ambachtslieden, kooplieden en industriëlen), Luxembourg. |

d)Voor zelfstandigen in de landbouw: | Caisse de pension agricole ( Pensioenfonds voor landbouwers), Luxembourg. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

a)Voor werknemers en zelfstandigen in de land- en bosbouw: | Association d'assurance contre les accidents, section agricole et forestière ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Land- en bosbouw), Luxembourg. |

b)Voor alle andere gevallen van verplichte of vrijwillige verzekering: | Association d'assurance contre les accidents, section industrielle ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Industrie), Luxembourg. |

4.Werkloosheid: | Administration de l'emploi ( Administratie voor arbeidsvoorziening), Luxembourg. |

5.Gezinsbijslagen: | Caisse nationale des prestations familiales( Nationaal Fonds voor gezinsbijslagen), Luxembourg. |

6.Uitkeringen bij overlijden

Voor de toepassing van artikel 66 van de verordening: | Union des caisses de maladie ( verbond van ziekenfondsen), Luxembourg. |

J. NEDERLAND

1.Ziekte en moederschap

a)Verstrekkingen: | Ziekenfonds waarbij de betrokkene aangesloten is. |

b)Uitkeringen: | Bedrijfsvereniging waarbij de werkgever van de verzekerde aangesloten is. |

2.Invaliditeit

a)Wanneer ook zonder toepassing van de verordening, uitsluitend krachtens de Nederlandse wetgeving aanspraak op uitkering bestaat: | |

i)Voor werknemers: | De bedrijfsvereniging waarbij de werkgever van de verzekerde persoon aangesloten is. |

ii)Vooor zelfstandigen: | De bedrijfsvereniging waarbij de verzekerde aangesloten zou zijn indien hij personeel in dienst had. |

b)Andere gevallen | |

Voor werknemers en zelfstandigen: | De Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

3.Ouderdom en overlijden (pensioenen)

a)In het algemeen: | Sociale Verzekeringsbank, Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen . |

b)Voor mijnwerkers: | Algemeen Mijnwerkersfonds, Heerlen. |

4.Werkloosheid: | Bedrijfsvereniging waarbij de werkgever van de verzekerde is aangesloten. |

5.Gezinsbijslagen

a)Wanneer de rechthebbende in Nederland woont: | Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank binnen het gebied waarvan hij woont. |

b)Wanneer de rechthebbende buiten Nederland woont, doch zijn werkgever in Nederland woont of is gevestigd: | Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank binnen het gebied waarvan de werkgever woont of is gevestigd. |

c)In andere gevallen: | Sociale Verzekeringsbank, Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen . |

6.Beroepsziekten waarop artikel 57, lid 5, van de verordening van toepassing is

Voor de toepassing van artikel 57, lid 5, van de verordening: | |

a)Wanneer de uitkering met ingang van een datum vóór 1. 7. 1967 wordt toegekend: | Sociale Verzekeringsbank, Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen . |

b)Wanneer de uitkering met ingang van een datum na 30. 6. 1967 wordt toegekend: | Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

K. OOSTENRIJK

Voor zover hieronder niet anders wordt bepaald, wordt de bevoegdheid van de Oostenrijkse organen geregeld bij de Oostenrijkse wetgeving. | |

1.Ziekteverzekering:

a)Indien de belanghebbende woont op het grondgebied van een andere Lid-Staat waarop deze verordening van toepassing is, en een Gebietskrankenkasse (Regionaal Ziekenfonds) bevoegd is voor een verzekering en krachtens de Oostenrijkse wetgeving de plaatselijke bevoegdheid niet kan worden uitgemaakt, wordt de plaatselijke bevoegdheid als volgt vastgesteld: | De Gebietskrankenkasse (Regionaal Ziekenfonds) bevoegd voor de laatste dienstbetrekking in Oostenrijk, ofDe Gebietskrankenkasse (Regionaal Ziekenfonds) bevoegd voor de laatste woonplaats in Oostenrijk.of Indien er nooit sprake is geweest van een dienstbetrekking waarvoor een Gebietskrankenkasse (Regionaal Ziekenfonds) bevoegd was of indien de belanghebbende nooit in Oostenrijk heeft gewoond, de Wiener Gebietskrankenkasse (Regionaal Ziekenfonds van Wenen,) Wien. |

b)Voor de toepassing van titel III, hoofdstuk 1, afdeling 5, van de verordening in verband met artikel 95 van de toepassingsverordening met betrekking tot de terugbetaling van de uitgaven voor prestaties aan pensioengerechtigden krachtens de ASVG (Algemene Sociale-Verzekeringswet) van 9 september 1955: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen), Wien, met dien verstande dat de terugbetaling van de uitgaven dient te geschieden uit de door genoemde Federatie ontvangen ziekteverzekeringspremies van de pensioengerechtigden. |

2.Pensioenverzekering:

a)Voor de aanwijzing van het orgaan dat uitkeringen verschuldigd is, worden alleen tijdvakken van verzekering krachtens de Oostenrijkse wetgeving in aanmerking genomen. | |

b)Voor de toepassing van artikel 45, lid 6, van de verordening, indien geen enkel tijdvak van premie- of bijdragebetaling onder de Oostenrijkse wetgeving werd vervuld: | Pensionsversicherungsanstalt der Angestellten( Instituut voor pensioenverzekering voor werknemers), Wien. |

3.Werkloosheidsverzekering:

a)Voor de aanmelding als werkloze: | de Regionale Geschäftsstellen des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijke bureaus van de arbeidsmarktservice) bevoegd voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende. |

b)Voor de afgifte van de formulieren nr. E 301, E 302 en E 303: | de Regionale Geschäftsstellen des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijke bureaus van de arbeidsmarktservice) bevoegd voor de plaats van arbeid van de belanghebbende. |

4.Gezinsbijslagen:

a)Gezinsbijslagen met uitzondering van Karenzurlaubsgeld(bijzondere moederschapstoelage): | Het Finanzamt ( belastingkantoor). |

b)Karenzurlaubsgeld (bijzondere moederschapstoelage): | de Regionale Geschäftsstellen des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijke bureaus van de arbeidsmarktservice) bevoegd voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende. |

L. PORTUGAL

I.Continent

1.Ziekte, moederschap en gezinsbijslagen: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) waarbij de belanghebbende is aangesloten. |

2.Invaliditeit, ouderdom en overlijden: | Centro Nacional de Pensões ( Nationaal Centrum voor Pensioenen), Lisboa, en Centro Regional de Segurança Social ( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) waarbij de belanghebbende is aangesloten. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Caixa Nacional de Seguros de Doenças Profissionais ( Nationale Verzekeringskas voor beroepsziekten). Lisboa. |

4.Werkloosheidsuitkeringen: | |

a)Ontvangst van het verzoek en controle van de werkloosheidssituatie (bijvoorbeeld bevestiging van de tijdvakken van arbeid, indeling van de werkloosheid en controle van de situatie): | Centro de Emprego ( Werkgelegenheidscentrum) van de woonplaats van de belanghebbende. |

b)Toekenning en betaling van de werkloosheidsuitkeringen (bijvoorbeeld controle van de voorwaarden die aan het recht op uitkeringen zijn gesteld, vaststelling van het bedrag en de duur, en controle van de situatie voor het behoud, de schorsing of staking van de betaling): | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) waarbij de belanghebbende is aangesloten. |

5.Prestaties van het bijdragevrije stelsel van sociale zekerheid: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) van de woonplaats van de belanghebbende. |

II.Autonoom gebied Madeira

1.Ziekte, moederschap en gezinsbijslagen: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

2. a)Invaliditeit, ouderdom en overlijden: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

b)Invaliditeit, ouderdom en overlijden van het speciale stelsel van sociale zekerheid voor werknemers in de landbouw: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Caixa Nacional de Seguros de Doenças Profissionais ( Nationale Verzekeringskas voor beroepsziekten), Lisboa. |

4.Werkloosheidsuitkeringen: | |

a)Controle van de voorwaarden betreffende de werkloosheid (bijvoorbeeld kwalificatie, controle van de situatie, vaststelling van het bedrag en de duur): | Direcção Regional de Emprego( Regionale Directie voor de werkgelegenheid), Funchal. |

b)Controle van de bijdragen, procedure en betaling van de werkloosheidsuitkeringen, enz.: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

5.Prestaties van het bijdragevrije stelsel van sociale zekerheid: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

III.Autonoom gebied der Azoren

1.Ziekte, moederschap en gezinsbijslagen: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

2. a)Invaliditeit, ouderdom en overlijden: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

b)Invaliditeit, ouderdom en overlijden van het speciale stelsel van sociale zekerheid voor werknemers in de landbouw: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Caixa Nacional de Seguros de Doenças Profissionais ( Nationale Verzekeringskas voor beroepsziekten), Lisboa. |

4.Werkloosheidsuitkeringen: | |

a)Ontvangst van het verzoek en controle van de werkloosheidssituatie (bijvoorbeeld bevestiging van de tijdvakken van arbeid, indeling van de werkloosheid en controle van de situatie): | Centro de Emprego ( Werkgelegenheidscentrum) van de woonplaats van de belanghebbende. |

b)Toekenning en betaling van de werkloosheidsuitkeringen (bijvoorbeeld controle van de voorwaarden die aan het recht op uitkeringen zijn gesteld, vaststelling van het bedrag en de duur, en controle van de situatie voor het behoud, de schorsing of staking van de betaling): | Centro de Prestações Pecuniárias da Segurança Social ( Centrum voor uitkeringen van sociale zekerheid) waarbij de belanghebbende is aangesloten. |

5.Prestaties van het bijdragevrije stelsel van sociale zekerheid: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

M. FINLAND

1.Ziekte en moederschap:

a)Uitkeringen: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki, of Het werknemersfonds waarbij de betrokkene is verzekerd. |

b)Verstrekkingen | |

i)uit hoofde van de ziekteverzekering: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki, of Het werknemersfonds waarbij de betrokkene is verzekerd. |

ii)volksgezondheid en ziekenhuis: | De plaatselijke afdelingen die diensten verlenen krachtens het stelsel. |

2.Ouderdom, invaliditeit, overlijden (pensioenen)

a)Nationale pensioenen: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling). |

b)Werknemerspensioenen: | De instelling die de werknemerspensioenen toekent en uitkeert. |

3.Arbeidsongevallen, beroepsziekten: | De verzekeringsinstelling die belast is met de arbeidsongevallenverzekering van de betrokkene. |

4.Uitkeringen bij overlijden: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki, of De verzekeringsinstelling die de uitkeringen in het geval van een ongevallenverzekering toekent en betaalt. |

5.Werkloosheid

a)Basisstelsel: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki, of |

b)Aanvullend stelsel: | Het bevoegde werkloosheidsfonds. |

6.Gezinsbijslagen: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

N. ZWEDEN

1.Voor alle verzekerde gebeurtenissen behalve werkloosheidsuitkeringen

a)In het algemeen: | Het sociale-verzekeringskantoor waarbij de belanghebbende verzekerd is. |

b)Voor niet in Zweden woonachtige zeelieden: | Göteborgs allmänna försäkringskassa, Sjöfartskontoret ( het Sociale-verzekeringskantoor van Göteborg, afdeling Zeelieden). |

c)Voor de toepassing van de artikelen 35 tot en met 59 van de toepassingsverordening voor niet in Zweden woonachtige personen: | Stockholms läns allmänna försäkringskassa, utlandsavdelningen ( het Sociale-verzekeringskantoor van Stockholm, afdeling Buitenland). |

d)Voor de toepassing van de artikelen 60 tot en met 77 van de toepassingsverordening voor niet in Zweden woonachtige personen met uitzondering van zeelieden: | Het sociale verzekeringskantoor van de plaats waar het arbeidsongeval zich heeft voorgedaan of de beroepsziekte aan het licht is getreden, ofStockholms läns allmänna (försäkringskassa, utlandsavdelningen (het Sociale-verzekeringskantoor van Stockholm, afdeling Buitenland). |

2.Voor werkloosheidsuitkeringen: | Arbetsmarknadsstyrelsen ( Nationale Raad voor de Arbeidsmarkt). |

O. VERENIGD KONINKRIJK

1.Verstrekkingen

—Groot-Brittannië en Noord-Ierland: | Autoriteiten die de verstrekkingen van de Nationale Gezondheidsdienst toekennen. |

—Gibraltar: | Gibraltar Health Authority. |

2.Uitkeringen

—Groot-Brittannië: | Department of Social Security ( Ministerie van Sociale Zekerheid), London. |

—Noord-Ierland: | Department of Health and Social Services for Northern Ireland ( Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten voor Noord-Ierland), Belfast. |

—Gibraltar: | Department of Labour and Social Security ( Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid), Gibraltar. |

--------------------------------------------------

BIJLAGE 3 (A) (B) (2) (3) (7) (9) (12) (13) (14) (15)

ORGANEN VAN DE WOONPLAATS EN ORGANEN VAN DE VERBLIJFPLAATS

(Artikel 1, onder p), van de verordening en artikel 4, lid 3, van de toepassingsverordening)

A. BELGIË

I.ORGANEN VAN DE WOONPLAATS

1.Ziekte en moederschap

a)Voor de toepassing van de artikelen 17, 18, 22, 25, 28, 29, 30 en 32 van de toepassingsverordening | |

i)In het algemeen: | De verzekeringsinstellingen. |

ii)Voor personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iii)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

b)Voor de toepassing van artikel 31 van de toepassingsverordening: | |

i)In het algemeen: | De verzekeringsinstellingen. |

ii)Voor zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen, of de verzekeringsinstellingen. |

iii)Voor personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iv)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

2.Invaliditeit

a)Algemene invaliditeit (arbeiders, bedienden, mijnwerkers) en invaliditeit van zelfstandigen: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel, te zamen met de verzekeringsinstellingen. |

Voor de toepassing van artikel 105 van de toepassingsverordening: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

b)Bijzondere invaliditeit van mijnwerkers: | Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers, Brussel. |

c)Invaliditeit van zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

d)Invaliditeit van personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

e)Invaliditeit van gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

3.Ouderdom en overlijden (pensioenen):

a)Algemeen stelsel (arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden): | Rijksdienst voor pensioenen, Brussel. |

b)Stelsel voor zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. |

c)Overzeese sociale-zekerheidsstelsel: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

d)Stelsel voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

4.Arbeidsongevallen (verstrekkingen): | De verzekeringsinstellingen. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

5.Beroepsziekten: | Fonds voor Beroepsziekten, Brussel. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

6.Uitkeringen bij overlijden: | De verzekeringsinstellingen te zamen met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

i)In het algemeen: | De verzekeringsinstellingen, te zamen met het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel. |

ii)Voor personen die onder het overzeese socialezekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iii)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

7.Werkloosheid

a)In het algemeen: | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Brussel. |

b)Voor zeelieden: | Pool van de zeelieden ter koopvaardij, Antwerpen. |

8.Gezinsbijslagen:

a)Voor werknemers: | Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, Brussel. |

b)Voor zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. |

c)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

II.ORGANEN VAN DE VERBLIJFPLAATS

1.Ziekte en moederschap: | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Brussel, door bemiddeling van de verzekeringsinstellingen. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

2.Arbeidsongevallen: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel, door bemiddeling van de verzekeringsinstellingen. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

3.Beroepsziekten: | Fonds voor Beroepsziekten, Brussel. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

B. DENEMARKEN

I.ORGANEN VAN DE WOONPLAATS

a)Ziekte en moederschap

i)Voor de toepassing van de artikelen 17, 22, 28, 29 en 30 van de toepassingsverordening: | De bevoegde amtskommune ( het arrondissementsbestuur). In de gemeente København: Magistraten ( het gemeentebestuur): in de gemeente Frederiksberg: het gemeentebestuur. |

ii)Voor de toepassing van de artikelen 18 en 25 van de toepassingsverordening: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

b)Invaliditeit (pensioenen): | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), København. |

c)Ouderdom en overlijden (pensioenen)

i)Pensioenen toegekend op grond van de wetgeving betreffende sociale pensioenen: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), København. |

ii)Pensioenen uit hoofde van "loven om Arbejdsmarkedets Tillægspension" (wet op de aanvullende pensioenen voor werknemers in loondienst): | Arbejdsmarkedets Tillægspension ( Bureau voor de aanvullende pensioenen voor werknemers in loondienst), Hillerød). |

d)Arbeidsongevallen en beroepsziekten

i)Voor de toepassing van titel IV, hoofdstuk 4, met uitzondering van artikel 61 van de toepassingsverordening: | Arbejdsskadestyrelsen ( Nationaal Bureau voor arbeidsongevallen en beroepsziekten), København. |

ii)Voor de toepassing van artikel 61 van de toepassingsverordening: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborgen en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

e)Uitkeringen bij overlijden

Voor de toepassing van artikel 78 van de toepassingsverordening: | Sundhedsministeriet ( Ministerie van Volksgezondheid), København. |

II.ORGANEN VAN DE VERBLIJFPLAATS

a)Ziekte en moederschap

i)Voor de toepassing van de artikelen 20, 21 en 31 van de toepassingsverordening: | De bevoegde amtskommune ( het arrondissementsbestuur). In de gemeente København: Magistraten ( het gemeentebestuur): in de gemeente Frederiksberg: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

ii)Voor de toepassing van artikel 24 van de toepassingsverordening: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde verblijft. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

b)Arbeidsongevallen en beroepsziekten

i)Voor de toepassing van titel IV, hoofdstuk 4, met uitzondering van artikel 64 van de toepassingsverordening: | Arbejdskadestyrelsen ( Nationaal Bureau voor arbeidsongevallen en beroepsziekten), København. |

ii)Voor de toepassing van artikel 64 van de toepassingsverordening: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde verblijft. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

c)Werkloosheid

i)Voor de toepassing van titel IV, hoofdstuk 6, met uitzondering van artikel 83 van de toepassingsverordening: | Het bevoegde Werkloosheidsfonds. |

ii)Voor de toepassing van artikel 83 van de toepassingsverordening: | Het plaatselijke Arbeidsbureau. |

C. DUITSLAND

1.Ziekteverzekering

a)In alle gevallen, behalve voor de toepassing van artikel 19, lid 2, van de verordening en van artikel 17 van de toepassingsverordening: | De voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende bevoegde Allgemeine Ortskrankenkasse ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds). |

Voor de verzekerden van het stelsel voor mijnwerkers en hun gezinsleden: | Bundesknappschaft ( Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers), Bochum. |

b)Voor de toepassing van artikel 19, lid 2, van de verordening en artikel 17 van de toepassingsverordening: | Het orgaan waarbij de belanghebbende het laatst aangesloten is geweest. |

Indien een dergelijk orgaan niet bestaat of indien de verzekerde het laatst bij een Allgemeine Ortskrankenkasse ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds), een Landwirtschaftliche Krankenkasse ( Agrarisch Ziekenfonds) of de Bundesknappschaft ( Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers) aangesloten was: | Het voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende bevoegde orgaan bedoeld onder a). |

2.Ongevallenverzekering

In alle gevallen: | Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften ( Federatie van industriële bedrijfsverenigingen), St. Augustin. |

3.Pensioenverzekering

a)Pensioenverzekering voor arbeiders | |

i)In de betrekkingen met België en Spanje: | Landesversicherungsanstalt Rheinprovinz ( Verzekeringsinstelling Rheinprovinz), Düsseldorf. |

ii)In de betrekkingen met Frankrijk: | Landesversicherungsanstalt Rheinland-Pfalz( Verzekeringsinstelling voor Rijnland-Palts), Speyer, of, in het kader van de in bijlage 2 bedoelde bevoegdheid, de Landesversicherungsanstalt Saarland ( Verzekeringsinstelling voor Saarland), Saarbrücken. |

iii)In de betrekkingen met Italië: | Landesversicherungsanstalt Schwaben ( Verzekeringsinstelling voor Zwaben), Augsburg. |

iv)In de betrekkingen met Luxemburg: | Landesversicherungsanstalt Rheinland-Pfalz( Verzekeringsinstelling voor Rijnland-Palts), Speyer. |

v)In de betrekkingen met Nederland: | Landesversicherungsanstalt Westfalen ( Verzekeringsinstelling voor Westfalen), Münster. |

vi)In de betrekkingen met Denemarken: | Landesversicherungsanstalt Schleswig-Holstein( Verzekeringsinstelling voor Sleeswijk-Holstein), Lübeck. |

vii)In de betrekkingen met Ierland en het Verenigd Koninkrijk: | Landesversicherungsanstalt Freie und Hansestadt Hamburg ( Verzekeringsinstelling voor de Vrije Hanzestad Hamburg), Hamburg. |

viii)In de betrekkingen met Griekenland: | Landesversicherungsanstalt Württemberg( Verzekeringsinstelling voor Württemberg), Stuttgart. |

ix)In de betrekkingen met Portugal: | Landesversicherungsanstalt Unterfranken ( Verzekeringsinstelling Unterfranken), Würzburg. |

b)Pensioenverzekering voor bedienden: | Bundesversicherungsanstalt für Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden), Berlin. |

c)Pensioenverzekering voor mijnwerkers: | Bundesknappschaft ( Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers), Bochum. |

4.Ouderdomsverzekering voor landbouwers: | Landwirtschaftliche Alterskasse ( Pensioenfonds voor landbouwers) Rheinland-Pfalz, Speyer. |

5.Werkloosheidsuitkeringen en gezinsbijslagen: | Het voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende bevoegde arbeidsbureau. |

D. SPANJE

1.Verstrekkingen

a)Alle stelsels met uitzondering van het stelsel voor zeelieden: | Direcciones Provinciales del Insituto Nacional de Salud ( Provinciale Directies van het Nationaal Gezondheidsinstituut). |

b)Stelsel voor zeelieden: | Direcciones Provinciales del Instituto Social de la Marina ( Provinciale Directies van het Sociaal Instituut voor zeelieden). |

2.Uitkeringen

a)Alle stelsels met uitzondering van het stelsel voor zeelieden en alle risico's met uitzondering van werkloosheid: | Direcciones Provinciales del Instituto Nacional de la Seguridad Social ( Provinciale Directies van het Nationaal Instituut van de sociale zekerheid). |

b)Stelsel voor zeelieden, voor alle risico's: | Direcciones Provinciales del Instituto Social de la Marina ( Provinciale Directies van het Sociaal Instituut voor zeelieden). |

c)Werkloosheid, behalve voor zeelieden: | Direcciones Provinciales del Instituto Nacional de Empleo ( Provinciale Directies van het Nationaal Instituut voor de werkgelegenheid). |

E. FRANKRIJK

I.GRONDGEBIED IN EUROPA

A.Stelsel voor werknemers

1.Andere risico's dan werkloosheid en gezinsbijslagen:

a)In het algemeen: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds) van de woon- of verblijfplaats. |

b)Voor de toepassing van artikel 19, leden 1 en 2, juncto artikel 35, lid 1, van de verordening ten aanzien van de verstrekkingen van de. ziekte-, moederschaps-, invaliditeits- en overlijdensverzekering (uitkeringen) van het stelsel voor de mijnbouw: | Société de secours minière ( Maatschappij tot ondersteuning van mijnwerkers) van de woonplaats van de belanghebbende. |

c)Voor de toepassing van artikel 35 van de toepassingsverordening: | |

i)Algemeen stelsel: | |

aa)In het algemeen, behalve voor Parijs en omstreken: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

Voor Parijs en omstreken: | Caisse régionale d'assurance maladie( Gewestelijk Ziekenfonds), Paris. |

bb)Bijzondere regeling overeenkomstig de artikelen L 365 t/m L 382 van de Code de la sécurité sociale (Wetboek van sociale zekerheid): | Caisse régionale d'assurance maladie( Gewestelijk Ziekenfonds), Strasbourg. |

ii)Stelsel voor de landbouw: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

iii)Stelsel voor de mijnbouw: | Caisse autonome nationale de sécurité sociale dans les mines ( Nationaal Autonoom Fonds voor sociale zekerheid in de mijnen), Paris. |

d)Voor de toepassing van artikel 36 van de toepassingsverordening ten aanzien van de invaliditeitspensioenen: | |

i)In het algemeen, behalve voor Parijs en omstreken: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

Voor Parijs en omstreken: | Caisse régionale d'assurance maladie( Gewestelijk Ziekenfonds), Paris. |

ii)Bijzondere regeling overeenkomstig de artikelen L 365 t/m L 382 van de Code de la sécurité sociale (Wetboek van sociale zekerheid): | Caisse régionale d'assurance maladie( Gewestelijk Ziekenfonds), Strasbourg. |

e)Voor de toepassing van artikel 36 van de toepassingsverordening ten aanzien van ouderdomspensioenen: | |

i)Algemeen stelsel: | |

aa)In het algemeen, behalve voor Parijs en omstreken: | Caisse régionale d'assurance maladie (branche vieillesse) ( Gewestelijk Ziekenfonds (afdeling Ouderdom)). |

Voor Parijs en omstreken: | Caisse nationale d'assurance vieillesse des travailleurs salariés ( Nationaal Fonds voor de ouderdomsverzekering van werknemers), Paris. |

bb)Bijzondere regeling overeenkomstig de artikelen L 365 t/m L 382 van de Code de la sécurité sociale (Wetboek van sociale zekerheid): | Caisse régionale d'assurance vieillesse( Gewestelijk Fonds voor de ouderdomsverzekering), Strasbourg. |

ii)Stelsel voor de landbouw: | Caisse centrale de secours mutuels agricoles( Centraal Fonds voor onderlinge bijstand in de landbouw), Paris. |

iii)Stelsel voor de mijnbouw: | Caisse autonome nationale de sécurité sociale dans les mines ( Nationaal Autonoom Fonds voor sociale zekerheid in de mijnen), Paris. |

f)Voor de toepassing van artikel 75 van de toepassingsverordening: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

2.Werkloosheid:

a)Voor de toepassing van de artikelen 80, 81 en 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Direction départementale du travail et de la main-d'œuvre (Departementale Directie voor arbeid en werknemers) van de plaats waar de arbeid is verricht en waarvoor de verklaring wordt aangevraagd. La section locale de l'Agence nationale pour l'emploi (Plaatselijke Afdeling van de Nationale Dienst voor arbeidsvoorziening). Gemeentehuis van de woonplaats van de gezinsleden. |

b)Voor de toepassing van artikel 83, leden 1 en 2, en artikel 97 van de toepassingsverordening: | Association pour l'emploi dans l'industrie et le commerce (Assédic) ( Vereniging voor de werkgelegenheid in industrie en handel) van de woonplaats van de belanghebbende. |

c)Voor de toepassing van artikel 84 van de toepassingsverordening: | |

i)Volledige werkloosheid: | Association pour l'emploi dans l'industrie et le commerce (Assédic) ( Vereniging voor de werkgelegenheid in industrie en handel) van de woonplaats van de belanghebbende. |

ii)Gedeeltelijke werkloosheid: | Direction départementale du travail et de la main-d'œuvre ( Departementale Directie voor arbeid en arbeidskrachten) van de plaats waar de belanghebbende werkt. |

d)Voor de toepassing van artikel 89 van de toepassingsverordening: | Direction départementale du travail de la main-d'œuvre ( Departementale Directie voor arbeid en arbeidskrachten). |

B.Stelsel voor zelfstandigen

1.Ziekte en moederschap: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds) van de woon- of verblijfplaats. |

2.Voor de toepassing van artikel 35 van de toepassingsverordening met betrekking tot het stelsel voor de landbouw: | Caisse de mutualité sociale agricole et tout autre organisme assureur dûment habilité ( Sociaal Ziekenfonds voor de landbouw en alle andere naar behoren erkende verzekeringsinstellingen). |

3.Voor de toepassing van artikel 36 van de toepassingsverordening met betrekking tot ouderdomspensioenen: | |

a)Stelsel voor ambachtslieden: | Caisse nationale de l'organisation autonome d'assurance vieillesse des travailleurs non salariés des professions artisanales (Cancava) (Nationaal Autonoom Fonds voor de ouderdomsverzekering voor zelfstandigen in ambachtelijke beroepen). Caisses de base professionnelles (Plaatselijke Beroepsfondsen). |

b)Stelsel voor zelfstandigen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen: | Caisse nationale de l'organisation autonome d'assurance vieillesse des travailleurs non salariés des professions industrielles et commerciales (Organic) (Nationaal Autonoom Fonds voor de ouderdomsverzekering voor zelfstandigen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen). Caisses de base professionnelles ou interprofessionnelles (Plaatselijke Fondsen voor één of meer beroepen). |

c)Stelsel voor vrije beroepen: | Caisse nationale d'assurance vieillesse des professions libérales (CNAVPL) — Sections professionnelles ( Nationaal Fonds voor ouderdomsverzekering voor beoefenaars van vrije beroepen — Beroepsafdelingen). |

d)Stelsel voor advocaten: | Caisse nationale des barreaux français( Nationaal Fonds voor leden van de Franse balies). |

e)Stelsel voor landbouwers: | Caisse nationale d'assurance vieillesse mutuelle agricole ( Nationaal Fonds voor onderlinge ouderdomsverzekering in de landbouw). |

C.Stelsel voor zeelieden

a)Voor de toepassing van artikel 27 van de verordening: | Section "Caisse générale de prévoyance des marins" du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Algemeen Voorzorgsfonds voor zeelieden). |

b)Voor de toepassing van artikel 35 van de toepassingsverordening: | Section "Caisse générale de prévoyance des marins" du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Algemeen Voorzorgsfonds voor zeelieden). |

D.Gezinsbijslagen: | Caisse d'allocations familiales ( Kinderbijslagfonds) van de woonplaats van de belanghebbende. |

II.DEPARTEMENTEN OVERZEE

A.Stelsel voor werknemers

Andere risico's dan gezinsbijslagen: | |

In het algemeen: | Caisse générale de sécurité sociale ( Algemeen Fonds voor sociale zekerheid). |

B.Stelsel voor zelfstandigen

a)Ziekte en moederschap: | Caisse générale de sécurité sociale ( Algemeen Fonds voor sociale zekerheid) van de woon- of verblijfplaats. |

b)Ouderdomspensioenen: | |

—Stelsel voor ambachtslieden: | Caisse nationale de l'organisation autonome d'assurance vieillesse des travailleurs non salariés des professions artisanales (Cancava) ( Nationaal Autonoom Fonds voor de ouderdomsverzekering voor zelfstandigen in ambachtelijke beroepen). |

—Stelsel voor zelfstandigen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen: | Caisse interprofessionnelle d'Assurance vieillesse des industriels et commerçants d'Algérie et d'outre-mer (Cavicorg) ( Pensioenfonds voor personen die industriële en commerciële activiteiten uitoefenen voor Algerije en overzee). |

—Stelsel voor vrije beroepen: | Sections professionnelles ( Beroepsafdelingen). |

—Stelsel voor advocaten: | Caisse nationale des barreaux français (CNBF) ( Nationaal Fonds voor leden van de Franse balies). |

C.Zeelieden

i)Invaliditeitspensioenen: | Section "Caisse générale de prévoyance des marins" du Quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Algemeen Voorzorgsfonds voor zeelieden). |

ii)Ouderdomspensioenen: | Section "Caisse de retraite des marins" du Quartier des affairs maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Pensioenfonds voor zeelieden). |

D.Gezinsbijslagen: | Caisse d'allocations familiales ( Kinderbijslagfonds) van de woonplaats van de belanghebbende. |

F. GRIEKENLAND

1.Werkloosheid, kinderbijslag: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

2.Andere prestaties: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

G. IERLAND

1.Verstrekkingen: | The Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Oosten), Dublin 8. The Midland Health Board (Gezondheidsbureau voor het Centrum), Tullamore, Co. Offaly. The Mid-Western Health Board (Gezondheidsbureau voor het Midden-Westen), Limerick. The North-Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Noordoosten), Ceanannus Mor, Co. Meath. The North-Western Health Board (Gezondheidsbureau voor het Noordwesten), Manorhamilton, Co. Leitrim. The South-Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Zuidoosten), Kilkenny. The Southern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Zuiden), Cork. The Western Health Board(Gezondheidsbureau voor het Westen), Galway. |

2.Uitkeringen

a)Werkloosheidsuitkeringen: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin, met inbegrip van de provinciale bureaus die verantwoordelijk zijn voor de werkloosheidsuitkeringen. |

b)Ouderdom en overlijden (pensioenen): | Department of Social Welfare, Pensions Services Office ( Ministerie van Sociale Voorzorg, afdeling Pensioenen), Sligo. |

c)Gezinsbijslagen: | Department of Social Welfare, Child Benefit Section (Ministerie van Sociale Voorzorg, Bureau voor kinderbijslag), St. Oliver Plunkett Road, Letterkenny, Co. Donegal . |

d)Andere uitkeringen: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin. |

H. ITALIË

1.Ziekte (met inbegrip van tuberculose) en moederschap

A.Werknemers

a)Verstrekkingen: | |

i)In het algemeen: | De voor het betrokken gebied bevoegde plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst. |

ii)Voor zeelieden en het vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), het voor het betrokken gebied bevoegde gezondheidskantoor van de scheep- of luchtvaart. |

b)Uitkeringen: | |

i)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

ii)Voor zeelieden en het vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Cassa marittima ( Fonds voor zeelieden bevoegd voor het gebied). |

B.Zelfstandigen

Verstrekkingen: | De bevoegde plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst. |

2.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

A.Werknemers

a)Verstrekkingen: | |

i)In het algemeen: | De bevoegde plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst. |

ii)Voor zeelieden en vliegend personeel van de burgerluchtvaart: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), het voor het betrokken gebied bevoegde gezondheidskantoor van de scheep- of luchtvaart. |

b)Kunstmiddelen en grote hulpmiddelen, rechtsgeneeskundige prestaties, desbetreffende onderzoeken en bewijsstukken en uitkeringen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

B.Zelfstandigen (alleen voor radiologen)

a)Verstrekkingen: | De bevoegde plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst. |

b)Protheses en hulpmiddelen van grotere omvang, rechtsgneeskundige prestaties en desbetreffende onderzoeken en certificaten: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

c)Uitkeringen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. |

3.Invaliditeit, ouderdom en nabestaanden (pensioenen)

A.Werknemers

a)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

b)Voor werknemers bij toneel, film en dergelijke: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per i lavoratori dello spettacolo ( Nationale Bond voor voorzieningen en bijstand aan werknemers bij toneel, film, e. d.), Roma. |

c)Voor het leidinggevend personeel in industriële ondernemingen: | Istituto nazionale di previdenza per i dirigenti di aziende industriali ( Nationaal Instituut voor voorzieningen voor leidinggevend personeel in industriële ondernemingen), Roma. |

d)Voor journalisten: | Istituto nazionale di previdenza per i giornalisti italiani "G. Amendola" ( Nationaal Instituut voor voorzieningen ten behoeve van Italiaanse journalisten "G. Amendola"), Roma. |

B.Zelfstandigen

a)Voor geneesheren: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza medici ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van geneesheren). |

b)Voor apothekers: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza farmacisti ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van apothekers). |

c)Voor diergeneeskundigen: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza veterinari ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van diergeneeskundigen). |

d)Voor verloskundigen: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per le ostetriche ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van verloskundigen). |

e)Voor ingenieurs en architecten: | Cassa nazionale di previdenza per gli ingegneri ed architetti ( Nationaal Fonds voor voorzieningen ten behoeve van ingenieurs en architecten). |

f)Voor landmeters: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei geometri ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van landmeters). |

g)Voor advocaten en procureurs: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore degli avvocati e dei procuratori ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van advocaten en procureurs). |

h)Voor economen: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei dotori commercialisti ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van economen). |

i)Voor accountants: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei ragionieri e periti commerciali ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van accountants). |

j)Voor arbeidsconsulenten: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per i consulenti del lavoro ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van arbeidsconsulenten). |

k)Voor notarissen: | Cassa nazionale notariato ( Nationaal Fonds voor notarissen). |

l)Voor douane-expediteurs: | Fondo di previdenza a favore degli spedizionieri doganali ( Fonds voor voorzieningen ten behoeve van douane-expediteurs). |

4.Uitkeringen bij overlijden: | Istituto nazionale della previdenza sociale(Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro (Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), provinciale bureaus. Cassa marittima (Fonds voor zeelieden bevoegd voor het gebied). |

5.Werkloosheid (voor werknemers)

a)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

b)Voor journalisten: | Istituto nazionale di previdenza per i giornalisti italiani "G. Amendola" ( Nationaal Instituut voor voorzieningen ten behoeve van Italiaanse journalisten "G. Amendola"), Roma. |

6.Gezinsbijslagen (voor werknemers)

a)In het algemeen: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), provinciale bureaus. |

b)Voor journalisten: | Istituto nazionale di previdenza per i giornalisti italiani "G. Amendola" ( Nationaal Instituut voor voorzieningen ten behoeve van Italiaanse journalisten "G. Amendola"), Roma. |

I. LUXEMBURG

1.Ziekte en moederschap

a)Voor de toepassing van de artikelen 19 en 22, artikel 28, lid 1, artikel 29, lid 1, en artikel 31 van de verordening, alsmede van de artikelen 17, 18, 20, 21, 22, 24, 29, 30 en 31 van de toepassingsverordening: | Caisse de maladie des ouvriers et/ou union des caisses de maladie ( ziekenfonds voor arbeiders en/of verbond van ziekenfondsen). |

b)Voor de toepassing van artikel 27 van de verordening: | Het volgens de Luxemburgse wetgeving voor het Luxemburgse gedeelte van het pensioen bevoegde ziekenfonds en/of Verbond van ziekenfondsen. |

2.Invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen)

a)Voor arbeiders: | Établissement d'assurance contre la vieillesse et l'invalidité ( instelling voor ouderdoms- en invaliditeitsverzekering), Luxembourg. |

b)Voor bedienden en zelfstandigen in de vrije beroepen: | Caisse de pension des employés privés ( Pensioenfonds voor bedienden in het particuliere bedrijf), Luxembourg. |

c)Voor zelfstandigen die een ambachtelijke, commerciële of industriële activiteit uitoefenen: | Caisse de pension des artisans, des commerçants et industriels ( Pensioenfonds voor ambachtslieden, kooplieden en industrielen), Luxembourg. |

d)Voor zelfstandigen in de landbouw: | Caisse de pension agricole ( Pensioenfonds voor landbouwers), Luxembourg. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

a)Voor werknemers en zelfstandigen in de land- en bosbouw: | Association d'assurance contre les accidents, section agricole et forestière ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Land- en Bosbouw), Luxembourg. |

b)Voor alle andere gevallen van verplichte of vrijwillige verzekering: | Association d'assurance contre les accidents, section industrielle ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Industrie), Luxembourg. |

4.Werkloosheid: | Administration de l'emploi ( Arbeidsdienst), Luxembourg. |

5.Gezinsbijslagen: | Caisse nationale des prestations familiales( Nationaal Fonds voor gezinsbijslagen), Luxembourg. |

J. NEDERLAND

1.Ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten

a)Verstrekkingen: | |

i)Organen van de woonplaats: | Naar vrije keuze van de belanghebbende één van de voor zijn woonplaats bevoegde ziekenfondsen. |

ii)Organen van de verblijfplaats: | Algemeen Nederlands Onderling Ziekenfonds, Utrecht. |

b)Uitkeringen: | Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

2.Invaliditeit

a)Wanneer ook zonder toepassing van de verordening uitsluitend krachtens de Nederlandse wetgeving aanspraak op uitkering bestaat: | De bevoegde bedrijfsvereniging. |

b)In alle andere gevallen: | Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

3.Ouderdom en overlijden (pensioenen)

Voor de toepassing van artikel 36 van de toepassingsverordening: | |

a)In het algemeen: | Sociale Verzekeringsbank, Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen . |

b)In de betrekkingen met Beglië: | Bureau voor Belgische Zaken de sociale verzekering betreffende, Breda. |

c)In de betrekkingen met Duitsland: | Bureau voor Duitse Zaken, Nijmegen. |

4.Werkloosheid: | Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

5.Kinderbijslag

Voor de toepassing van artikel 73 en artikel 74 van de verordening: | Distriktskantoor van de Sociale Verzekeringsbank binnen het gebied waarvan de gezinsleden wonen. |

K. OOSTENRIJK

1.Ziekteverzekering:

a)In alle gevallen, behalve voor de toepassing van de artikelen 27 en 29 van de verordening en van de artikelen 30 en 31 van de toepassingsverordening met betrekking tot het orgaan van de woonplaats van een in artikel 27 van de verordening genoemde pensioengerechtigde: | De voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende bevoegde Gebietskrankenkasse ( Regionaal Ziekenfonds) |

b)Voor de toepassing van de artikelen 27 en 29 van de verordening en van de artikelen 30 en 31 van de toepassingsverordening met betrekking tot het orgaan van de woonplaats van een in artikel 27 van de verordening genoemde pensioengerechtigde: | Het bevoegde orgaan. |

2.Pensioenverzekering:

a)Indien de belanghebbende onderworpen is geweest aan de Oostenrijkse wetgeving, behalve voor de toepassing van artikel 53 van de toepassingsverordening: | Het bevoegd orgaan. |

b)In alle andere gevallen, behalve voor de toepassing van artikel 53 van de toepassingsverordening: | Pensionsversicherungsanstalt der Angestellten( Pensioenverzekeringsinstelling voor beambten), Wien. |

c)Voor de toepassing van artikel 53 van de toepassingsverordening: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van de Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen), Wien. |

3.Ongevallenverzekering:

a)Verstrekkingen: | de voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende bevoegde Gebietskrankenkasse (Regionaal Ziekenfonds), ofde Allgemeine Unfallversicherungsanstalt (Algemene Ongevallenverzekeringsinstelling), Wien.mag de verstrekkingen toekennen. |

b)Uitkeringen: | |

i)In alle gevallen behalve voor de toepassing van artikel 53 juncto artikel 77 van de toepassingsverordening: | Allgemeine Unfallversicherungsanstalt ( Algemene Ongevallenverzekeringsinstelling), Wien. |

ii)Voor de toepassing van artikel 53 juncto artikel 77 van de toepassingsverordening: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen), Wien. |

4.Werkloosheidsverzekering: | Het voor de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende bevoegde Regionale Geschäftsstellen des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijke bureaus van de arbeidsmarktservice). |

5.Gezinsbijslagen:

a)Gezinsbijslagen met uitzondering van het Karenzurlaubsgeld (bijzondere moederschapstoelage): | Het voor de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende bevoegde Finanzamt ( belastingkantoor). |

b)Karenzurlaubsgeld (bijzondere moederschapstoelage): | Het voor de woon- of verblijfsplaats van de belanghebbende bevoegde Regionale Geschäftsstellen des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijke bureaus van de arbeidsmarktservice). |

L. PORTUGAL

I.CONTINENT

1.Ziekte, moederschap en gezinsbijslagen (zie voor de verstrekkingen bij ziekte en moederschap ook bijlage 10): | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) van de woonplaats of de verblijfplaats van de belanghebbende. |

2.Invaliditeit, ouderdom en overlijden: | Centro Nacional de Pensões ( Nationaal Centrum voor Pensioenen), Lisboa, en Centro Regional de Segurança Social ( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) van de woon- of verblijfplaats van de begunstigde. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Caixa Nacional de Seguros de Doenças Profissionais ( Nationale Verzekeringskas voor beroepsziekten), Lisboa. |

4.Werkloosheidsuitkeringen: | |

a)Ontvangst van het verzoek en controle van de werkloosheidssituatie (bijvoorbeeld bevestiging van de tijdvakken van arbeid, indeling van de werkloosheid en controle van de situatie): | Centro de Emprego ( Werkgelegenheidscentrum) van de woonplaats van de belanghebbende. |

b)Toekenning en betaling van de werkloosheidsuitkeringen (bijvoorbeeld controle van de voorwaarden die aan het recht op uitkeringen zijn gesteld, vaststelling van het bedrag en de duur en controle van de situatie voor het behoud, de schorsing of staking van de betaling): | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) van de woonplaats van de belanghebbende. |

5.Prestaties van het bijdragevrije stelsel van sociale zekerheid: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) van de woonplaats van de belanghebbende. |

II.AUTONOOM GEBIED MADEIRA

1.Ziekte, moederschap en gezinsbijslagen (zie voor de verstrekkingen bij ziekte en moederschap ook bijlage 10): | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

2. a)Invaliditeit, ouderdom en overlijden: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

b)Invaliditeit, ouderdom en overlijden van het speciale stelsel van sociale zekerheid voor werknemers in de landbouw: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Caixa Nacional de Seguros de Doenças Profissionais ( Nationale Verzekeringskas voor beroepsziekten), Lisboa. |

4.Werkloosheidsuitkeringen: | |

a)Ontvangst van het verzoek en controle van de werkloosheidssituatie (bijvoorbeeld bevestiging van de tijdvakken van arbeid, indeling van de werkloosheid en controle van de situatie): | Direcção Regional de Emprego( Regionale Directive voor de werkgelegenheid), Funchal. |

b)Toekenning en betaling van de werkloosheidsuitkeringen (bijvoorbeeld controle van de voorwaarden die aan het recht op uitkeringen zijn gesteld, vaststelling van het bedrag en de duur en controle van de situatie voor het behoud, de schorsing of staking van de betaling): | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

5.Prestaties van het bijdragevrije stelsel van sociale zekerheid: | Direcção Regional de Segurança ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

III.AUTONOOM GEBIED DER AZOREN

1.Ziekte, moederschap en gezinsbijslagen (zie voor de verstrekkingen bij ziekte en moederschap ook bijlage 10): | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

2. a)Invaliditeit, ouderdom en overlijden: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

b)Invaliditeit, ouderdom en overlijden van het speciale stelsel van sociale zekerheid voor werknemers in de landbouw: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Caixa Nacional de Seguros de Doenças Profissionais ( Nationale Verzekeringskas voor beroepsziekten), Lisboa. |

4.Werkloosheidsuitkeringen: | |

a)Ontvangst van het verzoek en controle van de werkloosheidssituatie (bijvoorbeeld bevestiging van de tijdvakken van arbeid, indeling van de werkloosheid en controle van de situatie): | Centro de Emprego ( Werkgelegenheidscentrum) van de woonplaats van de belanghebbende. |

b)Toekenning en betaling van de werkloosheidsuitkeringen (bijvoorbeeld controle van de voorwaarden die aan het recht op uitkeringen zijn gesteld, vaststelling van het bedrag en de duur en controle van de situatie voor het behoud, de schorsing of staking van de betaling): | Centro de Pestações Pecuniárias de Segurança Social ( Centrum voor uitkeringen van sociale zekerheid) van de woonplaats van de belanghebbende. |

5.Prestaties van het bijdragevrije stelsel van sociale zekerheid: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

M. FINLAND

1.Ziekte en moederschap

a)uitkeringen: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

b)verstrekkingen: | |

i)terugbetalingen krachtens de ziekteverzekering: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

ii)volksgezondheid en ziekenhuis: | De plaatselijke afdelingen die diensten verlenen krachtens het stelsel. |

2.Ouderdom, invaliditeit, overlijden (pensioenen)

a)Nationale pensioenen: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

b)Werknemerspensioenen: | EläketurvakeskusPensionsskyddscentralen ( Centraal Pensioenvoorzieningsinstituut), Helsinki. |

3.Uitkeringen bij overlijden

Algemene uitkeringen bij overlijden: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

4.Werkloosheid

a)Basisstelsel: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

b)Aanvullend stelsel: | |

i)in het geval van artikel 69: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

ii)in andere gevallen: | Het bevoegde werkloosheidsfonds waarbij de betrokkene is verzekerd. |

5.Gezinsbijslagen | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

N. ZWEDEN

1.Voor alle verzekerde gebeurtenissen behalve werkloosheidsuitkeringen | Het sociale verzekeringskantoor van de woon- of verblijfplaats. |

2.Voor werkloosheidsuitkeringen | Het provinciale arbeidsbureau van de woon- of verblijfplaats. |

O. VERENIGD KONINKRIJK

1.Verstrekkingen

Groot-Brittannië en Noord-Ierland: | Autoriteiten die de verstrekkingen van de Nationale Gezondheidsdienst toekennen. |

Gibraltar: | Gibraltar Health Authority. |

2.Uitkeringen (met uitzondering van gezinsbijslagen)

Groot-Brittannië: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid), Benefits Agency (Bureau Uitkeringen), Overseas Branch(Dienst Internationale Zaken), Newcastle-upon-Tyne NE98 IYX . |

Noord-Ierland: | Department of Health and Social Services (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten), Northern Ireland Social Security Agency (Bureau voor sociale zekerheid van Noord-Ierland), Overseas Branch,(Dienst Internationale Zaken), Belfast BTI IDX . |

Gibraltar: | Department of Labour and Social Security ( Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid), Gibraltar. |

3.Gezinsbijslagen

Voor de toepassing van de artikelen 73 en 74 van de verordening: | |

Groot-Brittannië: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid), Benefits Agency (Bureau Uitkeringen), Child Benefit Centre (Bureau voor kinderbijslag), Newcastle-upon-Tyne NE88 1AA . |

Noord-Ierland: | Department of Health and Social Services (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten), Northern Ireland Social Security Agency (Bureau voor sociale zekerheid van Noord-Ierland), Child Benefit Office (Bureau voor kinderbijslag), Belfast BTI 1SA . |

Gibraltar: | Department of Labour and Social Security ( Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid), Gibraltar. |

--------------------------------------------------

BIJLAGE 4 (A) (B) (2) (3) (7) (9) (12) (13) (14) (15)

VERBINDINGSORGANEN

(Artikel 3, lid 1, artikel 4, lid 4, en artikel 122 van de toepassingsverordening)

A. BELGIË

1.Ziekte en moederschap

a)In het algemeen: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

b)Voor zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

c)Voor personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

d)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

2.Invaliditeit

a)Algemene invaliditeit: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

b)Bijzondere invaliditeit van mijnwerkers: | Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers, Brussel. |

c)Invaliditeit van zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

d)Invaliditeit van personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

e)Invaliditeit van gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

3.Ouderdom en overlijden (pensioenen)

a)Voor de toepassing van de artikelen 41 tot en met 43 en 45 tot en met 50 van de toepassingsverordening | |

i)Voor arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden: | Rijksdienst voor pensioenen, Brussel. |

ii)Voor zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. |

iii)Voor personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iv)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

b)Voor de toepassing van artikel 45 (uit betaalorgaan), artikel 53, lid 1, artikel 110 en artikel 111, leden 1 en 2, van de toepassingsverordening | |

i)Voor arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden: | Rijksdienst voor pensioenen, Brussel. |

ii)Voor personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iii)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

4.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

a)Arbeidsongevallen: | Fonds voor Arbeidsongevallen, Brussel. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

b)Beroepsziekten: | Ministerie van Sociale Voorzorg, Brussel. Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

5.Uitkeringen bij overlijden

a)In het algemeen: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

b)Voor zeelieden: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

c)Voor personen die onder het overzeese sociale-zekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

d)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

6.Werkloosheid

a)In het algemeen: | Rijksinstituut voor Arbeidsvoorziening, Brussel. |

b)Voor zeelieden: | Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij, Antwerpen. |

7.Gezinsbijslagen

a)Voor werknemers: | Rijksinstituut voor kinderbijslag voor werknemers, Brussel. |

b)Voor zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. |

c)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

B. DENEMARKEN

1. a)verstrekkingen bij ziekte, zwangerschap en geboorte: | Sundhedsministeriet ( Ministerie van Volksgezondheid), København. |

b)uitkeringen bij ziekte, zwangerschap en geboorte: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat sociale zekerheid en bijstand, København. |

2.Pensioenen en prestaties toegekend op grond van de wetgeving betreffende de sociale pensioenen: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat sociale zekerheid en bijstand, København. |

3.Uitkeringen voor revalidatie en herscholing: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat sociale zekerheid en bijstand, København. |

4.Uitkeringen uit hoofde van arbeidsongevallen en beroepsziekten: | Arbejdsskadestyrelsen ( Nationaal Bureau voor arbeidsongevallen en beroepsziekten), København. |

5.Gezinsbijslag (kinderbijslag): | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat sociale zekerheid en bijstand, København. |

6.Uitkeringen bij overlijden: | Sundhedsministeriet ( Ministerie van Volksgezondheid), København. |

7.Pensioenen uit hoofde van "loven om Arbejdsmarkedets Tillægspension" (wet op de aanvullende pensioenen voor werknemers in loondienst): | Socialministeriet ( Ministerie van Sociale Zaken), København. |

8.Werkloosheidsuitkeringen: | Direktoratet for Arbejdsløshedsforsikringen ( Nationaal Bureau voor de werkloosheidsverzekering), København. |

C. DUITSLAND

1.Ziekteverzekering: | Deutsche Verbindungsstelle Krankenversicherung-Ausland ( Duits Verbindingscentrum voor Ziekteverzekering — buitenland), Bonn. |

2.Ongevallenverzekering: | Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften ( Federatie van industriële bedrijfsverenigingen), St. Augustin. |

3.Pensioenverzekering voor arbeiders

a)Voor de toepassing van artikel 3, lid 2, van de toepassingsverordening: | Verband deutscher Rentenversicherungsträger ( Verbond van Duitse Pensioenverzekeringsorganen), Frankfurt am Main. |

b)Voor de toepassing van artikel 51 en artikel 53, lid 1, van de toepassingsverordening en als "uitbetalend orgaan" bedoeld in artikel 55 van de toepassingsverordening: | |

i)In de betrekkingen met België en Spanje: | Landesversicherungsanstalt Rheinprovinz ( Verzekeringsinstelling Rheinprovinz), Düsseldorf. |

ii)In de betrekkingen met Denemarken: | Landesversicherungsanstalt Schleswig-Holstein( Verzekeringsinstelling voor Sleeswijk-Holstein), Lübeck. |

iii)In de betrekkingen met Frankrijk: | Landesversicherungsanstalt Rheinland-Pfalz( Verzekeringsinstelling voor Rijnland-Palts), Speyer, of, in het kader van de in bijlage 2 bedoelde bevoegdheid Landesversicherungsanstalt Saarland ( Verzekeringsinstelling voor Saarland), Saarbrücken. |

iv)In de betrekkingen met Griekenland: | Landesversicherungsanstalt Württemberg( Verzekeringsinstelling voor Württemberg), Stuttgart. |

v)In de betrekkingen met Italië: | Landesversicherungsanstalt Schwaben ( Verzekeringsinstelling voor Zwaben), Augsburg. |

vi)In de betrekkingen met Luxemburg: | Landesversicherungsanstalt Rheinland-Pfalz( Verzekeringsinstelling voor Rijnland-Palts), Speyer. |

vii)In de betrekkingen met Nederland: | Landesversicherungsanstalt Westfalen ( Verzekeringsinstelling voor Westfalen), Münster. |

viii)In de betrekkingen met Ierland en het Verenigd Koninkrijk: | Landesversicherungsanstalt Freie und Hansestadt Hamburg ( Verzekeringsinstelling voor de Vrije Hanzestad Hamburg), Hamburg. |

ix)In de betrekkingen met Portugal: | Landesversicherungsanstalt Unterfranken ( Verzekeringsinstelling Unterfranken), Würzburg. |

4.Pensioenverzekering voor bedienden: | Bundesversicherungsanstalt für Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden), Berlin. |

5.Pensioenverzekering voor mijnwerkers: | Bundesknappschaft ( Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers), Bochum. |

6.Ouderdomsverzekering voor landbouwers: | Landwirtschaftliche Alterskasse Rheinland-Pfalz ( Ouderdomsverzekeringsfonds voor landbouwers Rheinhessen-Pfalz), Speyer. |

7.Aanvullende verzekering voor werknemers in de staalindustrie: | Landesversicherungsanstalt Saarland, Abteilung Hüttenknappschaftliche Pensionsversicherung ( Verzekeringsinstelling voor Saarland, afdeling Pensioenverzekering van de staalindustrie), Saarbrücken. |

8.Werkloosheidsverzekering en gezinsbijslagen: | Hauptstelle der Bundesanstalt für Arbeit( Hoofdkantoor van het Bondsarbeidsbureau), Nürnberg. |

D. SPANJE

1.Voor alle stelsels die deel uitmaken van het sociale-zekerheidsstelsel, met uitzondering van het stelsel voor zeelieden, en voor alle gebeurtenissen met uitzondering van werkloosheid: | Instituto Nacional de Seguridad Social ( Nationaal Instituut voor de sociale zekerheid), Madrid. |

2.Voor het bijzondere stelsel voor zeelieden en voor alle gebeurtenissen: | Instituto Social de la Marina ( Sociaal Instituut voor zeelieden), Madrid. |

3.Voor de werkloosheidsuitkeringen, behalve in het geval van zeelieden: | Instituto National de Empleo ( Nationaal Instituut voor werkgelegenheid), Madrid. |

4.Voor het beheer van het niet op bijdrage- of premiebetaling berustende gedeelte van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen: | Instituto National de Servicios Sociales ( Nationaal Instituut voor sociale diensten), Madrid. |

E. FRANKRIJK

1.In het algemeen: | Centre de sécurité sociale de travailleurs migrants ( Centrum voor sociale zekerheid van migrerende werknemers), Paris. |

2.Voor het stelsel voor de mijnbouw (invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen)): | Centre autonome nationale de sécurité sociale dans les mines ( Nationaal autonoom fonds voor sociale zekerheid in de mijnen), Paris. |

F. GRIEKENLAND

1.In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνκών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

2.Werkloosheid, kinderbijslag: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα, ( Bureau voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

3.Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ) Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

G. IRELAND

1.Verstrekkingen: | Department of Health ( Ministerie van Volksgezondheid), Dublin. |

2.Uitkeringen

a)Ouderdom en overlijden (pensioenen): | Department of Social Welfare, Pensions Services Office ( Ministerie van Sociale Voorzorg, afdeling Pensioenen), Sligo. |

b)Gezinsbijslagen: | Department of Social Welfare, Child Benefit Section (Ministerie van Sociale Voorzorg, Bureau voor Kinderbijslag), St. Oliver Plunkett Road, Letterkenny, Co. Donegal |

c)Andere uitkeringen: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin. |

H. ITALIË

1.Ziekte (met inbegrip van tuberculose) en moederschap

A.Werknemers

a)Verstrekkingen: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), Roma. |

b)Uitkeringen: | Istituto nazionale della previdenza sociale, direzione generale ( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen, Directoraat-Generaal), Roma. |

B.Zelfstandigen

Verstrekkingen: | Ministero della sanità ( Ministerie voor Volksgezondheid), Roma. |

2.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

A.Werknemers:

a)Verstrekkingen: | Ministero della sanità ( Ministerie voor Volksgezondheid), Roma. |

b)Hulp- en kunstmiddelen van grotere omvang, prestaties van gerechtelijk-geneeskundige aard, daarop betrekking hebbend onderzoek en verklaringen alsmede uitkeringen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro, direzione generale ( Nationaal Instituut voor arbeidsongevallenverzekering, Directoraat-Generaal), Roma. |

B.Zelfstandigen (alleen voor radiologen)

a)Verstrekkingen: | Ministero della sanità ( Ministerie voor Volksgezondheid), Roma. |

b)Prothesen en hulpmiddelen van grotere omvang, in de wet opgenomen medische prestaties en desbetreffende onderzoeken en certificaten: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro, direzione generale ( Nationaal Instituut voor arbeidsongevallenverzekering, Directoraat-Generaal), Roma. |

c)Uitkeringen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro, direzione generale ( Nationaal Instituut voor arbeidsongevallenverzekering, Directoraat-Generaal), Roma. |

3.Invaliditeit, ouderdom, nagelaten betrekkingen, werkloosheid en kinderbijslag: | Istituto nazionale della previdenza sociale, direzione generale ( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen, Directoraat-Generaal), Roma. |

I. LUXEMBURG

I.VOOR DE TOEKENNING VAN DE UITKERINGEN

1.Ziekte en moederschap: | Union des caisses de maladie ( Verbond van ziekenfondsen), Luxembourg. |

2.Invaliditeit, ouderdom, overlijden (pensioenen)

a)Voor arbeiders: | Établissement d'assurance contre la vieillesse et l'invalidité ( Instelling voor ouderdoms- en invaliditeitsverzekering), Luxembourg. |

b)Voor bedienden en zelfstandigen in de vrije beroepen: | Caisse de pension des employés privés ( Pensioenfonds voor bedienden in een particulier bedrijf), Luxembourg. |

c)Voor zelfstandigen die een ambachtelijke, commerciële of industriële activiteit uitoefenen: | Caisse de pension des artisans, des commerçants et industriels ( Pensioenfonds voor ambachtslieden, kooplieden en industriëlen), Luxembourg. |

d)Voor zelfstandigen in de landbouw: | Caisse de pension agricole ( Pensioenfonds voor landbouwers), Luxembourg. |

3.Arbeidsongevallen en beroepsziekten

a)Voor werknemers en zelfstandigen in de land- en bosbouw: | Association d'assurance contre les accidents, section agricole et forestière ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Land- en bosbouw), Luxembourg. |

b)Voor alle andere gevallen van verplichte of vrijwillige verzekering: | Association d'assurance contre les accidents, section industrielle ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Industrie), Luxembourg. |

4.Werkloosheid: | Administration de l'emploi ( Bestuur voor de werkgelegenheid), Luxembourg. |

5.Voor gezinsbijslagen: | Caisse nationale des prestations familiales( Nationaal Fonds voor gezinsbijslagen), Luxembourg. |

6.Uitkeringen bij overlijden

a)Voor de toepassing van artikel 66 van de verordening: | Union des caisses de maladie ( Verbond van ziekenfondsen, Luxembourg, |

b)In andere gevallen: | Naar gelang van de verzekeringstak waarin de uitkering verschuldigd is, de in punt 1, respectievelijk 3, bedoelde organen. |

II.IN ANDERE GEVALLEN: | Inspection générale de la sécurité sociale ( Algemene inspectie van de sociale zekerheid), Luxembourg. |

J. NEDERLAND

1.Ziekte, moederschap, invaliditeit, arbeidsongevallen, beroepsziekten en werkloosheid

a)Verstrekkingen: | Ziekenfondsraad, Amstelveen. |

b)Uitkeringen: | Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

2.Ouderdom, overlijden (pensioenen), gezinsbijslagen

a)In het algemeen: | Sociale Verzekeringsbank, Postbus 1100, 1180 BII Amstelveen . |

b)In de betrekkingen met België: | Bureau voor Belgische zaken de sociale verzekering betreffende, Breda. |

c)In de betrekkingen met Duitsland: | Bureau voor Duitse Zaken, Nijmegen. |

K. OOSTENRIJK

1.Ziekte, ongevallen- en pensioenverzekering: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van Oostenrijkse verzekeringsinstellingen), Wien. |

2.Werkloosheidsverzekering:

a)in de betrekkingen met Duitsland: | Landesgeschäftsstelle Salzburg des Arbeitsmarktservice ( bureau van de deelstaat Salzburg van de arbeidsmarktservice), Salzburg. |

b)in alle overige gevallen: | Landesgeschäftsstelle Wien des Arbeitsmarktservice ( regionaal bureau van Wenen van de arbeidsmarktservice), Wien. |

3.Gezinsbijslagen:

a)Gezinsbijslagen met uitzondering van het Karenzurlaubsgeld (bijzondere moederschapstoelage): | Bundesministerium für Jugend und Familie( Bondsministerie voor Jeugd en Gezin). |

b)Karenzurlaubsgeld (bijzondere moederschapstoelage): | |

i)Betrekkingen met Duitsland: | Landesgeschäftsstelle Salzburg des Arbeitsmarktservice ( bureau van de deelstaat Salzburg van de Arbeidsmarktservice), Salzburg. |

ii)In alle andere gevallen: | Landesgeschäftsstelle Wien des Arbeitsmarktservice ( regionaal bureau van Wenen voor de arbeidsmarktservice), Wien. |

L. PORTUGAL

Voor alle wettelijke regelingen, stelsels en takken van sociale zekerheid, bedoeld in artikel 4 van de verordening: | Departamento de Relações Internacionais de Convenções de Segurança Social ( Departement voor internatonale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

M. FINLAND

1.Ziekte- en moederschapsverzekering, nationale pensioenen, gezinsbijslagen, werkloosheidsuitkeringen en uitkeringen bij overlijden: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

2.Werknemerspensioenen: | EläketurvakeskusPensionsskyddscentralen ( Centraal Pensioenvoorzieningsinstituut), Helsinki. |

3.Arbeidsongevallen, beroepsziekten: | Tapaturmavakuutuslaitosten LiittoOlycksfallsförsäkringsanstalternas Förbund ( Federatie van Ongevallenverzekeraars), Helsinki. |

N. ZWEDEN

1.Voor alle verzekerde gebeurtenissen behalve werkloosheidsuitkeringen: | Riksförsäkringsverket ( Nationale Sociale-verzekeringsraad). |

2.Voor Werkloosheidsuitkeringen: | Arbetsmarknadsstyrelsen ( Nationale Raad voor de Arbeidsmarkt). |

O. VERENIGD KONINKRIJK

Groot-Brittannië

a)Bijdragen en verstrekkingen voor gedetacheerde werknemers: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid). Contributions Agency (Bureau Bijdragen), Overseas Branch (Dienst Internationale Zaken), Newcastle-upon-Tyne NE98 IYX . |

b)Andere gevallen: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid). Benefits Agency (Bureau Uitkeringen), Overseas Branch(Dienst Internationale Zaken), Newcastle-upon-Tyne NE98 IYX . |

Noord-Ierland: | Department of Health and Social Services (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten), Northern Ireland Social Security Agency (Bureau Uitkeringen), Overseas Branch (Dienst Internationale Zaken), Belfast BT1 1DX . |

Gibraltar: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid), Benefits Agency (Bureau Uitkeringen), Overseas Branch(Dienst Internationale Zaken), Newcastle-upon-Tyne NE98 IYX . |

--------------------------------------------------

BIJLAGE 5 (A) (B) (4) (7) (9) (12) (13) (14) (15)

VAN KRACHT GEBLEVEN TOEPASSINGSBEPALINGEN VAN BILATERALE OVEREENKOMSTEN

(Artikel 4, lid 5, artikel 5, artikel 53, lid 3, artikel 104, artikel 105, lid 2, artikel 116, artikel 121 en artikel 122 van de toepassingsverordening)

Algemeen

I. Telkens wanneer de in deze bijlage bedoelde bepalingen verwijzen naar bepalingen van overeenkomsten of van de Verordeningen nrs. 3, 4 of 36/63/EEG, worden deze verwijzingen vervangen door verwijzingen naar de overeenkomstige bepalingen van de verordening of de toepassingsverordening, tenzij de bepalingen van deze Overeenkomsten van kracht gebleven zijn door opneming in bijlage II van de verordening.

II. De opzeggingsclausule, die voorkomt in een overeenkomst waarvan sommige bepalingen in deze bijlage zijn opgenomen, blijft voor bedoelde bepalingen van kracht.

1. BELGIË-DENEMARKEN

Regeling van 23 november 1978 inzake het wederzijdse afzien van vergoedingen op grond van artikel 36, lid 3 (verstrekkingen uit hoofde van ziekte en moederschap), van de verordening en artikel 105, lid 2 (kosten van administratieve en medische controles), van de toepassingsverordening.

2. BELGIË-DUITSLAND

a) Tweede administratieve regeling van 20 juli 1965 tot uitvoering van de derde Aanvullende Overeenkomst bij het Algemene Verdrag van 7 december 1957 (betaling van pensioenen over de tijd vóór de inwerkingtreding van het Verdrag).

b) Artikel 9, lid 1, van de Overeenkomst van 20 juli 1965 betreffende de toepassing van de Verordeningen nrs. 3 en 4 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers.

c) Akkoord van 6 oktober 1964 inzake de terugbetaling van aan gepensioneerde voormalige grensarbeiders uitgekeerde verstrekkingen in toepassing van artikel 14, lid 3, van Verordening nr. 36/63/EEG en van artikel 73, lid 4, van Verordening nr. 4 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap.

d) Akkoord van 29 januari 1969 inzake de inning van sociale-zekerheidspremies.

e) Overeenkomst van 4 december 1975 betreffende het afzien van vergoeding van het bedrag van de aan werklozen verleende uitkeringen.

3. BELGIË-SPANJE

Geen.

4. BELGIË-FRANKRIJK

a) Regeling van 22 december 1951 tot uitvoering van artikel 23 van de Aanvullende Overeenkomst van 17 januari 1948 (werknemers in de mijnbouw en daarmede gelijkgestelde ondernemingen).

b) Administratieve regeling van 21 december 1959 ter aanvulling van de administratieve regeling van 22 december 1951, getroffen ter uitvoering van artikel 23 van de Aanvullende Overeenkomst van 17 januari 1948 (werknemers in de mijnen en daarmede gelijkgestelde ondernemingen).

c) Akkoord van 8 juli 1964 inzake de terugbetaling van aan gepensioneerde voormalige grensarbeiders uitgekeerde verstrekkingen in toepassing van artikel 14, lid 3, van Verordening nr. 36/63/EEG en van artikel 73, lid 4, van Verordening nr. 4 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap.

d) Frans-Belgisch Akkoord van 4 juli 1984 betreffende de medische controles van in het ene land woonachtige en in het andere land werkende grensarbeiders.

e) Overeenkomst van 14 mei 1976 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle, gesloten op grond van artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.

f) Akkoord van 3 oktober 1977 ter uitvoering van artikel 92 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (inning van sociale-zekerheidspremies).

g) Overeenkomst van 29 juni 1979 waarbij wederzijds van vergoeding wordt afgezien op grond van artikel 70, lid 3, van de verordening (kosten van werkloosheidsuitkeringen).

h) Administratieve regeling van 6 maart 1979 betreffende de procedures voor de uitvoering van de Aanvullende Overeenkomst van 12 oktober 1978 inzake sociale zekerheid tussen België en Frankrijk met betrekking tot de op zelfstandigen betrekking hebbende bepalingen van deze Overeenkomst.

i) Briefwisseling van 21 november 1994 en van 8 februari 1995 betreffende de modaliteiten van de vereffening van wederzijdse vorderingen uit hoofde van de artikelen 93, 94, 95 en 96 van de toepassingsverordening.

5. BELGIË-GRIEKENLAND

Geen.

6. BELGIË-IERLAND

Briefwisseling van 19 mei 1981 en 28 juli 1981 betreffende de artikelen 36, lid 3, en 70, lid 3, van de verordening (wederzijds afzien van vergoeding van de kosten van verstrekkingen en werkloosheidsuitkeringen uit hoofde van de hoofdstukken 1 en 6 van titel III van de verordening) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (wederzijds afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controles).

7. BELGIË-ITALIË

a) De artikelen 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, artikel 24, tweede en derde alinea, en artikel 28, lid 4, van de administratieve regeling van 20 oktober 1950, gewijzigd bij Rectificatie 1 van 10 april 1952, Rectificatie 2 van 9 december 1957 en Rectificatie 3 van 21 februari 1963.

b) De artikelen 6, 7, 8 en 9 van het Akkoord van 21 februari 1963 in het kader van de toepassing van de Verordeningen nrs. 3 en 4 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de sociale zekerheid van migrerende werknemers.

c) Akkoord van 12 januari 1974 ter toepassing van artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.

d) Overeenkomst van 31 oktober 1979 voor de toepassing van artikel 18, lid 9, van de toepassingsverordening.

e) Briefwisseling van 10 december 1991 en 10 februari 1992 betreffende de terugbetaling van wederzijdse schuldvorderingen krachtens artikel 93 van de toepassingsverordening.

8. BELGIË-LUXEMBURG

a) …

b) …

c) Akkoord van 28 januari 1961 inzake de inning van sociale-zekerheidspremies.

d) Akkoord van 1 augustus 1975 inzake het afzien, als bedoeld in artikel 36, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 van de vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen uit hoofde van de ziekte- en moederschapsverzekering aan gezinsleden van een werknemer die niet in hetzelfde land wonen als laatstgenoemde.

e) Overeenkomst van 16 april 1976 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten die voortvloeien uit de administratieve controle en uit geneeskundig onderzoek, als bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.

f) …

9. BELGIË-NEDERLAND

a) De artikelen 9 tot en met 15 en artikel 17, lid 4, van het Akkoord van 7 februari 1964 inzake kinderbijslag en kraamgeld.

b) Overeenkomst van 21 maart 1968 betreffende de invordering van sociale-verzekeringspremies, alsmede de administratieve schikking van 25 november 1970 ter uitvoering van die Overeenkomst.

c) Akkoord van 24 december 1980 inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging, zoals gewijzigd.

d) Overeenkomst van 12 augustus 1982 inzake ziekengeld, moederschaps- en invaliditeitsverzekering.

10. BELGIË-OOSTENRIJK

Geen.

11. BELGIË-PORTUGAL

Geen.

12. BELGIË-FINLAND

Niet van toepassing.

13. BELGIË-ZWEDEN

Niet van toepassing.

14. BELGIË-VERENIGD KONINKRIJK

a) Briefwisseling van 4 mei 1976 en 14 juni 1976 betreffende artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle).

b) Briefwisseling van 18 januari 1977 en 14 maart 1977 betreffende artikel 36, lid 3, van de verordening (regeling betreffende de vergoeding of het afzien van vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen verleend in toepassing van titel III, hoofdstuk I, van de verordening), als gewijzigd bij briefwisseling van 4 mei 1982 en 23 juli 1982 (regeling betreffende de vergoeding van kosten ingevolge artikel 22, lid 1, onder a), van de verordening).

15. DENEMARKEN-DUITSLAND

a) De artikelen 8 tot en met 14 van de regeling van 4 juni 1954 betreffende de toepassing van het Verdrag van 14 augustus 1953.

b) Overeenkomst van 27 april 1979 betreffende:

i) het gedeeltelijk wederzijds afzien van de vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding als bedoeld in artikel 70, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en het afzien van vergoeding van kosten voor werkloosheidsuitkeringen en administratieve en medische controles);

ii) artikel 93, lid 6, van de toepassingsverordening (wijze van vaststelling van het te vergoeden bedrag voor verstrekkingen bij ziekte en moederschap).

16. DENEMARKEN-SPANJE

Overeenkomst van 1 juli 1990 betreffende het gedeeltelijk afzien van de vergoeding van kosten zoals bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding van kosten zoals bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en het afzien van vergoeding van kosten voor administratieve en medische controles).

17. DENEMARKEN-FRANKRIJK

De overeenkomst van 29 juni 1979 betreffende het afzien van de vergoeding van kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap en arbeidsongevallen, met uitzondering van de verstrekkingen ter toepassing van artikel 28, artikel 28 bis, artikel 29, lid 1, en artikel 31 van de verordening, de overeenkomst van 29 juni 1979 betreffende het afzien van vergoeding in het kader van werkloosheidsuitkeringen en de overeenkomst van 29 juni 1979 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controles.

18. DENEMARKEN-GRIEKENLAND

Overeenkomst van 8 mei 1986 betreffende het gedeeltelijk afzien van de vergoeding van kosten zoals bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding van kosten zoals bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en het afzien van vergoeding van kosten voor administratieve en medische controles).

19. DENEMARKEN-IERLAND

Briefwisseling van 22 december 1980 en 11 februari 1981 betreffende het wederzijds afzien van vergoeding voor verstrekkingen van de verzekering bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en van werkloosheidsuitkeringen alsmede van de kosten voor administratieve en medische controle (artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, en artikel 70, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening).

20. DENEMARKEN-ITALIË

Briefwisseling van 12 november 1982 en 12 januari 1983 betreffende artikel 36, lid 3, van de verordening (afzien van vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte en moederschap die verleend worden in toepassing van titel III, hoofdstuk I, van de verordening, met uitzondering van artikel 22, lid 1, onder c), van de verordening).

21. DENEMARKEN-LUXEMBURG

Akkoord van 19 juni 1978 betreffende het wederzijds afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, en artikel 70, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen, kosten van administratieve en medische controle).

22. DENEMARKEN-NEDERLAND

a) Briefwisseling van 30 maart 1979 en 25 april 1979 betreffende artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening (gedeeltelijk wederzijds afzien van de vergoeding van kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten).

b) Briefwisseling van 30 maart en 25 april 1979 betreffende artikel 70, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (Overeenkomst waarbij wederzijds wordt afgezien van de vergoeding van uitkeringen toegekend op grond van artikel 69 van de verordening en van de kosten van administratieve en medische controles).

23. DENEMARKEN-OOSTENRIJK

Overeenkomst van 13 februari 1995 betreffende de terugbetaling van uitgaven op het gebied van de sociale zekerheid.

24. DENEMARKEN-PORTUGAL

Niet van toepassing.

25. DENEMARKEN-FINLAND

Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: overeenkomst inzake het wederzijds afzien van terugbetalingen uit hoofde van artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, artikel 70, lid 3, van de verordening (kosten van de verstrekkingen met betrekking tot ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (kosten van administratieve controles en geneeskundige onderzoeken).

26. DENEMARKEN-ZWEDEN

Artikel 23 van het Noordse verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: overeenkomst inzake het wederzijds afzien van terugbetalingen uit hoofde van artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, artikel 70, lid 3, van de verordening (kosten van de verstrekkingen met betrekking tot ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (kosten van administratieve controles en geneeskundige onderzoeken).

27. DENEMARKEN-VERENIGD KONINKRIJK

1. Briefwisseling van 30 maart 1977 en 19 april 1977, zoals gewijzigd door briefwisseling van 8 november 1989 en 10 januari 1990, betreffende artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, en artikel 70, lid 3, van de verordening alsmede artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van vergoeding van:

a) uitgaven voor verstrekkingen verleend in toepassing van titel III, hoofdstuk 1 of 4 van de verordening;

b) …

c) kosten van administratieve en medische controle als bedoeld in artikel 105 van de toepassingsverordening).

2. Briefwisseling van 5 maart en 10 september 1984 betreffende de niet-toepassing op zelfstandigen van overeenkomsten waarbij wederzijds wordt afgezien van de vergoeding van werkloosheidsuitkeringen toegekend op grond van artikel 69 van de verordening in de betrekkingen met Gibraltar.

28. DUITSLAND-SPANJE

Overeenkomst van 25 juni 1990 betreffende de vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen wegens ziekte.

29. DUITSLAND-FRANKRIJK

a) De artikelen 2 tot en met 4 en 22 tot en met 28 van het tweede Administratieve Akkoord van 31 januari 1952 met betrekking tot de uitvoering van het algemene verdrag van 10 juli 1950.

b) Artikel 1 van het Akkoord van 27 juni 1963 betreffende de toepassing van artikel 74, lid 5, van Verordening nr. 4 (vergoeding van verstrekkingen verleend aan gezinsleden van verzekerden).

c) Akkoord van 14 oktober 1977 betreffende het afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 70, lid 3, van de verordening (uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen).

d) Overeenkomst van 26 mei 1981 betreffende artikel 36, lid 3, van de verordening (wederzijds afzien van vergoeding van de kosten van verstrekkingen wegens ziekte, die op grond van artikel 32 van de verordening worden verleend aan pensioengerechtigden die voorheen grensarbeiders waren, aan hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen).

e) Overeenkomst van 26 mei 1981 voor de toepassing van artikel 92 van de verordening (inning van premies of bijdragen).

f) Overeenkomst van 26 mei 1981 betreffende de toepassing van artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (wederzijds afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controles).

30. DUITSLAND-GRIEKENLAND

a) De artikelen 1 en 3 tot en met 6 van de administratieve regeling van 19 oktober 1962 en de tweede administratieve regeling van 23 oktober 1972 inzake het Akkoord betreffende de werkloosheidsverzekering van 31 mei 1961.

b) Overeenkomst van 11 mei 1981 betreffende de vergoeding van kinderbijslagen.

c) Overeenkomst van 11 maart 1982 betreffende vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte.

31. DUITSLAND-IERLAND

Overeenkomst van 20 maart 1981 betreffende artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, en artikel 70, lid 3, van de verordening (wederzijds afzien van vergoeding van de kosten van verstrekkingen wegens ziekte, moederschap, arbeidsongeval en beroepsziekten en van werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (wederzijds afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controles).

32. DUITSLAND-ITALIË

a) Artikel 14, artikel 17, lid 1, de artikelen 18 en 42, artikel 45, lid 1, en artikel 46 van de Administratieve Regeling van 6 december 1953 betreffende de uitvoering van het Verdrag van 5 mei 1953 (betaling van pensioenen en renten).

b) De artikelen 1 en 2 van het Akkoord van 27 juni 1963 betreffende de toepassing van artikel 73, lid 4, en van artikel 74, lid 5, van Verordening nr. 4 (vergoeding van verstrekkingen verleend aan gezinsleden van verzekerden).

c) Akkoord van 5 november 1968 inzake de vergoeding door de bevoegde Duitse organen van de uitgaven voor verstrekkingen, in Italië verleend door Italiaanse ziekteverzekeringsorganen aan de gezinsleden van in de Bondsrepubliek Duitsland verzekerde Italiaanse arbeiders.

33. DUITSLAND-LUXEMBURG

a) De artikelen 1 en 2 van het Akkoord van 27 juni 1963 betreffende de toepassing van artikel 73, lid 4, en artikel 74, lid 5, van Verordening nr. 4 (vergoeding van verstrekkingen verleend aan gezinsleden van verzekerden).

b) Akkoord van 9 december 1969 betreffende het afzien van de in artikel 14, lid 2, van Verordening nr. 36/63/EEG voorziene vergoeding van uitgaven voor verstrekkingen die aan gepensioneerde oud-grensarbeiders, aan nagelaten betrekkingen van grensarbeiders, alsmede aan hun gezinsleden bij ziekte verleend zijn.

c) Overeenkomst van 14 oktober 1975 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle, gesloten op grond van artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.

d) Overeenkomst van 14 oktober 1975 betreffende de inning en terugvordering van sociale-zekerheidspremies.

e) Overeenkomst van 25 januari 1990 betreffende de toepassing van artikel 20 en artikel 22, lid 1, onder b) en c), van de verordening.

34. DUITSLAND-NEDERLAND

a) Artikel 9, artikel 10, leden 2 tot en met 5, de artikelen 17, 18, 19 en 21 van het eerste technische akkoord van 18 juni 1954 bij het Verdrag van 29 maart 1951 (ziekteverzekering en betaling van pensioenen en renten).

b) Overeenkomst van 27 mei 1964 inzake het afzien van vergoeding van kosten van administratieve en medische controle met betrekking tot de verzekering in geval van invaliditeit, ouderdom en vroegtijdige dood (renteverzekeringen).

c) Overeenkomst van 21 januari 1969 inzake de invordering van premies voor de sociale zekerheid.

d) Overeenkomst van 3 september 1969 betreffende het afzien van de in artikel 14, lid 2, van Verordening nr. 36/63/EEG voorziene vergoeding van uitgaven voor verstrekkingen, die aan gepensioneerde oud-grensarbeiders, aan nagelaten betrekkingen van grensarbeiders, alsmede aan hun gezinsleden bij ziekte verleend zijn.

e) Akkoord van 22 juli 1976 betreffende het afzien van vergoeding van uitkeringen aan werklozen.

f) Overeenkomst van 11 oktober 1979 tot uitvoering van artikel 92 van de verordening (vastgesteld minimumbedrag voor de inning van sociale-zekerheidspremies).

g) Overeenkomst van 1 oktober 1981 betreffende de vergoeding van de kosten van verstrekkingen als bedoeld in de artikelen 93, 94 en 95 van de toepassingsverordening.

h) Overeenkomst van 15 februari 1982 betreffende de toepassing van artikel 20 van de verordening met betrekking tot de gezinsleden van grensarbeiders.

35. DUITSLAND-OOSTENRIJK

Afdeling II, Nummer 1, en Afdeling III van de Overeenkomst van 2 augustus 1979 betreffende de tenuitvoerlegging van het Verdrag betreffende de werkloosheidsverzekering van 19 juli 1978.

36. DUITSLAND-PORTUGAL

Geen.

37. DUITSLAND-FINLAND

Geen.

38. DUITSLAND-ZWEDEN

Geen.

39. DUITSLAND-VERENIGD KONINKRIJK

a) De artikelen 8, 9, 25 tot en met 27 en 29 tot en met 32 van de regeling van 10 december 1964 betreffende de toepassing van het Verdrag van 20 april 1960.

b) Akkoord van 29 april 1977 betreffende het afzien van vergoeding van uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en kosten van administratieve en medische controle.

c) Briefwisseling van 18 juli en 28 september 1983 betreffende de niet-toepassing op zelfstandigen van overeenkomsten waarbij wederzijds wordt afgezien van de vergoeding van werkloosheidsuitkeringen toegekend op grond van artikel 69 van de verordening in de betrekkingen met Gibraltar.

40. SPANJE-FRANKRIJK

Geen.

41. SPANJE-GRIEKENLAND

Niet van toepassing.

42. SPANJE-IERLAND

Niet van toepassing.

43. SPANJE-ITALIË

Geen.

44. SPANJE-LUXEMBURG

Geen.

45. SPANJE-NEDERLAND

Geen.

46. SPANJE-OOSTENRIJK

Geen.

47. SPANJE-PORTUGAL

De artikelen 42, 43 en 44 van de administratieve regeling van 22 mei 1970.

48. SPANJE-FINLAND

Geen.

49. SPANJE-ZWEDEN

Geen.

50. SPANJE-VERENIGD KONINKRIJK

Geen.

51. FRANKRIJK-GRIEKENLAND

Geen.

52. FRANKRIJK-IERLAND

Briefwisseling van 30 juli en 26 september 1980 betreffende het wederzijdse afzien van vergoeding voor werkloosheidsuitkeringen (artikel 70, lid 3, van de verordening).

53. FRANKRIJK-ITALIË

a) De artikelen 2 tot en met 4 van het Administratieve Akkoord van 12 april 1950 betreffende de uitvoering van het Algemeen Verdrag van 31 maart 1948 (verhoging van de Franse ongevallenrenten).

b) Briefwisseling van 14 mei en 2 augustus 1991 betreffende de wijze van vereffening van de wederzijdse schuldvorderingen krachtens artikel 93 van de toepassingsverordening.

c) Aanvullende briefwisseling van 22 maart en van 15 april 1994 betreffende de modaliteiten voor de vereffening van wederzijdse vorderingen uit hoofde van de artikelen 93, 94, 95 en 96 van de toepassingsverordening.

54. FRANKRIJK-LUXEMBURG

a) Akkoord van 24 februari 1962 gesloten ter toepassing van artikel 51 van Verordening nr. 3 en de administratieve regeling van dezelfde datum ter uitvoering van dit Akkoord.

b) Overeenkomst van 2 juli 1976 betreffende het afzien van vergoeding als bedoeld in artikel 36, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 van de uitgaven voor verstrekkingen uit hoofde van de ziekte- en moederschapsverzekering, verleend aan de gezinsleden van een werknemer die niet in hetzelfde land wonen als die werknemer.

c) Overeenkomst van 2 juli 1976 betreffende het afzien van vergoeding als bedoeld in artikel 36, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 van de uitgaven voor verstrekkingen uit hoofde van de ziekte- en moederschapsverzekering, verleend aan gewezen grensarbeiders, aan hun gezinsleden of aan hun nagelaten betrekkingen.

d) Overeenkomst van 2 juli 1976 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle als bedoeld in artikel 105, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972.

55. FRANKRIJK-NEDERLAND

a) …

b) Akkoord van 28 april 1977 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van geneeskundige verzorging van aanvragers van een pensioen of rente en hun gezinsleden, alsmede van de gezinsleden van gepensioneerden in het kader van de verordeningen.

c) Akkoord van 28 april 1977 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle op grond van artikel 105 van de toepassingsverordening.

56. FRANKRIJK-OOSTENRIJK

Geen.

57. FRANKRIJK-PORTUGAL

Geen.

58. FRANKRIJK-VERENIGD KONINKRIJK

a) Briefwisseling van 25 maart 1977 en 28 april 1977 betreffende artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verordening (regeling betreffende de vergoeding of het afzien van vergoeding voor verstrekkingen verleend in toepassing van titel III, hoofdstuk 1 of 4, van de verordening).

b) …

c) Briefwisseling van 25 maart 1977 en 28 april 1977 betreffende artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle).

59. GRIEKENLAND-IERLAND

Niet van toepassing.

60. GRIEKENLAND-ITALIË

Niet van toepassing.

61. GRIEKENLAND-LUXEMBURG

Niet van toepassing.

62. GRIEKENLAND-NEDERLAND

Briefwisseling van 8 september 1992 en 30 juni 1993 betreffende de wijze van vergoeding tussen organen.

63. GRIEKENLAND-OOSTENRIJK

Geen.

64. GRIEKENLAND-PORTUGAL

Niet van toepassing.

65. GRIEKENLAND-FINLAND

Geen.

66. GRIEKENLAND-ZWEDEN

Geen.

67. GRIEKENLAND-VERENIGD KONINKRIJK

Niet van toepassing.

68. IERLAND-ITALIË

Niet van toepassing.

69. IERLAND-LUXEMBURG

Briefwisseling van 26 september 1975 en 5 augustus 1976 betreffende artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van vergoeding van de verstrekkingen verleend in toepassing van titel III, hoofdstuk 1 of 4, van de verordening alsmede van de kosten van administratieve en medische controle als bedoeld in artikel 105 van de toepassingsverordening).

70. IERLAND-NEDERLAND

a) Briefwisseling van 28 juli 1978 en 10 oktober 1978 betreffende artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verordening (gedeeltelijk wederzijds afzien van vergoeding van uitgaven voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten).

b) Briefwisseling van 22 april en 27 juli 1987 betreffende artikel 70, lid 3, van de verordening (het afzien van de vergoeding van uitkeringen verleend krachtens artikel 69 van de verordening) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (het afzien van de vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle als bedoeld in artikel 105 van de toepassingsverordening).

71. IERLAND-OOSTENRIJK

Geen.

72. IERLAND-PORTUGAL

Niet van toepassing.

73. IERLAND-FINLAND

Niet van toepassing.

74. IERLAND-ZWEDEN

Niet van toepassing.

75. IERLAND-VERENIGD KONINKRIJK

Briefwisseling van 9 juli 1975 betreffende artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verordening (regeling betreffende de vergoeding of het afzien van vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen verleend in toepassing van titel III, hoofdstuk 1 of 4, van de verordening) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle).

76. ITALIË-LUXEMBURG

Artikel 4, leden 5 en 6, van de administratieve regeling van 19 januari 1955 betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid (ziekteverzekering van werknemers in de landbouw).

77. ITALIË-NEDERLAND

a) Artikel 9, lid 3, en artikel 11, lid 3, van het Algemene Administratieve Akkoord van 11 februari 1955 met betrekking tot de wijze van toepassing van het Algemene Verdrag van 28 oktober 1952 (ziekteverzekering).

b) Overeenkomst van 27 juni 1963 betreffende de toepassing van artikel 75, lid 3, van Verordening nr. 4 (vergoeding van verstrekkingen verleend aan rechthebbenden op pensioen of rente en hun gezinsleden).

78. ITALIË-OOSTENRIJK

Geen.

79. ITALIË-PORTUGAL

Niet van toepassing.

80. ITALIË-FINLAND

Niet van toepassing.

81. ITALIË-ZWEDEN

Geen.

82. ITALIË-VERENIGD KONINKRIJK

Briefwisseling van 1 februari en van 16 februari 1995 betreffende artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verordening (vergoeding of afzien van vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controles).

83. LUXEMBURG-NEDERLAND

a) Overeenkomst van 1 november 1976 betreffende het afzien van vergoeding van de kosten van administratieve en medische controle, gesloten op grond van artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening.

b) Overeenkomst van 3 februari 1977 betreffende het afzien van vergoeding van de verstrekkingen uit hoofde van de ziekte- en moederschapsverzekering, verleend in toepassing van de artikelen 19, lid 2, 26, 28 en 29, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971.

c) Overeenkomst van 20 december 1978 betreffende de inning en terugvordering van sociale-zekerheidspremies.

84. LUXEMBURG-OOSTENRIJK

Overeenkomst van 22 juni 1995 betreffende de vergoeding van de uitgaven op het gebied van de sociale zekerheid.

85. LUXEMBURG-PORTUGAL

Geen.

86. LUXEMBURG-FINLAND

Overeenkomst inzake terugbetaling van 24 februari 1994 ingevolge de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening.

87. LUXEMBURG-ZWEDEN

Geen.

88. LUXEMBURG-VERENIGD KONINKRIJK

a) Briefwisseling van 28 november 1975 en van 18 december 1975 betreffende artikel 70, lid 3, van de verordening (afzien van de vergoeding van uitkeringen krachtens artikel 69 van de verordening).

b) Briefwisseling van 18 december 1975 en van 20 januari 1976 betreffende artikel 36, lid 3, en artikel 63, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (afzien van de vergoeding van verstrekkingen krachtens hoofdstuk 1 of 4 van titel III van de verordening alsmede van de kosten van administratieve en medische controle bedoeld in artikel 105 van de.toepassingsverordening).

c) Briefwisseling van 18 juli en 27 oktober 1983 betreffende de niet-toepassing van de onder a) genoemde overeenkomst op zelfstandigen die zich tussen Luxemburg en Gibraltar verplaatsen.

89. NEDERLAND-OOSTENRIJK

Overeenkomst van 17 november 1993 inzake de terugbetaling van kosten op het gebied van de sociale zekerheid.

90. NEDERLAND-PORTUGAL

a) De artikelen 33 en 34 van het Administratieve Akkoord van 9 mei 1980.

b) Akkoord van 11 december 1987 betreffende de vergoeding van verstrekkingen bij ziekte en moederschap.

91. NEDERLAND-FINLAND

Overeenkomst inzake terugbetaling van 24 februari 1994 ingevolge de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening.

92. NEDERLAND-ZWEDEN

Geen.

93. NEDERLAND-VERENIGD KONINKRIJK

a) Artikel 3, tweede zin, van het Administratieve Akkoord van 12 juni 1956 voor de toepasing van het Verdrag van 11 augustus 1954.

b) Briefwisseling van 8 januari 1976 en 28 januari 1976 betreffende artikel 70, lid 3, van de verordening (afzien van vergoeding van uitkeringen verleend in toepassing van artikel 69 van de verordening).

c) Briefwisseling van 18 juli en 18 oktober 1983 betreffende de niet-toepassing van de onder b) genoemde overeenkomst op zelfstandigen die zich tussen Nederland en Gibraltar verplaatsen.

d) Briefwisseling van 25 april en van 26 mei 1986 betreffende artikel 36, lid 3, van de verordening (de vergoeding of het afzien van de vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen), zoals gewijzigd.

94. OOSTENRIJK-PORTUGAL

Geen.

95. OOSTENRIJK-FINLAND

Overeenkomst van 23 juni 1994 betreffende de vergoeding van de uitgaven op het gebied van de sociale zekerheid.

96. OOSTENRIJK-ZWEDEN

Regeling van 22 december 1993 tussen de bevoegde autoriteiten van Oostenrijk en Zweden betreffende de terugbetaling van kosten van de soicale zekerheid.

97. OOSTENRIJK-VERENIGD KONINKRIJK

a) Artikel 18, leden 1 en 2, van de Overeenkomst van 10 november 1980 inzake de tenuitvoerlegging van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 22 juli 1980 zoals gewijzigd bij de Aanvullende Overeenkomsten nr. 1 van 26 maart 1986 en nr. 2 van 4 juni 1993 met betrekking tot personen die geen aanspraak kunnen maken op de behandeling krachtens Hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening.

b) Artikel 18, lid 1, van genoemde Overeenkomst met betrekking tot personen die aanspraak kunnen maken op de behandeling krachtens hoofdstuk 1 van Titel III van de verordening, met dien verstande dat voor Oostenrijkse onderdanen die op het Oostenrijkse grondgebied woonachtig zijn en voor onderdanen van het Verenigd Koninkrijk die op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk (met uitzondering van Gibraltar) woonachtig zijn, het relevante paspoort het E 111-formulier vervangt voor alle onder dat formulier vallende verstrekkingen.

c) Overeenkomst van 30 november 1994 betreffende de vergoeding van de uitgaven voor prestaties van sociale zekerheid.

98. PORTUGAL-FINLAND

Niet van toepassing.

99. PORTUGAL-ZWEDEN

Geen.

100. PORTUGAL-VERENIGD KONINKRIJK

De artikelen 3 en 4 van de bijlage bij het Administratieve Akkoord van 31 december 1981 voor de toepassing van het Protocol betreffende medische behandelingen van 15 november 1978.

101. FINLAND-ZWEDEN

Artikel 23 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992: overeenkomst inzake het wederzijds afzien van terugbetalingen uit hoofde van artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, artikel 70, lid 3, van de Verordening (kosten van de verstrekkingen met betrekking tot ziekte en moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten, en werkloosheidsuitkeringen) en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (kosten van administratieve controles en geneeskundige onderzoeken).

102. FINLAND-VERENIGD KONINKRIJK

Geen.

103. ZWEDEN-VERENIGD KONINKRIJK

Geen.

--------------------------------------------------

BIJLAGE 6 (A) (B) (4) (7) (9) (13)

PROCEDURE VOOR DE BETALING VAN UITKERINGEN

(Artikel 4, lid 6, artikel 53, lid 1, en artikel 122 van de toepassingsverordening)

Algemene opmerking

De betaling van achterstallige bedragen en andere betalingen ineens vindt in beginsel plaats via de verbindingsorganen. De lopende en andere betalingen worden verricht volgens de in deze bijlage voor ieder geval aangegeven procedure.

A. BELGIË

Rechtstreekse betaling.

B. DENEMARKEN

Rechtstreekse betaling.

C. DUITSLAND

1. Pensioenverzekering voor arbeiders (invaliditeit, ouderdom en overlijden)

a) In de betrekkingen met België, Denemarken, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Portugal en het Verenigd Koninkrijk: rechtstreekse betaling.

b) In de betrekkingen met Nederland: betaling via de verbindingsorganen (toepassing van de artikelen 53 tot en met 58 van de toepassingsverordening juncto de in bijlage 5 genoemde bepalingen).

2. Pensioenverzekering voor bedienden en mijnwerkers (invaliditeit, ouderdom en overlijden)

a) In de betrekkingen met België, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk: rechtstreekse betaling.

b) In de betrekkingen met Nederland: betaling via de verbindingsorganen (toepassing van de artikelen 53 tot en met 58 van de toepassingsverordening juncto de in bijlage 5 genoemde bepalingen).

3. Ouderdomsverzekering voor landbouwers:

rechtstreekse betaling.

4. Ongevallenverzekering

a) In de betrekkingen met Spanje, Griekenland, Italië, Nederland en Portugal: betaling via de verbindingsorganen (toepassing van de artikelen 53 tot en met 58 van de toepassingsverordening juncto de in bijlage 5 genoemde bepalingen).

b) In de betrekkingen met België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk: rechtstreekse betaling tenzij voor speciale gevallen anders is bepaald.

D. SPANJE

Rechtstreekse betaling.

E. FRANKRIJK

1. Alle stelsels, behalve het stelsel voor zeelieden: rechtstreekse betaling.

2. Stelsel voor zeelieden: betaling door de daartoe aangewezen rekenplichtige in de Lid-Staat waar de rechthebbende woont.

F. GRIEKENLAND

Rechtstreekse betaling.

G. IERLAND

Rechtstreekse betaling.

H. ITALIË

a) Werknemers:

1. Invaliditeitspensioenen, ouderdomspensioenen en pensioenen aan nagelaten betrekkingen

a) In de betrekkingen met België, Denemarken, Frankrijk (met uitzondering van de Franse mijnwerkersfondsen), Griekenland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk: rechtstreekse betaling.

b) In de betrekkingen met Duitsland en de Franse mijnwerkersfondsen: betaling via de verbindingsorganen.

2. Renten voor arbeidsongevallen en beroepsziekten:

rechtstreekse betaling.

b) Zelfstandigen:

rechtstreekse betaling.

I. LUXEMBURG

Rechtstreekse betaling.

J. NEDERLAND

1. In de betrekkingen met België, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk: rechtstreekse betaling.

2. In de betrekkingen met Duitsland: betaling via de verbindingsorganen (toepassing van de in bijlage 5 genoemde bepalingen).

K. OOSTENRIJK

Rechtstreekse betaling.

L. PORTUGAL

Rechtstreekse betaling.

M. FINLAND

Rechtstreekse betaling.

N. ZWEDEN

Rechtstreekse betaling.

O. VERENIGD KONINKRIJK

Rechtstreekse betaling.

--------------------------------------------------

BIJLAGE 7 (A)(B)

BANKEN

(Artikel 4, lid 7, artikel 55, lid 3, en artikel 122 van de toepassingsverordening)

A.BELGIË: | Geen. |

B.DENEMARKEN: | Danmarks Nationalbank ( Nationale Bank van Denemarken), København. |

C.DUITSLAND: | Deutsche Bundesbank ( Duitse Bondsbank), Frankfurt am Main. |

D.SPANJE: | Banco Exterior de España ( Buitenlandse Bank van Spanje), Madrid. |

E.FRANKRIJK: | Banque de France ( Bank van Frankrijk), Paris. |

F.GRIEKENLAND: | Τράπεζα της Ελλάδας, Αθήνα ( Bank van Griekenland), Athene. |

G.IERLAND: | Central Bank of Ireland ( Centrale Bank van Ierland), Dublin. |

H.ITALIË: | Banca Nazionale del Lavoro ( Nationale Bank van de Arbeid), Roma. |

I.LUXEMBURG: | Caisse d'épargne ( Spaarbank), Luxembourg. |

J.NEDERLAND: | Geen. |

K.OOSTENRIJK: | Österreichische Nationalbank( Nationale Bank van Oostenrijk), Wien. |

L.PORTUGAL: | Banco de Portugal ( Bank van Portugal), Lisboa. |

M.FINLAND: | Postipankki Oy, HelsinkiPostbanken Ab. Helsingfors (Postipankki N.V. Helsinki). |

N.ZWEDEN: | Geen. |

O.VERENIGD KONINKRIJK: | Groot-Brittannië: | Bank of England ( Bank van Engeland), London. |

Noord-Ierland: | Northern Bank Limited ( Bank van het Noorden Ltd), Belfast. |

Gibraltar: | Barclays Bank, Gibraltar. |

--------------------------------------------------

BIJLAGE 8 (B) (12) (13)

TOEKENNING VAN GEZINSBIJSLAGEN

(Artikel 4, lid 8, artikel 10 bis, onder d), en artikel 122 van de toepassingsverordening)

Artikel 10 bis, onder d), van de toepassingsverordening is van toepassing op:

A. Werknemers en zelfstandigen

a) met een referentieperiode van een kalendermaand in de betrekkingen tussen:

- België en Duitsland,

- België en Spanje,

- België en Frankrijk

- België en Griekenland,

- België en Ierland,

- België en Luxemburg,

- België en Oostenrijk,

- België en Portugal,

- België en Finland,

- België en Zweden,

- België en het Verenigd Koninkrijk,

- Duitsland en Spanje,

- Duitsland en Frankrijk,

- Duitsland en Griekenland,

- Duitsland en Ierland,

- Duitsland en Luxemburg,

- Duitsland en Oostenrijk,

- Duitsland en Portugal,

- Duitsland en Finland,

- Duitsland en Zweden,

- Duitsland en het Verenigd Koninkrijk,

- Spanje en Oostenrijk,

- Spanje en Finland,

- Spanje en Zweden,

- Frankrijk en Luxemburg,

- Frankrijk en Oostenrijk,

- Frankrijk en Finland,

- Frankrijk en Zweden,

- Ierland en Oostenrijk,

- Ierland en Zweden,

- Luxemburg en Oostenrijk,

- Luxemburg en Finland,

- Luxemburg en Zweden,

- Nederland en Oostenrijk,

- Nederland en Finland,

- Nederland en Zweden,

- Oostenrijk en Portugal,

- Oostenrijk en Finland,

- Oostenrijk en Zweden,

- Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk,

- Portugal en Frankrijk,

- Portugal en Ierland,

- Portugal en Luxemburg,

- Portugal en Finland,

- Portugal en Zweden,

- Portugal en Verenigd Koninkrijk,

- Finland en Zweden,

- Finland en het Verenigd Koninkrijk,

- Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

b) met een referentieperiode van een kalenderkwartaal in de betrekkingen tussen:

- Denemarken en Duitsland,

- Nederland en Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg, Portugal.

B. Zelfstandigen

Met een referentieperiode van een kalenderkwartaal in de betrekkingen tussen:

- België en Nederland.

C. Werknemers

Met een referentieperiode van een kalendermaand in de betrekkingen tussen:

- België en Nederland.

--------------------------------------------------

BIJLAGE 9 (A) (B) (2) (12) (14)

BEREKENING VAN DE GEMIDDELDE JAARLIJKSE KOSTEN VAN DE VERSTREKKINGEN

(Artikel 4, lid 9, artikel 94, lid 3, onder a), en artikel 95, lid 3, onder a), van de toepassingsverordening)

A. BELGIË

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen wordt het algemene stelsel van sociale zekerheid in aanmerking genomen.

Voor de toepassing van de artikelen 94 en 95 van de toepassingsverordening op gevallen waarin artikel 35, lid 2, van de verordening geldt, wordt voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen het stelsel van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor zelfstandigen in aanmerking genomen.

B. DENEMARKEN

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de stelsels in aanmerking genomen die zijn ingesteld bij de Wet op de openbare gezondheidszorg, de Wet op de ziekenhuisverpleging en, voor zover het kosten uit hoofde van revalidatie en herscholing betreft, de Wet op de sociale bijstand.

C. DUITSLAND

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de volgende organen in aanmerking genomen:

1. voor de toepassing van artikel 94, lid 3, onder a), van de toepassingsverordening:

a) Ortskrankenkassen (Plaatselijke Ziekenfondsen);

b) Betriebskrankenkassen (Bedrijfsziekenfondsen);

c) Innungskrankenkassen (Ziekenfondsen voor bepaalde beroepen);

d) Bundesknappschaft (Federale Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers);

e) Seekasse (Verzekeringsfonds voor zeelieden);

f) Ersatzkassen für Arbeiter (Fondsen voor aanvullende ziekteverzekering voor arbeiders);

g) Ersatzkassen für Angestellte (Fondsen voor aanvullende ziekteverzekering voor bedienden);

h) Landwirtschaftliche Krankenkassen (Ziekenfondsen voor de landbouw),

naar gelang van het fonds dat de verstrekkingen heeft verleend;

2. voor de toepassing van artikel 95, lid 3, onder a), van de toepassingsverordening:

a) Ortskrankenkassen (Plaatselijke Ziekenfondsen);

b) Bundesknappschaft (Federale Verzekeringsinstelling voor mijnwerkers),

naar gelang van het fonds dat de verstrekkingen heeft verleend.

D. SPANJE

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de door de Nationale Gezondheidszorg van Spanje verleende prestaties in aanmerkingen genomen.

E. FRANKRIJK

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen wordt het algemene stelsel van sociale zekerheid in aanmerking genomen.

F. GRIEKENLAND

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen wordt het algemene stelsel van sociale zekerheid van het Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ) (Instituut voor sociale verzekeringen) in aanmerking genomen.

G. IERLAND

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de verstrekkingen (Health Services) in aanmerking genomen die door de in bijlage 2 vermelde Gezondheidsbureaus worden toegekend overeenkomstig de bepalingen van de "Health Acts" (Volksgezondheidswetgeving) 1947—1970.

H. ITALIË

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de door de Nationale Gezondheidsdienst in Italië toegekende verstrekkingen in aanmerking genomen.

I. LUXEMBURG

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden alle ziekenfondsen en het verbond van ziekenfondsen in aanmerking genomen.

J. NEDERLAND

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen wordt het algemene stelsel van sociale zekerheid in aanmerking genomen.

Er wordt evenwel een korting toegepast teneinde rekening te houden met de gevolgen van:

1. de arbeidsongeschiktheidsverzekering, WAO:

2. de verzekering tegen bijzondere ziektekosten, AWBZ.

K. OOSTENRIJK

Voor de berekening van de gemiddelde kosten van de verstrekkingen worden de Gebietskrankenkassen (Regionale Ziekenfondsen) in aanmerking genomen.

L. PORTUGAL

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de verstrekkingen, verleend door de officiële gezondheidsdiensten, in aanmerking genomen.

M. FINLAND

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de stelsels van openbare gezondheidszorg en ziekenhuisverpleging en de terugbetalingen krachtens de ziekteverzekering en revalidatieverlening van de KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki, in aanmerking genomen.

N. ZWEDEN

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de verstrekkingen in aanmerking genomen die krachtens het nationale sociale-verzekeringsstelsel worden toegekend.

O. VERENIGD KONINKRIJK

Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden de in het Verenigd Koninkrijk door het Nationale Gezondheidsbureau toegekende verstrekkingen in aanmerking genomen.

--------------------------------------------------

BIJLAGE 10 (A) (B) (2) (3) (7) (8) (9) (12) (13) (14) (15)

DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEITEN AANGEWEZEN ORGANEN EN INSTELLINGEN

(Artikel 4, lid 10, van de toepassingsverordening)

A. BELGIË

0.Voor de toepassing van artikel 10 ter van de toepassingsverordening | |

Werknemers: | De verzekeringsinstelling waarbij de verzekerde aangesloten of ingeschreven is. |

Zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel. |

1.Voor de toepassing van artikel 14 van de verordening en artikel 11, lid 1, onder a), en lid 2, artikel 12 bis, artikel 13 en artikel 14 van de toepassingsverordening: | Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid, Brussel. |

2.Voor de toepassing van artikel 14 ter, lid 1, van de verordening en artikel 11 van de toepassingsverordening: | Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen. |

3.Voor de toepassing van artikel 14 bis van de verordening en de artikelen 11 bis, lid 1, onder a), en 12 bis van de toepassingsverordening: | Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, Brussel. |

3 bis.Voor de toepassing van artikel 14 quater van de verordening en van artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | |

Werknemers: | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Brussel. |

Zelfstandigen: | Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, Brussel. |

4.Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening en: | |

—van artikel 11, lid 1, onder b), van de toepassingsverordening: | Ministerie van Sociale Voorzorg, Secretariaat-Generaal, Dienst Internationale Betrekkingen, Brussel. |

—van artikel 11 bis, lid 1, onder b), van de toepassingsverordening: | Ministerie van Middenstand, Administratie Sociale Zaken, Brussel. |

5.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81, artikel 82, lid 2, artikel 85, lid 2, en artikel 88 van de toepassingsverordening: | |

a)In het algemeen: | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Brussel. |

b)Voor zeelieden: | Pool van de zeelieden ter koopvaardij, Antwerpen. |

6.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Ziekte, moederschap en arbeidsongevallen: | |

i)In het algemeen: | Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

ii)Voor personen die onder het overzeese socialezekerheidsstelsel vallen: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

iii)Voor gewezen werknemers van Belgisch-Kongo en Rwanda-Oeroendi: | Dienst voor overzeese sociale zekerheid, Brussel. |

b)Beroepsziekten: | Fonds voor Beroepsziekten, Brussel. |

c)Werkloosheid: | |

i)In het algemeen: | Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Brussel. |

ii)Voor zeelieden: | Pool van de zeelieden ter koopvaardij, Antwerpen. |

7.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel. |

B. DENEMARKEN

1.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, van artikel 11 bis, lid 1, van artikel 12 bis, van artikel 13, leden 2 en 3, en van artikel 14, leden 1, 2 en 3, van de toepassingsverordening: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), København. |

Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | Sundhedsministeriet ( Ministerie van Volksgezondheid), København. |

2.Voor de toepassing van artikel 14, lid 1, onder b), artikel 14 bis, lid 1, onder b), en artikel 14 ter, leden 1 en 2, van de verordening: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), København. |

3.Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening en van artikel 10 ter van de toepassingsverordening: | Direktoratet for Social Sikring og Bistand( Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), København. |

4.Voor de toepassing van artikel 38, lid 1, van artikel 70, lid 1, en van artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | De sociale commissie van de gemeente waarin de begunstigde woont. In de gemeenten København, Odense, Aalborg en Århus: Magistraten ( het gemeentebestuur). |

5.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, van artikel 81 en van artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Direktoratet for Arbejdsløshedsforsikringen ( Nationaal Bureau voor de werkloosheidsverzekering), København. |

6.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Vergoedingen uit hoofde van artikel 36 en artikel 63 van de verordening: | Sundhedsministeriet ( Ministerie van Volksgezondheid), København. |

b)Vergoedingen uit hoofde van artikel 70, lid 2, van de verordening: | Direktoratet for Arbejdsløshedsforsikringen ( Nationaal Bureau van de werkloosheidsverzekering), København. |

7.Voor de toepassing van artikel 110 van de toepassingsverordening: | |

a)prestaties uit hoofde van titel III, hoofdstukken 1 en 5, van de verordening: | Sundhedsministeriet ( Ministerie van Volksgezondheid), København. |

b)verstrekkingen uit hoofde van titel III, hoofdstuk 1, van de verordening en prestaties uit hoofde van titel III, hoofdstukken 2, 3, 7 en 8, van de verordening: | Direktoratet for Soical Sikring og Bistand( Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), København. |

c)Prestaties uit hoofde van titel III, hoofdstuk 4, van de verordening: | Arbejdsskadestyrelsen ( Nationaal Bureau voor arbeidsongevallen en beroepsziekten), København. |

d)Prestaties uit hoofde van titel III, hoofdstuk 6, van de verordening: | Direktoratet for Arbejdsløshedsforsikringen ( Nationaal Bureau van de werkloosheidsverzekering), København. |

C. DUITSLAND

1.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1, van de toepassingsverordening: | |

a)Naar de aard van de laatste werkzaamheden: | De organen van de pensioenverzekering voor arbeiders en bedienden, genoemd in bijlage 2 in de betrekkingen met de verschillende Lid-Staten. |

b)Wanneer de aard van de laatste werkzaamheden niet kan worden vastgesteld: | De organen van de pensioenverzekering voor arbeiders, genoemd in bijlage 2 in de betrekkingen met de verschillende Lid-Staten. |

c)Bij personen die volgens de Nederlandse Algemene Ouderdomswet verzekerd zijn geweest gedurende de uitoefening van werkzaamheden, waarvoor men volgens de Duitse wetgeving niet verplicht verzekerd zou zijn geweest: | Bundesversicherungsanstalt für Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden), Berlin. |

2.Voor de toepassing:a)Van artikel 14, lid 1, onder a), en van artikel 14 ter, lid 1, en bij overeenkomsten volgens artikel 17 van de verordening, juncto artikel 11 van de toepassingsverordening;b)Van artikel 14 bis, lid 1, onder a), en van artikel 14 ter, lid 2, en bij overeenkomsten volgens artikel 17 van de verordening, juncto artikel 11 bis van de toepassingsverordening;c)Van artikel 14, lid 2, onder b), van artikel 14, lid 3, van artikel 14 bis, leden 2 tot en met 4, van artikel 14 quater, onder a), en bij overeenkomsten volgens artikel 17 van de verordening, juncto artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | |

i)Bij de ziekteverzekering aangesloten persoon: | Het orgaan waarbij hij voor deze verzekering is aangesloten. |

ii)Niet bij de ziektekostenverzekering aangesloten personen: | |

—Bedienden: | Bundesversicherungsanstalt für Angestellte ( Verzekeringsinstelling voor bedienden), Berlin. |

—Arbeiders: | Het bevoegde pensioenverzekeringsorgaan voor arbeiders. |

3.Voor de toepassing van artikel 14, lid 1, onder b), van artikel 14 bis, lid 1, onder b), van artikel 14 ter, lid 1 (juncto artikel 14, lid 1, onder b)), artikel 14 ter, lid 2 (juncto artikel 14 bis, lid 1, onder b)) en artikel 17 van de verordening: | Deutsche Verbindungsstelle Krankenversicherung-Ausland ( Duits Verbindingscentrum voor Ziekteverzekering — buitenland), Bonn. |

4.Voor de toepassing: | |

a)Van artikel 13, leden 2 en 3, en van artikel 14, leden 1, 2 en 3, van de toepassingsverordening: | Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds Bonn), Bonn. |

b)Van artikel 13, lid 4, en van artikel 14, lid 4, van de toepassingsverordening: | Allgemeine Ortskrankenkasse Bonn ( Algemeen Plaatselijk Ziekenfonds Bonn), Bonn, behalve in geval van aansluiting bij een fonds voor aanvullende ziekteverzekering ( Ersatzkasse). |

5.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81 en artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Het Arbeitsamt ( Arbeidsbureau) binnen welks ressort de laatste woon- of verblijfplaats van de werknemer in Duitsland gelegen is, of wanneer hij niet in Duitsland heeft gewoond of verbleven toen hij daar een werkzaamheid uitoefende: het Arbeitsamt ( Arbeidsbureau) binnen welks ressort de werknemer in Duitsland laatstelijk heeft gewerkt. |

6.Voor de toepassing van artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Het Arbeitsamt ( Arbeidsbureau) binnen welks ressort de werknemer laatstelijk heeft gewerkt. |

7.Voor de toepassing van artikel 91, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Kinderbijslagen toegekend op grond van de artikelen 77 en 78 van de verordening: | Arbeitsamt Nürnberg ( Arbeidsbureau Neurenberg), Nürnberg. |

b)Aanvullingen voor een kind op pensioenen en renten uit wettelijke pensioenverzekeringsstelsels: | De pensioenverzekeringsorganen voor arbeiders, de pensioenverzekeringsorganen voor bedienden, de pensioenverzekeringsorganen voor mijnwerkers, in bijlage 2, hoofdstuk C, lid 2, aangewezen als de bevoegde organen. |

8.Voor de toepassing: | |

a)Van artikel 36 van de verordening en artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Deutsche Verbindungsstelle Krankenversicherung-Ausland ( Duits Verbindingscentrum voor Ziekteverzekering — buitenland), Bonn. |

b)Van artikel 63 van de verordening en artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften ( Federatie van industriële bedrijfsverenigingen), St. Augustin. |

c)Van artikel 75 van de verordening en artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Bundesanstalt für Arbeit ( Bondsarbeidsbureau), Nürnberg. |

9.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Voor vergoeding van verstrekkingen die op vertoon van de in artikel 20, lid 2, van de toepassingsverordening genoemde verklaring werden verleend aan werknemers die geen recht op deze verstrekkingen hadden: | Deutsche Verbindungsstelle Krankenversicherung-Ausland ( Duits Verbindingscentrum voor Ziekteverzekering — buitenland), Bonn. |

b)Voor vergoeding van verstrekkingen die op vertoon van de in artikel 62, lid 2, van de toepassingsverordening genoemde verklaring werden verleend aan werknemers die geen recht op deze verstrekkingen hadden: | Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften ( Federatie van industriële bedrijfsverenigingen), St. Augustin. |

10.Voor de toepassing van artikel 14 quinquies, lid 3, van de verordening: | Het orgaan waaraan de pensioenpremies worden betaald of, als het verzoek te zamen met of na de pensioenaanvraag wordt ingediend, het orgaan belast met de behandeling van deze pensioenaanvraag. |

D. SPANJE

1.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1 (met uitzondering van de bijzondere Overeenkomst met het Sociaal Instituut voor zeelieden met betrekking tot zeelieden), artikel 13, leden 2 en 3, artikel 14 van de verordening, artikel 11, lid 1, artikel 11 bis, artikel 12 bis, en artikel 109 van de toepassingsverordening: | Tesorería General de la Seguridad Social ( Algemene Kas voor de sociale zekerheid). |

2.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, (behalve wat zeelieden en werkloosheidsuitkeringen betreft), artikel 110 en artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | Instituto Nacional de la Seguridad Social ( Nationaal Instituut voor de sociale zekerheid), Madrid. |

3.Voor de toepassing van artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 85, lid 2, en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening, behalve wat zeelieden betreft: | Direcciones provinciales del Instituto Nacional de la Seguridad Social ( Provinciale Directies van het Nationaal Instituut voor de sociale zekerheid). |

4.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1 (Bijzondere Overeenkomst voor zeelieden), artikel 38, lid 1 (wat zeelieden betreft), artikel 70, lid 1, artikel 80, lid 2, artikel 81, artikel 82, lid 2, artikel 85, lid 2, artikel 86, lid 2, en artikel 102, lid 2 (met uitzondering van de werkloosheidsuitkeringen), van de toepassingsverordening: | Direcciones Provinciales del Instituto Social de la Marina ( Provinciale Directies van het Sociaal Instituut voor zeelieden). |

5.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, wat de werkloosheidsuitkeringen betreft: | Instituto Nacional de Empleo ( Nationaal Instituut voor de werkgelegenheid), Madrid. |

6.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81 en artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening wat de werkloosheidsuitkeringen betreft, met uitzondering van zeelieden: | Direcciones Provinciales del Instituto Nacional de Empleo ( Provinciale Directies van het Nationaal Instituut voor de werkgelegenheid). |

E. FRANKRIJK

1.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1, van de toepassingsverordening: | Direction régionale de la sécurité sociale ( Regionale Directie voor sociale zekerheid). |

2.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, onder a), en artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | |

a)Grondgebied in Europa | |

i)Algemeen stelsel: | Caisse primaire d'assurance maladie ( Plaatselijk Ziekenfonds). |

ii)Stelsel voor de landbouw: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

iii)Stelsel voor de mijnbouw: | Société de secours minière ( Maatschappij tot ondersteuning van mijnwerkers). |

iv)Stelsel voor zeelieden: | La section "Caisse de retraite des marins" du quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Pensioenfonds voor zeelieden). |

b)Departementen overzee | |

i)In het algemeen: | Caisse générale de sécurité sociale ( Algemeen Fonds voor sociale zekerheid). |

ii)Voor zeelieden: | La section "Caisse de retraite des marins" du quartier des affaires maritimes ( Scheepvaartdirectie, afdeling Pensioenfonds voor zeelieden). |

3.Voor de toepassing van artikel 11 bis, lid 1, en artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | Caisses mututelees régionales ( Regionale Onderlinge Fondsen). |

4.Voor de toepassing van artikel 13, leden 2 en 3, en artikel 14, lid 3, van de toepassingsverordening: | Caisse primaire d'assurance maladie de la région parisienne ( Plaatselijk Ziekenfonds voor Parijs en omgeving). |

4 bis.Voor de toepassing van artikel 14 quater van de verordening en artikel 12 bis, leden 7 en 8, van de toepassingsverordening: | |

a)Artikel 12 bis, lid 7, van de toepassingsverordening: | |

i)Arbeid als loontrekkende in Frankrijk en arbeid als zelfstandige, niet in de landbouw, in een andere Lid-Staat: | Caisse mutuelle régionale ( Regionaal Onderling Fonds). |

ii)Arbeid als loontrekkende in Frankrijk en arbeid als zelfstandige, in de landbouw, in een andere Lid-Staat: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

b)Artikel 12 bis, lid 8, van de toepassingsverordening: | |

i)Arbeid als zelfstandige, niet in de landbouw, in Frankrijk: | Caisse mutuelle régionale ( Regionaal Onderling Fonds). |

ii)Arbeid als zelfstandige, in de landbouw, in Frankrijk: | Caisse de mutualité sociale agricole( Onderling Sociaal Fonds voor de landbouw). |

c)In het geval van arbeid als zelfstandige, niet in de landbouw, in Frankrijk en als loontrekkende in Luxemburg: | Het formulier E 101 moet worden overhandigd aan de betrokkene die het bij de Caisse mutuelle régionale ( Regionaal Onderling Fonds) inlevert. |

5.Voor de toepassing van artikel 17 juncto, artikel 14, lid 1, en artikel 14 bis, lid 1, van de verordening: | |

i)Andere stelsels dan stelsels voor de landbouw: | Direction régionale des affaires sanitaires et sociales ( Regionale Directie voor de volksgezondheid en sociale zaken). |

ii)Stelsel voor de landbouw: | Direction régionale de l'agriculture et de la forêt — Service régional de l'inspection du travail, de l'emploi et de la politique sociale agricole ( Regionale Directie voor de land- en bosbouw — Regionale Dienst arbeidsinspectie, werkgelegenheid en sociale politiek in de landbouwsector), Paris. |

6.Voor de toepassing van artikel 80, artikel 81, artikel 82, lid 2, en artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Direction départementale du travail et de la main-d'œuvre (Departementale Directie voor arbeid en werknemers) van de plaats waar de arbeid is verricht en waarvoor de verklaring wordt aangevraagd. La section locale de l'Agence nationale pour l'emploi (Plaatselijke afdeling van het Nationale Arbeidsbureau). Gemeentehuis van de woonplaats van de gezinsleden. |

7.Voor de toepassing van artikel 84 van de toepassingsverordening: | |

a)Volledige werkloosheid: | Association pour l'emploi dans l'industrie et le commerce (Assedic) ( Vereniging voor werkgelegenheid in industrie en handel) van de woonplaats van de belanghebbende. |

b)Gedeeltelijke werkloosheid: | Direction départementale du travail et de la main-d'œuvre ( Departementale Directie voor arbeid en werknemers) van de plaats waar de belanghebbende werkt. |

8.Voor de gezamenlijke toepassing van de artikelen 36 en 63 van de verordening en van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Centre de sécurité sociale des travailleurs migrants (Centrum voor sociale zekerheid van migrerende werknemers), Paris. Association pour l'emploi dans l'industrie et le commerce (Assedic) (Vereniging voor werkgelegenheid in industrie en handel). |

9.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | Centre de sécurité sociale des travailleurs migrants ( Centrum voor sociale zekerheid van migrerende werknemers), Paris. |

F. GRIEKENLAND

1.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1, van de toepassingsverordening: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

2.Voor de toepassing van artikel 14, lid 1, en artikel 14 ter, lid 1, van de verordening juncto artikel 11, lid 1, onder a), van de toepassingsverordening: | |

a)in het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

b)Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο, (ΝΑΤ) Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

3.Voor de toepassing van artikel 14, lid 2, onder b), i), van de verordening en artikel 12 bis, lid 1, van de toepassingsverordening: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

4.Voor de toepassing van artikel 14 bis, lid 1, en artikel 14 ter, lid 2, van de verordening juncto artikel 11 bis, lid 1, onder a), van de toepassingsverordening: | |

a)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

b)Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

4 bis.Voor de toepassing van artikel 14 quater van de verordening en van artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | |

a)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

b)Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

5.Voor de toepassing van artikel 14 quinquies, lid 3, van de verordening: | |

a)In het algemeen: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

b)Voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

6.Voor de toepassing van artikel 13, leden 2 en 3, en van artikel 14, leden 1 en 2, van de toepassingsverordening: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

7.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, en van artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

8.Voor de toepassing van artikel 81 van de toepassingsverordening: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

9.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Kinderbijslag werkloosheid: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

b)Prestaties voor zeelieden: | Οίκος Ναύτου, Πειραιάς ( Zeemanshuis, Piraeus). |

c)Andere prestaties: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

9 bis.Voor de toepassing van artikel 110 van de toepassingsverordening: | |

a)Gezinsbijslagen, werkloosheidsuitkeringen: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

b)Prestaties voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

c)Andere prestaties: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

10.Voor de toepassing van artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Οργανισμός Απασχολήσεως Εργατικού Δυναμικού (ΟΑΕΔ), Αθήνα ( Instituut voor de tewerkstelling van arbeidskrachten, Athene). |

11.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Prestaties voor zeelieden: | Ναυτικό Απομαχικό Ταμείο (ΝΑΤ), Πειραιάς ( Pensioenfonds voor zeelieden, Piraeus). |

b)Andere prestaties: | Ίδρυμα Κοινωνικών Ασφαλίσεων (ΙΚΑ), Αθήνα ( Instituut voor sociale verzekeringen, Athene). |

G. IERLAND

1.Voor de toepassing van artikel 14 quater van de verordening en van artikel 6, lid 1, van artikel 11, lid 1, van artikel 11 bis, lid 1, van artikel 12 bis, van artikel 13, leden 2 en 3, van artikel 14, leden 1, 2 en 3, van artikel 38, lid 1, van artikel 70, lid 1, van artikel 85, lid 2, van artikel 86, lid 2, en van artikel 91, lid 2, van de toepassingsverordening: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin. |

2.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81 en artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin, met inbegrip van de provinciale bureaus die verantwoordelijk zijn voor de werkloosheidsuitkeringen. |

3. a)Voor de toepassing van de artikelen 36 en 63 van de verordening en van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Department of Health ( Ministerie van Volksgezondheid), Dublin. |

b)Voor de toepassing van artikel 70 van de verordening en van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin. |

4. a)Voor de toepassing van artikel 110 van de toepassingsverordening (voor de uitkeringen): | Department of Social Welfare ( Ministerie van Sociale Voorzorg), Dublin. |

b)Voor de toepassing van artikel 110 (voor de verstrekkingen) en van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | The Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Oosten), Dublin 8. The Midland Health Board (Gezondheidsbureau voor het Centrum), Tullamore, Co. Offaly. The Mid-Western Health Board (Gezondheidsbureau voor het Midden-Westen), Limerick. The North-Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Noordoosten), Ceanannus Mor, Co. Meath. The North-Western Health Board (Gezondheidsbureau voor het Noordwesten), Manorhamilton, Co. Leitrim. The South-Eastern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Zuidoosten), Kilkenny. The Southern Health Board (Gezondheidsbureau voor het Zuiden), Cork. The Western Health Board(Gezondheidsbureau voor het Westen), Galway. |

H. ITALIË

1.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1, van de toepassingsverordening: | Ministero del lavoro e della previdenza sociale ( Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg), Roma. |

2.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, van artikel 13, leden 2 en 3, en van artikel 14, leden 1, 2 en 3, van de toepassingsverordening: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), Provinciale Bureaus. |

3.Voor de toepassing van de artikelen 11 bis en 12 bis van de toepassingsverordening: | |

Voor geneesheren: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza medici ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van geneesheren). |

Voor apothekers: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza farmacisti ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van apothekers). |

Voor diergeneeskundigen: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza veterinari ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van diergeneeskundigen). |

Voor verloskundigen: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per le ostetriche ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van verloskundigen). |

Voor ingenieurs en architecten: | Cassa nazionale di previdenza per gli ingegneri ed architetti ( Nationaal Fonds voor voorzieningen ten behoeve van ingenieurs en architecten). |

Voor landmeters: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei geometri ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van landmeters). |

Voor advocaten en procureurs: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore degli avvocati e dei procuratori ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van advocaten en procureurs). |

Voor economen: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei dottori commercialisti ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van economen). |

Voor accountants: | Cassa nazionale di previdenza ed assistenza a favore dei ragionieri e periti commerciali ( Nationaal Fonds voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van accountants). |

Voor arbeidsconsulenten: | Ente nazionale di previdenza ed assistenza per i consulenti del lavoro ( Nationaal Bureau voor voorzieningen en bijstand ten behoeve van arbeidsconsulenten). |

Voor notarissen: | Cassa nazionale notariato ( Nationaal Fonds voor notarissen). |

Voor douane-expediteurs: | Fondo di previdenza a favore degli spedizionieri doganali ( Fonds voor voorzieningen ten behoeve van douane-expediteurs). |

4.Voor de toepassing van artikel 38, lid 1, van de toepassingsverordening: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), Provinciale Bureaus. |

5.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, van artikel 81, van artikel 82, lid 2, van artikel 85, lid 2, van artikel 88 en van artikel 91, lid 2, van de toepassingsverordening: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), Provinciale Bureaus. |

6.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Voor vergoedingen krachtens artikel 36 van de verordening: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), Roma. |

b)Voor vergoedingen krachtens artikel 63 van de verordening: | |

i)Verstrekkingen: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), Roma. |

ii)Kunstmiddelen en grote hulpmiddelen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), Roma. |

c)Voor vergoedingen krachtens artikel 70 van de verordening: | Istituto nazionale della previdenza sociale( Nationaal Instituut voor sociale voorzieningen), Roma. |

7.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Ziekte (met inbegrip van tuberculose): | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), Roma. |

b)Arbeidsongevallen en beroepsziekten: | |

i)Verstrekkingen: | Ministero della sanità ( Ministerie van Volksgezondheid), Roma. |

ii)Kunstmiddelen en grote hulpmiddelen: | Istituto nazionale per l'assicurazione contro gli infortuni sul lavoro ( Nationaal Instituut voor ongevallenverzekering), Roma. |

I. LUXEMBURG

1.Voor de toepassing van artikel 14 quinquies, lid 3, van de verordening: | Het bevoegde orgaan naar gelang van de aard van de uitgeoefende beroepsactiviteit. |

2.Voor de toepassing van artikel 6, lid 1, van de toepassingsverordening: | Het bevoegde stelsel naar gelang van de aard van de laatste in het Groothertogdom uitgeoefende beroepswerkzaamheid, al dan niet in loondienst. |

3.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, van artikel 11 bis, lid 1, van artikel 13, leden 2 en 3, en artikel 14, leden 1, 2 en 3, van de toepassingsverordening: | Inspection générale de la sécurité sociale ( Algemene Inspectie van de sociale zekerheid), Luxembourg. |

4.Voor de toepassing van de artikelen 10 ter en 12 bis van de toepassingsverordening: | Centre commun de la sécurité sociale ( Gemeenschappelijk Centrum voor de sociale zekerheid), Luxembourg. |

5.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, van artikel 81 en van artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Administration de l'emploi ( Administratie voor arbeidsvoorziening), Luxembourg. |

6.Voor de toepassing van artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Het ziekenfonds waarbij de betrokkene laatstelijk was aangesloten. |

7.Voor de toepassing van artikel 91, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Invaliditeit, ouderdom en overlijden (pensioenen) | |

i)Voor arbeiders: | Établissement d'assurance contre la vieillesse et l'invalidité ( Instelling voor ouderdoms- en invaliditeitsverzekering), Luxembourg. |

ii)Voor bedienden en zelfstandigen in de vrije beroepen: | Caisse de pension des employés privés ( Pensioenfonds voor bedienden in het particuliere bedrijf), Luxembourg. |

iii)Voor zelfstandigen die een ambachtelijke, commerciële of industriële activiteit uitoefenen: | Caisse de pension des artisans, des commerçants et industriels ( Pensioenfonds voor ambachtslieden, kooplieden en industrielen), Luxembourg. |

iv)Voor zelfstandigen in de landbouw: | Caisse de pension agricole ( Pensioenfonds voor landbouwers), Luxembourg. |

b)Gezinsbijslagen: | Caisse nationale des prestations familiales( Nationaal Fonds voor gezinsbijslagen), Luxembourg. |

8.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Ziekte en moederschap: | Union des caisses de maladie ( verbond van ziekenfondsen), Luxembourg. |

b)Arbeidsongevallen: | Association d'assurance contre les accidents, section industrielle ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Industrie), Luxembourg. |

c)Werkloosheid: | Administration de l'emploi ( Administratie voor arbeidsvoorziening), Luxembourg. |

9.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Ziekte en moederschap: | Union des caisses de maladie ( verbond van ziekenfondsen), Luxembourg. |

b)Arbeidsongevallen: | Association d'assurance contre les accidents, section industrielle ( Vereniging voor ongevallenverzekering, afdeling Industrie), Luxembourg. |

J. NEDERLAND

1.Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening en voor de toepassing van artikel 6, lid 1, artikel 10 ter, artikel 11, leden 1 en 2, artikel 11 bis, leden 1 en 2, artikel 12 bis, artikel 13, leden 2 en 3, en artikel 14, leden 1 en 2, van de toepassingsverordening: | Sociale Verzekeringsbank, Amstelveen. |

2.Voor de toepassing van artikel 14, lid 3, van de toepassingsverordening, voor hulpfunctionarissen van de Europese Gemeenschappen die niet in Nederland wonen (uitsluitend voor verstrekkingen): | Algemeen Nederlands Onderling Ziekenfonds, Utrecht. |

3.Voor de toepassing van artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging, Amsterdam. |

4.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

a)Voor de vergoedingen bedoeld in de artikelen 36 en 63 van de verordening: | Ziekenfondsraad, Amstelveen. |

b)Voor de vergoedingen bedoeld in artikel 70 van de verordening: | Algemeen Werkloosheidsfonds, Zoetermeer. |

K. OOSTENRIJK

1.… | |

2.Voor de toepassing van artikel 14, lid 1, onder b), en artikel 17 van de verordening: | Bundesminister für Arbeit und Soziales( Bondsminister van Arbeid en Sociale Zaken), Wien, in overleg met de Bundesminister für Jugend und Familie ( Bondsminister voor Jeugd en Gezin), Wien. |

Voor de toepassing van artikel 14 quinquies, lid 3, van de verordening: | De bevoegde instelling. |

3.Voor de toepassing van artikelen 11, 11 bis, 12 bis, 13 en 14 van de toepassingsverordening: | |

a)Als de belanghebbende onder de Oostenrijkse wetgeving valt en tegen ziekte verzekerd is: | het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering. |

b)Als de belanghebbende onder de Oostenrijkse wetgeving valt en niet tegen ziekte verzekerd is: | het bevoegde orgaan van de ongevallenverzekering. |

c)in alle overige gevallen: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen), Wien. |

4.Voor de toepassing van artikel 38, lid 1, en artikel 70, lid 1, van de toepassingsverordening: | de voor de woonplaats van de gezinsleden bevoegde Gebietskrankenkasse ( Regionale Ziekenfondsen). |

5.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, en artikel 81 en artikel 82, lid 2, van de toepassingsverordening: | Het Regionale Geschäftsstelle des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijk bureau van de arbeidsmarktservice) binnen welks ressort de laatste woon- of verblijfplaats van de werknemer gelegen is of binnen welks ressort hij laatstelijk heeft gewerkt. |

6.Voor de toepassing van artikel 85, lid 2, en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening met betrekking tot het Karenzurlaubsgeld (bijzondere moederschapstoelage): | het Regionale Geschäftsstelle des Arbeitsmarktservice ( Plaatselijk bureau van de arbeidsmarktservice) binnen welks ressort de laatste woon- of verblijfplaats van de werknemer gelegen is of binnen welks ressort hij laatstelijk heeft gewerkt. |

7.Voor de toepassing van: | |

a)Artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening met betrekking tot de artikelen 36 en 63 van de verordening: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen), Wien. |

b)Artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening met betrekking tot artikel 70 van de verordening: | Landesgeschäftsstelle Wien des Arbeitsmarktservice ( Regionaal bureau van Wenen van de arbeidsmarktservice), Wien. |

8.Voor de toepassing van artikel 110 van de toepassingsverordening: | het bevoegde orgaan, ofindien er geen Oostenrijks bevoegd orgaan is, het orgaan van de woonplaats. |

9.Voor de toepassing van artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | Hauptverband der österreichischen Sozialversicherungsträger ( Federatie van Oostenrijkse sociale-verzekeringsinstellingen), Wien, met dien verstande dat de terugbetaling van de uitgaven voor verstrekkingen geschiedt uit de door genoemde federatie ontvangen premies voor de ziekteverzekering van pensioengerechtigden. |

L. PORTUGAL

I.CONTINENT

1.Voor de toepassing van artikel 17 van e verordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

2.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, en artikel 11 bis van de toepassingsverordening: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) waarbij de gedetacheerde werknemer is aangesloten. |

3.Voor de toepassing van artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid) van de woonplaats van de werknemer of waarbij hij is aangesloten. |

4.Voor de toepassing van artikel 13, leden 2 en 3, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

5.Voor de toepassing van artikel 14, leden 1 en 2, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais de Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

6.Voor de toepassing van artikel 14, lid 3, van de toepassingsverordening: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid), Lisboa. |

7.Voor de toepassing van artikel 28, lid 1, artikel 29, leden 2 en 5, artikel 30, leden 1 en 3, en artikel 31, lid 1, tweede zin, van de toepassingsverordening (voor wat betreft het uitreiken van de verklaringen): | Centro Regional de Pensões ( Nationaal Centrum voor pensioenen), Lisboa. |

8.Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 82, lid 2, en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening | Administratieve autoriteit van de woonplaats van de gezinsleden. |

9.Voor de toepassing van artikel 17, leden 6 en 7, artikel 18, leden 3, 4 en 6, artikel 20, artikel 21, lid 1, artikel 22, artikel 31, lid 1, eerste zin, en artikel 34, leden 1 en 2, eerste alinea, van de toepassingsverordening (bij wijze van orgaan van de woonplaats of orgaan van de verblijfplaats, naar gelang van het geval): | Administração Regional de Saúde ( Regionale Gezondheidsadministratie) van de woon- of verblijfplaats van de belanghebbende. |

10.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81 en artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Centro Regional de Segurança Social( Regionaal Centrum voor de sociale zekerheid), waar de belanghebbende tevoren laatstelijk aangesloten is geweest. |

11.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

II.AUTONOOM GEBIED MADEIRA

1.Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening: | Secretário Regional dos Assuntos Sociais ( Regionaal Secretaris voor sociale zaken), Funchal. |

2.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, en artikel 11 bis van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

3.Voor de toepassing van artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

4.Voor de toepassing van artikel 13, leden 2 en 3, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

5.Voor de toepassing van artikel 14, leden 1 en 2, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

6.Voor de toepassing van artikel 14, lid 3, van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

7.Voor de toepassing van artikel 28, lid 1, artikel 29, leden 2 en 5, artikel 30, leden 1 en 3, en artikel 31, lid 1, tweede zin, van de toepassingsverordening (voor wat betreft het uitreiken van de verklaringen): | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

8.Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 82, lid 2, en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening: | Administratieve autoriteit van de woonplaats van de gezinsleden. |

9.Voor de toepassing van artikel 17, leden 6 en 7, artikel 18, leden 3, 4 en 6, artikel 20, artikel 21, lid 1, artikel 22, artikel 31, lid 1, eerste zin, en artikel 34, leden 1 en 2, eerste alinea, van de toepassingsverordening (bij wijze van orgaan van de woonplaats of orgaan van de verblijfplaats, naar gelang van het geval): | Direcção Regional de Saúde Pública ( Regionale Directie voor volksgezondheid), Funchal. |

10.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81 en artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Funchal. |

11.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

III.AUTONOOM GEBIED DER AZOREN

1.Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

2.Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, en artikel 11 bis van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

3.Voor de toepassing van artikel 12 bis van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

4.Voor de toepassing van artikel 13, leden 2 en 3 van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

5.Voor de toepassing van artikel 14, leden 1 en 2 van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais e Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

6.Voor de toepassing van artikel 14, lid 3, van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

7.Voor de toepassing van artikel 28, lid 1, artikel 29, leden 2 en 5, artikel 30, leden 1 en 3, en artikel 31, lid 1, tweede zin, van de toepassingsverordening (voor wat betreft het uitreiken van de verklaringen): | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

8.Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 82, lid 2, en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening: | Administratieve autoriteit van de woonplaats van de gezinsleden. |

9.Voor de toepassing van artikel 17, leden 6 en 7, artikel 18, leden 3, 4 en 6, artikel 20, artikel 21, lid 1, artikel 22, artikel 31, lid 1, eerste zin, en artikel 34, leden 1 en 2, eerste alinea, van de toepassingsverordningen (bij wijze van orgaan van de woonplaats of orgaan van de verblijfplaats, naar gelang van het geval): | Direcção Regional de Saúde Pública ( Regionale Gezondheitsdirectie), Angra do Heroísmo. |

10.Voor de toepassing van artikel 80, lid 2, artikel 81 en artikel 85, lid 2, van de toepassingsverordening: | Direcção Regional de Segurança Social ( Regionale Directie voor sociale zekerheid), Angra do Heroísmo. |

11.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2, van de toepassingsverordening: | Departamento de Relações Internacionais de Convenções de Segurança Social ( Departement voor internationale betrekkingen en overeenkomsten inzake sociale zekerheid), Lisboa. |

M. FINLAND

1.Voor de toepassing van artikel 14, lid 1, onder b), 14 bis, lid 1, onder b), van de verordening en van artikel 11, lid 1, artikel 11 bis, lid 1, artikel 12 bis, artikelen 13, leden 2 en 3 en 14, leden 1 en 2 van de toepassingsverordening: | EläketurvakeskusPensionsskyddscentralen ( Centraal Pensioenvoorzieningsinstituut), Helsinki. |

2.Voor de toepassing van artikel 10 ter van de toepassingsverordening: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

3.Voor de toepassing van artikelen 36 en 90 van de toepassingsverordening: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. Työeläkelaitokset (werknemerspenioenfondsen) en Eläketurvakeskus (Centraal Pensioenvoorzieningsinstiuut), Helsinki. |

4.Voor de toepassing van artikel 37, onder b), artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 82, lid 2, artikel 85, lid 2 en artikel 86, lid 2, van de toepassingsverordening: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

5.Voor de toepassing van de artikelen 41 tot en met 59 van de toepassingsverordening: | KansaneläkelaitosFolkspensionsanstalten (Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. Eläketurvakeskus(Pensionsskyddscentralen(Centraal Pensioenvoorzieningsinstituut), Helsinki. |

6.Voor de toepassing van de artikelen 60 tot en met 67, 71, 75, 76 en 78 van de toepassingsverordening: | |

De instelling van de woon- of verblijfplaats de verzekeringsinstelling aangewezen door: | Tapturmavakuutuslaitosten LiittoOlyksfallsförsäkringsanstalternas Förbund ( Federatie van ongevallenverzekeraars), Helsinki. |

7.Voor de toepassing van de artikelen 80 en 81 van de toepassingsverordening: | Het bevoegde werkloosheidsfonds in het geval van werknemerswerkloosheidsuitkeringen. KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-Verzekeringsinstelling), Helsinki, in geval van basiswerkloosheidsuitkeringen. |

8.Voor de toepassing van de artikelen 102 en 113 van de toepassingsverordening: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten (Sociale-Verzekeringsinstelling), Helsinki. Tapaturmavakuutuslaitosten LiittoOlycksfallsförsäkringsanstalternas Förbund (Federatie van ongevallenverzekeraars), Helsinki, ingeval van een ongevallenverzekering. |

9.Voor de toepassing van artikel 110 van de toepassingsverordening: | |

a)Werknemerspensioenen: | EläketurvakeskusPensionsskyddscentralen ( Centraal Pensioenvoorzieningsinstituut), Helsinki, in het geval van werknemerspensioenen. |

b)Arbeidsongevallen, beroepsziekten: | Tapaturmavakuutuslaitosten LiittoOlycksfallsförsäkringsanstalternas Förbund ( Federatie van ongevallenverzekeraars), Helsinki, in het geval van een ongevallenverzekering. |

c)Overige gevallen: | KansaneläkelaitosFolkpensionsanstalten ( Sociale-verzekeringsinstelling), Helsinki. |

N. ZWEDEN

1.Voor de toepassing van artikel 14, punt 1, artikel 14 bis, punt 1, artikel 14 ter, punt 1 en 2, van de verordening en artikel 11, lid 1, onder a), en artikel 11 bis, lid 1, van de toepassingsverordening: | Het sociale verzekeringskantoor waarbij de belanghebbende verzekerd is. |

2.Voor de toepassing van artikel 14, punt 1, onder b), en 14 bis, punt 1, onder b), in gevallen waarin iemand naar Zweden wordt gedetacheerd: | Het sociale-verzekeringskantoor in de plaats waar de werkzaamheden worden verricht. |

3.Voor de toepassing van artikel 14 ter, punt 1 en 2, en gevallen wanneer iemand voor langer dan 12 maanden naar Zweden wordt gedetacheerd: | Göteborgs allmänna försäkrinskassa, Sjöfartskontoret ( Sociale-verzekeringskantoor van Gotenburg, afdeling Zeelieden). |

4.Voor de toepassing van artikel 14, punt 2 en 3, en artikel 14 bis, punt 2 en 3, van de verordening: | Het sociale-verzekeringskantoor van de woonplaats. |

5.Voor de toepassing van artikel 14 bis, punt 4, van de verordening en artikel 11, lid 1, onder b), artikel 11 bis, lid 1, onder b), en artikel 12 bis, punt 5, 6 en 6 a), van de toepassingsverordening: | Het sociale-verzekeringskantoor in de plaats waar de werkzaamheden worden verricht. |

6.Voor de toepassing van artikel 17 van de verordening: | a)Het sociale-verzekeringskantoor in de plaats waar de werkzaamheden worden of zullen worden verricht, enb)Riksförsäkringsverket (Nationale Sociale-verzekeringsraad) voor categorieën werknemers of zelfstandigen. |

7.Voor de toepassing van artikel 102, lid 2: | a)Riksförsäkringsverket (Nationale Sociale-verzekeringsraad).b)Arbetsmarknadsstyrelsen (Nationale Raad voor de Arbeidsmarkt), voor werkloosheidsuitkeringen. |

O. VERENIGD KONINKRIJK

1.Voor de toepassing van artikel 14 quater, artikel 14 quinquies, lid 3, en artikel 17 van de verordening, alsmede van artikel 6, lid 1, artikel 11, lid 1, artikel 11 bis, lid 1, artikel 12 bis, artikel 13, leden 2 en 3, artikel 14, leden 1, 2 en 3, artikel 80, lid 2, artikel 81, artikel 82, lid 2, en artikel 109 van de toepassingsverordening: | |

Groot-Brittannië: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid), Contributions Agency (Bureau Bijdragen), Overseas Branch (Dienst Internationale Zaken), Newcastle-upon-Tyne NE98 IYX |

Noord-Ierland: | Department of Health and Social Services (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten), Northern Ireland Social Security Agency (Bureau voor sociale zekerheid van Noord-Ierland), Overseas Branch(Dienst Internationale Zaken), Belfast BTI IDX. |

2.Voor de toepassing van de artikelen 36 en 63 van de verordening en van artikel 8, artikel 38, lid 1, artikel 70, lid 1, artikel 91, lid 2, artikel 102, lid 2, artikel 110 en artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening: | |

Groot-Brittannië: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid), Benefits Agency (Bureau Uitkeringen), Overseas Branch(Dienst Internationale Zaken), Newcastle-upon-Tyne NE98 IYX |

Noord-Ierland (met uitzondering van de artikelen 36 en 63 van de verordening en van artikel 102, lid 2, en artikel 113, lid 2, van de toepassingsverordening, waarvoor zij verwezen naar de rubriek Groot-Brittannië): | Department of Health and Social Services (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten), Northern Ireland Social Security Agency (Bureau voor sociale zekerheid van Noord-Ierland), Overseas Branch(Dienst Internationale Zaken), Belfast BTI IDX. |

3.Voor de toepassing van de artikel 85, lid 2, artikel 86, lid 2, en artikel 89, lid 1, van de toepassingsverordening: | |

Groot-Brittannië: | Department of Social Security (Ministerie van Sociale Zekerheid), Benefits Agency (Burau Uitkeringen), Child Benefit Centre (Bureau voor kinderbijslag), Newcastle-upon-Tyne NE88 IAA. |

Noord-Ierland: | Department of Health and Social Services (Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Diensten), Northern Ireland Social Security Agency (Bureau voor sociale zekerheid van Noord-Ierland), Child Benefit Office (Bureau voor kinderbijslag), Belfast BTI ISA. |

--------------------------------------------------

  翻译: