Richtlijn 79/115/EEG van de Raad van 21 december 1978 inzake het loodsen van schepen door Noordzee-loodsen op de Noordzee en in het Kanaal
Publicatieblad Nr. L 033 van 08/02/1979 blz. 0032 - 0032
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 2 blz. 0105
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0095
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 2 blz. 0105
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0163
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0163
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 21 december 1978 inzake het loodsen van schepen door Noordzee-loodsen op de Noordzee en in het Kanaal ( 79/115/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 84 , lid 2 , Overwegende dat in het belang van de veiligheid op zee en ter voorkoming van verontreiniging van de zee gewaarborgd dient te worden , dat schepen welke een beroep wensen te doen op de diensten van een loods voor de beloodsing op de Noordzee en in het Kanaal , kunnen beschikken over in voldoende mate bekwalificeerde zeeloodsen , en dat het inzetten van deze loodsen aan boord van schepen die de vlag van een Lid-Staat voeren , dient te worden bevorderd , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 1 . De Lid-Staten die een kuststaat van de Noordzee of het Kanaal zijn , treffen alle noodzakelijke en passende maatregelen om te waarborgen dat schepen die voor het loodsen op de Noordzee en in het Kanaal een beroep doen op de diensten van een Noordzee-loods , kunnen beschikken over in voldoende mate gekwalificeerde Noordzee-loodsen , die houder zijn van een door een bevoegde autoriteit van een dezer Lid-Staten afgegeven certificaat waaruit hun bekwaamheid blijkt om schepen op de Noordzee en in het Kanaal te loodsen . 2 . Elke Lid-Staat treft alle noodzakelijke en passende maatregelen om schepen die onder zijn nationale vlag varen en die op de Noordzee en in het Kanaal willen worden geloodst , aan te sporen alleen een beroep te doen op Noordzee-loodsen die houder zijn van een certificaat in de zin van lid 1 , of van een gelijkwaardig certificaat dat is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een andere kuststaat van de Noordzee . Artikel 2 Na raadpleging van de Commissie doen de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1980 aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis . Artikel 3 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 21 december 1978 . Voor de Raad De Voorzitter Otto Graf LAMBSDORFF