Richtlijn 79/532/EEG van de Raad van 17 mei 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid- Staten betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen
Publicatieblad Nr. L 145 van 13/06/1979 blz. 0016 - 0019
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 10 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 8 blz. 0140
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 10 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 10 blz. 0101
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 10 blz. 0101
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 17 mei 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings - en lichtsignaalinrichtingen van landbouw - en bosbouwtrekkers op wielen ( 79/532/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 , Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) , Overwegende dat de technische voorschriften waaraan trekkers krachtens de nationale wetgevingen moeten voldoen onder andere betrekking hebben op de verlichtings - en lichtsignaalinrichtingen ; Overwegende dat deze voorschriften van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen ; dat het derhalve noodzakelijk is dat alle Lid-Staten dezelfde voorschriften vaststellen , hetzij ter aanvulling , hetzij in de plaats van hun huidige regelingen , met name ten einde voor ieder type trekker de invoering mogelijk te maken van de EEG-goedkeuringsprocedure van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van landbouw - of bosbouwtrekkers op wielen ( 5 ) ; Overwegende dat de Raad bij Richtlijn 78/933/EEG ( 5 ) de gemeenschappelijke voorschriften betreffende de installatie van verlichtings - en lichtsignaalinrichtingen van landbouw - of bosbouwtrekkers op wielen heeft vastgesteld ; Overwegende dat die verlichtings - en lichtsignaalinrichtingen dezelfde kenmerken vertonen als die van motorvoertuigen en dat derhalve de inrichtingen waarvoor een EEG-goedkeuringsmerk is verleend overeenkomstig de reeds ter zake vastgestelde richtlijnen in het kader van de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan , tevens voor trekkers kunnen worden gebruikt , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 1 . Onder trekker ( landbouw - of bosbouwtrekker ) wordt verstaan ieder motorvoertuig op wielen of rupsbanden met ten minste twee assen , voornamelijk bestemd voor tractiedoeleinden en in het bijzonder ontworpen voor het trekken , duwen , dragen of in beweging brengen van bepaalde werktuigen , machines of aanhangwagens die voor gebruik in de land - of bosbouw zijn bestemd . De trekker kan zijn ingericht voor het vervoer van een lading en van meerijders . 2 . Deze richtlijn geldt slechts voor de in lid 1 omschreven trekkers , gemonteerd op luchtbanden , met twee assen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid die ligt tussen 6 en 25 km/h . Artikel 2 De Lid-Staten mogen de EEG-goedkeuring of de nationale goedkeuring van een trekker niet weigeren om redenen die verband houden met : - de koplichten voor groot licht en/of dimlicht , alsmede de elektrische gloeilampen voor deze koplichten , - de markeringslichten , - de breedtelichten , - de achterlichten , - de stoplichten , - de richtingaanwijzers , - de retroflectoren , - de achterkentekenplaatverlichting , - de mistlichten voor , alsmede de lampen daarvan , - de mistlichten achter , - de achteruitrijlichten , - de parkeerlichten , indien deze het in de bijlage bedoelde EEG-goedkeuringsmerk dragen en overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 78/933/EEG zijn aangebracht . Artikel 3 De Lid-Staten mogen de inschrijving niet weigeren of de verkoop , het in het verkeer brengen of het gebruik van een trekker niet verbieden om redenen die verband houden met : - de koplichten voor groot licht en/of dimlicht , alsmede de elektrische gloeilampen voor deze koplichten , - de markeringslichten , - de breedtelichten , - de achterlichten , - de stoplichten , - de richtingaanwijzers , - de retroflectoren , - de achterkentekenplaatverlichting , - de mistlichten voor , alsmede de lampen daarvan , - de mistlichten achter , - de achteruitrijlichten , - de parkeerlichten , indien deze het in de bijlage bedoelde EEG-goedkeuringsmerk dragen en overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 78/933/EEG zijn aangebracht . Artikel 4 De wijziginger die noodzakelijk zijn om de voorschriften van de bijlage aan te passen aan de technische vooruitgang , worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 13 van Richtlijn 74/150/EEG . Artikel 5 1 . De Lid-Staten doen de nodige bepalingen in werking treden om binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis . 2 . De Lid-Staten zien erop toe dat de tekst van alle belangrijke nationale wettelijke bepalingen die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen , ter kennis van de Commissie wordt gebracht . Artikel 6 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 17 mei 1979 . Voor de Raad De Voorzitter A . GIRAUD ( 1 ) PB nr . C 200 van 22 . 8 . 1978 , blz . 8 . ( 2 ) PB nr . C 39 van 12 . 2 . 1979 , blz . 74 . ( 3 ) PB nr . C 128 van 21 . 5 . 1979 , blz . 16 . ( 4 ) PB nr . L 84 van 28 . 3 . 1974 , blz . 10 . ( 5 ) PB nr . L 325 van 20 . 11 . 1978 , blz . 16 . BIJLAGE 1 . Koplichten voor groot licht en/of dimlicht , alsmede elektrische gloeilampen voor deze koplichten : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/761/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende koplichten van motorvoertuigen voor groot licht en/of dimlicht , alsmede betreffende elektrische gloeilampen voor deze koplichten ( 1 ) . Het bepaalde in Richtlijn 76/761/EEG geldt ook voor de goedkeuring van speciale koplichten voor landbouw - en bosbouwtrekkers die bestemd zijn voor het verkrijgen van zowel een ongedimde als een gedimde lichtbundel en die een diameter ( D ) hebben van minder dan 160 mm , met de volgende wijzigingen : a ) de in punt 6.3 van bijlage I vastgestelde minima voor de verlichtingssterkte worden verlaagd volgens de verhouding ( ( D - 45 ) / ( 160 - 45 ) )2 maar mogen niet minder bedragen dan de volgende absolute minima : - 3 lux , in punt 75 R , of in punt 75 L ; - 5 lux , in punt 50 R , of in punt 50 L ; - 1,5 lux , in zone IV . Noot : Is het zichtbare vlak van het koplicht niet rond , dan is de diameter gelijk aan de diameter van de cirkel die een zelfde oppervlakte beslaat als het nuttige zichtbare vlak van het koplicht ; b ) in plaats van het symbool CR van punt 4.3.5 van bijlage VI wordt op het koplicht het symbool M aangebracht in een driehoek met een naar beneden gerichte hoek ; c ) in het goedkeuringsformulier ( bijlage II ) luidt rubriek 1 : " Koplicht voor landbouw - of bosbouwtrekkers op wielen " . 2 . Markeringslichten , breedtelichten , achterlichten en stoplichten : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/758/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende markeringslichten , breedtelichten , achterlichten en stoplichten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 2 ) . 3 . Richtingaanwijzers : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/759/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende richtingaanwijzers van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 3 ) . 4 . Retroflectoren : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/757/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende retroflectoren voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 4 ) . 5 . Achterkentekenplaatverlichting : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/760/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de achterkentekenplaatverlichting van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 5 ) . 6 . Mistlichten voor alsmede lampen daarvan : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 76/762/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de mistlichten voor alsmede lampen daarvan , voor motorvoertuigen ( 6 ) . 7 . Mistlichten achter : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 77/538/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende de mistlichten achter van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 7 ) . 8 . Achteruitrijlichten : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 77/539/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende acheruitrijlichten van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ( 8 ) . 9 . Parkeerlichten : EEG-goedkeuringsmerk bedoeld in Richtlijn 77/540/EEG van de Raad van 28 juni 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende parkeerlichten van motorvoertuigen ( 9 ) . ( 1 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 96 . ( 2 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 54 . ( 3 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 71 . ( 4 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 32 . ( 5 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 85 . ( 6 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 122 . ( 7 ) PB nr . L 220 van 29 . 8 . 1977 , blz . 60 . ( 8 ) PB nr . L 220 van 29 . 8 . 1977 , blz . 72 . ( 9 ) PB nr . L 220 van 29 . 8 . 1977 , blz . 83 .