31981D1012

81/1012/EEG: Besluit van de Commissie van 17 december 1981 tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde draagbare zwart-wit televisietoestellen van oorsprong uit de Republiek Korea

Publicatieblad Nr. L 364 van 19/12/1981 blz. 0049


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 december 1981

tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde draagbare zwart-wit televisietoestellen van oorsprong uit de Republiek Korea

( 81/1012/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiering uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap ( 1 ) , inzonderheid op artikel 9 ,

Na kennis te hebben genomen van het advies van het bij die verordening ingestelde Raadgevend Comité ,

Overwegende dat de Commissie in september 1980 een klacht heeft ontvangen , ingediend door de European Association of Consumer Electronics Manufacturers ( EACEM ) , namens de Nederlandse , Franse en Italiaanse producenten van draagbare zwart-wit televisietoestellen wier totale produktie het grootste deel uitmaakt van de totale produktie in de Gemeenschap van het betrokken artikel ; dat deze klacht later werd ondersteund door de Duitse fabrikanten van deze goederen ; dat deze klacht enerzijds bewijsmateriaal bevatte inzake de toepassing van dumping bij de invoer van draagbare zwart-wit televisietoestellen als bedoeld in NIMEXE-code 85.15-27 , van oorsprong uit Korea , en anderzijds van daaruit voortvloeiende belangrijke schade ;

Overwegende dat , aangezien dit bewijsmateriaal voldoende was om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen , de Commissie door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen ( 2 ) de inleiding van een procedure inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde draagbare zwart-wit televisietoestellen van oorsprong uit Korea heeft aangekondigd en op het niveau van de Gemeenschap een aanvang met dit onderzoek heeft gemaakt ;

Overwegende dat wat het vraagstuk van dumping en daaruit voortvloeiende schade betreft de Commissie pogingen in het werk heeft gesteld om alle inlichtingen die zij nodig achtte te verzamelen en te onderzoeken en met het oog hierop vragenlijsten heeft doen toekomen aan de Koreaanse ondernemingen die betrokken zijn bij de vervaardiging en uitvoer van het betrokken produkt en aan de betrokken importeurs voor zover bekend ;

Overwegende dat in februari/maart 1981 de Commissie eveneens vragenlijsten heeft gezonden aan de 29 Nederlandse , Duitse , Italiaanse en Franse ondernemingen namens welke de klacht was ingediend , ten einde elke onderneming in staat te stellen de schade die haar werd toegebracht door de invoer van draagbare zwart-wit televisietoestellen uit Korea aan te tonen ; dat de ondernemingen werd verzocht hierop vóór eind maart 1981 te antwoorden ;

Overwegende dat na afloop van de gestelde termijn van zeven ondernemingen een antwoord was binnengekomen , waarvan slechts één de in de vragenlijst verzochte inlichtingen bevatte terwijl in de andere zes antwoorden werd verklaard dat de betrokken ondernemingen niet van mening waren dat zij door de invoer van de betrokken produkten uit Korea waren benadeeld ;

Overwegende dat , ondanks nadere verzoeken van de Commissie aan de EACEM om meer volledige reacties van haar leden , tot eind september 1981 slechts zes verdere antwoorden werden ontvangen , dat wil zeggen , zes à zeven maanden nadat de vragenlijsten werden verzonden ; dat van deze zes antwoorden vier de in de vragenlijst verzochte inlichtingen bevatten en in de andere twee werd verklaard dat de betrokken ondernemingen niet van mening waren dat zij door de invoer van de produkten in kwestie uit Korea waren benadeeld ; dat de andere zestien producenten niet antwoorden ; dat de Commissie de vijf ontvangen antwoorden aan een gedetailleerd onderzoek heeft onderworpen ;

Overwegende dat in het antwoord van de belangrijkste onderneming uit de Gemeenschap , met verbindingen in Frankrijk , Italië en het Verenigd Koninkrijk , werd aangevoerd dat haar verkopen in de Gemeenschap van 137 000 toestellen in 1977 waren gestegen tot 241 000 toestellen in 1978 , 258 000 toestellen in 1979 en 282 000 toestellen in 1980 en dat haar produktie op overeenkomstige wijze was toegenomen ;

Overwegende dat de enige andere Franse producent waarvan een antwoord werd ontvangen verklaarde dat zijn verkopen alleen op de Franse markt plaatsvonden ; dat de invoer uit Korea in Frankrijk in 1977 nihil was , in 1978 zeven toestellen , in 1979 nihil en in 1980 515 toestellen ; dat invoer in dergelijke kleine hoeveelheden geen aanzienlijke schade kon veroorzaken ;

Overwegende dat de twee andere Italiaanse producenten waarvan een antwoord werd ontvangen verklaarden dat hun verkopen alléén op de Italiaanse markt plaatsvonden ; dat de invoer uit Korea in Italië van 212 toestellen in 1977 steeg tot 26 420 toestellen in 1980 ; dat echter in dezelfde periode de invoer uit Taiwan toenam van 751 toestellen tot 204 206 toestellen ; dat onder deze omstandigheden niet bewezen is dat eventuele door Italiaanse producenten geleden schade werd veroorzaakt door invoer uit Korea ;

Overwegende dat de enige Duitse producent waarvan een antwoord binnenkwam verklaarde dat zijn verkopen plaatsvonden in Duitsland en de Benelux-landen ; dat de invoer uit Korea op die markten toenam van 254 305 toestellen in 1977 tot 535 704 toestellen in 1980 ; dat hoewel de invoer op deze markten uit Taiwan toenam van 289 158 toestellen in 1977 tot 956 650 toestellen in 1980 , toch enig bewijs aanwezig was dat de Duitse producent schade heeft geleden door invoer uit Korea ; dat de Commissie derhalve heeft getracht de door de producent verstrekte inlichtingen te verifiëren ; dat echter , ondanks herhaalde verzoeken van de Commissie , deze producent constant in gebreke is gebleven zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering door de Commissie van een onderzoek ter plaatse en dat hij daardoor het onderzoek aanzienlijk heeft vertraagd ; dat de Commissie uit deze houding heeft opgemaakt dat de eventuele schade die door deze onderneming is geleden waarschijnlijk niet van zeer grote omvang is ;

Overwegende dat de Commissie , gezien bovenstaande feiten , de conclusie heeft getrokken dat er geen bewijsmateriaal aanwezig is waaruit blijkt dat door de invoer van draagbare zwart-wit televisietoestellen van oorsprong uit Korea schade werd toegebracht aan een industrie van de Gemeenschap ; dat het onder deze omstandigheden niet dienstig is te bepalen of deze invoer met dumping heeft plaatsgevonden ; dat derhalve de anti-dumpingprocedure inzake de invoer van bepaalde draagbare zwart-wit televisietoestellen uit Korea moet worden beëindigd ,

BESLUIT :

Enig artikel

De anti-dumpingprocedure inzake de invoer van bepaalde draagbare zwart-wit televisietoestellen van oorsprong uit de Volksrepubliek Korea wordt hierbij beëindigd .

Gedaan te Brussel , 17 december 1981 .

Voor de Commissie

Wilhelm HAFERKAMP

Vice-Voorzitter

( 1 ) PB nr. L 339 van 31 . 12 . 1979 , blz. 1 .

( 2 ) PB nr. C 25 van 5 . 2 . 1981 , blz. 3 .

  翻译: