31984R2630

Verordening (EEG) nr. 2630/84 van de Commissie van 17 september 1984 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 1105/68 en (EEG) nr. 2793/77 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen betreffende de toekenning van steun voor ondermelk bestemd voor voederdoeleinden

Publicatieblad Nr. L 249 van 18/09/1984 blz. 0008 - 0009
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 32 blz. 0104
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 32 blz. 0104
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0050
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0050


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2630/84 VAN DE COMMISSIE

van 17 september 1984

tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 1105/68 en (EEG) nr. 2793/77 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen betreffende de toekenning van steun voor ondermelk bestemd voor voederdoeleinden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1557/84 (2), inzonderheid op artikel 10, lid 3,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 986/68 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2128/84 (4), de algemene voorschriften zijn vastgesteld voor de toekenning van steun voor ondermelk en magere-melkpoeder bestemd voor voederdoeleinden;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1105/68 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1526/84 (6), de uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld betreffende de toekenning van steun voor ondermelk bestemd voor vervoedering aan kalveren;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2793/77 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2076/84 (8), bepalingen zijn vastgesteld betreffende de toekenning van een speciale steun voor ondermelk bestemd voor voederdoeleinden, behalve voor jonge kalveren;

Overwegende dat op grond van beide laatstgenoemde verordeningen ook steun kan worden verleend voor in vloeibare vorm gereconstitueerd magere-melkpoeder, met uitzondering van magere-melkpoeder uit openbare opslag; dat deze uitzondering wegens de marktsituatie voor magere-melkpoeder en ondermelk moet worden opgeheven, teneinde de relatieve hoeveelheid gereconstitueerd magere-melkpoeder, waarvoor steun wordt verleend, te verhogen;

Overwegende dat artikel 1 bis, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1105/68 en artikel 1, lid 1, sub b), van Verordening (EEG) nr. 2793/77 met betrekking tot de daarin aan de zuivelfabriek opgelegde verplichting nauwkeuriger dienen te worden geredigeerd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten;

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1 bis van Verordening (EEG) nr. 1105/68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Lid 1 wordt gelezen:

»1. Voor magere-melkpoeder als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 986/68, dat voldoet aan de in artikel 1, leden 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 1725/79 van de Commissie (1) vastgestelde voorwaarden en overeenkomstig het bepaalde in die verordening is gecontroleerd, met uitzondering van karnemelkpoeder, wordt eveneens steun toegekend, wanneer het voor vervoedering in vloeibare vorm aan de veehouders wordt verkocht.

(1) PB nr. L 199 van 7. 8. 1979, blz. 1".

2. In lid 2 wordt »20 %" vervangen door »40 %".

3. In lid 5 wordt het eerste streepje gelezen:

»- mag in de periode waarin de in lid 1 bedoelde behandeling plaatsvindt, en binnen vier weken na afloop daarvan, geen magere-melkpoeder aan een interventiebureau verkopen,"

Artikel 2

In artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2793/77 wordt lid 1 gelezen:

»1. Een speciale steun wordt verleend voor:

- in artikel 2, lid 1, sub a) en b), van Verordening (EEG) nr. 986/68 bedoelde ondermelk, indien deze in voeder voor andere dieren dan jonge kalveren wordt gebruikt;

- in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 986/68 bedoeld magere-melkpoeder dat aan de in artikel 1, leden 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 1725/79 van de Commissie (1) vastgestelde voorwaarden voldoet en overeenkomstig het bepaalde in laatstgenoemde verordening wordt gecontroleerd, met uitzondering van karnemelkpoeder, indien deze voor vervoedering aan andere dieren dan jonge kalveren in vloeibare vorm wordt verkocht, mits:

a) de aldus verkregen hoeveelheden melk niet meer bedragen dan 40 % van de in het eerste streepje bedoelde hoeveelheid ondermelk die in het voorgaande kalenderjaar door de zuivelfabriek aan de veehouders is verkocht, en

b) de zuivelfabriek die van deze mogelijkheid gebruik maakt, in de gehele periode waarin de in dit streepje bedoelde behandeling plaatsvindt, en binnen vier weken na afloop daarvan, geen magere-melkpoeder aan een interventiebureau verkoopt en voor de aanvang van deze behandeling de controle-instantie in kennis stelt van de datum waarop met de behandeling wordt begonnen.

(1) PB nr. L 199 van 7. 8. 1979, blz. 1.".

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 september 1984.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.

(2) PB nr. L 150 van 6. 6. 1984, blz. 6.

(3) PB nr. L 169 van 18. 7. 1968, blz. 4.

(4) PB nr. L 196 van 26. 7. 1984, blz. 6.

(5) PB nr. L 184 van 29. 7. 1968, blz. 24.

(6) PB nr. L 145 van 31. 5. 1984, blz. 70.

(7) PB nr. L 321 van 16. 12. 1977, blz. 30.

(8) PB nr. L 192 van 20. 7. 1984, blz. 8.

  翻译: