Verordening (EEG) nr. 2222/85 van de Commissie van 31 juli 1985 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1985/1986, van de aan de telers te betalen minimumprijs voor tomaten, alsmede van het bedrag van de steun bij de produktie voor op basis van tomaten verwerkte produkten
Publicatieblad Nr. L 205 van 03/08/1985 blz. 0016 - 0018
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 36 blz. 0213
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 36 blz. 0213
***** VERORDENING (EEG) Nr. 2222/85 VAN DE COMMISSIE van 31 juli 1985 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 1985/1986, van de aan de telers te betalen minimumprijs voor tomaten, alsmede van het bedrag van de steun bij de produktie voor op basis van tomaten verwerkte produkten DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op de Akte van Toetreding van Griekenland, Gelet op Verordening (EEG) nr. 516/77 van de Raad van 14 maart 1977 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 746/85 (2), inzonderheid op de artikelen 3 ter en 3 quater, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1320/85 van de Raad van 23 mei 1985 houdende tijdelijke maatregelen inzake de produktiesteun voor op basis van tomaten verwerkte produkten (3), en met name op artikel 2, lid 5, Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1277/84 van de Raad van 8 mei 1984 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de produktiesteunregeling in de sector verwerkte groenten en fruit (4) de wijze van berekening van de produktiesteun bepaalt; Overwegende dat de aan de telers te betalen minimumprijs overeenkomstig artikel 3 ter, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 516/77 voor alle Lid-Staten behalve Griekenland wordt berekend op basis van: a) het niveau van de in het voorafgaande verkoopseizoen geldende minimumprijs; b) de ontwikkeling van de basisprijzen in de sector groenten en fruit; c) het feit dat het verse produkt voor de verschillende bestemmingen een normale afzet moet kunnen vinden; Overwegende dat in artikel 3 quater van voornoemde verordening de criteria zijn vastgesteld aan de hand waarvan de steun bij de produktie moet worden berekend; dat ten aanzien van tomatenconcentraat, conserven van hele tomaten zonder schil en tomatesap, de prijzen van derde landen niet representatief kunnen worden geacht omdat de invoer te gering is; dat bij de berekening van de produktiesteun voor genoemde produkten moet worden uitgegaan van een prijs die is afgeleid van de marktprijs in de Gemeenschap; Overwegende dat bij artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 989/84 van de Raad (5) voor elk verkoopseizoen een garantiedrempel wordt vastgesteld van een hoeveelheid op basis van tomaten verwerkte produkten die overeenkomt met 4 700 000 ton verse tomaten; dat de communautaire produktie, berekend overeenkomstig artikel 2, lid 2, van voornoemde verordening, de garantiedrempel voor het verkoopseizoen 1984/1985 overschrijdt en de produktie van iedere groep op basis van tomaten verwerkte produkten hoger ligt dan de in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van voornoemde verordening aangegeven hoeveelheid; dat overeenkomstig artikel 2, lid 1, van die verordening de produktiesteun voor de betrokken produkten voor het verkoopseizoen 1985/1986 moet worden verminderd; Overwegende dat ten aanzien van Griekenland op grond van artikel 103 van de Akte van Toetreding en totdat de eerste stap is gezet in de richting van de aanpassing van de prijzen, de aan de Griekse telers te betalen minimumprijs wordt vastgesteld op basis van de prijzen die in de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 41/81 van de Raad (6) vastgestelde referentieperiode in Griekenland aan de telers van dat land werden betaald; dat krachtens artikel 59 van de Akte van Toetreding de prijzen aan het peil van de gemeenschappelijke prijzen moeten worden aangepast; Overwegende dat ten aanzien van Griekenland in voornoemd artikel 103 en in Verordening (EEG) nr. 990/84 van de Raad (7) de criteria voor de berekening van de steun bij de produktie zijn vastgesteld; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte produkten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Voor het verkoopseizoen 1985/1986 worden: a) de aan de telers van de in bijlage I genoemde produkten te betalen minimumprijzen als bedoeld in artikel 3 ter van Verordening (EEG) nr. 516/77 en b) de voor de in bijlage II genoemde produkten toe te kennen produktiesteun als bedoeld in artikel 3 quater van die verordening vastgesteld zoals aangegeven in de genoemde bijlagen I en II. Artikel 2 De in bijlage II aangegeven produktiesteun voor op basis van tomaten verwerkte produkten wordt wanneer artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1320/85 wordt toegepast, gewogen met een coëfficiënt die voor elke Lid-Staat wordt vastgesteld overeenkomstig de volgende formule: 100 100 + a waarbij »a" het percentage is waarmee de door de Lid-Staat toegewezen hoeveelheid verse tomaten overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de betrokken verordening is verhoogd. Artikel 3 1. De voor Griekenland vastgestelde steun geldt voor alle door verwerking van in Griekenland geteelde basisprodukten verkregen produkten. 2. Indien de verwerking plaatsvindt buiten de Lid-Staat waar het basisprodukt is geteeld, verstrekt deze Lid-Staat aan de Lid-Staat waar de produktiesteun wordt toegekend, de gegevens waaruit blijkt dat de aan de teler verschuldigde minimumprijs werd betaald. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 31 juli 1985. Voor de Commissie Frans ANDRIESSEN Vice-Voorzitter (1) PB nr. L 73 van 21. 3. 1977, blz. 1. (2) PB nr. L 81 van 23. 3. 1985, blz. 10. (3) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 41. (4) PB nr. L 123 van 9. 5. 1984, blz. 25. (5) PB nr. L 103 van 16. 4. 1984, blz. 19. (6) PB nr. L 3 van 1. 1. 1981, blz. 12. (7) PB nr. L 103 van 16. 4. 1984, blz. 21. BIJLAGE I AAN DE TELERS TE BETALEN MINIMUMPRIJS (Ecu/100 kg netto, af teler) 1.2.3 // // // // Produkt // Griekenland // Overige Lid-Staten // // // // Tomaten voor de bereiding van: // // // a) tomatenconcentraat // 8,61 // 9,72 // b) conserven van hele tomaten zonder schil of hele bevroren tomaten zonder schil: // // // - »San Marzano"-ras // 14,70 // 16,26 // - »Roma" en andere dergelijke rassen // 11,05 // 12,38 // c) conserven van tomaten zonder schil, in delen, en bevroren tomaten zonder schil, in delen // 9,14 // 10,24 // d) tomatenvlokken // 11,05 // 12,38 // e) tomatesap // 8,61 // 9,72 // // // BIJLAGE II PRODUKTIESTEUN (Ecu/100 kg netto) 1.2.3 // // // // Produkt // Griekenland // Overige Lid-Staten // // // // 1. Tomatenconcentraat met een droogstofgehalte van minstens 28 %, doch minder dan 30 % // 23,88 // 27,00 // 2. Conserven van hele tomaten zonder schil: // // // a) »San Marzano"-ras // 8,31 // 12,41 // b) »Roma" en andere dergelijke rassen // 6,32 // 9,08 // 3. Conserven van hele bevroren tomaten zonder schil: // // // a) »San Marzano"-ras // 6,94 // 10,38 // b) »Roma" en andere dergelijke rassen // 5,28 // 7,59 // 4. Conserven van tomaten zonder schil, in delen // 3,32 // 4,79 // 5. Bevroren tomaten zonder schil, in delen // 3,32 // 4,79 // 6. Tomatenvlokken // 77,93 // 88,08 // 7. Tomatesap met een drogestofgehalte van minder dan 7 %: // // // a) met een drogestofgehalte van minstens 5 % // 5,48 // 5,48 // b) met een drogestofgehalte van minstens 3,5 %, doch minder dan 5 % // 3,56 // 3,56 // 8. Tomatesap met een drogestofgehalte van minstens 7 %, doch minder dan 12 %: // // // a) met een drogestofgehalte van minstens 7 %, doch minder dan 8 % // 6,05 // 6,85 // b) met een drogestofgehalte van minstens 8 %, doch minder dan 10 % // 7,26 // 8,22 // c) met een drogestofgehalte van minstens 10 % // 8,88 // 10,04 // // //