31988R1451

Verordening (EEG) nr. 1451/88 van de Commissie van 27 mei 1988 houdende vaststelling van een maximum en instelling van communautair toezicht op de invoer van ijsbergsla van oorsprong uit de ACS-staten of uit de landen en gebieden overzee (1988)

Publicatieblad Nr. L 132 van 28/05/1988 blz. 0026 - 0027


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1451/88 VAN DE COMMISSIE

van 27 mei 1988

houdende vaststelling van een maximum en instelling van communautair toezicht op de invoer van ijsbergsla van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden overzee (1988)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 486/85 van de Raad van 26 februari 1985 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1821/87 (2), inzonderheid op de artikelen 13 bis en 22,

Overwegende dat artikel 13 bis van Verordening (EEG) nr. 486/85 bepaalt dat voor de hierin genoemde produkten, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee, de rechten bij invoer in de Gemeenschap geleidelijk worden verlaagd; dat deze verlaging is beperkt tot maxima, waarboven de ten aanzien van derde landen geldende douanerechten opnieuw kunnen worden ingesteld;

Overwegende dat binnen de grenzen van dit tariefmaximum het invoerrecht geleidelijk wordt verlaagd tot het in het genoemde artikel vastgestelde percentage in dezelfde perioden en in hetzelfde tempo als bepaald in de artikelen 75 en 268 van de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal; dat door Verordening (EEG) nr. 1450/88 van de Commissie van 27 mei 1988 betreffende de rechten bij invoer in de Gemeenschap in haar samenstelling per 31 december 1985 van ijsbergsla uit Spanje en Portugal (3) een gedeeltelijke schorsing van het douanerecht ten aanzien van deze Lid-Staten voor de periode van 1 juli tot 30 september 1988 werd aangenomen; dat het dienstig is, hetzelfde invoerrecht toe te passen op de invoer van deze produkten van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden overzee,

Overwegende dat krachtens de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1820/87 van de Raad van 25 juni 1987 betreffende de toepassing van Besluit nr. 2/87 van de ACS-EEG-Raad van Ministers inzake vervroegde toepassing van het Protocol bij de Derde ACS-EEG-Overeenkomst in verband met de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen (4), in Spanje en Portugal de toepassing van de preferentiële regeling in de sector groenten en fruit, vallende onder Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1113/88 (6), wordt uitgesteld tot respectievelijk 31 december 1989 en 31 december 1990; dat derhalve de bovengenoemde tariefconcessie op het ogenblik niet voor Spanje en Portugal geldt;

Overwegende dat het voor de toepassing van de regeling inzake maxima noodzakelijk is dat de Gemeenschap regelmatig op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten van oorsprong uit deze landen; dat de invoer van deze produkten derhalve aan een toezichtregeling dient te worden onderworpen;

Overwegende dat dit doel kan worden bereikt door middel van een wijze van beheer die is gebaseerd op het afboeken, op het niveau van de Gemeenschap, op bovengenoemd maximum van de invoer van de betrokken produkten naar gelang deze bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven; dat deze wijze van beheer de mogelijkheid dient in te houden het recht van het douanetarief opnieuw in te stellen zodra dit maximum op het niveau van de Gemeenschap is bereikt;

Overwegende dat voor deze wijze van beheer een nauwe en bijzonder vlotte samenwerking is vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name moet kunnen volgen welke hoeveelheden op het maximum zijn afgeboekt en de Lid-Staten hiervan in kennis moet stellen; dat deze samenwerking des te nauwer moet zijn omdat de Commissie de passende maatregelen moet kunnen treffen om de rechten van het douanetarief opnieuw in te stellen wanneer het maximum is bereikt;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De invoer van de produkten van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee wordt in de Gemeenschap in haar samenstelling van 31 december 1985 onderworpen aan een maximum en aan communautair toezicht.

De omschrijving van de in de eerste alinea bedoelde produkten, hun GN-code, het daarvoor geldend douanerecht en hun geldigheidsduur alsmede het niveau van het maximum worden in de bijlage vermeld.

2. De afboekingen op het maximum geschieden naar gelang de produkten bij de douane worden aangegeven onder dekking van een aangifte voor het vrije verkeer, vergezeld van een certificaat inzake goederenverkeer.

Een produkt kan slechts op het maximum worden afgeboekt indien het certificaat inzake goederenverkeer wordt overgelegd vóór de datum waarop de heffing van de douanerechten opnieuw wordt ingesteld.

De mate waarin van het maximum gebruik is gemaakt, wordt op het niveau van de Gemeenschap vastgesteld aan de hand van de invoer welke onder de in de voorgaande alinea's bepaalde voorwaarden is afgeboekt.

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de op bovengenoemde wijze verrichte invoer, met de frequentie en binnen de termijnen die zijn vermeld in lid 4.

3. Zodra het maximum is bereikt, kan de Commissie bij verordening opnieuw de heffing van het voor derde landen geldend douanerecht instellen tot het einde van de geldigheidsduur.

4. De Lid-Staten stellen de Commissie uiterlijk de vijftiende dag van elke maand in kennis van de overzichten van de afboekingen die in de loop van de voorafgaande maand hebben plaatsgevonden. Op verzoek van de Commissie stellen zij de Commissie om de tien dagen in kennis van de overzichten van de afboekingen, waarbij deze overzichten binnen vijf volle dagen na afloop van iedere periode van tien dagen moeten worden toegezonden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1988.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 27 mei 1988.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 61 van 1. 3. 1985, blz. 4.

(2) PB nr. L 172 van 30. 6. 1987, blz. 102.

(3) Zie bladzijde 25 van dit Publikatieblad.

(4) PB nr. L 172 van 30. 6. 1987, blz. 1.

(5) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

(6) PB nr. L 110 van 29. 4. 1988, blz. 33.

BIJLAGE

1.2.3.4.5 // // // // // // Volgnummer // GN-code // Omschrijving // Geldend douanetarief // Hoogte van het maximum (in ton) // // // // // // 12.0050 // ex 0705 11 10 // Kropsla: // // // // // - IJsbergsla (Lactuca sativa L.), var. capitata, type crisp head, van 1 juli tot en met 30 september // 9,4 % minimaal 1,7 Ecu/100 kg netto // 1 000 // // // // //

  翻译: