31993D0024

93/24/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 december 1992 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die bestemd zijn voor ziektevrije Lid-Staten of regio's

Publicatieblad Nr. L 016 van 25/01/1993 blz. 0018 - 0021
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 48 blz. 0034
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 48 blz. 0034


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 11 december 1992 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die bestemd zijn voor ziektevrije Lid-Staten of regio's

(93/24/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/65/EEG (2), en met name op artikel 10,

Overwegende dat sommige Lid-Staten van oordeel zijn dat hun grondgebied of een deel van hun grondgebied vrij is van de ziekte van Aujeszky; dat zij aan de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 64/432/EEG daarvoor de nodige bewijsstukken hebben overgelegd;

Overwegende dat in de betrokken Lid-Staten of regio's een programma voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky is uitgevoerd;

Overwegende dat die Lid-Staten hetzij vaccinatie, hetzij "stamping-out" hebben toegepast om de ziekte van Aujeszky uit te roeien;

Overwegende dat wordt aangenomen dat men er met het programma in geslaagd is de betrokken ziekte in die Lid-Staten of regio's van Lid-Staten uit te roeien;

Overwegende dat de autoriteiten van de betrokken Lid-Staten voor het vervoer van fok- of gebruiksvarkens in hun land voorschriften toepassen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de in deze beschikking vastgestelde;

Overwegende dat aanvullende garanties niet mogen worden geëist van Lid-Staten of regio's van Lid-Staten die zelf als vrij van de ziekte van Aujeszky worden beschouwd;

Overwegende dat het Wetenschappelijk Veterinair Comité advies heeft uitgebracht;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Ten aanzien van fokvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage I vermelde Lid-Staten of regio's, waar niet tegen de ziekte van Aujeszky mag worden gevaccineerd, en die komen uit andere Lid-Staten of regio's, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

1. voor de ziekte van Aujeszky geldt in het land van oorsprong een aangifteplicht.

2. in de afgelopen twaalf maanden zijn in het beslag van oorsprong geen klinische, pathologische of serologische indicaties waargenomen die in verband kunnen worden gebracht met de ziekte van Aujeszky.

3. indien in het beslag van oorsprong tegen de ziekte van Aujeszky is gevaccineerd, is in de laatste twaalf maanden alleen een g1-deleted vaccin gebruikt.

4. de dieren zijn vóór het vervoer dertig dagen lang in een door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde inrichting op zodanige wijze geïsoleerd dat direct of indirect contact met andere varkens uitgesloten was.

5. de varkens zijn niet gevaccineerd.

6. de varkens hebben met negatief resultaat een Elisa-test op de aanwezigheid van g1-antistoffen ondergaan die voldoet aan de normen die in bijlage II zijn vastgelegd en waarvoor sera zijn gebruikt die ten minste 21 dagen na binnenkomst in de isolatie-inrichting zijn genomen. Alle geïsoleerde dieren hebben eveneens negatief op deze test gereageerd. Wanneer het varkens van meer dan vier maanden betreft, is de compleet-virus-Elisa toegepast.

7. de varkens zijn sinds hun geboorte in het beslag van oorsprong gebleven of maken sinds ten minste drie maanden deel uit van het laatste beslag waartoe zij hebben behoord, en hebben daarvóór, sinds hun geboorte, deel uitgemaakt van beslagen met een gelijkwaardige gezondheidsstatus.

Artikel 2

Ten aanzien van gebruiksvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage I vermelde Lid-Staten of regio's waar niet tegen de ziekte van Aujeszky mag worden gevaccineerd, en die komen uit andere Lid-Staten of regio's, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

1. voor de ziekte van Aujeszky geldt in het land van oorsprong een aangifteplicht.

2. in de afgelopen twaalf maanden zijn in het beslag van oorsprong geen klinische, pathologische of serologische indicaties waargenomen die in verband kunnen worden gebracht met de ziekte van Aujeszky.

3. de varkens zijn niet gevaccineerd.

4. i) indien voor het beslag van oorsprong een officieel controleprogramma geldt, in het kader waarvan jaarlijks ten minste 15 % van de fokvarkens worden getest (doch ten minste 25 varkens), behoeft voor het vervoer geen test plaats te vinden. De tests moeten in ten minste drie ongeveer gelijke delen worden uitgevoerd, telkens met een tussenruimte van ten minste twee maanden; aan dergelijke beslagen mogen alleen dieren uit beslagen met een gelijkwaardige of betere gezondheidsstatus worden toegevoegd, en in een straal van 2 km rond het beslag van oorsprong mag in de voorbije zestig dagen geen enkel geval van klinische besmetting met de ziekte van Aujeszky zijn geconstateerd.

ii) indien voor het beslag van oorsprong geen dergelijk controleprogramma geldt, moeten de varkens vóór het vervoer worden afgezonderd en moet op de in bijlage III aangegeven aantallen ten vroegste tien dagen vóór het vervoer een test worden uitgevoerd die aan de in bijlage II vastgestelde normen voldoet. Alle geteste dieren moeten negatief reageren.

5. de varkens zijn sinds hun geboorte in het beslag van oorsprong gebleven of maken sinds ten minste drie maanden deel uit van het laatste beslag waartoe zij hebben behoord, en hebben daarvóór, sind hun geboorte, deel uitgemaakt van beslagen met een gelijkwaardige gezondheidsstatus.

Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde varkens moeten rechtstreeks naar het bedrijf van bestemming worden vervoerd en moeten daar blijven tot ze geslacht worden, tenzij de bevoegde instantie van de Lid-Staat van bestemming anders beslist. De bevoegde instantie van de Lid-Staat van bestemming kan verlangen dat alle dieren op dergelijke bedrijven uitsluitend direct naar een slachthuis mogen worden vervoerd.

Artikel 4

1. Voor de in bijlage I opgenomen Lid-Staten of regio's bestemde slachtvarkens uit andere Lid-Staten of regio's moeten rechtstreeks naar het slachthuis van bestemming worden vervoerd.

2. Indien dergelijke varkens zijn gevaccineerd, mag alleen een g1-deleted vaccin zijn gebruikt.

3. In het beslag van oorsprong mogen in de voorbije drie maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties zijn waargenomen die in verband kunnen worden gebracht met de ziekte van Aujeszky.

4. De varkens moeten in de voorbije zestig dagen of sinds hun geboorte in het beslag van oorsprong zijn gebleven.

5. In de Lid-Staat van oorsprong moet voor de ziekte van Aujeszky een aangifteplicht gelden.

Artikel 5

1. a) Voor varkens die bestemd zijn voor de in bijlage I vermelde Lid-Staten of regio's en die afkomstig zijn uit andere Lid-Staten of regio's, moet het in bijlage F bij Richtlijn 64/432/EEG opgenomen gezondheidscertificaat als volgt worden ingevuld:

"Varkens die voldoen aan Beschikking 93/24/EEG van de Commissie van 11 december 1992 met betrekking tot de ziekte van Aujeszky. In het geval van fokvarkens was de gebruikte test de complete virus ELISA/ELISA van g1 antilichamen

(weglaten waar het niet van toepassing is)".

b) Dergelijke varkens mogen tijdens de doorvoer niet in contact komen met varkens met een andere gezondheidsstatus.

2. De Lid-Staten moeten ervoor zorgen dat soortgelijke voorschriften ook gelden bij vervoer binnen hun grondgebied naar de in bijlage I opgenomen regio's.

Artikel 6

In afwijking van de bovenstaande bepalingen mogen de aanvullende garanties door Lid-Staten of regio's van bestemming niet worden geëist van de in bijlage I opgenomen Lid-Staten of regio's.

Artikel 7

Deze beschikking wordt opnieuw bezien vóór 31 december 1994.

Artikel 8

Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 1993.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 11 december 1992.

Voor de Commissie

Ray MAC SHARRY

Lid van de Commissie

(1) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 1977/64.

(2) PB nr. L 268 van 14. 9. 1992, blz. 54.

BIJLAGE I

Regio's die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en waar niet mag worden gevaccineerd Denemarken: alle regio's

Verenigd Koninkrijk: alle regio's in Engeland, Schotland en Wales.

BIJLAGE II

Protocol voor "enzyme-linked immunosorbent assay (Elisa)" voor de opsporing van antilichamen tegen "Aujeszky disease glycoprotein 1 (ADV-g1)" in serum 1. De in punt 2, onder d), genoemde instituten dienen de Elisa g1-tests en testkits te evalueren op basis van de in punt 2, onder a), b) en c), hieronder vastgestelde criteria. De bevoegde autoriteit in elke Lid-Staat ziet erop toe dat alleen Elisa g1-testkits die aan deze normen voldoen, worden geregistreerd. De in punt 2, onder a) en b), bedoelde toetsing moet worden uitgevoerd voordat de test wordt goedgekeurd, en de in punt 2, onder c), genoemde toetsing moet nadien voor elke batch worden uitgevoerd.

2. Standaardisering, gevoeligheid en specificiteit van de test

a) De gevoeligheid van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een positief resultaat wordt verkregen:

- Communautair referentieserum ADV1 in een verdunning 1: 8,

- Communautair referentieserum ADV-g1 A,

- Communautair referentieserum ADV-g1 B,

- Communautair referentieserum ADV-g1 C,

- Communautair referentieserum ADV-g1 D,

- Communautair referentieserum ADV-g1 E,

- Communautair referentieserum ADV-g1 F.

b) De specificiteit van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een negatief resultaat wordt verkregen:

- Communautair referentieserum ADV-g1 G,

- Communautair referentieserum ADV-g1 H,

- Communautair referentieserum ADV-g1 J,

- Communautair referentieserum ADV-g1 K,

- Communautair referentieserum ADV-g1 L,

- Communautair referentieserum ADV-g1 M,

- Communautair referentieserum ADV-g1 N,

- Communautair referentieserum ADV-g1 O,

- Communautair referentieserum ADV-g1 P,

- Communautair referentieserum ADV-g1 Q.

c) Bij de controle van de gehele batch moet met het communautaire referentieserum ADV1 een positief resultaat worden verkregen bij een verdunning 1: 8 en met het communautaire referentieserum ADV-g1 K een negatief resultaat.

d) De hieronder genoemde instituten zijn bovendien verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van de Elisa-methode in elke Lid-Staat, en met name voor de produktie en standaardisering van de nationale referentiesera aan de hand van de communautaire referentiesera.

1. Central Veterinary Laboratory, Weybridge, Verenigd Koninkrijk

2. École nationale vétérinaire, Alfort, Frankrijk

3. Statens Veterinaere Institut for Virusforskning, Lindholm, Denemarken

4. Bundesforschungsanstalt fuer Viruskrankheiten der Tiere, Tuebingen, Duitsland

5. Centraal Diergeneeskundig Instituut, Lelystad, Nederland

6. Institut National de Recherche Vétérinaire, Uccle, België

7. Italië

8. Veterinary Research Laboratory, Dublin, Ierland

9. Spanje

10. Portugal

11. Griekenland

12. Laboratoire de médecine vétérinaire, 54, avenue Gaston Diderich, Luxembourg-ville, Luxemburg

e) De communautaire referentiesera worden geleverd door de in punt 2, onder d), hierboven genoemde laboratoria.

BIJLAGE III

"" ID="1">< 25> ID="2">alle dieren"> ID="1">25-100> ID="2">25"> ID="1">100 +> ID="2">30 ">

  翻译: