VERORDENING (EEG) Nr. 1710/93 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 1993 houdende vaststelling van het bedrag van de bijdrage voor de verevening van de opslagkosten in de sector suiker voor het verkoopseizoen 1993/1994
Publicatieblad Nr. L 159 van 01/07/1993 blz. 0083 - 0083
VERORDENING (EEG) Nr. 1710/93 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 1993 houdende vaststelling van het bedrag van de bijdrage voor de verevening van de opslagkosten in de sector suiker voor het verkoopseizoen 1993/1994 DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1548/93 (2), en met name op artikel 8, lid 5, Overwegende dat in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt bepaald dat de opslagkosten van suiker en van stropen forfaitair door de Lid-Staten worden terugbetaald; Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1358/77 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3042/78 (4), wordt bepaald dat het bedrag van de bijdrage voor de gemeenschappelijke suiker wordt berekend door de som van de verwachte vergoedingen te delen door de hoeveelheid suiker die naar verwachting gedurende het betrokken verkoopseizoen zal worden afgezet; dat bedoelde som van de verwachte vergoedingen eventueel verhoogd of verminderd moet worden met de overgeboekte bedragen uit voorafgaande verkoopseizoenen; Overwegende dat in artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 wordt bepaald dat het maandelijkse bedrag van de vergoeding tegelijk met de afgeleide interventieprijzen door de Raad wordt vastgesteld; dat dit bedrag voor het verkoopseizoen 1993/1994 op 0,52 ecu per 100 kg witte suiker werd vastgesteld; Overwegende dat de voor de vergoeding van de opslagkosten voor een maand in aanmerking te nemen opgeslagen hoeveelheid volgens artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1358/77 gelijk is aan het rekenkundig gemiddelde van de hoeveelheden die in voorraad zijn aan het begin en aan het einde van de betrokken maand; dat de in iedere maand van het verkoopseizoen 1993/1994 in voorraad zijnde hoeveelheden gemeenschappelijke suiker kunnen worden geraamd aan de hand van de voorziene voorraden aan het begin van dat verkoopseizoen, de geraamde maandelijkse produktie en de hoeveelheden die tijdens dezelfde maand vermoedelijk zullen worden afgezet voor interne consumptie of uitgevoerd; dat de som van de gemiddelde maandvoorraden tijdens het verkoopseizoen 1993/1994 geschat kan worden op ongeveer 78 miljoen ton suiker, uitgedrukt in witte suiker; dat het totaal van de vergoedingen voor de gemeenschappelijke suiker derhalve op ongeveer 403 miljoen ecu kan worden geraamd voor het verkoopseizoen 1993/1994; dat het negatieve saldo van de voorafgaande verkoopseizoenen op 66 miljoen ecu kan worden begroot; dat de regels voor de toepassing van het stelsel van verevening van de opslagkosten in de sector suiker bepalen dat de bijdrage wordt vastgesteld per 100 kg witte suiker; dat de hoeveelheid suiker uit de Gemeenschap die zal worden afgezet voor interne consumptie of uitgevoerd, voor het verkoopseizoen 1993/1994, in witte suiker uitgedrukt, op ongeveer 13,4 miljoen ton kan worden geraamd; dat de bijdrage voor de gemeenschappelijke suiker derhalve 3,50 ecu per 100 kg witte suiker beloopt; Overwegende dat het Comité van beheer voor suiker geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Voor het verkoopseizoen 1993/1994 wordt het in artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde bedrag van de bijdrage vastgesteld op 3,50 ecu per 100 kg witte suiker. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 30 juni 1993. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4. (2) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 10. (3) PB nr. L 156 van 25. 6. 1977, blz. 4. (4) PB nr. L 361 van 23. 12. 1978, blz. 8.