94/697/GBVB: Besluit van de Raad van 24 oktober 1994 inzake het gemeenschappelijk standpunt dat door de Raad op basis van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is aangenomen ten aanzien van de doelstellingen en prioriteiten van de Europese Unie met betrekking tot Rwanda
Publicatieblad Nr. L 283 van 29/10/1994 blz. 0001 - 0002
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 18 Deel 1 blz. 0007
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 18 Deel 1 blz. 0007
BESLUIT VAN DE RAAD van 24 oktober 1994 inzake het gemeenschappelijk standpunt dat door de Raad op basis van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is aangenomen ten aanzien van de doelstellingen en prioriteiten van de Europese Unie met betrekking tot Rwanda (94/697/GBVB) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel J.2, Nota nemend van de maatregelen en programma's die al door de Gemeenschap ten uitvoer worden gelegd ter bereiking van de doelstellingen en prioriteiten van de Europese Unie met betrekking tot Rwanda in het kader van de Overeenkomst en van het voornemen van de Commissie het beleid ter zake voort te zetten en passende maatregelen te treffen in het kader van die Overeenkomst, BESLUIT: Artikel 1 De tekst in de bijlage wordt aangenomen als een integrerend deel van dit gemeenschappelijk standpunt. Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad. Gedaan te Brussel, 24 oktober 1994. Voor de Raad De Voorzitter Th. WAIGEL BIJLAGE DOELSTELLINGEN EN PRIORITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE MET BETREKKING TOT RWANDA Er moet voorrang worden gegeven aan de terugkeer van de vluchtelingen. Verzoening, verbreding van het draagvlak van de nieuwe Regering en de totstandbrenging van de essentiële voorwaarden voor de terugkeer van de vluchtelingen zijn levensnoodzakelijk. De Raad is van oordeel dat de hulp geleidelijk moet worden vrijgemaakt, afhankelijk van de in de opgenoemde gebieden geconstateerde positieve ontwikkelingen. Internationale samenwerking is hierbij een belangrijke factor. De doelstellingen en prioriteiten voor de Europese Unie zijn: - het voortzetten van de humanitaire hulp aan de vluchtelingen, - het treffen van gecooerdineerde korte-termijn-rehabilitatiemaatregelen ten behoeve van Rwanda, met name in de meest urgente sectoren van water- en elektriciteitsvoorziening, maar ook op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting, teneinde de terugkeer van de vluchtelingen te stimuleren en hun herintegratie te doen slagen, - het geleidelijk en onder bepaalde voorwaarden hervatten van de ontwikkelingssamenwerking met Rwanda, - het op gang brengen van coherente maatregelen voor het herstel van de economische, ecologische en sociale schade in de buurlanden van Rwanda die het meest onder de vluchtelingencrisis geleden hebben. Voor alle maatregelen en programma's is een nauwe cooerdinatie tussen de Commissie en de Lid-Staten noodzakelijk. De Europese Unie acht het voorts belangrijk dat het aantal waarnemers dat toeziet op de naleving van de mensenrechten in Rwanda zo spoedig mogelijk wordt verhoogd en benadrukt het belang van een snelle en volledige ontplooiing van de Unamir-strijdmacht om de bevolking tegen wraak- en vervolgingsacties te beschermen. De Europese Unie wijst op het belang dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de ernstige schendingen van het humanitaire recht, waaronder genocide, worden berecht. In dit verband acht de Europese Unie de oprichting van een internationaal tribunaal een essentiële factor om een traditie van straffeloosheid te stoppen en om toekomstige schendingen van de mensenrechten te voorkomen. De Europese Unie wijst erop dat op de lange termijn dergelijke conflicten door Afrika zelf moeten worden opgelost en beveelt aan dat de OAE beter wordt toegerust voor het voorkomen en oplossen van regionale conflicten. De Europese Unie uit ook haar verontrusting over de onstabiele politieke toestand in Boeroendi, waar het aantal gewelddaden toeneemt.