Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten
Publicatieblad Nr. L 091 van 08/04/1994 blz. 0001 - 0003
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0108
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0108
VERORDENING (EG) Nr. 774/94 VAN DE RAAD van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat de Gemeenschap heeft onderhandeld over nieuwe tariefconcessies op grond van artikel XXVIII van de GATT; dat deze onderhandelingen hebben geleid tot overeenkomsten met Argentinië, Brazilië, Canada, Polen, Uruguay en Zweden; dat deze overeenkomsten zijn goedgekeurd bij besluit van de Raad van 20 december 1993 (1); Overwegende dat in deze overeenkomsten is bepaald dat op 1 januari 1994 tegen bepaalde voorwaarden jaarlijkse tariefcontingenten worden geopend voor kwaliteitsrundvlees van de GN-codes 0201 30 00, 0202 30 90, 0206 10 95 en 0206 29 91, varkensvlees van de GN-codes 0203 19 13 en 0203 29 15, slachtpluimvee van de GN-codes 0207 41 10, 0207 41 41, 0207 41 71, 0207 42 10, 0207 42 11 en 0207 42 71, tarwe en mengkoren van de GN-codes 1001 10 00 en 1001 90 99 en zemelen, slijpsel en andere resten van de GN-codes 2302 30 10, 2302 30 90, 2303 40 10 en 2303 40 20; dat deze contingenten dus opengesteld moeten worden met ingang van 1 januari 1994; Overwegende dat de betrokken overeenkomsten gelden voor een onbepaalde termijn; dat het dus verantwoord en doelmatig is om de contingenten te openen op meerjarige basis; Overwegende dat een regeling waarbij de aard, de herkomst en de oorsprong van de produkten worden gegarandeerd, nuttig kan zijn; dat daartoe, in voorkomend geval, voor de invoer in het kader van deze nieuwe tariefconcessies overlegging van een echtheidscertificaat dient te worden geëist; Overwegende dat het nuttig kan blijken deze invoer over het gehele jaar te spreiden naar gelang van de behoeften van de communautaire markt; dat het daartoe dienstig lijkt een op de overlegging van invoercertificaten gebaseerd stelsel van gebruik van de contingenten op te zetten; Overwegende dat de goedkeuring door de Raad van de bovengenoemde overeenkomsten de regeling die is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 1058/88 van de Raad van 28 maart 1988 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van korrels van andere granen dan maïs en rijst en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (2), overbodig maakt; dat die verordening derhalve moet worden ingetrokken; Overwegende dat de uitvoeringsbepalingen van deze verordening, en met name de nodige bepalingen voor het goede beheer van de contingenten, moeten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (3) of de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen tot ordening van de markten waarvoor de opening van de contingenten geldt; Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 234/79 van de Raad van 5 februari 1979 inzake de procedure voor aanpassingen van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief voor landbouwprodukten (4) en bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (5), reeds is voorzien in de mogelijkheid voor de Commissie om de wijzigingen en technische aanpassingen die in de onderhavige verordening nodig zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur en van de Taric-codes, aan te brengen; dat de eventueel door de Raad vastgestelde aanpassingen van de volumes en van de andere voorwaarden betreffende de contingenten, ook wijzigingen van de onderhavige verordening zullen vereisen; dat, ter vereenvoudiging, dient te worden bepaald dat de Commissie deze wijzigingen en aanpassingen van de verordening kan aanbrengen volgens de procedure die in artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68 of in de andere bovengenoemde verordeningen is bepaald, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Er wordt een jaarlijks communautair tariefcontingent van in totaal 18 000 ton (uitgedrukt in produktgewicht) geopend voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit van de GN-codes 0201 en 0202, alsmede voor de produkten van de GN-codes 0206 10 95 en 0206 29 91. 2. Voor dit tariefcontingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 20 % en geldt een variabele heffing van 0 %. Artikel 2 1. Er wordt een jaarlijks communautair tariefcontingent van in totaal 7 000 ton geopend voor vers, gekoeld of bevroren varkensvlees van de GN-codes 0203 19 13 en 0203 29 15. 2. Voor dit tariefcontingent geldt een variabele heffing van 0 %. Artikel 3 1. Er wordt een jaarlijks communautair tariefcontingent van in totaal 15 500 ton geopend voor vlees van hanen of hennen van de GN-codes 0207 41 10, 0207 41 41 en 0207 41 71. 2. Voor dit tariefcontingent geldt een variabele heffing van 0 %. Artikel 4 1. Er wordt een jaarlijks communautair tariefcontingent van in totaal 2 500 ton geopend voor kalkoenvlees van de GN-codes 0207 42 10, 0207 42 11 en 0207 42 71. 2. Voor dit tariefcontingent geldt een variabele heffing van 0 %. Artikel 5 1. Er wordt een jaarlijks communautair tariefcontingent van in totaal 300 000 ton geopend voor kwaliteitstarwe van de GN-codes 1001 10 00 en 1001 90 99. 2. Voor dit contingent geldt een variabele heffing van 0 %. Artikel 6 1. Er wordt een jaarlijks communautair tariefcontingent van in totaal 475 000 ton geopend voor zemelen, slijpsel en andere resten van tarwe en van andere granen dan maïs en rijst, van de GN-codes 2302 30 10, 2302 30 90, 2302 40 10 en 2302 40 90. 2. Voor dit tariefcontingent geldt een variabele heffing van 0 %. Het toe te passen recht van het gemeenschappelijk douanetarief is vastgesteld op 40,80 ecu per ton voor produkten van de GN-codes 2302 30 10 en 2302 40 10, op 83,40 ecu per ton voor produkten van GN-code 2302 30 90 en op 83,00 ecu per ton voor produkten van GN-code 2302 40 90. Artikel 7 De uitvoeringsbepalingen van deze verordening en, in voorkomend geval, a) de bepalingen voor het garanderen van de aard, de herkomst en de oorsprong van de produkten, b) de bepalingen betreffende de erkenning van het document waarmee de onder a) bedoelde garanties geverifieerd kunnen worden, en c) de voorwaarden voor de afgifte en de geldigheidsduur van de invoercertificaten worden vastgesteld volgens de procedure die is bepaald in artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68 of in de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de betrokken markten. Artikel 8 In geval van wijziging door de Raad van de bij deze verordening vastgesteld hoeveelheden of van de andere voorwaarden betreffende de contingenten, worden de daaruit voortvloeiende wijzigingen van deze verordening vastgesteld volgens de procedure die is bepaald in artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68 of in de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de betrokken markten. Artikel 9 Verordening (EEG) nr. 1058/88 wordt ingetrokken. Artikel 10 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1994. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 29 maart 1994. Voor de Raad De Voorzitter G. MORAITIS (1) PB nr. L 47 van 18. 2. 1994, blz. 1. (2) PB nr. L 104 van 23. 4. 1988, blz. 1. (3) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3611/93 (PB nr. L 328 van 29. 12. 1993, blz. 7). (4) PB nr. L 34 van 9. 2. 1979, blz. 2. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3209/89 (PB nr. L 312 van 27. 10. 1989, blz. 5). (5) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 534/94 van de Commissie (PB nr. L 68 van 11. 3. 1994, blz. 5).