Verordening (EG) nr. 402/96 van de Commissie van 5 maart 1996 met betrekking tot de bepalingen voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van bewaarkaas
Publicatieblad Nr. L 055 van 06/03/1996 blz. 0006 - 0008
VERORDENING (EG) Nr. 402/96 VAN DE COMMISSIE van 5 maart 1996 met betrekking tot de bepalingen voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag van bewaarkaas DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2931/95 van de Commissie (2), en met name op artikel 9, lid 3, en artikel 28, Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 508/71 van de Raad (3) wordt bepaald dat kan worden besloten tot het verlenen van steun aan de particuliere opslag voor bepaalde soorten bewaarkaas indien door seizoenopslag een ernstig gebrek aan evenwicht op de markt kan worden opgeheven of verminderd; Overwegende dat de seizoengebondenheid van de produktie van Emmentaler en Gruyère nog wordt verergerd door de omgekeerde seizoengebondenheid van het verbruik van deze kaassoorten; dat het bijgevolg dienstig is over te gaan tot de opslag van deze kaassoorten, voor een hoeveelheid die overeenkomt met het verschil tussen de produktie in de zomermaanden en die in de wintermaanden; Overwegende dat het met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen van deze maatregel dienstig is de maximumhoeveelheid die van steun kan genieten alsook de duur van de overeenkomsten vast te stellen naar gelang van de werkelijke behoeften van de markt en van de bewaarmogelijkheden van de betrokken kaas; dat het bovendien noodzakelijk is de inhoud van de overeenkomsten te preciseren teneinde de identificatie van de kaas en de controle van de voorraden, waarvoor steun wordt verleend, te waarborgen; dat de steun moet worden vastgesteld met inachtneming van de opslagkosten en de te verwachten ontwikkeling van de marktprijzen; Overwegende dat het op grond van de ervaring die met de controleregeling is opgedaan, dienstig is nadere controlevoorschriften op te stellen, met name ten aanzien van de voor te leggen bescheiden en de ter plaatse uit te voeren controles; dat de Lid-Staten in verband met deze nieuwe bepalingen moeten kunnen voorschrijven dat de controlekosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de contractant komen; Overwegende dat in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1756/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de voor de sector melk en zuivelprodukten toe te passen ontstaansfeiten voor de landbouwomrekeningskoers (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 315/96 (5), de omrekeningskoers is vastgesteld die in het kader van de steunmaatregelen voor de particuliere opslag in de zuivelsector moet worden toegepast; Overwegende dat het aangewezen is de continuïteit van de betreffende opslagoperaties te waarborgen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Er wordt steun verleend voor de particuliere opslag van 21 600 ton Emmentaler en Gruyère, die zijn vervaardigd in de Gemeenschap en die aan de in de artikelen 2 en 3 vastgestelde voorwaarden voldoen. Artikel 2 1. Het interventiebureau sluit slechts een opslagcontract wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) de partij kaas waarop het contract betrekking heeft, is samengesteld uit ten minste 5 ton; b) op de kazen moet, in onuitwisbare letters, de aanduiding, in voorkomend geval in de vorm van een nummer, van de onderneming waar zij werden vervaardigd en van de dag en de maand van vervaardiging zijn aangebracht; c) de kazen werden ten minste tien dagen vóór de aanvangsdatum van de in de overeenkomst vermelde opslag vervaardigd; d) de kazen hebben voldaan aan een kwaliteitsonderzoek waaruit is gebleken dat zij voldoende waarborgen bieden om na hun rijping te worden ingedeeld: - in "Premier choix" in Frankrijk, - in "Markenkäse" of "Klasse fein" in Duitsland, - als "Special Grade" in Ierland, - als "I luokka" in Finland, - als "1. Güteklasse Emmentaler/Bergkäse/Alpkäse" in Oostenrijk, - als "Västerbotten" in Zweden; e) de depothouder verbindt zich ertoe: - tijdens de gehele duur van de opslag de kazen te bewaren in ruimten waarvan de maximumtemperatuur in lid 2 is aangeduid, - tijdens de duur van de overeenkomst de samenstelling van de in het contract begrepen partij niet zonder machtiging van het interventiebureau te wijzigen. Voor zover de voorwaarde betreffende de per partij vastgestelde minimale hoeveelheid in acht genomen blijft, mag het interventiebureau een tot uitslag of vervanging van de kaas beperkt blijvende wijziging toestaan, indien wordt vastgesteld dat de opslag wegens kwaliteitsverlies niet mag voortduren. Bij uitslag van bepaalde hoeveelheden wordt het contract: i) indien bedoelde hoeveelheden met toestemming van het interventiebureau worden vervangen, beschouwd als geen enkele wijziging te hebben ondergaan; ii) indien bedoelde hoeveelheden niet worden vervangen, beschouwd als van de aanvang af voor de nog opgeslagen gebleven hoeveelheid te zijn afgesloten. De uit een dergelijke wijziging voortvloeiende controlekosten komen ten laste van de opslaghouder; - een voorraadboekhouding te voeren en iedere week het interventiebureau in kennis te stellen van de inslag gedurende de verstreken week en van de verwachte uitslag. 2. De maximumtemperatuur van de opslagruimten bedraagt +6 °C voor Emmentaler en +10 °C voor Gruyère-soorten. De Lid-Staten worden gemachtigd een temperatuur van ten hoogste +10 °C toe te staan voor Emmentaler in het geval dat de kaas waarop de overeenkomst betrekking heeft reeds van tevoren is gerijpt. 3. De opslagovereenkomst a) wordt schriftelijk gesloten en in de overeenkomst wordt de datum van het begin van de contractuele opslag vermeld; deze datum mag ten vroegste de dag zijn die volgt op de dag van de beëindiging van de inslag van de partij kaas waarop de overeenkomst betrekking heeft; b) wordt gesloten na beëindiging van de inslag van de partij kaas waarop de overeenkomst betrekking heeft en uiterlijk 40 dagen na de datum van het begin van de contractuele opslag. Artikel 3 1. De steun wordt slechts verleend voor de kaas die is ingeslagen gedurende de periode van inslag. Deze begint op 1 april 1996 en eindigt uiterlijk op 30 september van hetzelfde jaar. 2. De opgeslagen kaas kan slechts worden uitgeslagen gedurende de periode van uitslag. Deze begint op 1 oktober 1996 en eindigt op 31 maart van het volgende jaar. Artikel 4 1. Het steunbedrag wordt als volgt vastgesteld: a) 100 ecu per ton voor de vaste kosten; b) 0,35 ecu per ton en per dag van contractuele opslag voor de opslagkosten; c) 0,75 ecu per ton en per dag van contractuele opslag voor de financiële kosten. 2. Er wordt geen steun verleend wanneer de duur van de contractuele opslag minder dan 90 dagen bedraagt. Het maximumbedrag van de steun kan niet hoger zijn dan het bedrag dat overeenkomt met een contractuele opslagduur van 180 dagen. In afwijking van artikel 2, lid 1, onder e), tweede streepje, mag de opslaghouder aan het einde van het in de eerste alinea bedoelde tijdvak van 90 dagen, en na het begin van de in artikel 3, lid 2, bedoelde periode van uitslag, een gehele onder contract staande partij of een gedeelte ervan uitslaan. De hoeveelheid die mag worden uitgeslagen bedraagt ten minste 500 kg. De Lid-Staten kunnen echter deze hoeveelheid verhogen tot 2 ton. De datum van het begin van de uitslag van de partij kaas waarop de overeenkomst betrekking heeft, is niet begrepen in de periode van contractuele opslag. Artikel 5 1. De Lid-Staten zien erop toe dat de voorwaarden voor de betaling van de steun in acht zijn genomen. 2. De contractant moet de met het toezicht op de maatregel belaste nationale instanties inzage geven van alle bescheiden die voor de produkten die zich in particuliere opslag bevinden, uitsluitsel geven over: a) de eigenaar op het tijdstip van de inslag; b) de oorsprong van de kaas en de datum waarop hij vervaardigd is; c) de inslagdatum; d) de aanwezigheid in het koelhuis; e) de uitslagdatum. 3. De contractant of, in voorkomend geval, de exploitant van het koelhuis voert een voorraadboekhouding die in het koelhuis ter inzage ligt en de volgende gegevens bevat: a) identificatie per nummer van het contract voor de produkten die zich in particuliere opslag bevinden; b) de inslag- en uitslagdatums; c) het aantal kazen en het gewicht per partij; d) de plaats waar de produkten in het koelhuis zijn opgeslagen. 4. De opgeslagen produkten moeten gemakkelijk identificeerbaar zijn en per contract geïndividualiseerd worden. Een speciaal merkteken moet worden aangebracht op de kazen waarop de overeenkomst betrekking heeft. 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder e), voeren de bevoegde instanties bij de inslag controles uit om met name te waarborgen dat de opgeslagen produkten voor steun in aanmerking komen en om elke mogelijkheid tot vervanging van produkten tijdens de contractuele opslagperiode te voorkomen. 6. De nationale controle-instantie a) voert een onaangekondigde steekproefcontrole op de aanwezigheid van de produkten in het koelhuis uit. De steekproef moet representatief zijn en betrekking hebben op minstens 10 % van de totale hoeveelheid waarvoor in het raam van een steunmaatregel voor de particuliere opslag contracten zijn gesloten. Naar aanleiding van die controle wordt ook de in lid 3 bedoelde boekhouding onderzocht en vindt samen met een identificatie een materiële controle van gewicht en aard van de produkten plaats. De materiële controles worden uitgevoerd bij minstens 5 % van de hoeveelheid waarop de onaangekondigde controle betrekking heeft; b) gaat aan het einde van de contractuele opslagperiode na of de produkten nog opgeslagen zijn. 7. Over de op grond van de leden 5 en 6 uitgevoerde controles wordt een verslag opgesteld waarin - de controledatum, - de duur van de controle en - de uitgevoerde werkzaamheden worden aangegeven. Het controleverslag wordt ondertekend door de bevoegde ambtenaar en medeondertekend door de contractant of, in voorkomend geval, door de exploitant van het koelhuis. 8. Wanneer onregelmatigheden aan het licht komen die op 5 % of meer van de gecontroleerde hoeveelheden betrekking hebben, wordt de steekproef op een door de bevoegde instantie nader te bepalen groter aantal monsters gebaseerd. De Lid-Staten melden deze onregelmatigheden binnen vier weken aan de Commissie. 9. De Lid-Staten kunnen voorschrijven dat de controlekosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de contractant zijn. Artikel 6 De Lid-Staten delen aan de Commissie uiterlijk op de dinsdag van iedere week mede: a) de hoeveelheden kaas waarvoor in de loop van de voorafgaande week opslagovereenkomsten zijn gesloten; b) eventueel de hoeveelheden waarvoor de in artikel 2, lid 1, onder e), tweede streepje, bedoelde machtiging werd verleend. Artikel 7 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 april 1996. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 5 maart 1996. Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie (1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13. (2) PB nr. L 307 van 20. 12. 1995, blz. 10. (3) PB nr. L 58 van 11. 3. 1971, blz. 1. (4) PB nr. L 161 van 2. 7. 1993, blz. 48. (5) PB nr. L 44 van 22. 2. 1996, blz. 12.