31999R1621

Verordening (EG) nr. 1621/1999 van de Commissie van 22 juli 1999 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat betreft de steun voor de teelt van druiven die bestemd zijn voor de productie van bepaalde krenten- en rozijnenvariëteiten

Publicatieblad Nr. L 192 van 24/07/1999 blz. 0021 - 0032


VERORDENING (EG) Nr. 1621/1999 VAN DE COMMISSIE

van 22 juli 1999

houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat betreft de steun voor de teelt van druiven die bestemd zijn voor de productie van bepaalde krenten- en rozijnenvariëteiten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2199/97(2), en met name op artikel 7, lid 5,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/1999(4), en met name op artikel 48,

(1) Overwegende dat bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2201/96 is voorzien in de verlening van steun voor de teelt, op gespecialiseerde percelen, van wijnstokken voor de productie van druiven van bepaalde variëteiten, bestemd om te worden gedroogd, en dat in dat artikel ook is gepreciseerd dat de steun wordt betaald wanneer de druiven zijn geoogst en gedroogd met het oog op verwerking; dat derhalve de bepalingen voor de uitvoering van deze regeling moeten worden vastgesteld;

(2) Overwegende dat op grond van artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2201/96 het gegarandeerde maximumareaal dient te worden bepaald dat in de Gemeenschap met voor droging en verwerking bestemde druiven mag worden beteeld en afgeoogst zonder dat de steun voor het volgende verkoopseizoen wordt gekort; dat dit maximumareaal wordt bepaald op basis van de gemiddelde oppervlakte die in de Gemeenschap is beteeld in de verkoopseizoenen 1987/1988, 1988/1989 en 1989/1990;

(3) Overwegende dat de regeling erop gericht is steun te verlenen voor en de structuur te verbeteren van de bedrijfskolom "krenten en rozijnen" en bij te dragen tot het bereiken van de daartoe nodige specialisatiegraad; dat in dit verband alleen steun wordt verleend voor percelen waarop druiven worden geproduceerd die bestemd zijn voor de productie van krenten en rozijnen en dat de steun wordt uitgekeerd wanneer de volledige productie aan druiven van de percelen waarvoor de steun wordt aangevraagd, is gedroogd en voor de productie van krenten en rozijnen bestemd;

(4) Overwegende dat het gebruik, zelfs gedeeltelijk, van de nog niet gedroogde druiven voor andere bestemmingen dan de productie van krenten en rozijnen moet worden uitgesloten; dat het gebruik van de producten voor andere bestemmingen kan worden voorkomen door het sluiten tussen de producent en de verwerker en vóór de periode van de druivenoogst van een contract, waarin de bestemming van de productie wordt vastgelegd en dat betrekking heeft op de oppervlakten waarvoor de steun wordt aangevraagd; dat voor een doeltreffend beheer van en een doeltreffende controle op dit systeem kan worden gezorgd door een geïnformatiseerde database op te zetten en de telersverenigingen te betrekken bij het sluiten en het beheer van de contracten voor hun leden;

(5) Overwegende dat bovendien, om de vereiste mate van specialisatie te bereiken en misbruik te voorkomen, de steun alleen moet worden toegekend voor de percelen waarop de vereiste teeltwerkzaamheden zijn uitgevoerd; dat voor de naleving van dit vereiste kan worden gezorgd door vaststelling van een in acht te nemen minimumopbrengst die beantwoordt aan de kenmerken van iedere variëteit, onder voorbehoud evenwel van uitzonderingen in verband met uitzonderlijke omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de opbrengst en waarop de teler geen vat heeft;

(6) Overwegende dat, om het aanbod in kwalitatief opzicht af te stemmen op de vraag, de betaling van de steun afhankelijk moet worden gesteld van het verkrijgen van een product dat aan bepaalde minimale kwaliteitseisen beantwoordt; dat voor het verwerkte product gemakshalve de minimumeisen en toleranties moeten worden vastgesteld die zijn opgenomen in de UN/CE-norm die is aanbevolen door de bij de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties ingestelde werkgroep voor de normalisatie van aan bederf onderhevige waren en kwaliteitsverbetering; dat om een kwaliteitsproduct te verkrijgen, moet worden geëist dat telers en veewerkers niet in de database kunnen worden opgenomen als zij niet beschikken over een adequate infrastructuur die hen in staat stelt om een grondstof met de vereiste kwaliteit, respectievelijk een eindproduct met de vereiste kwaliteit te verkrijgen; dat met het oog op de instandhouding van de kwaliteit van de grondstof en de controle op de bestemming ervan moet worden voorzien in de verplichting voor de teler om de krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) binnen een bepaalde termijn aan de verwerker te leveren;

(7) Overwegende dat dient te worden bepaald dat de door de lidstaten uit te voeren controles betrekking moeten hebben op een percentage van de aanvragen tot inschrijving in de database, van de in de contracten opgenomen informatie en van de steunaanvragen, en dat onregelmatigheden moeten worden bestraft; dat dit controlesysteem, wil het doeltreffend zijn, betrekking moet hebben op enerzijds de beteelde percelen, en anderzijds de uit hoofde van de contracten geoogste en geleverde hoeveelheden;

(8) Overwegende dat voor het opzetten van de geïnformatiseerde database een termijn van drie jaar moet worden toegekend; dat om de telers en de vetwerkers in staat te stellen zich aan nieuwe eisen aan te passen, bepaalde overgangsmaatregelen moeten worden getroffen;

(9) Overwegende dat bij deze verordening de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 2911/90 van de Commissie van 9 oktober 1990 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van steun voor de teelt voor bepaalde druivenrassen waarvan de druiven worden gedroogd(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2614/95(6), en (EEG) nr. 2347/84 van de Commissie van 31 juli 1984 betreffende krenten en rozijnen die voor productiesteun in aanmerking komen(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2550/98(8), worden aangepast in het licht van de ervaring; dat de betrokken verordeningen derhalve dienen te worden ingetrokken;

(10) Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:

a) "gespecialiseerde percelen": oppervlakten beplant met wijnstokken voor de productie van sultaninedruiven (variëteit sultanina), blauwe druiven van Korinthe, (variëteit korinthiaka) en moscateldruiven, waarvan de volledige geoogste productie verse druiven wordt gedroogd met het oog op verwerking tot producten van GN-code ex 0806 20;

b) "telersverenigingen": telersverenigingen als bedoeld in de artikelen 11 en 13 van Verordening (EG) nr. 2200/96, of krachtens artikel 14 van die verordening voorlopig erkende telersverenigingen; deze verenigingen treden in de plaats van hun leden voor alle werkzaamheden met betrekking tot het beheer van de steunregeling voor de productie van krenten en rozijnen;

c) "individuele telers": telers die voor hun productie van voor de vervaardiging van krenten en rozijnen bestemde druiven niet bij een telersvereniging zijn aangesloten;

d) "verwerker": elk verwerkend bedrijf dat producten van de onder a) vermelde code vervaardigt en over passende installaties voor de opslag en de verwerking van krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) op het bedrijf beschikt;

e) "contracten": verwerkingscontracten tussen, enerzijds, individuele telers of telersverenigingen, en, anderzijds, verwerkers.

Artikel 2

1. Het communautaire gegarandeerde maximumareaal als bedoeld in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 wordt vastgesteld op 53000 ha.

2. Het in artikel 1, lid 3, van verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde verkoopseizoen loopt voor krenten en rozijnen van 1 september tot en met 31 augustus.

3. Voor het beheer van de steunregeling wordt een geïnformatiseerde alfanumerieke database tot stand gebracht, die "database" wordt genoemd en die de in artikel 4 en artikel 8, lid 4, bedoelde gegevens bevat. Het alfanumerieke systeem voor de identificatie van de percelen is dat van het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad(9) bedoelde systeem, indien nodig zodanig aangevuld dat het het volledige onder deze steunregeling vallende wijngaardareaal bestrijkt.

4. De grafische referentiegrondslag als bedoeld in artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2392/96 van de Raad(10) bestrijkt de onder de onderhavige steunregeling vallende wijngaardpercelen.

Artikel 3

1. De steun wordt verleend voor gespecialiseerde percelen

a) die zijn opgenomen in de database;

b) die volledig zijn beteeld en afgeoogst en waarvan de gedroogde productie (krenten-basisproduct en rozijnen-basisproduct) aan een verwerker is geleverd op grond van een contract;

c) die een opbrengst hebben van ten minste

- 3000 kilogram voor sultaninerozijnen (basisproduct);

- 2100 kilogram voor krenten (basisproduct);

- 520 kilogram voor moscatelrozijnen (basisproduct);

d) voor de productie (krenten-basisproduct en rozijnen-basisproduct) waarvan een sortering is toegepast overeenkomstig de in lid 4 bedoelde nationale voorschriften;

e) waarvan de productie van krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) voldoet aan de in bijlage I vastgestelde minimumeisen.

2. Ten aanzien van de vereiste minimumopbrengst gelden de volgende uitzonderingen:

- voor met sultaninevariëteiten beplante wijngaarden die door fylloxera zijn aangetast, bedraagt de vereiste minimumopbrengst 1900 kilogram (basisproduct) voor de eerste vijf verkoopseizoenen na het tijdstip waarop deze verordening ten uitvoer wordt gelegd;

- voor met moscatelvariëteiten beplante wijngaarden die door een virusziekte zijn aangetast, bedraagt de vereiste minimumopbrengst 300 kg (basisproduct) voor de eerste vijf verkoopseizoenen na het tijdstip waarop deze verordening ten uitvoer wordt gelegd;

- voor wijngaarden die sedert minder dan vijf jaar opnieuw zijn beplant, kunnen de lidstaten een lagere minimumopbrengst vaststellen en die minimumopbrengst aan de Commissie meedelen;

- voor percelen waaraan schade is aangericht door natuurrampen, verlagen de lidstaten de in lid 1, onder c), bedoelde hoeveelheden met het schadepercentage dat door de verzekeringsinstellingen is gecertificeerd; indien de schade niet door een verzekering is gedekt, bepalen de lidstaten voor de getroffen regio het schadepercentage waarmee de minimumopbrengst wordt verlaagd en stellen zij de Commissie daarvan in kennis;

- voor biologische teelten waarvoor aan de communautaire voorschriften wordt voldaan, kunnen de lidstaten een lagere minimumopbrengst vaststellen, waarvan zij de Commissie in kennis stellen.

3. Om te bepalen of de minimumopbrengst in acht is genomen, wordt die minimumopbrengst vergeleken met de gemiddelde opbrengst van elk bedrijf. Deze gemiddelde opbrengst wordt bepaald per variëteit, waarbij, met inachtneming van de in lid 2 bepaalde uitzonderingen, de hoeveelheid krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) in aanmerking wordt genomen die door het betrokken bedrijf aan de verwerker(s) of de telersvereniging is geleverd. De hoeveelheden die zijn uitgesorteerd, worden niet in aanmerking genomen.

4. De lidstaten stellen nationale bepalingen inzake de sortering van de opgedroogde producten vast op grond waarvan, behalve in geval van een natuurramp, maximaal 10 % van de oogst wordt uitgesorteerd. De lidstaten kunnen voor gedroogde producten een minimumpercentage te sorteren product vaststellen en bepalingen vaststellen inzake de controle op de bestemming van de uitgesorteerde producten.

Artikel 4

1. De lidstaten schrijven de individuele telers, de telersverenigingen en de verwerkers die aan de technische voorwaarden voor deelneming aan de steunregeling voldoen, op hun verzoek in de database in. De bedoelde voorwaarden hebben met name betrekking op de omstandigheden waarin de producten worden gedroogd, opgeslagen en verwerkt en die zodanig zijn dat kan worden gegarandeerd dat een in kwalitatief en hygiënisch opzicht deugdelijk eindproduct wordt verkregen dat voldoet aan het bepaalde in Richtlijn 93/43/EEG van de Raad(11).

Zij kennen elke deelnemer van de regeling één enkel nummer toe, eventueel volgens dezelfde principes als voor het geïntegreerde systeem.

2. De in lid 1 bedoelde inschrijvingsaanvragen moeten uiterlijk één maand voor het begin van het verkoopseizoen, en in ieder geval vóór de ondertekening van de in artikel 5 bedoelde contracten, worden ingediend.

De belanghebbenden verstrekken in hun aanvraag de volgende gegevens:

a) wanneer het individuele telers of telersverenigingen betreft:

- de totale oppervlakte van het wijngaardareaal, uitgedrukt in aantal hectares met twee cijfers achter de komma, dat met de in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde variëteiten is beplant, uitgesplitst naar perceel, met vermelding van de datum van herbeplanting, en naar variëteit, en voor sultanine- en moscateldruiven, naar categorie, met, voor elk perceel, de voor de identificatie en/of de afbakening ervan vereiste gegevens;

- de gespecialiseerde oppervlakte, uitgesplitst naar perceel en naar variëteit, met gebruikmaking van dezelfde referentiegegevens als bedoeld in het eerste streepje;

- de raming van de geoogste hoeveelheid krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct);

- de beschikbare infrastructuurvoorzieningen die de mogelijkheid bieden de druiven op het bedrijf zelf te drogen in uit technisch en hygiënisch oogpunt adequate omstandigheden;

- voor telersverenigingen die producten opslaan overeenkomstig artikel 5, lid 1, vijfde streepje: de materiële bewijzen van het bestaan van de nodige infrastructuurvoorzieningen om de krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) in stapelbare plastic kisten op te slaan in uit technisch en hygiënisch oogpunt adequate omstandigheden;

b) wanneer het verwerkers betreft:

- de gemiddelde hoeveelheid in de laatste drie jaren of sedert hun vestiging aangekochte grondstof en verkregen eindproduct, welke hoeveelheid moet worden bewezen aan de hand van facturen; de gegevens (materiële bewijsstukken) met betrekking tot de beschikbare infrastructuurvoorzieningen om de opslag van de producten in stapelbare kisten en de verwerking ervan in uit technisch en hygiënisch oogpunt adequate omstandigheden mogelijk te maken;

- de verbintenis zich te onderwerpen aan de voor de uitvoering van de steunregeling vereiste controles;

- de verbintenis om de aangekochte producten te verwerken tot eindproducten die de in bijlage II vermelde minimumkenmerken vertonen;

- de verbintenis om een gedetailleerde dagelijkse vooraadboekhouding te voeren met betrekking tot

i) de grondstoffen die zijn aangekocht op grond van contracten en zonder contract, met vermelding van de verkopers;

ii) de verkochte eindproducten, met vermelding van de kopers;

iii) de hoeveelheden krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) die in voorraad zijn;

iv) de hoeveelheden die overeenkomstig de nationale voorschriften zijn uitgesorteerd en de bewijzen inzake de bestemming van die hoeveelheden.

3. De lidstaten kunnen:

- extra eisen stellen om de controles te vergemakkelijken;

- besluiten het bepaalde in lid 2 alleen toe te passen ten aanzien van nieuwe telers en van degenen die wijzigingen moeten aangeven ten opzichte van de laatste mededeling die zij overeenkomstig lid 2, tweede alinea, hebben gedaan.

Artikel 5

1. De contracten worden gesloten tussen individuele telers, of telersverenigingen, en verwerkers, die in de database zijn ingeschreven.

Ze worden uiterlijk op 1 augustus voorafgaand aan het betrokken verkoopseizoen voor het gehele verkoopseizoen gesloten en bevatten de volgende gegevens:

- het databasenummer van de contractsluitende partijen;

- de oppervlakte, uitgesplitst naar perceel en variëteit, waarop ze betrekking hebben, met vermelding van dezelfde referentiegegevens die zijn gebruikt voor de inschrijving in de database; de oppervlakte en de naar perceel uitgesplitste oppervlakte mogen niet verschillen van of niet groter zijn dan de overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder a), eerste streepje, meegedeelde oppervlakte en percelen; ze mogen wel kleiner zijn;

- de raming van de hoeveelheden krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct), die zullen worden verkregen, met vermelding van de verwachte gemiddelde opbrengst van de percelen met dezelfde variëteit of, voor sultanine- en moscateldruiven, van dezelfde categorie;

- de te betalen prijs, eventueel gedifferentieerd naar gelang van de variëteit en/of de kwaliteit; de verbintenis om deze prijs te betalen via bank- of postgiro;

- de verplichting voor de individuele teler of de telersvereniging om aan de verwerker onmiddellijk na het drogen de volledige op de betrokken oppervlakten geoogste hoeveelheid product die is gedroogd, in stapelbare kisten te leveren, met uitzondering evenwel van de uitgesorteerde hoeveelheden; in met telersverenigingen gesloten contracten mag evenwel worden bepaald dat de gedroogde producten door de telersvereniging worden opgeslagen in stapelbare plastic kisten en dat de levering aan de verwerker wordt gespreid over het gehele verkoopseizoen. De telersvereniging verbindt zich ertoe de producten op te slaan in zodanige omstandigheden dat de kwaliteit van de opgeslagen gedroogde producten behouden blijft;

- de verplichting voor de verwerker om de geleverde krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) die aan de in bijlage I bepaalde minimale kwaliteitseisen voldoen in ontvangst te nemen en in passende omstandigheden op te slaan in stapelbare plastic kisten;

- de vergoedingen die worden toegepast indien één van de contractsluitende partijen haar contractuele verplichtingen, met name inzake de inachtneming van de prijs en van de verplichting tot levering, respectievelijk inontvangstneming, van de volledige hoeveelheid die op de betrokken percelen is verkregen, niet nakomt.

2. De contracten kunnen een clausule bevatten op grond waarvan de in lid 1, vierde streepje, bedoelde prijs eenmaal of meermaals wordt herzien vóór de levering van het product en uiterlijk op 30 november. Bij de herziening moet worden uitgegaan van objectieve elementen, en met name de ontwikkeling van de wereldmarktprijs en de hoeveelheid en de kwaliteit van het verkregen product; ingeval geen overeenstemming wordt bereikt, blijft de in het contract vermelde prijs gelden.

3. De verwerkers zenden de bevoegde nationale autoriteit een kopie van het contract binnen tien werkdagen na de sluiting ervan. Zij bewaren het bewijs van verzending.

4. Wanneer een telersvereniging ook als verwerker optreedt, wordt het contract betreffende de productie van haar leden geacht te zijn gesloten na mededeling aan de bevoegde autoriteit, binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn, van de in het contract vermelde gegevens,

5. De lidstaten geven elk contract een identificatienummer.

Zij stellen extra bepalingen vast met betrekking tot de contracten en met name de sancties die moeten worden toegepast indien de overeengekomen prijs niet in acht wordt genomen en de contracten niet overeenkomstig de leden 3 en 4 worden doorgegeven.

Artikel 6

1. De volledige hoeveelheid op het bedrijf gedroogde druiven moet uiterlijk op 30 november van het jaar waarin ze is geproduceerd, worden geleverd aan de verwerker of eventueel aan de telersvereniging die overeenkomstig het contract voor de opslag van de producten zorgt.

2. De krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) die op basis van een contract aan de verwerkers worden geleverd, moeten voldoen aan de in bijlage I vermelde minimumeisen.

Of aan deze eisen wordt voldaan, wordt gecontroleerd aan de hand van door de verwerker in overleg met de teler of de telersvereniging genomen monsters die representatief zijn voor de gehele partij producten. De monsters worden door beide partijen onderzocht en de resultaten worden opgetekend. In dit verband wordt onder "partij producten" verstaan : alle kisten die door een zelfde teler of telersvereniging gelijktijdig worden aangeboden voor overname door de verwerker. Elke kist moet een homogene inhoud hebben en mag alleen krenten (basisproduct) of rozijnen (basisproduct) van dezelfde oorsprong en dezelfde variëteit bevatten.

3. De verwerker bepaalt in overleg met de teler de plaats en het tempo van de leveranties.

4. Bij het in ontvangst nemen van een partij producten wordt een leveringsnota opgesteld waarin wordt vermeld:

- de datum en het tijdstip waarop met het lossen is begonnen;

- het identificatienummer van het contract dat op de partij betrekking heeft;

- het bruto- en het nettogewicht van de partij;

- of de partij aan de vastgestelde minimumeisen voldoet.

De leveringsnota wordt opgesteld in drievoud. Ze wordt ondertekend door de verwerker en door de individuele teler of de telersvereniging. Elke leveringsnota is voorzien van een identificatienummer.

De verwerker en de individuele teler of de telersvereniging bewaren ieder een exemplaar van de leveringsnota. Eén exemplaar wordt binnen twee dagen door de vetwerker aan de lidstaat toegezonden ten behoeve van de controle.

Artikel 7

1. De steunaanvragen worden na de levering van de krenten (basisproduct) of rozijnen (basisproduct) aan de verwerker, en uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de druiven zijn geteeld, door de individuele telers of door de telersverenigingen ingediend.

2. In de steunaanvraag worden ten minste de volgende gegevens vermeld

- databasenummer(s) en gespecialiseerde oppervlakte(n) waarop de steunaanvraag betrekking heeft, met vermelding van dezelfde referentiegegevens die zijn bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a), eerste streepje;

- identificatienummer(s) van het corresponderende contract (of de corresponderende contracten) of van de kopie (of de kopieën) daarvan;

- identificatienummer(s) van de leveringsnota(s) of van de kopie (of de kopieën) daarvan;

- geproduceerde hoeveelheid krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) en opbrengst per hectare;

- een verklaring dat de volledige hoeveelheid druiven die is geteeld op de oppervlakten waarvoor de steun wordt aangevraagd, is gedroogd en is geleverd aan de verwerker(s), met uitzondering van de uitgesorteerde hoeveelheden.

3. De steun wordt uitgekeerd nadat de in artikel 8 bedoelde controles zijn uitgevoerd, en uiterlijk op 31 mei van het jaar na dat waarin de druiven zijn geoogst.

Aan de telersverenigingen wordt evenwel een voorschot gelijk aan 70 % van de steun uitgekeerd nadat de in lid 2 bedoelde gegevens zijn geverifieerd aan de hand van documenten, en uiterlijk op 31 januari van het jaar na dat waarin de druiven zijn geoogst.

De telersverenigingen maken het steunvoorschot en het steunsaldo binnen vijftien dagen integraal over aan hun leden. De lidstaten zien erop toe dat deze termijn in acht wordt genomen en passen sancties toe in geval van misbruik.

Artikel 8

1. De lidstaten voeren, onverminderd titel VI van Verordening (EG) nr. 2200/96, administratieve controles en controles ter plaatse uit om toe te zien op de naleving van de bepalingen van deze verordening.

Daartoe verrichten zij met name de volgende controles:

1.1. Administratieve controles op 100 % van de mededelingen, contracten en steunaanvragen. De controles betreffen zowel de identiteit van de aanvrager als de kenmerken van de percelen. Ze omvatten een geïnformatiseerde toetsing van de gegevens aan enerzijds de aangiften voor de wijnbouwsector en die voor de andere sectoren waarvoor hectaresteun geldt en, anderzijds, de aangiften van dezelfde aangever over de voorgaande jaren.

1.2. Jaarlijkse steekproefcontroles ter plaatse van

a) de gegevens van de database, voor ten minste:

i) een steekproef van 5 % van de mededelingen en ten minste 5 % van de oppervlakten waarvoor een mededeling overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder a), eerste streepje, is gedaan: deze steekproef wordt samengesteld op basis van de representativiteit en van een risicoanalyse waarin rekening wordt gehouden met:

- de resultaten van een toetsing van de gegevens die zijn verstrekt door de telers of de telersverenigingen aan de gegevens in het wijnbouwkadaster en de gegevens die zijn verzameld bij de uitvoering van de programma's ter bestrijding van fylloxera;

- de oppervlakten waarop de mededelingen betrekking hebben en de geografische spreiding van deze oppervlakten;

- in geval van toepassing van artikel 4, lid 3, tweede streepje, met de nieuwe telers en met degenen die wijzigingen melden;

ii) een steekproef van 5 % van de overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder b), eerste streepje, meegedeelde hoeveelheden; deze steekproef wordt samengesteld op basis van de door elke verwerker opgegeven opslag- en verwerkingscapaciteit en moet ten minste betrekking hebben op één verwerkingseenheid voor elke variëteit.

Bij de controle wordt onder meer nagegaan of het eindproduct de in bijlage II vermelde minimumkenmerken vertoont;

b) de naleving van de contractuele verplichtingen; deze controles moeten betrekking hebben op een steekproef van 5 % van de contracten en ten minste 5 % van de oppervlakten waarvoor contracten zijn gesloten;

c) de in de steunaanvragen vermelde gegevens; deze controles moeten betrekking hebben op een steekproef van 5 % van de steunaanvragen en ten minste 5 % van de oppervlakten. Bij de selectie van de steunaanvragen die ter plaatse worden gecontroleerd, houdt de bevoegde autoriteit rekening met:

- het aantal percelen en de totale oppervlakte;

- de resultaten van de toetsing van de in de aanvragen vermelde gegevens aan de gegevens van de database en de gegevens in de contracten;

- de bevindingen bij de controles in de voorafgaande jaren.

Bij de controle van een steunaanvraag wordt geverifieerd of:

- de minimumopbrengst daadwerkelijk in acht is genomen; bij deze controle verifiëren de nationale autoriteiten de leveranties aan de verwerkers en de hoeveelheden die in de voorraadboekhouding van de verwerker zijn geboekt;

- alle op de contractpercelen geoogste hoeveelheden daadwerkelijk zijn gedroogd; bij deze controle stellen de nationale autoriteiten een raming op van de gemiddelde opbrengst per geografisch productiegebied en per variëteit of, voor sultanine- en moscateldruiven, per categorie; deze gemiddelde opbrengst wordt als vergelijkingsgegeven gehanteerd;

- aan de minimumkwaliteitseisen is voldaan;

d) de steun voor herbeplanting ter bestrijding van fylloxera.

2. De controle ter plaatse heeft betrekking op het geheel van percelen van het bedrijf die zijn beplant met variëteiten waarvoor steun wordt verleend en het geheel van activiteiten van de verwerkers in verband met de betrokken variëteiten, met inbegrip van die welke betrekking hebben op ingevoerde hoeveelheden.

3. Wanneer een gecontroleerd perceel aan verschillende eigenaars toebehoort, wordt in de database en in de steunaanvragen van de mede-eigenaars de juistheid van de ter zake verstrekte informatie geverifieerd.

4. De controleresultaten en de toegepaste sancties worden in de database vermeld.

Artikel 9

1. Indien wordt geconstateerd dat de door de individuele telers of de telersverenigingen op grond van artikel 4, lid 2, onder a), verstrekte gegevens onjuist zijn, worden de volgende sancties toegepast:

a) bij verschillen in oppervlakte wordt het bepaalde in lid 4 naar analogie toegepast;

b) bij aanzienlijke verschillen ten aanzien van de beschikbare infrastructuur worden de individuele telers of de telersverenigingen voor het lopende verkoopseizoen uit de database geschrapt; zij worden niet eerder dan voor het daaropvolgende verkoopseizoen opnieuw in de database opgenomen, op voorwaarde bovendien dat zij het bewijs leveren dat de nodige voorzieningen zijn geïnstalleerd en/of het nodige materieel is aangeschaft.

2. Indien wordt geconstateerd dat de door de verwerkers op grond van artikel 4, lid 2, onder b), verstrekte gegevens onjuist zijn of dat de uit hoofde van dezelfde bepalingen aangegane verbintenissen niet zijn nageleefd, worden de volgende sancties toegepast:

a) bij aanzienlijke verschillen ten aanzien van de beschikbare infrastructuur wordt een financiële sanctie toegepast ten bedrage van de steun die overeenkomt met de in het betrokken verkoopseizoen verwerkte hoeveelheden; de verwerkers worden bovendien uit de database geschrapt voor het lopende verkoopseizoen; ze worden niet eerder dan het daaropvolgende verkoopseizoen weer in de database opgenomen, op voorwaarde bovendien dat zij het bewijs leveren dat zij geschikte voorzieningen hebben geinstalleerd;

b) wanneer wordt geconstateerd dat de aangegane verbintenissen, met name die in verband met de kwaliteit van het eindproduct, alsmede die in verband met de uitgesorteerde producten en/of het voeren van een gedetailleerde boekhouding, niet zijn nagekomen, wordt een sanctie toegepast ten bedrage van de steun die overeenkomt met de in het betrokken verkoopseizoen verwerkte hoeveelheden.

3. Indien wordt geconstateerd, hetzij dat de in de contracten vermelde gegevens onjuist zijn, hetzij dat de aangegane verbintenissen niet zijn nagekomen, worden de volgende sancties toegepast:

a) wanneer een individuele teler of een telersvereniging met name de in artikel 5, lid 1, vierde streepje, bedoelde leveringsverplichting niet is nagekomen, wordt geen steun betaald of wordt de steun, indien hij reeds is betaald, teruggevorderd overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie(12);

b) wanneer verwerkers de op grond van een contract geleverde krenten (basisproduct) of rozijnen (basisproduct) niet hebben overgenomen, wordt een financiële sanctie toegepast die gelijk is aan het bedrag van de steun voor de betrokken oppervlakte.

4. Indien bij de controle van de steunaanvragen onregelmatigheden worden geconstateerd, worden de volgende sancties toegepast:

a) indien de geconstateerde oppervlakte groter is dan die waarvoor de steun wordt aangevraagd, wordt het steunbedrag berekend op basis van de in de steunaanvraag vermelde oppervlakte.

Indien daarentegen de geconstateerde oppervlakte kleiner is dan die waarvoor de steun is aangevraagd, wordt het steunbedrag berekend op basis van de geconstateerde oppervlakte, verminderd - behalve in geval van overmacht - met het dubbele van het verschil dat is geconstateerd indien dit groter is dan 3 % of 0,2 ha, doch niet groter dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte. De telersverenigingen betalen het ten onrechte ontvangen bedrag terug, vermeerderd met de overeenkomstig het bepaalde in lid 3, onder a), berekende rente.

Indien het geconstateerde verschil groter is dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte, wordt geen hectaresteun verleend of wordt de steun, indien hij reeds is betaald, teruggevorderd overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3887/92.

Indien evenwel opzettelijk of als gevolg van een ernstig verzuim een valse aangifte is ingediend:

- wordt de teler of de telersvereniging van de steun uitgesloten voor het betrokken verkoopseizoen,

en

- in geval van een opzettelijk valse aangifte, ook van de steun voor het volgende verkoopseizoen.

De bovenbedoelde kortingen worden niet toegepast indien de individuele teler of de telersvereniging bewijst dat de opgegeven oppervlakte correct was berekend op basis van door de bevoegde autoriteit erkende gegevens.

In dit lid wordt onder "geconstateerde oppervlakte" verstaan, de oppervlakte waarvoor aan alle voorgeschreven voorwaarden is voldaan;

b) Indien wordt geconstateerd dat de minimumopbrengst niet in acht is genomen, wordt de individuele teler of de telersvereniging alsmede, in voorkomend geval, de betrokken verwerker, uit de database geschrapt voor het lopende en het volgende verkoopseizoen;

c) Indien wordt geconstateerd dat de verkregen opbrengst hoger is dan de minimumopbrengst, doch lager dan het door de nationale autoriteit voor het betrokken geografisch gebied geraamde gemiddelde, wordt de controle uitgebreid tot de hoeveelheden die door de individuele teler of door de telersvereniging op de markt voor verse producten of voor wijnbereiding zijn verkocht. Indien bij deze controle en bij de controle van de toestand van de wijngaard blijkt dat de hoeveelheden die zijn geoogst op de percelen waarvoor steun wordt aangevraagd niet in hun geheel zijn gedroogd, wordt de steun verminderd naar evenredigheid van het percentage van de hoeveelheden waaraan een andere bestemming is gegeven. Er wordt geen steun betaald indien meer dan 30 % van de verkregen hoeveelheden een andere bestemming heeft gekregen. Bij gebrek van bewijzen inzake de werkelijk op de betrokken percelen geteelde hoeveelheden, worden de hoeveelheden die een andere bestemming hebben gekregen, geacht gelijk te zijn aan het verschil tussen de in de steunaanvraag vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden die resulteren uit de toepassing van de door de autoriteiten vastgestelde gemiddelde opbrengst voor het betrokken geografisch gebied en de betrokken variëteit.

5. In alle gevallen waarin de steun ten onrechte blijkt te zijn betaald, vorderen de lidstaten de betrokken bedragen terug overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3887/92.

Wanneer een onregelmatigheid wordt geconstateerd die betrekking heeft op een gedeelte van het areaal of de productie van een teler of een telersvereniging of een gedeelte van de door een verwerker overgenomen en/of verwerkte productie, worden sancties toegepast die evenredig zijn aan de onregelmatigheid. Het verbeurde steunbedrag is ten minste tweemaal zo groot als het bedrag dat correspondeert met de met de onregelmatigheid gemoeide hoeveelheden.

Artikel 10

Inzake de controles en de sancties in het kader van deze verordening gelden de volgende bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3887/92

- artikel 6, lid 3, laatste alinea, voor het geval ernstige onregelmatigheden worden geconstateerd in een regio of een deelregio;

- artikel 6, lid 7, eerste alinea, voor de constatering van de oppervlakte van de percelen;

- artikel 8, lid 1, eerste alinea, voor de gevallen van te late indiening van de aanvraag tot inschrijving in de database en/of de steunaanvraag;

- artikel 11 met betrekking tot gevallen van overmacht en gevallen waarin toepasselijke sancties niet worden toegepast;

- artikel 12 met betrekking tot het controlebezoekverslag:

- artikel 13 met betrekking tot de weigering van het bedrijfshoofd om een bezoek ter plaatse toe te staan;

- artikel 14 met betrekking tot de wijze van terugbetaling ten aanzien van onverschuldigde betalingen;

- artikel 15.

Artikel 11

De betrokken lidstaten delen de Commissie elk jaar mee:

a) vóór 1 oktober, op basis van de in de database en in de contracten vermelde gegevens:

- de totale oppervlakte van de wijngaarden die zijn beplant met variëteiten die voor steun in aanmerking kunnen komen, per variëteit, en, voor sultanine- en moscateldruiven, per categorie;

- de gespecialiseerde oppervlakte voor de productie van krenten en rozijnen;

- de oppervlakte waarvoor contracten zijn gesloten, per variëteit, en het totale aantal contracten, uitgesplitst naar contracten met individuele telers en contracten met telersverenigingen;

- de raming van de geoogste hoeveelheid druiven voor de productie van krenten en rozijnen, per variëteit;

- het aantal telersverenigingen, uitgesplitst naar type van erkenning, en het percentage van de oppervlakte die door deze verenigingen wordt bestreken, alsmede hun opslagcapaciteit;

- het aantal verwerkers en de opslag- en verwerkingscapaciteit;

b) vóór 31 januari:

i) op basis van de in de steunaanvragen vermelde gegevens:

- de gespecialiseerde oppervlakte, per variëteit, waarvoor door telersverenigingen en door individuele telers steun is aangevraagd;

- de hoeveelheden krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) die zijn geproduceerd en de gemiddelde opbrengst per hectare, per variëteit, voor de telersverenigingen en de individuele telers;

- het aantal hectares waarvoor officieel een verlaging van de minimumopbrengst is geaccepteerd door de bevoegde instanties van de lidstaten overeenkomstig artikel 3, lid 2, vierde streepje. Deze oppervlakten moeten worden uitgesplitst naar opbrengstverlagingspercentage en type schade voor elke productieregio;

ii) op basis van de gegevens in de aanvragen voor herbeplantingssteun;

- de oppervlakten waarvoor herbeplantingssteun is uitgekeerd, per variëteit, voor telersverenigingen en individuele telers, uitgesplitst naar steun voor herbeplanting voor het eerste, het tweede en het derde jaar;

c) vóór 1 september:

- de oppervlakten waarvoor de steun voor de teelt en de steun voor herbeplanting voor het lopende verkoopseizoen definitief zijn toegekend;

- de resultaten van de controles, met vermelding van eventueel ondervonden moeilijkheden.

Artikel 12

Verwerkers die krenten en rozijnen produceren die zij in hun bedrijf zelf kunstmatig hebben gedroogd, kunnen door de lidstaat worden gemachtigd om bij telers of telersverenigingen die steun ontvangen, verse druiven aan te kopen. Daartoe moeten zij bij de lidstaat een gedetailleerd programma indienen van de geplande aankopen van verse druiven en zich onderwerpen aan de bijzondere controles die de lidstaat zal moeten instellen om misbruik te voorkomen.

De lidstaten melden de Commissie de desbetreffende aanvragen die zij ontvangen en de specifieke controlebepalingen die zij hebben vastgesteld.

Artikel 13

1. De lidstaten moeten de in artikel 2, lid 4, bedoelde database tot stand hebben gebracht vóór het begin van het verkoopseizoen 2002/2003. Gedurende de verkoopseizoenen 1999/2000, 2000/2001 en 2001/2002 geldt in plaats van de verplichte inschrijving in de database de verplichting om een aanvraag tot inschrijving in de database overeenkomstig artikel 4, lid 2, in te dienen vóór 1 september 1999; de referenties met betrekking tot de oppervlakte en de identificatie van de percelen zijn de kadastrale omschrijvingen of andere door de met de oppervlaktecontrole belaste instantie als gelijkwaardig erkende gegevens.

2. Voor de verkoopseizoenen 1999/2000 tot en met 2001/2002 gelden de volgende overgangsmaatregelen:

a) de lidstaten kunnen besluiten dat voor het verkoopseizoen 1999/2000 de samenwerkingsverbanden van telers die bestonden vóór de inwerkingtreding van deze verordening in de plaats treden van hun leden voor alle handelingen met betrekking tot het beheer van de regeling inzake de steun voor de productie van krenten en rozijnen, als zij vóór 15 september 1999 een verzoek om voorlopige erkenning overeenkomstig artikel 14 van Verordening {EG) nr. 2200/96 indienen;

b) de aanvragen tot inschrijving in de database, als bedoeld in artikel 4, lid 1, zijn ontvankelijk als de aanvragende individuele telers, telersverenigingen en verwerkers, de verbintenis aangaan om vóór het begin van het verkoopseizoen 2001/2002 te voldoen aan de voorwaarden voor inschrijving in die database, met name de voorwaarden inzake het drogen, de opslag en de verwerking:

c) de in artikel 5 bedoelde contracten moeten worden ondertekend door telers of telersverenigingen, inclusief de onder a) bedoelde, en verwerkers die een verzoek om inschrijving in de database hebben ingediend, voordat de contracten worden gesloten; voor de verkoopseizoenen 1999/2000 en 2000/2001 worden de contracten respectievelijk uiterlijk op 15 oktober 1999 en uiterlijk op 1 september 2000 gesloten;

d) de verplichting om de krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) te leveren en op te slaan in stapelbare kisten van kunststof geldt integraal vanaf het verkoopseizoen 2002/2003.

Voor individuele telers, telersverenigingen en verwerkers die hebben geprofiteerd van de maatregelen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 399/94 van de Raad(13), geldt deze verplichting evenwel voor:

- ten minste 25 % van de geleverde en opgeslagen hoeveelheden in het verkoopseizoen 1999/2000;

- ten minste 50 % van de geleverde en opgeslagen hoeveelheden in het verkoopseizoen 2000/2001;

- 100 % van de geleverde en opgeslagen hoeveelheden in de verkoopseizoenen daarna;

e) Voor het verkoopseizoen 1999/2000 is de in artikel 6, lid 1, bedoelde uiterste datum 31 december 1999. Tot aan het begin van het verkoopseizoen 2001/2002 mogen de verwerkers de grondstof door de individuele telers of de telersverenigingen laten opslaan als zij deze niet zelf kunnen opslaan;

f) Het bepaalde in artikel 9, lid 4, onder a), tweede alinea, en onder c), is van toepassing vanaf het verkoopseizoen 2002/2003.

Artikel 14

De lidstaten delen de Commissie binnen twee maanden na de bekendmaking van deze verordening de nationale maatregelen mee die zij ter uitvoering van deze verordening hebben vastgesteld.

Artikel 15

De Verordeningen (EEG) nr. 2911/90 en (EEG) nr. 2347/84 worden ingetrokken met ingang van het verkoopseizoen 1999/2000.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekenmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1999/2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juli 1999.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29.

(2) PB L 303 van 6.11.1997, blz. 1.

(3) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1.

(4) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(5) PB L 278 van 10.10.1990, blz. 35.

(6) PB L 268 van 10.11.1995, blz. 7.

(7) PB L 219 van 16.8.1984, blz. 1.

(8) PB L 228 van 17.8.1988, blz. 5.

(9) PB L 355 van 5.12.1992, blz. 1.

(10) PB L 208 van 31.7.1986, blz. 1.

(11) PB L 175 van 19.7.1993, blz. 1.

(12) PB L 391 van 31.12.1992, blz. 36.

(13) PB L 54 van 25.2.1994, blz. 3.

BIJLAGE I

MINIMUMEISEN

als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder e)

1. Sultaninerozijnen (basisproduct) moeten afkomstig zijn van druiven van wijnstokrassen (cultivars) van Vitis Vinifera L., variëteit Apyrena.

Krenten (basisproduct) moeten afkomstig zijn van blauwe druiven van wijnstokrassen (cultivars) van Vitis vinifera L., variëteit Korinthiaka.

Moscatelrozijnen (basisproduct) moeten afkomstig zijn van druiven van wijnstokrassen (cultivars) van Vitis vinifera L., variëteit Moscatel.

2. De verse druiven moeten voldoen aan de ter zake geldende voorschriften, inzonderheid met betrekking tot residuen van fytosanitaire producten; het drogen moet geschieden zonder dat de druiven rechtstreeks met de grond in contact komen en met afdoende bescherming tegen dieren. De druiven moeten vooraf worden gereinigd, eventueel door wannen, om met name de delen van trosstelen te verwijderen.

3. De krenten (basisproduct) en rozijnen (basisproduct) moeten:

1. droog zijn, met een vochtgehalte van niet meer dan 31 % voor Moscatel en 14 % voor de andere variëteiten;

2. gezond, heel, goed gevormd en voldoende ontwikkeld zijn, met een vrijwel uniforme kleur;

3. vrijwel elastisch en soepel vruchtvlees hebben, waardoor verharding of kristallissatie van de gedroogde bessen wordt voorkomen;

4. vrij zijn van door de steeltjes of door een onjuiste behandeling veroorzaakte kneuzingen;

5. nagenoeg vrij zijn van schimmels, rot, gisting en alle andere gebreken of afwijkingen die, zelfs in een niet-actieve toestand, de kwaliteit of de opmaak van het product nadelig kunnen beïnvloeden;

6. nagenoeg vrij zijn van dode of levende insecten of mijten in alle stadia van hun ontwikkeling;

7. vrij zijn van steentjes, zichtbare zandkorrels, metalen deeltjes en andere minerale onzuiverheden of vreemde stoffen;

8. vrij zijn van zichtbare of onzichtbare residuen van voor de mens giftige behandelingsproducten;

9. nagenoeg vrij zijn van trossteeltjes en andere van de wijnstok afkomstige plantendelen;

10. vrij zijn van vreemde geur of smaak;

11. vrij zijn van kleverige substanties, ongeacht de oorzaak van de kleverigheid;

12. los zitten wanneer ze uit de voor het vervoer of de opslag gebruikte recipiënt worden gehaald;

13. worden vervoerd en opgeslagen in vóór het gebruik gewassen stapelbare plastic kisten;

14. qua grootte homogeen zijn, d.w.z.

- voor krenten (basisproduct) tussen 10 en 4 millimeter en voor sultaninerozijnen (basisproduct) tussen 11 en 4 millimeter

- voor moscatelrozijnen (baissproduct) een zodanige grootte hebben dat er niet meer dan 130 bessen in 100 gram gaan.

4. Terzake gelden de volgende toleranties:

1. Wat de kwaliteit betreft:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. Wat de sortering betreft:

- voor krenten (basisproduct) en sultaninerozijnen (basisproduct):

- ten hoogste 6 gewichtspercenten bessen met een diameter van meer dan 10 millimeter voor krenten en 11 millimeter voor sultaninerozijnen;

- ten hoogste 2 gewichtspercenten bessen met een diameter van minder dan 4 millimeter. Deze laatste tolerantie wordt verhoogd tot 4 % voor krenten (baissproduct) en rozijnen (basisproduct) die zijn geteeld in Aegialia, in Korinthe of op de Ionische Eilanden.

- voor moscatelrozijnen (basisproduct): ten hoogste 10 % bessen (per partij) die niet de limiet halen.

BIJLAGE II

MINIMUMKENMERKEN VOOR KRENTEN EN ROZIJNEN

als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), derde streepje

1. Definitie

De krenten en rozijnen zijn verkregen uit sultanine- en moscateldruiven en blauwe druiven van Korinthe, afkomstig van de soort Vitis vinifera L.

2. Minimumkenmerken

2.1. De krenten en rozijnen moeten de volgende eigenschappen hebben:

- intact;

- gezond; de producten mogen niet zijn aangetast door rot of een zodanig verminderde kwaliteit hebben dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie;

- vrij van levende insecten of levende mijten, ongeacht het ontwikkelingsstadium;

- vrij van abnormaal uitwendig vocht;

- vrij van vreemde geur en/of vreemde smaak (een lichte S02-geur en een lichte geur en smaak van olie worden niet als abnormaal aangemerkt);

en onverminderd de toleranties,

- zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen;

- vrij van zichtbare sporen van aantasting door insecten, mijten of parasieten;

- vrij van schimmels;

- vrij van onrijpe en/of onvoldoende ontwikkelde bessen;

- vrij van trostakjes;

- vrij van vruchtsteeltjes, behalve in het geval van moscatelrozijnen;

- vrij van beschadigde bessen (voor ontpitte rozijnen worden de gewone mechanische beschadigingen die het gevolg zijn van normale ontpittingswerkzaamheden, niet als ",schade" aangemerkt);

- vrij van zichtbare suikerkristallen;

- vrij van vreemde plantaardige stoffen.

2.2. Krenten en rozijnen moeten bovendien:

- ongeveer dezelfde variëteitskenmerken vertonen;

- een goede en kenmerkende smaak, geur en textuur hebben;

- zijn verkregen uit goed rijpe druiven;

- naar grootte gesorteerd of gezeefd zijn, en

- mogen geen andere gebreken hebben dan afwijkingen binnen de grenzen van de toleranties, mits die afwijkingen het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van de producten niet schaden.

2.3. Krenten en rozijnen moeten in een zodanige conditie zijn dat zij:

- bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en

- in goede staat op de plaats van bestemming kunnen aankomen.

3. Vochtgehalte

Het vochtgehalte van krenten en rozijnen mag niet lager zijn dan 13 % en niet hoger dan 31 % voor Malaga/Moscatel; 23 % voor variëteiten met pitten en 18 % voor krenten en andere pitloze variëteiten.

4. Tolerantes

Per verpakkingseenheid gelden de volgende toleranties wat betreft het percentage of het aantal krenten of rozijnen die niet voldoen aan de eisen:

ZONDER PITTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

MET PITTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

KRENTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  翻译: