32001E0930

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 december 2001 inzake terrorismebestrijding

Publicatieblad Nr. L 344 van 28/12/2001 blz. 0090 - 0092


Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

van 27 december 2001

inzake terrorismebestrijding

(2001/930/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op de artikelen 15 en 34,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De buitengewone Europese Raad van 21 september 2001 heeft verklaard dat terrorisme een waarlijke uitdaging voor de wereld en voor Europa is en dat de strijd tegen het terrorisme een prioritaire doelstelling van de Europese Unie zal zijn.

(2) De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 28 september 2001 Resolutie nr. 1373/2001 aangenomen, waarin bevestigd wordt dat terroristische daden een bedreiging vormen voor de vrede en de veiligheid en waarin maatregelen zijn opgenomen ter bestrijding van het terrorisme en met name ter bestrijding van de financiering van het terrorisme en het bieden van veilige toevluchtsoorden aan terroristen.

(3) De Raad heeft op 8 oktober 2001 bevestigd dat de EU en haar lidstaten vastbesloten zijn om op gecoördineerde wijze volledig bij te dragen aan de wereldwijde coalitie tegen het terrorisme, onder auspiciën van de Verenigde Naties. De Raad heeft tevens herinnerd aan de vastbeslotenheid van de Unie om, in nauw overleg met de Verenigde Staten, de financieringsbronnen van het terrorisme aan te pakken.

(4) De Europese Raad heeft op 19 oktober 2001 verklaard vastbesloten te zijn het terrorisme in al zijn verschijningsvormen wereldwijd te bestrijden en zich te blijven inzetten om de coalitie van de internationale gemeenschap ter bestrijding van het terrorisme in al zijn vormen te versterken bijvoorbeeld door de bevordering van de samenwerking tussen de met terrorismebestrijding belaste operationele diensten: Europol, Eurojust, de inlichtingendiensten, de politiediensten en de gerechtelijke autoriteiten.

(5) Er is reeds actie ondernomen om een aantal van de hieronder vermelde maatregelen uit te voeren.

(6) Onder deze buitengewone omstandigheden is een optreden van de Gemeenschap nodig om een aantal van de hieronder vermelde maatregelen uit te voeren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT AANGENOMEN:

Artikel 1

Het bewust, met alle middelen, rechtstreeks of onrechtstreeks, ter beschikking stellen of verzamelen van tegoeden door burgers of op het grondgebied van elk van de lidstaten van de Europese Unie, teneinde deze te gebruiken om terroristische daden te plegen of in de wetenschap dat deze daarvoor zullen worden gebruikt, wordt strafbaar gesteld.

Artikel 2

Alle tegoeden en andere financiële of economische middelen van:

- personen die terroristische daden plegen of pogen te plegen, daaraan deelnemen of het plegen van deze daden vergemakkelijken;

- entiteiten die eigendom zijn van, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks worden gecontroleerd door deze personen; of

- personen en entiteiten die handelen namens of onder leiding van deze personen of entiteiten,

met inbegrip van tegoeden verkregen uit of opgebracht door goederen die eigendom zijn van, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd worden door deze personen en met hen verbonden personen en entiteiten, worden bevroren.

Artikel 3

De tegoeden, financiële of economische middelen dan wel financiële of andere daarmee verband houdende diensten worden, rechtstreeks noch onrechtstreeks, ter beschikking gesteld van:

- personen die terroristische daden plegen of pogen te plegen, daaraan deelnemen of het plegen van deze daden vergemakkelijken;

- entiteiten die eigendom zijn van, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks worden gecontroleerd door deze personen; of

- personen en entiteiten die handelen namens of onder leiding staan van deze personen.

Artikel 4

Er worden maatregelen genomen om elke vorm van actieve of passieve steun aan entiteiten of personen die betrokken zijn bij terroristische daden, uit te sluiten, met inbegrip van maatregelen om de aanwerving van leden van terroristische groeperingen tegen te gaan en de levering van wapens aan terroristen stop te zetten.

Artikel 5

Er worden stappen ondernomen om het plegen van terroristische daden te voorkomen, onder andere door te voorzien in een vroegtijdige waarschuwing via uitwisseling van informatie tussen de lidstaten onderling alsmede tussen de lidstaten en derde landen.

Artikel 6

Een veilig toevluchtsoord wordt geweigerd aan degenen die terroristische daden financieren, plannen, steunen of plegen dan wel veilige toevluchtsoorden bieden.

Artikel 7

Personen die terroristische daden financieren, plannen, vergemakkelijken of plegen, worden verhinderd het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie voor die doeleinden te gebruiken tegen de lidstaten of derde landen dan wel tegen de burgers daarvan.

Artikel 8

Personen die deelnemen aan de financiering, de planning, de voorbereiding of het plegen van terroristische daden of deze steunen, worden vervolgd; deze terroristische daden worden in de wet- en regelgeving van de lidstaten als ernstige, strafbare feiten aangemerkt en de straf weerspiegelt naar behoren de ernst van dergelijke terroristische daden.

Artikel 9

De lidstaten verlenen elkaar, alsmede derde landen, zo veel mogelijk bijstand in strafrechtelijke onderzoeken en strafprocedures met betrekking tot de financiering of ondersteuning van terroristische daden overeenkomstig het internationale en het nationale recht, met inbegrip van bijstand bij het verkrijgen van bewijs dat in het bezit is van een lidstaat of een derde land en dat voor de procedures noodzakelijk is.

Artikel 10

Voorkomen wordt dat terroristen of terroristische groeperingen zich verplaatsen, door doeltreffende grenscontroles en controles bij de afgifte van identiteits- en reisdocumenten en door maatregelen ter voorkoming van namaak, vervalsing of frauduleus gebruik van identiteits- en reisdocumenten. De Raad neemt akte van het voornemen van de Commissie om indien nodig voorstellen dienaangaande voor te leggen.

Artikel 11

Er worden stappen gezet om de uitwisseling van operationele informatie te intensiveren en te versnellen, met name inzake acties en bewegingen van terroristen of netwerken van terroristen, valse of vervalste reisdocumenten, smokkel van wapens, explosieven of gevoelig materiaal, gebruik van communicatietechnologieën door terroristische groeperingen en de dreiging die uitgaat van het feit dat terroristische groeperingen massavernietigingswapens in bezit hebben.

Artikel 12

De lidstaten onderling en de lidstaten en derde landen wisselen, overeenkomstig het internationale en het nationale recht, informatie uit en versterken hun samenwerking op administratief en justitieel gebied om het plegen van terroristische daden te voorkomen.

Artikel 13

De samenwerking tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen, in het bijzonder via bilaterale en multilaterale afspraken en akkoorden, om terroristische aanvallen te voorkomen en te bestrijden en tegen de plegers van deze daden op te treden, wordt bevorderd.

Artikel 14

De lidstaten worden zo spoedig mogelijk partij bij de desbetreffende in de bijlage genoemde internationale verdragen en protocollen inzake terrorisme.

Artikel 15

De lidstaten versterken hun samenwerking en voeren de desbetreffende internationale verdragen en protocollen inzake terrorisme en de Resoluties nr. 1269/1999 en nr. 1368/2001 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties volledig uit.

Artikel 16

Overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het nationaal en internationaal recht, internationale normen op het stuk van de mensenrechten daaronder begrepen, worden, alvorens de vluchtelingenstatus te verlenen, passende maatregelen genomen om zich ervan te vergewissen dat de asielzoeker het plegen van terroristische daden niet heeft gepland, vergemakkelijkt dan wel daaraan heeft deelgenomen. De Raad neemt akte van het voornemen van de Commissie om indien nodig voorstellen dienaangaande voor te leggen.

Artikel 17

Overeenkomstig het internationaal recht worden stappen ondernomen om te waarborgen dat de vluchtelingenstatus niet misbruikt wordt door personen die terroristische daden plegen, organiseren of vergemakkelijken en dat politieke gronden niet erkend worden als gronden tot weigering van de uitlevering van vermoedelijke terroristen. De Raad neemt akte van het voornemen van de Commissie om indien nodig voorstellen dienaangaande voor te leggen.

Artikel 18

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de datum van aanneming.

Artikel 19

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

Gedaan te Brussel, 27 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

L. Michel

BIJLAGE

Lijst van de internationale verdragen en protocollen inzake terrorisme als bedoeld in artikel 14

1. Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen - Tokio, 14.9.1963

2. Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen - Den Haag, 16.12.1970

3. Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart - Montreal, 23.9.1971

4. Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van misdrijven tegen internationaal beschermde personen, met inbegrip van diplomaten - New York, 14.12.1973

5. Europees Verdrag tot de bestrijding van terrorisme - Straatsburg, 27.1.1977

6. Verdrag tegen het nemen van gijzelaars - New York, 17.12.1979

7. Verdrag inzake de fysieke beveiliging van nucleair materiaal - Wenen, 3.3.1980

8. Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart, in aanvulling op het Verdrag ter bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart - Montreal, 24.2.1988

9. Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart - Rome, 10.3.1988

10. Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat - Rome, 10.3.1988

11. Verdrag inzake het merken van kneedspringstoffen ten behoeve van de opsporing ervan - Montreal, 1.3.1991

12. VN-Verdrag inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen - New York, 15.12.1997

13. VN-Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme - New York, 9.12.1999.

  翻译: