Verordening (EG) nr. 672/2001 van de Commissie

van 2 april 2001

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1750/1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Orientatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen(1), en met name op artikel 50,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Volgens Verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie(2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2075/2000(3), zijn als bewijs van het feit dat rassen van landbouwhuisdieren met uitsterven worden bedreigd, wetenschappelijke gegevens nodig die worden erkend door als autoriteiten op dit gebied beschouwde internationale organisaties. Welke wetenschappelijke gegevens het betreft, is nog niet volledig gedefinieerd.

(2) Daarom moet, in afwachting van de definitieve definiëring van deze wetenschappelijke criteria, de overgang van de vroegere steunregelingen naar de huidige steunregeling voor plattelandsontwikkeling door middel van overgangsbepalingen worden vergemakkelijkt.

(3) Ter wille van de continuïteit van de steun voor met uitsterven bedreigde rassen van landbouwhuisdieren dient de lidstaten te worden toegestaan in het kader van de huidige steunregeling voor plattelandsontwikkeling tot en met 31 december 2001 verbintenissen aan te gaan met betrekking tot rassen die in het kader van de vroegere regelingen werden gesteund.

(4) Ter wille van de continuïteit van de steun dient deze verordening met ingang van 1 januari 2000 te worden toegepast.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de landbouwstructuur en de plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In punt 9.3.VI.A van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1750/1999 wordt aan het einde van het tweede streepje de volgende zin toegevoegd: "De lidstaten kunnen in het kader van de huidige steunregeling voor plattelandsontwikkeling tot en met 31 december 2001 nieuwe verbintenissen aangaan met betrekking tot rassen die in het kader van de vroegere regelingen werden gesteund.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 april 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(2) PB L 214 van 13.8.1999, blz. 31.

(3) PB L 246 van 30.9.2000, blz. 46.