32002D0611

2002/611/EG: Besluit van de Commissie van 12 juli 2002 tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedure betreffende de invoer van sulfanilzuur uit India

Publicatieblad Nr. L 196 van 25/07/2002 blz. 0036 - 0037


Besluit van de Commissie

van 12 juli 2002

tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumping- en antisubsidieprocedure betreffende de invoer van sulfanilzuur uit India

(2002/611/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen de invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(2), en met name op artikel 8,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen de invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(3), en met name op artikel 13,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

A. PROCEDURE

(1) Bij Verordening (EG) nr. 573/2002(4) heeft de Commissie een voorlopig compenserend recht ingesteld op sulfanilzuur uit India. Op dezelfde dag heeft de Commissie, bij Verordening (EG) nr. 575/2002(5), ook een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op sulfanilzuur uit India, alsmede op sulfanilzuur uit de Volksrepubliek China.

(2) Na de vaststelling van de voorlopige compenserende maatregelen heeft de Commissie haar onderzoek naar subsidiëring, schade en het belang van de Gemeenschap voortgezet. De definitieve bevindingen en conclusies van dit onderzoek zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1338/2002 van de Raad van 22 juli 2002 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige compenserende recht op sulfanilzuur uit India(6).

(3) Op dezelfde wijze heeft de Commissie, na de vaststelling van de voorlopige antidumpingmaatregelen, haar onderzoek naar dumping, schade en het belang van de Gemeenschap voortgezet. De definitieve bevindingen en conclusies van dit onderzoek zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 1339/2002 van Raad van 22 juli 2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op sulfanilzuur uit India en de Volksrepubliek China(7).

(4) Bij het onderzoek werden de voorlopige bevindingen inzake schadeveroorzakende subsidiëring van sulfanilzuur uit India en schadeveroorzakende dumping van sulfanilzuur uit India en de Volksrepubliek China bevestigd.

B. VERBINTENIS

(5) Na de vaststelling van voorlopige antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen heeft de enige medewerkende producent/exporteur in India een prijsverbintenis aangeboden overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 384/96 ("de basisantidumpingverordening") en artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2026/97 ("de basisantisubsidieverordening"). Deze producent/exporteur verbond zich ertoe het betrokken product tegen of boven een prijs te verkopen waarbij er geen sprake meer zou zijn van schade door subsidiëring of dumping.

(6) Deze producent/exporteur zal de Commissie ook regelmatig gedetailleerde verslagen toezenden over zijn export naar de Gemeenschap, waardoor de Commissie toezicht kan houden op de naleving van de verbintenis. Voorts is de verkoopstructuur van deze producent/exporteur zodanig dat de Commissie van oordeel is dat het risico op ontduiking van de overeengekomen verbintenis gering is.

(7) Gezien het bovenstaande wordt de aangeboden verbintenis aanvaardbaar geacht en de betrokken producent/exporteur is in kennis gesteld van de voornaamste feiten, overwegingen en verplichtingen waarop de aanvaarding is gebaseerd.

(8) Ter waarborging van een daadwerkelijk toezicht en de naleving van de verbintenis wanneer de aangifte voor het vrije verkeer ingevolge de verbintenis bij de douane wordt ingediend, is de vrijstelling van rechten afhankelijk van de overlegging van een handelsfactuur die de voor de douane noodzakelijke gegevens bevat die zijn vermeld in de bijlage bij Verordeningen (EG) nr. 1338/2002 en (EG) nr. 1339/2002. Wanneer een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, of wanneer deze niet overeenstemt met de bij de douane aangebrachte goederen, zijn het betrokken antidumpingrecht en compenserende recht verschuldigd.

(9) Indien de verbintenis niet wordt nageleefd of wordt ingetrokken, of indien vermoed wordt dat zij niet wordt nageleefd, kan een compenserend recht en een antidumpingrecht worden ingesteld op grond van artikel 13, leden 9 en 10, van de basisantisubsidieverordening respectievelijk artikel 8, leden 9 en 10, van de basisantidumpingverordening,

BESLUIT:

Artikel 1

De door hieronder genoemde onderneming aangeboden verbintenis in het kader van de antisubsidieprocedure betreffende de invoer van sulfanilzuur uit India en de antidumpingprocedure betreffende de invoer van sulfanilzuur uit India en de Volksrepubliek China wordt aanvaard.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2002.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

(3) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1.

(4) PB L 87 van 4.4.2002, blz. 5.

(5) PB L 87 van 4.4.2002, blz. 28.

(6) Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(7) Zie bladzijde 11 van dit Publicatieblad.

  翻译: