32004D0115

2004/115/EG: Beschikking van de Commissie van 10 december 2003 betreffende de steunregeling voor het Thüringer Industriebeteiligungsfonds (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4495)

Publicatieblad Nr. L 034 van 06/02/2004 blz. 0070 - 0071


Beschikking van de Commissie

van 10 december 2003

betreffende de steunregeling voor het Thüringer Industriebeteiligungsfonds

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4495)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/115/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1) en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1. PROCEDURE

(1) De Commissie koesterde, op grond van het onderzoek van de jaarverslagen van het Thüringer Industriebeteiligungsfonds (hierna: "TIB-fonds"), twijfels over de verenigbaarheid van de activiteiten van het TIB-fonds met de beschikking van de Commissie van 9 augustus 1994 betreffende de steunregeling van het TIB-fonds (staatssteunregeling N 183/94). Om deze reden heeft de Commissie procedure NN 120/98 ingeleid en om inlichtingen verzocht (brief van 30 december 1998). Aangezien de Duitse regering geen opmerkingen meedeelde, heeft de Commissie Duitsland bij brief van 15 maart 1999 kennis gegeven van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag.

(2) Bij brief van 17 november 1997 heeft Duitsland verduidelijkingen en wijzigingen bij de Commissie aangemeld betreffende de steunregeling die reeds voor een periode van tien jaar door de Commissie werd goedgekeurd onder nummer N 183/1994. Bij brief van 29 januari 1998 heeft Duitsland de Commissie dienaangaande aanvullende informatie meegedeeld. De Commissie had twijfels over de efficiënte controle op het TIB-fonds door de deelstaat. Bij brief van 15 maart 1999 (zie overweging 1) heeft de Commissie Duitsland kennis gegeven van haar besluit om ook betreffende dit aspect de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden.

(3) Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(2) bekendgemaakt. De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken.

(4) De opmerkingen die de Commissie van de belanghebbenden heeft ontvangen, zijn aan Duitsland ter kennis gebracht.

(5) Bij fax van 24 oktober 2003 heeft Duitsland zijn aanmelding van 17 november 1997 ingetrokken.

2. OPMERKINGEN VAN DE BELANGHEBBENDEN

(6) Het TIB-fonds heeft als enige bij brief van 31 mei 1999 opmerkingen meegedeeld.

3. BESCHRIJVING EN BEOORDELING

(7) De onderhavige procedure omvat twee van elkaar te onderscheiden aspecten. Enerzijds de veronderstelde onjuiste toepassing van de beschikking van de Commissie van 9 augustus 1994 betreffende de steunregeling van het TIB-fonds en anderzijds de aanmelding van een verbeterde en gedeeltelijk gewijzigde steunregeling voor de activiteiten van het TIB-fonds. Aangezien deze aanmelding door Duitsland werd ingetrokken, dient de procedure overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag(3) te worden beëindigd.

(8) Met betrekking tot de veronderstelde onjuiste toepassing van de beschikking van de Commissie van 1994 loopt de onderzochte periode van 9 augustus 1994 (kennisgeving aan Duitsland van de beschikking van de Commissie in de procedure betreffende steunmaatregel N 184/94) tot 15 maart 1999 (kennisgeving aan Duitsland van de beschikking van de Commissie tot inleiding van de onderzoeksprocedure) (zie punt 4 van de beschikking van de Commissie om de procedure te openen). In het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure werden verschillende ondernemingen bij naam genoemd. Met betrekking tot deze ondernemingen heeft de Commissie in verschillende parallelle zaken de verenigbaarheid van de activiteiten van het TIB-fonds met de gemeenschappelijke markt onderzocht. Het gaat om de volgende zaken: MITEC (NN 31/97), Umformtechnik Erfurt (N 201/99), Compact Disc Albrechts (C 42/98), Kahla Porzellan (C 62/00), Zeuro Möbel (C 56/97), Henneberg Porzellan (C 36/00) en Deckel Maho (C 27/00). Deze feiten zijn derhalve niet in de onderhavige procedure onderzocht.

(9) Met betrekking tot vier andere kleine en middelgrote ondernemingen, KHW Konstruktionsholzwerk Seubert GmbH & Co. KG, Simson Zweirad GmbH, Polyplast GmbH en Möbelwerke Themar, werden insolventieprocedures ingeleid. Geen van deze ondernemingen heeft nog een economische activiteit. Gelet op het feit dat deze ondernemingen de concurrentie niet meer verstoren en dat eventuele vorderingen tot terugbetaling geen nut zouden hebben, dient de procedure te worden beëindigd.

(10) Bij fax van 25 mei 1999 heeft Duitsland informatie meegedeeld betreffende nog zes andere ondernemingen. De Commissie kan uit de meegedeelde informatie niet afleiden dat de criteria van de beschikking van de Commissie betreffende steunzaak N 183/94 niet zijn nageleefd.

4. CONCLUSIES

Om bovenvermelde redenen moet de procedure betreffende steunzaak C 17/99 worden beëindigd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Steunzaak C 17/99, die enerzijds betrekking heeft op de aanmelding van wijzigingen betreffende de oorspronkelijk goedgekeurde steunregeling en anderzijds op bepaalde maatregelen van het Thüringer Industriebeteiligungsfonds ten gunste van ondernemingen in Thüringen voor de periode van 9 augustus 1994 tot 15 maart 1999, gebaseerd op de oorspronkelijk goedgekeurde steunregeling, wordt beëindigd.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 10 december 2003.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB C 166 van 9.6.2001, blz. 14.

(2) Zie voetnoot 1.

(3) PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

  翻译: