Verordening (EG) nr. 567/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)
Publicatieblad Nr. L 090 van 27/03/2004 blz. 0001 - 0002
Verordening (EG) nr. 567/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie(1), en met name op artikel 2, lid 3, Gelet op de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije(2), en met name op artikel 57, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité, Gezien het advies van het Comité van de Regio's, Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij hoofdstuk V bis van titel II van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen(3) is een steunmaatregel vastgesteld om de landbouwers die aan pas ingevoerde dwingende normen voldoen, te helpen. (2) Als gevolg van de toetreding krijgen de landbouwers in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije te maken met talrijke nieuwe, op de communautaire regelgeving gebaseerde normen, die zij vanaf de datum van toetreding of een latere datum moeten naleven. Steun om althans een deel te dekken van de investeringskosten die moeten worden gemaakt om de normen te kunnen naleven, is noodzakelijk. Bijgevolg dienen afwijkende specifieke bepalingen te worden vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de maatregel "Voldoen aan normen" in de nieuwe lidstaten. (3) Verordening (EG) nr. 1257/1999 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In artikel 33 terdecies van Verordening (EG) nr. 1257/1999 wordt het volgende lid ingevoegd: "2 ter. In afwijking van de artikelen 21 bis, 21 ter en 21 quater kunnen voor de bepaling van het niveau van de jaarlijkse steun de kosten in aanmerking worden genomen die zijn verbonden aan investeringen die nodig zijn om de naleving mogelijk te maken van een vóór de toetredingsdatum door de Gemeenschap vastgestelde norm die vanaf die datum of een latere datum dwingend is voor de landbouwer. Deze mogelijkheid blijft beperkt tot de eerste drie jaren van de steunperiode, binnen de grenzen van een maximale jaarlijkse betaling van 25000 EUR per bedrijf. Gedurende deze investeringsperiode is de degressiviteit waarin artikel 21 quater voorziet, niet van toepassing. De gederfde inkomsten en de extra kosten die het gevolg zijn van de naleving van de norm, mogen pas na afloop van de investeringsperiode in aanmerking worden genomen. De op grond van de eerste alinea ondersteunde investeringen komen niet in aanmerking voor de steun waarin hoofdstuk I voorziet.". Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2004 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van de Akte van Toetreding van 2003(4). Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 22 maart 2004. Voor de Raad De voorzitter J. Walsh (1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17. (2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33. (3) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 2003. (4) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.