26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/9


RICHTLIJN 2005/74/EG VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2005

tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2), en met name op artikel 4, lid 1, onder f,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens Richtlijn 91/414/EEG valt de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik op bepaalde gewassen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Deze toelating moet stoelen op een beoordeling van de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Bij deze beoordeling moet onder meer worden gekeken naar de blootstelling van toedieners en omstanders, de milieueffecten in bodem, water en lucht, en de gevolgen bij mens en dier van de consumptie van residuen op behandelde gewassen.

(2)

De maximumresidugehalten (MRL's) worden vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk is en toxicologisch aanvaardbaar blijft, met name wat de geschatte opname via de voeding betreft.

(3)

De MRL's van bestrijdingsmiddelen moeten telkens opnieuw worden bezien. Ze kunnen worden aangepast naar aanleiding van nieuwe toepassingen of informatie.

(4)

De MRL's worden op de ondergrens van de analytische bepaling vastgesteld wanneer de toegelaten toepassingen van de gewasbeschermingsmiddelen niet tot waarneembare gehalten aan residuen van het bestrijdingsmiddel in of op het levensmiddel leiden, wanneer er geen toegelaten toepassingen zijn, wanneer door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, en wanneer toepassingen in derde landen die leiden tot residuen in of op levensmiddelen die in de Gemeenschap verkrijgbaar kunnen zijn, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd.

(5)

De Commissie is in kennis gesteld van nieuwe of gewijzigde toepassingen van bepaalde bestrijdingsmiddelen die onder Richtlijn 90/642/EEG vallen. Het gaat om ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool.

Voor lambda-cyhalothrin, methomyl en pymetrozine bestaat een acute referentiedosis (ARfD) en is de acute blootstelling van de consument via elk levensmiddel dat residuen van deze bestrijdingsmiddelen kan bevatten volgens momenteel in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren beoordeeld. Er is rekening gehouden met het advies en de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité voor planten, met name over de bescherming van de consument van met bestrijdingsmiddelen behandelde levensmiddelen. Uit de beoordeling van de opname van lambda-cyhalothrin, methomyl en pymetrozine blijkt dat de ARfD met de betreffende MRL's niet wordt overschreden. Uit de beschikbare informatie voor ethofumesaat en thiabendazool blijkt dat geen ARfD en dus ook geen beoordeling van de acute effecten nodig is.

(6)

Daarom moeten voor deze bestrijdingsmiddelen nieuwe MRL's worden vastgesteld.

(7)

In het licht van de technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen kan het dienstig zijn dat specifieke MRL’s worden vastgesteld voor producten die betrekkelijk nieuw zijn in de Gemeenschap, zoals „papaja’s” en „cassave”. De lijst van voorbeelden in de in bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG vermelde groepen moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Dat op communautair niveau voorlopige MRL's worden vastgesteld of gewijzigd neemt niet weg dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL's voor ethofumesaat kunnen vaststellen. Om andere toepassingen van de actieve stof in kwestie toe te staan volstaat een periode van vier jaar. De voorlopige MRL's moeten daarna definitief worden.

(9)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Het product „Papaja’s” wordt toegevoegd aan bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG onder categorie 1 vi) Diverse vruchten tussen de producten „Olijven” en „Passievruchten”. Het product „Cassave” wordt toegevoegd aan bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG onder categorie 2 i) Wortel- en knolgewassen tussen de producten „Wortelen” en „Knolselderij”.

Artikel 2

Richtlijn 90/642/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de maximumgehalten aan residuen van de bestrijdingsmiddelen ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool vervangen door die in bijlage I bij deze richtlijn.

2)

In bijlage II worden maximumgehalten aan residuen van het bestrijdingsmiddel ethofumesaat toegevoegd, als vastgesteld in bijlage II bij deze richtlijn.

Artikel 3

1.   De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 26 april 2006 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 27 april 2006.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/48/EG van de Commissie (PB L 219 van 24.8.2005, blz. 29).

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).


BIJLAGE I (1)

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de MRL’s van toepassing zijn

Pymetrozine

Lambda-cyhalothrin

Ethofumesaat (som van ethofumesaat en de metaboliet 2,3-dihydro-3,3-dimethyl-2-oxo-benzofuran-5-ylmethaansulfonaat, uitgedrukt als ethofumesaat)

Methomyl/thiodicarb (som uitgedrukt als methomyl)

Thiabendazool

1.

Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren zonder toegevoegde suiker; noten

 

 

0,05 (2)  (3)

 

 

i)

CITRUSVRUCHTEN

0,3 (3)

 

 

 

5

Grapefruit

 

0,1

 

0,5

 

Citroenen

 

0,2

 

1

 

Limoenen

 

0,2

 

1

 

Mandarijnen (inclusief clementines en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten)

 

0,2

 

1

 

Sinaasappelen

 

0,1

 

0,5

 

Pomelo’s

 

0,1

 

0,5

 

Overige

 

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,02 (2)  (3)

0,05 (2)

 

0,05 (2)

0,1 (2)

Amandelen

 

 

 

 

 

Paranoten

 

 

 

 

 

Cashewnoten

 

 

 

 

 

Kastanjes

 

 

 

 

 

Kokosnoten

 

 

 

 

 

Hazelnoten

 

 

 

 

 

Macadamia

 

 

 

 

 

Pecannoten

 

 

 

 

 

Pijnboompitten

 

 

 

 

 

Pistaches (pimpernoten)

 

 

 

 

 

Walnoten (okkernoten)

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

iii)

PITVRUCHTEN

0,02 (2)  (3)

0,1

 

0,2

 

Appels

 

 

 

 

5

Peren

 

 

 

 

5

Kweeperen

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

0,05 (2)

iv)

STEENVRUCHTEN

 

 

 

 

0,05 (2)

Abrikozen

0,05 (3)

0,2

 

0,2

 

Kersen

 

 

 

0,1

 

Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

0,05 (3)

0,2

 

0,2

 

Pruimen

 

 

 

0,5

 

Overige

0,02 (2)  (3)

0,1

 

0,05 (2)

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

0,02 (2)  (3)

 

 

 

0,05 (2)

a)

Tafel- en wijndruiven

 

0,2

 

 

 

Tafeldruiven

 

 

 

0,05 (2)

 

Wijndruiven

 

 

 

1

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

 

0,5

 

0,05 (2)

 

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

Bramen

 

 

 

 

 

Dauwbramen

 

 

 

 

 

Loganbessen

 

 

 

 

 

Frambozen

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

d)

Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

 

 

 

0,05 (2)

 

Blauwe bosbessen

 

 

 

 

 

Veenbessen

 

 

 

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

0,1

 

 

 

Kruisbessen

 

0,1

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

 

0,2

 

0,05 (2)

 

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

Avocado’s

 

 

 

 

15

Bananen

 

 

 

 

5

Dadels

 

 

 

 

 

Vijgen

 

 

 

 

 

Kiwi’s

 

 

 

 

 

Kumquats

 

 

 

 

 

Lychees

 

 

 

 

 

Mango’s

 

 

 

 

5

Olijven

 

 

 

 

 

Papaja’s

 

 

 

 

10

Passievruchten

 

 

 

 

 

Ananassen

 

 

 

 

 

Granaatappels

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

0,05 (2)

2.

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

 

 

 

 

 

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

0,02 (2)  (3)

 

 

 

 

Rode bieten

 

 

0,1 (3)

 

 

Wortelen

 

 

 

 

 

Cassave

 

 

 

 

15

Knolselderij

 

0,1

 

 

 

Mierikswortel (peperwortel)

 

 

 

 

 

Aardperen (topinamboers)

 

 

 

 

 

Pastinaken

 

 

 

 

 

Wortelpeterselie

 

 

 

 

 

Radijs

 

0,1

 

0,5

 

Schorseneren

 

 

 

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

15

Koolraap

 

 

 

 

 

Rapen

 

 

 

 

 

Yam

 

 

 

 

15

Overige

 

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

ii)

BOLGEWASSEN

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Knoflook

 

 

 

 

 

Uien

 

 

 

 

 

Sjalotten

 

 

 

 

 

Bosuien

 

0,05

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

iii)

VRUCHTGROENTEN

 

 

0,05 (2)  (3)

 

0,05 (2)

a)

Solanaceae

 

 

 

 

 

Tomaten

0,5 (3)

0,1

 

0,5

 

Pepers (paprika’s)

1 (3)

0,1

 

0,2

 

Aubergines

0,5 (3)

0,5

 

0,5

 

Overige

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,5 (3)

0,1

 

0,05 (2)

 

Komkommers

 

 

 

 

 

Augurken

 

 

 

 

 

Courgettes

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,2 (3)

0,05

 

0,05 (2)

 

Meloenen

 

 

 

 

 

Pompoenen

 

 

 

 

 

Watermeloenen

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

d)

Suikermaïs

0,02 (2)  (3)

0,05

 

0,05 (2)

 

iv)

KOOLSOORTEN

 

 

0,05 (2)  (3)

 

 

a)

Bloemkoolachtigen

0,02 (2)  (3)

0,1

 

 

 

Broccoli

 

 

 

0,2

5

Bloemkool

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

0,05 (2)

0,05 (2)

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

0,05 (2)

0,05 (2)

Spruitjes

 

0,05

 

 

 

Sluitkool

0,05 (3)

0,2

 

 

 

Overige

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

 

 

c)

Bladkoolachtigen

 

1

 

0,05 (2)

0,05 (2)

Chinese kool

 

 

 

 

 

Boerenkool

0,1 (3)

 

 

 

 

Overige

0,02 (2)  (3)

 

 

 

 

d)

Koolrabi

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

0,05 (2)

0,05 (2)

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

 

 

 

 

0,05 (2)

a)

Sla en dergelijke

1 (3)

1

0,05 (2)  (3)

 

 

Tuinkers

 

 

 

 

 

Veldsla

 

 

 

 

 

Sla

 

 

 

2

 

Andijvie

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

0,05 (2)

 

b)

Spinazie en dergelijke

0,02 (2)  (3)

0,5

0,05 (2)  (3)

2

 

Spinazie

 

 

 

 

 

Snijbiet

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

c)

Waterkers

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

d)

Witlof

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

e)

Kruiden

1 (3)

1

1 (3)

2

 

Kervel

 

 

 

 

 

Bieslook

 

 

 

 

 

Peterselie

 

 

 

 

 

Selderijbladeren

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

vi)

PEULGROENTEN (vers)

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Bonen (met peul)

 

0,2

 

 

 

Bonen (zonder peul)

 

0,02 (2)

 

 

 

Erwten (met peul)

 

0,2

 

 

 

Erwten (zonder peul)

 

0,2

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

vii)

STENGELGROENTEN (vers)

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Asperges

 

 

 

 

 

Kardoen

 

 

 

 

 

Bleekselderij, groene selder

 

0,3

 

 

 

Knolvenkel

 

 

 

 

 

Artisjokken

 

 

 

 

 

Prei

 

0,3

 

 

 

Rabarber

 

 

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

viii)

FUNGI

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

a)

Gekweekte paddestoelen

 

0,02 (2)

 

 

10

b)

Wilde paddestoelen

 

0,5

 

 

0,05 (2)

3.

Peulvruchten

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Bonen

 

 

 

 

 

Linzen

 

 

 

 

 

Erwten

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

4.

Oliehoudende zaden

 

0,02 (2)

0,1 (2)  (3)

 

0,05 (2)

Olievlas

 

 

 

 

 

Pinda’s

 

 

 

0,1

 

Papaverzaad

 

 

 

 

 

Sesamzaad

 

 

 

 

 

Zonnebloempitten

 

 

 

 

 

Kool- en raapzaad

 

 

 

 

 

Sojabonen

 

 

 

0,1

 

Mosterdzaad

 

 

 

 

 

Katoenzaad

0,05 (3)

 

 

0,1

 

Overige

0,02 (2)  (3)

 

 

0,05 (2)

 

5.

Aardappelen

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

Vroege aardappelen

 

 

 

 

0,05 (2)

Bewaaraardappelen

 

 

 

 

15

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

0,1 (2)  (3)

1

0,1 (2)  (3)

0,1 (2)

0,1 (2)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

5 (3)

10

0,1 (2)  (3)

10

0,1 (2)


(1)  Voor het gemak van de lezer worden de gewijzigde MRL-waarden onderstreept.

(2)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(3)  Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1), onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.


BIJLAGE II

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de MRL’s van toepassing zijn

Ethofumesaat (som van ethofumesaat en de metaboliet 2,3-dihydro-3,3-dimethyl-2-oxo-benzofuran-5-ylmethaansulfonaat uitgedrukt als ethofumesaat)

8.

Specerijen

0,5 (1)

Komijnzaad

 

Jeneverbessen

 

Muskaatnoten

 

Peper, zwart en wit

 

Vanillestokjes

 

Overige

 


(1)  Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1), onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.


  翻译: