27.12.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 344/44 |
RICHTLIJN 2005/88/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 december 2005
tot wijziging van Richtlijn 2000/14/EG inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) is door de door de diensten van de Commissie opgerichte werkgroep Materieel voor gebruik buitenshuis, tegen het licht gehouden. |
(2) |
In haar verslag van 8 juli 2004 heeft deze werkgroep vastgesteld dat een aantal grenswaarden voor fase II, die met ingang van 3 januari 2006 zouden moeten worden toegepast, technisch niet haalbaar zijn. Het is echter nooit de bedoeling geweest het in de handel brengen of de ingebruikneming van dit materieel te beperken door technisch onhaalbare eisen te stellen. |
(3) |
Daarom moet erin worden voorzien dat bepaalde in artikel 12 van Richtlijn 2000/14/EG vermelde typen materieel, die om louter technische redenen niet met ingang van 3 januari 2006 aan de grenswaarden voor fase II kunnen voldoen, vanaf die datum toch in de handel kunnen worden gebracht en/of in gebruik kunnen worden genomen. |
(4) |
De ervaring die in de eerste vijf jaar met de toepassing van Richtlijn 2000/14/EG is opgedaan, wijst uit dat er meer tijd nodig is voor de uitvoering van de artikelen 16 en 20 van die richtlijn en dat moet worden nagegaan of de richtlijn, met name ten aanzien van de grenswaarden voor fase II, moet worden gewijzigd. Daarom moet de termijn voor de indiening bij het Europees Parlement en de Raad van het in artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2000/14/EG bedoelde verslag over de ervaring die de Commissie bij de tenuitvoerlegging van die richtlijn heeft opgedaan, met twee jaar worden verlengd. |
(5) |
In artikel 20, lid 3, van Richtlijn 2000/14/EG is bepaald dat de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag moet voorleggen over de vraag of en in welke mate de technische vooruitgang een verlaging van de grenswaarden voor grasmaaiers en gazontrimmers/graskantensnijders mogelijk maakt. Aangezien de verplichtingen uit hoofde van artikel 20, lid 1, van die richtlijn dwingender zijn dan die uit hoofde van artikel 20, lid 3, en om dubbel werk te voorkomen, is het wenselijk deze typen materieel op te nemen in het algemene verslag uit hoofde van artikel 20, lid 1, van die richtlijn. Daarom moet de aparte rapportageverplichting van artikel 20, lid 3, van die richtlijn worden geschrapt. |
(6) |
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het waarborgen dat de interne markt voor materieel voor gebruik buitenshuis kan blijven functioneren door te eisen dat het aan geharmoniseerde omgevingsgeluidseisen voldoet, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken, doordat de reikwijdte ervan wordt beperkt tot typen materieel waarvoor de grenswaarden voor fase II momenteel om technische redenen niet kunnen worden nageleefd. |
(7) |
Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord inzake beter wetgeven (4) worden de lidstaten ertoe aangespoord om voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen die, voor zover mogelijk, het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken. |
(8) |
Richtlijn 2000/14/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2000/14/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tabel in artikel 12 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
2) |
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 3 januari 2006.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 14 december 2005.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
Voor de Raad
De voorzitter
C. CLARKE
(1) Advies uitgebracht op 27 oktober 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies van het Europees Parlement van 26 oktober 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 december 2005.
(3) PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1.
(4) PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.
(5) Pel voor lasaggregaten: genormaliseerde lasstroom vermenigvuldigd met de genormaliseerde lasspanning voor de laagste waarde van de inschakelduur die door de fabrikant wordt opgegeven.
Pel voor vermogensaggregaten: primair vermogen overeenkomstig ISO 8528-1:1993, punt 13.3.2.
(6) De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
— |
trilwalsen met begeleider; |
— |
trilplaten (> 3kW); |
— |
trilstampers; |
— |
dozers (op stalen rupsbanden); |
— |
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW); |
— |
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht; |
— |
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk; |
— |
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30) |
— |
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders. |
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
(7) Voor eenmotorige mobiele kranen blijven de cijfers voor fase I tot 3 januari 2008 van toepassing. Na deze datum zijn de cijfers van fase II van toepassing.
Het toelaatbare geluidsvermogensniveau wordt naar boven of beneden afgerond op het naaste gehele getal (bij minder dan 0,5 naar beneden, vanaf 0,5 naar boven).”