22.8.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 217/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 975/2007 VAN DE COMMISSIE
van 21 augustus 2007
tot vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose voor de periode van 1 augustus tot en met 30 september 2007
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 12, onder d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 12, onder d), van Verordening (EG) nr. 318/2006 mag isoglucose die boven het in artikel 7 van die verordening bedoelde quotum wordt geproduceerd, slechts worden uitgevoerd binnen de nog vast te stellen kwantitatieve grens. |
(2) |
Voor een aantal communautaire isoglucoseproducenten is uitvoer uit de Gemeenschap een belangrijk onderdeel van hun economische activiteiten en zij hebben ook buiten de Gemeenschap traditionele markten tot stand gebracht. Uitvoer van isoglucose naar deze markten zou ook zonder uitvoerrestituties economisch levensvatbaar kunnen zijn. Hiertoe dient een kwantitatieve grens voor buiten het quotum geproduceerde isoglucose te worden vastgesteld, zodat de betrokken communautaire producenten hun traditionele markten kunnen blijven bevoorraden. |
(3) |
Voor de periode van 1 augustus tot en met 30 september 2007 zou een kwantitatieve grens van 20 000 t, droge stof, voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose, naar schatting in overeenstemming zijn met de vraag van de markt. |
(4) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 493/2006 van de Commissie van 27 maart 2006 inzake overgangsmaatregelen in het kader van de hervorming van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1265/2001 en (EG) nr. 314/2002 (2) voorziet voor het verkoopseizoen 2006/2007 in een preventieve onttrekking aan de markt van bepaalde hoeveelheden suiker, isoglucose en inulinestroop. De betrokken ondernemingen konden vragen de door die maatregel getroffen hoeveelheden van hun productie geheel of gedeeltelijk te beschouwen als buiten hun respectieve quota geproduceerd, waardoor zij aanspraak konden maken op de mogelijkheden van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 318/2006 inzake buiten het quotum geproduceerde hoeveelheden. Dergelijke verzoeken moesten vóór 31 januari 2007 worden ingediend. Teneinde de betrokken ondernemingen de mogelijkheid te bieden dergelijke verzoeken in te dienen met betrekking tot de uitvoer van isoglucose binnen de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose, dient een extra termijn voor de indiening van deze verzoeken te worden vastgesteld. |
(5) |
Om een overzichtelijk beheer te garanderen, speculatie te voorkomen en efficiënte controles mogelijk te maken, moet worden bepaald hoe een certificaataanvraag moet worden ingediend. |
(6) |
Teneinde het risico van fraude tot een minimum te beperken en misbruik in verband met eventuele wederinvoer of het opnieuw binnenbrengen in de Gemeenschap van de betrokken isoglucosestroop te voorkomen, moeten bepaalde landen van de westelijke Balkan worden uitgesloten van de in aanmerking komende bestemmingen voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose. Landen van het gebied waar de autoriteiten een uitvoercertificaat moeten afgeven om de oorsprong van de naar de Gemeenschap uit te voeren suiker- of isoglucoseproducten te bevestigen, dienen evenwel niet te worden uitgesloten, aangezien het risico van fraude hier kleiner is. |
(7) |
Met het oog op coherentie met de bepalingen inzake uitvoer in de suikersector, die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 958/2006 van de Commissie van 28 juni 2006 betreffende een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2006/2007 voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker (3) en Verordening (EG) nr. 38/2007 van de Commissie van 17 januari 2007 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop voor uitvoer van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Spanje, Ierland, Italië, Hongarije, Polen, Slowakije en Zweden (4) dient te worden bepaald dat uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose ook voor bepaalde dichtbijgelegen bestemmingen niet is toegestaan. |
(8) |
Om het risico op wederinvoer tegen te gaan en meer bepaald te garanderen dat de specifieke bepalingen inzake terugkerende goederen die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5) en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (6), in acht worden genomen, moeten de lidstaten worden verplicht alle nodige controlemaatregelen te nemen. |
(9) |
Naast de bepalingen van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (7) dienen in de onderhavige verordening aanvullende uitvoeringsbepalingen voor het beheer van de kwantitatieve grens te worden vastgesteld, met name met betrekking tot de voorwaarden voor het aanvragen van uitvoercertificaten. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose
1. Voor de periode van 1 augustus tot en met 30 september 2007 wordt de in artikel 12, onder d), van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde kwantitatieve grens vastgesteld op 20 000 t, in droge stof, voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose van de GN-codes 1702 40 10, 1702 60 10 en 1702 90 30 zonder restitutie.
2. Uitvoer binnen deze kwantitatieve grens is toegestaan voor alle bestemmingen behalve voor:
a) |
derde landen: Andorra, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein, San Marino, Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
b) |
de gemeenten Livigno en Campione in Italië, Helgoland, Groenland, de Faeröer, de gebieden van Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent. |
3. Uitvoer van de in lid 1 bedoelde producten is slechts toegestaan wanneer deze:
a) |
zijn verkregen door isomerisatie van glucose; |
b) |
in droge toestand een fructosegehalte van ten minste 41 gewichtspercenten hebben; |
c) |
in droge toestand een totaal gehalte aan polysachariden en oligosachariden, met inbegrip van het gehalte aan di- of trisachariden, van ten hoogste 8,5 gewichtspercenten hebben. |
Voor isoglucose wordt het drogestofgehalte bepaald op basis van het soortelijke gewicht van de in de gewichtsverhouding 1:1 verdunde oplossing of, voor producten met een zeer hoge consistentie, door droging.
4. In afwijking van de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 493/2006 vastgestelde termijn mogen ondernemingen met een productie die de in dat lid bedoelde drempel overschrijdt, vóór 30 september 2007 vragen het deel van de productie van isoglucose dat de bovenbedoelde drempel overschrijdt, geheel of gedeeltelijk als buiten het quotum geproduceerd te beschouwen.
Artikel 2
Uitvoercertificaten
1. Bij uitvoer binnen de in artikel 1, lid 1, vastgestelde kwantitatieve grens moet een uitvoercertificaat worden overgelegd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1291/2000 (8), Verordening (EG) nr. 951/2006 en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie (9), tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.
Artikel 3
Uitvoercertificaataanvragen
1. Uitvoercertificaataanvragen met betrekking tot de in artikel 1, lid 1, van deze verordening vastgestelde kwantitatieve grens mogen slechts worden ingediend door isoglucoseproducenten die zijn erkend overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 318/2006 en aan wie overeenkomstig artikel 7 van die verordening een isoglucosequotum is toegekend voor het verkoopseizoen 2006/2007.
2. De uitvoercertificaataanvragen worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin aan de aanvrager een isoglucosequotum is toegekend.
3. De uitvoercertificaataanvragen worden elke week ingediend, van maandag tot en met vrijdag, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening totdat de afgifte van de certificaten wordt geschorst overeenkomstig artikel 8.
4. Aanvragers mogen slechts een aanvraag per week indienen.
5. Per uitvoercertificaat mag de aangevraagde hoeveelheid niet meer dan 5 000 t bedragen.
6. De aanvraag gaat vergezeld van het bewijs dat de in artikel 4 bedoelde zekerheid is gesteld.
7. De uitvoercertificaataanvraag en het certificaat bevatten in vak 20 de volgende vermelding:
„buiten het quotum geproduceerde isoglucose, bestemd voor uitvoer zonder restitutie”.
Artikel 4
Zekerheid met betrekking tot het uitvoercertificaat
1. In afwijking van artikel 12, lid 1, onder b), vierde streepje, van Verordening (EG) nr. 951/2006 stelt de aanvrager een zekerheid van 11 EUR per 100 kg nettogewicht aan droge stof voor isoglucose.
2. De in lid 1 bedoelde zekerheid wordt, naar keuze van de aanvrager, gesteld in contanten of in de vorm van een zekerheid van een instelling die voldoet aan de criteria die zijn vastgesteld door de lidstaat waar de certificaataanvraag wordt ingediend.
3. De in lid 1 bedoelde zekerheid wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 vrijgegeven:
a) |
voor de hoeveelheid waarvoor de aanvrager de uit de overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening afgegeven certificaten voortvloeiende verplichting tot uitvoer is nagekomen in de zin van artikel 31, onder b), en artikel 32, lid 1, onder b), i), van Verordening (EG) nr. 1291/2000, en |
b) |
waarvoor de aanvrager ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het uitvoercertificaat is afgegeven, het bewijs heeft geleverd dat voor de betrokken hoeveelheid isoglucose de douaneformaliteiten voor invoer overeenkomstig de aangegeven bestemming zijn vervuld in de zin van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 800/1999 (10). |
Artikel 5
Mededeling van de lidstaten
1. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de eerste werkdag van elke week in kennis van de hoeveelheden isoglucose waarvoor in de voorgaande week uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend.
De aangevraagde hoeveelheden worden uitgesplitst naar GN-code (met acht cijfers). Indien geen uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend, stellen de lidstaten de Commissie daarvan eveneens in kennis.
2. De Commissie boekt elke week de hoeveelheden waarvoor uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend.
Artikel 6
Afgifte en geldigheid van certificaten
1. De certificaten worden afgegeven op de derde werkdag volgende op de in artikel 5, lid 1, bedoelde kennisgeving, in voorkomend geval rekening houdend met het door de Commissie overeenkomstig artikel 8 vastgestelde aanvaardingspercentage.
2. De lidstaten stellen de Commissie op de eerste werkdag van elke week in kennis van de hoeveelheden isoglucose waarvoor in de voorgaande week uitvoercertificaten zijn afgegeven.
3. Uitvoercertificaten die zijn afgegeven met inachtneming van de in artikel 1, lid 1, bedoelde kwantitatieve grens, zijn geldig tot en met 30 september 2007.
4. Elke lidstaat boekt de hoeveelheden isoglucose die daadwerkelijk zijn uitgevoerd op grond van de in artikel 6, lid 1, bedoelde uitvoercertificaten.
5. De lidstaten stellen de Commissie vóór het einde van elke maand in kennis van de hoeveelheden isoglucose die daadwerkelijk zijn uitgevoerd in de voorgaande maand.
Artikel 7
Wijze van mededeling
De in artikel 5, lid 1, en artikel 6, leden 2 en 5, bedoelde mededelingen gebeuren langs elektronische weg met gebruikmaking van daartoe door de Commissie aan de lidstaten verstrekte formulieren.
Artikel 8
Aanvaardingspercentage voor de afgifte van uitvoercertificaten en schorsing van de indiening van certificaataanvragen
Wanneer de hoeveelheden waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd, de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening voor de betrokken periode vastgestelde kwantitatieve grens overschrijden, is het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 951/2006 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9
Controles
De lidstaten nemen alle vereiste maatregelen om passende controles in te stellen die de inachtneming moeten garanderen van de specifieke bepalingen inzake terugkerende goederen die zijn vastgesteld in titel VI, hoofdstuk 2, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 en in deel III, titel I, van Verordening (EEG) nr. 2454/93, en moeten voorkomen dat preferentiële overeenkomsten met derde landen worden omzeild.
Artikel 10
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 21 augustus 2007.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).
(2) PB L 89 van 28.3.2006, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 793/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 22).
(3) PB L 175 van 29.6.2006, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 203/2007 (PB L 61 van 28.2.2007, blz. 3).
(4) PB L 11 van 18.1.2007, blz. 4. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 203/2007.
(5) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
(6) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 214/2007 (PB L 62 van 1.3.2007, blz. 6).
(7) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).
(8) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.
(9) PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22.
(10) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.