11.6.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 151/49 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 23 mei 2008
tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1937)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/432/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2006/771/EG van de Commissie (2) harmoniseert de technische voorwaarden voor korteafstandsapparatuur. |
(2) |
Vanwege de snelle veranderingen in de technologie en de maatschappelijke behoeften zullen er echter nieuwe toepassingen voor korteafstandsapparatuur ontstaan, hetgeen wellicht periodieke aanpassingen vergt van de voorwaarden voor spectrumharmonisering. |
(3) |
Op 5 juli 2006 heeft de Commissie de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT), overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG, een permanent mandaat (3) gegeven om de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG aan te passen naar aanleiding van technologische en marktontwikkelingen op het gebied van korteafstandsapparatuur. |
(4) |
In haar naar aanleiding van het mandaat ingediende verslag (4) van juli 2007 adviseerde de CEPT de Commissie een aantal technische aspecten in de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG te wijzigen. |
(5) |
Beschikking 2006/771/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(6) |
Apparatuur die voldoet aan de in deze beschikking uiteengezette voorwaarden moet tevens Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (5) naleven om het spectrum doelmatig te gebruiken teneinde schadelijke interferentie te voorkomen, hetgeen wordt aangetoond hetzij door naleving van de geharmoniseerde norm hetzij door te voldoen aan alternatieve procedures voor conformiteitsbeoordeling. |
(7) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2006/771/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 23 mei 2008.
Voor de Commissie
Viviane REDING
Lid van de Commissie
(1) PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.
(2) PB L 312 van 11.11.2006, blz. 66.
(3) Permanent mandaat aan de CEPT met betrekking tot de jaarlijkse bijwerking van de technische bijlage van de Beschikking van de Commissie inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (5 juli 2006).
(4) RSCOM(07) 58.
(5) PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
BIJLAGE
Geharmoniseerde frequentiebanden en technische parameters voor korteafstandsapparatuur
Type korteafstandsapparatuur |
Frequentieband |
Maximaal vermogen maximale veldsterkte/maximale vermogensdichtheid (1) |
Aanvullende parameters/spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften (2) |
Overige gebruiksbeperkingen (3) |
Toepassingstermijn |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur (4) |
6 765-6 795 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
13,553-13,567 MHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
26,957-27,283 MHz |
10 mW effectief uitgestraald vermogen (e.r.p.), hetgeen overeenkomt met 42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
Videotoepassingen worden uitgesloten |
1 juni 2007 |
|
40,660-40,700 MHz |
10 mW e.r.p. |
|
Videotoepassingen worden uitgesloten |
1 juni 2007 |
|
433,050-434,040 (5) MHz |
1 mW e.r.p. – 13dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz |
|
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|
10 mW e.r.p. |
Activiteitscyclus (6): 10 % |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 juni 2007 |
||
434,040-434,790 (5) MHz |
1 mW e.r.p. – 13dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz |
|
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|
10 mW e.r.p. |
Activiteitscyclus (6): 10 % |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 juni 2007 |
||
Activiteitscyclus (6): 100 % afhankelijk van kanaalraster van maximaal 25 kHz |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|||
863,000-868,000 MHz |
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|
868,000-868,600 (5) MHz |
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 1 % worden gebruikt |
Videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken welke zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
||
868,700-869,200 (5) MHz |
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te beperken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
||
869,400-869,650 (5) MHz |
500 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te beperken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 10 % worden gebruikt Kanaalraster moet 25 kHz zijn, maar de hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie |
Videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
||
869,700-870,000 (5) MHz |
5 mW e.r.p. |
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan |
Audiosignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 juni 2007 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % kan worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 oktober 2008 |
||
2 400-2 483,5 MHz |
10 mW equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.) |
|
|
1 juni 2007 |
|
5 725-5 875 MHz |
25 mW e.i.r.p. |
|
|
1 juni 2007 |
|
24,150-24,250 GHz |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 oktober 2008 |
|
61,0-61,5 GHz |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
1 oktober 2008 |
|
Alarmsystemen |
868,600-868,700 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz De hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie Activiteitscyclus (6): 1,0 % |
|
1 oktober 2008 |
869,250-869,300 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 0,1 % |
|
1 juni 2007 |
|
869,300-869,400 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 1,0 % |
|
1 oktober 2008 |
|
869,650-869,700 MHz |
25 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 10 % |
|
1 juni 2007 |
|
Sociale alarmsystemen (7) |
869,200-869,250 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 0,1 % |
|
1 juni 2007 |
Inductieve toepassingen (8) |
20,050-59,750 kHz |
72 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
59,750-60,250 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
|
60,250-70,000 kHz |
69 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
|
70-119 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
|
119-127 kHz |
66 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
|
127-140 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
140-148,5 kHz |
37,7 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
148,5-5 000 kHz In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterkten en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing: |
– 15 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedten van 10 kHz De totale veldsterkte is voorts – 5 dBμA/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz |
|
|
1 oktober 2008 |
|
400-600 kHz |
– 8 dBμA/m op 10 m afstand |
|
Andere toepassingen dan RFID (9) zijn niet toegestaan |
1 oktober 2008 |
|
3 155-3 400 kHz |
13,5 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
5 000-30 000 kHz In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterkten en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing: |
– 20 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedten van 10 kHz De totale veldsterkte is voorts 5 dBμA/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz |
|
|
1 oktober 2008 |
|
6 765-6 795 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
|
7 400-8 800 kHz |
9 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
10 200-11 000 kHz |
9 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
13 553-13 567 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 juni 2007 |
|
60 dBμA/m at 10 m afstand |
|
Andere toepassingen dan RFID (9) en EAS (10) zijn niet toegestaan |
1 oktober 2008 |
||
26 957-27 283 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
Actieve medische implantaten (11) |
9-315 kHz |
30 dBμA/m op 10 m afstand |
Activiteitscyclus (6): 10 % |
|
1 oktober 2008 |
402-405 MHz |
25 μW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Andere kanaalbeperking: individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte met geavanceerde onderdrukkingstechnieken die ten minste equivalent zijn aan de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG |
|
1 oktober 2008 |
|
Draadloze audio toepassingen (12) |
87,5-108,0 MHz |
50 nW e.r.p. |
Maximaal kanaalraster: 200 kHz |
|
1 oktober 2008 |
863-865 MHz |
10 mW e.r.p. |
|
|
1 juni 2007 |
(1) De lidstaten moeten het gebruik van spectrum toestaan tot het maximale vermogen, de maximale veldsterkte of de maximale vermogensdichtheid in deze tabel. In overeenstemming met artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG kunnen zij minder restrictieve voorwaarden opleggen, d.w.z. gebruik van spectrum met hoger vermogen, hogere veldsterkte of vermogensdichtheid.
(2) De lidstaten kunnen alleen deze „aanvullende parameter/spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften” opleggen en geen andere parameters of voorwaarden voor spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften. Minder restrictieve voorwaarden in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG betekent dat de lidstaten de voorwaarden met betrekking tot parameters/spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften in een bepaalde cel volledig kunnen weglaten of een hoger maximum kunnen toestaan.
(3) De lidstaten kunnen alleen deze „overige gebruiksbeperkingen” opleggen en geen aanvullende gebruiksbeperkingen toevoegen. Omdat minder restrictieve voorwaarden kunnen worden ingevoerd in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG kunnen de lidstaten één van deze of alle beperkingen weglaten.
(4) Deze categorie is beschikbaar voor alle soorten toepassingen die aan de technische voorwaarden voldoen (karakteristieke voorbeelden zijn telemetrie, afstandsbediening, alarmsystemen, data in het algemeen en andere soortgelijke toepassingen).
(5) Voor deze frequentieband moeten de lidstaten alle alternatieve sets gebruiksvoorwaarden mogelijk maken.
(6) „Activiteitscyclus”: ratio van de tijd gedurende eender welke periode van een uur, tijdens dewelke het toestel actief uitzendt. Minder beperkende voorwaarden in de zin van Beschikking 2006/771/EG, artikel 3, lid 3, houden in dat lidstaten een hogere waarde mogen toestaan voor de activiteitscyclus.
(7) Sociale alarmsystemen worden gebruikt om ouderen en gehandicapten te helpen wanneer zij in nood verkeren.
(8) Onder deze categorie valt bijvoorbeeld apparatuur voor wegrijblokkering bij auto's, identificatie van dieren, alarmsystemen, kabeldetectie, afvalbeheer, persoonsidentificatie, draadloze voice link, toegangscontrole, benaderingssensoren, antidiefstalsystemen met inbegrip van RF-inductie-antidiefstalsystemen, gegevensoverdracht naar handapparatuur, automatische artikelidentificatie, draadloze controlesystemen en automatische tolheffing op wegen.
(9) Onder deze categorie vallen inductieve toepassingen die gebruikt worden voor radiofrequentie-identificatie (RFID).
(10) Onder deze categorie vallen inductieve toepassingen die gebruikt worden voor Elektronische Artikel Bewaking (EAS).
(11) Onder deze categorie valt het radiodeel van actieve implanteerbare medische apparatuur, zoals gedefinieerd in Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en randapparatuur daarvan (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).
(12) Toepassingen voor draadloze audiosystemen, inclusief snoerloze luidsprekers; snoerloze koptelefoons voor draagbaar gebruik, bijvoorbeeld draagbare cd-, cassette- of radioapparatuur die een persoon bij zich draagt; snoerloze koptelefoons die in een auto worden gebruikt, bijvoorbeeld in combinatie met een radio of een mobiele telefoon enz.; in-ear-monitoring, gebruikt bij concerten of andere toneelproducties.