21.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 396/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 6 mei 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1081/2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds met het oog op de uitbreiding van de soorten kosten die voor een bijdrage uit het ESF in aanmerking komen
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 148,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 56 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (3) bepaalt dat de regels inzake de subsidiabiliteit van de uitgaven op nationaal niveau worden vastgesteld onder voorbehoud van bepaalde uitzonderingen die voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds (ESF) zijn vastgesteld. |
(2) |
Artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) stelt vast welke kosten in aanmerking komen voor een bijdrage uit het ESF als omschreven in artikel 11, lid 1, van die verordening. |
(3) |
De financiële crisis rechtvaardigt verdere vereenvoudigingen om de toegang tot door het ESF medegefinancierde subsidies te vergemakkelijken. |
(4) |
In haar jaarverslag over het begrotingsjaar 2007 heeft de Europese Rekenkamer aanbevolen dat de wetgevende autoriteiten en de Commissie bereid zouden zijn het ontwerp van latere uitgavenprogramma’s opnieuw te bekijken en daarbij de nodige aandacht te besteden aan het vereenvoudigen van de grondslag voor de berekening van de subsidiabele kosten en het meer werken met betalingen van vaste of forfaitaire bedragen in plaats van terugbetaling van „werkelijke kosten”. |
(5) |
Om te zorgen voor de nodige vereenvoudiging van het beheer, de administratie en de controle van acties die een ESF-subsidie ontvangen, in het bijzonder wanneer die aan een op resultaten gebaseerde terugbetalingsregeling verbonden is, dienen twee extra vormen van subsidiabele kosten, met name vaste bedragen en forfaitaire standaardschalen van eenheidskosten, te worden toegevoegd. |
(6) |
Met het oog op de rechtszekerheid inzake de subsidiabiliteit van de kosten, moet deze vereenvoudiging voor alle ESF-subsidies gelden. Retroactieve toepassing dient dan ook te gebeuren met ingang van 1 augustus 2006, de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1081/2006. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 1081/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1081/2006 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Onder b) wordt vervangen door:
|
2) |
De volgende alinea’s worden toegevoegd: „De onder b) i), ii) en iii), bedoelde opties kunnen alleen worden gecombineerd wanneer elk van hen een verschillende categorie van subsidiabele kosten betreft of wanneer zij voor verschillende projecten van dezelfde actie worden aangewend. De onder b) i), ii) en iii), bedoelde kosten worden vooraf vastgesteld op grond van een eerlijke, billijke en verifieerbare berekening. Het onder b) iii), bedoelde vaste bedrag is niet hoger dan 50 000 EUR.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is evenwel van toepassing met ingang van 1 augustus 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 6 mei 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
J. KOHOUT
(1) Advies van 25 februari 2009 (nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad).
(2) Advies van het Europees Parlement van 2 april 2009 (nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 5 mei 2009.
(3) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
(4) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12.