26.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/26


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 juni 2010

waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap en pinoxaden te verlengen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 4177)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/353/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in maart 2006 van Nissan Chemical Europe SARL een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof amisulbrom in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2007/669/EG van de Commissie (2) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Ierland in februari 2007 van DuPont International Operations SARL een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof chlorantraniliprole in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2007/560/EG van de Commissie (3) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(3)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in augustus 2005 van Dow Agrosciences een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof meptyldinocap in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2006/589/EG van de Commissie (4) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(4)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in maart 2004 van Syngenta Ltd een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof pinoxaden in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2005/459/EG van de Commissie (5) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij die richtlijn.

(5)

De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stoffen en de gewasbeschermingsmiddelen grondig worden beoordeeld in het licht van de voorschriften van die richtlijn.

(6)

De uitwerking van deze werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en op het milieu is overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen. De als rapporteur optredende lidstaten hebben de respectieve ontwerpbeoordelingsverslagen op 15 juli 2008 (amisulbrom), 11 februari 2009 (chlorantraniliprole), 25 oktober 2006 (meptyldinocap) en 30 november 2005 (pinoxaden) bij de Commissie ingediend.

(7)

Nadat de rapporterende lidstaten de ontwerpbeoordelingsverslagen hadden ingediend, bleek het nodig de aanvragers om aanvullende informatie te vragen en moesten de rapporterende lidstaten deze informatie bestuderen en beoordelen. Daardoor is het onderzoek van de dossiers nog aan de gang en kan de beoordeling niet worden afgerond binnen de bij Richtlijn 91/414/EEG, te lezen in samenhang met Beschikking 2008/724/EG van de Commissie (6), vastgestelde termijn (pinoxaden).

(8)

Aangezien de beoordeling tot dusver geen aanleiding tot onmiddellijke bezorgdheid heeft gegeven, moet aan de lidstaten toestemming worden verleend om de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat voor amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap en pinoxaden 24 maanden zullen volstaan om de beoordeling en de besluitvorming met betrekking tot de eventuele opname in bijlage I bij die richtlijn af te ronden.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap of pinoxaden bevatten, verlengen tot uiterlijk 30 juni 2012.

Artikel 2

Dit besluit vervalt op 30 juni 2012.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 juni 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 274 van 18.10.2007, blz. 15.

(3)  PB L 213 van 15.8.2007, blz. 29.

(4)  PB L 240 van 2.9.2006, blz. 9.

(5)  PB L 160 van 23.6.2005, blz. 32.

(6)  PB L 245 van 13.9.2008, blz. 15.


  翻译: