21.7.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 190/75 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2011
inzake de erkenning van de „Abengoa RED Bioenergy Sustainability Assurance”-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad
(2011/436/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (1), en met name artikel 18, lid 6,
Gezien Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (2), als gewijzigd bij Richtlijn 2009/30/EG (3), en met name artikel 7 quater, lid 6,
Na raadpleging van het bij artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG opgerichte raadgevend comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Zowel in Richtlijn 2009/28/EG als in Richtlijn 2009/30/EG zijn duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen vastgesteld. Verwijzingen naar de bepalingen van de artikelen 17 en 18 en bijlage V bij Richtlijn 2009/28/EG moeten ook worden opgevat als verwijzingen naar de soortgelijke bepalingen van de artikelen 7 bis, 7 ter, 7 quater en bijlage IV bij Richtlijn 2009/30/EG. |
(2) |
Wanneer biobrandstoffen en vloeibare biomassa in aanmerking dienen te worden genomen voor de doelstellingen van artikel 17, lid 1, onder a), b) en c), verplichten de lidstaten de marktpartijen om aan te tonen dat de biobrandstoffen en vloeibare biomassa beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 2 tot en met 5, van Richtlijn 2009/28/EG. |
(3) |
In overweging 76 van Richtlijn 2009/28/EG is bepaald dat onredelijke lasten voor het bedrijfsleven moeten worden vermeden; vrijwillige regelingen kunnen bijdragen tot efficiënte oplossingen om de naleving van deze duurzaamheidscriteria aan te tonen. |
(4) |
De Commissie kan besluiten dat een vrijwillige nationale of internationale regeling aantoont dat leveringen van biobrandstoffen beantwoorden aan de duurzaamheids-criteria van artikel 17, leden 3 tot en met 5, van Richtlijn 2009/28/EG of dat een vrijwillige nationale of internationale regeling om broeikasgasreductie te meten nauwkeurige gegevens bevat voor de doelstellingen van artikel 17, lid 2, van deze richtlijn. |
(5) |
De Commissie kan een dergelijke vrijwillige regeling voor een periode van vijf jaar erkennen. |
(6) |
Als een marktpartij bewijzen of gegevens indient die verkregen zijn overeenkomstig een door de Commissie erkende regeling, voor zover het erkenningsbesluit daarop betrekking heeft, mag een lidstaat de leverancier niet vragen om verdere bewijzen van de naleving van de duurzaamheidscriteria in te dienen. |
(7) |
Het verzoek tot erkenning van de „Abengoa RED Bioenergy Sustainability Assurance”-regeling (hierna de „ „RBSA”-regeling” genoemd) is op 8 april 2011 bij de Commissie ingediend. Deze regeling heeft betrekking op een breed gamma aan producten en is van toepassing op alle geografische locaties. De erkende regeling wordt beschikbaar gemaakt op het bij Richtlijn 2009/28/EG opgerichte transparantie-platform. Om redenen van commerciële gevoeligheid kan de Commissie beslissen de regeling slechts gedeeltelijk te publiceren. |
(8) |
Uit beoordelingen van de „RBSA”-regeling is gebleken dat ze de duurzaamheids-criteria van Richtlijn 2009/28/EG voldoende bestrijkt, en dat ze een massabalans-methode toepast die spoort met de eisen van artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG. |
(9) |
Uit de evaluatie van de „RBSA”-regeling is gebleken dat ze beantwoordt aan passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing, en aan de methodologische eisen van bijlage V bij Richtlijn 2009/28/EG. |
(10) |
Dit besluit heeft geen betrekking op eventuele aanvullende duurzaamheidselementen van de „RBSA”-regeling. Deze aanvullende duurzaamheidscriteria hoeven niet noodzakelijk in overeenstemming te zijn met de duurzaamheidseisen van Richtlijn 2009/28/EG. De Europese Commissie kan in een latere fase beoordelen of de regeling ook accurate gegevens bevat over maatregelen die zijn genomen met betrekking tot kwesties die in artikel 18, lid 4, tweede alinea, tweede zin, van Richtlijn 2009/28/EG zijn vermeld, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De vrijwillige „RBSA”-regeling, waarvoor op 8 april 2011 een verzoek tot erkenning is ingediend bij de Commissie, toont aan dat leveringen van biobrandstoffen beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, lid 3, onder a), b) en c), en artikel 17, leden 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG en van artikel 7 ter, lid 3, onder a), b) en c), en artikel 7 ter, leden 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG. De regeling bevat ook accurate gegevens voor de toepassing van artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG.
Voorts kan de regeling worden gebruikt om de naleving aan te tonen van artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG.
Artikel 2
1. Het besluit is geldig voor een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding ervan. Als de regeling, na de goedkeuring ervan door de Commissie, inhoudelijke wijzigingen ondergaat die gevolgen kunnen hebben voor de grondslag van dit besluit, moeten dergelijke wijzingen onmiddellijk aan de Commissie worden gemeld. De Commissie beoordeelt de gemelde wijzigingen om na te gaan of de regeling nog steeds voldoende betrekking heeft op de duurzaamheidscriteria waarvoor ze is erkend.
2. Als duidelijk wordt aangetoond dat de regeling elementen die van doorslaggevend belang voor dit besluit worden geacht, niet ten uitvoer heeft gelegd en als een ernstige en structurele inbreuk op deze elementen heeft plaatsgevonden, behoudt de Commissie zich het recht voor om dit besluit in te trekken.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.
(2) PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.
(3) PB L 140 van 5.6.2009, blz. 88.