13.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 138/104 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
van 6 mei 2014
tot wijziging van Besluit 2009/935/JBZ wat betreft de lijst van derde staten en organisaties waarmee Europol overeenkomsten moet sluiten
(2014/269/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) (1), en met name artikel 26, lid 1, onder a),
Gezien Besluit 2009/934/JBZ van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor de betrekkingen van Europol met partners, inclusief de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie (2), en met name de artikelen 5 en 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 30 november 2009 heeft de Raad Besluit 2009/935/JBZ (3) vastgesteld. |
(2) |
Aangezien de vaststelling van de lijst van derde staten en organisaties waarmee Europol overeenkomsten moet sluiten als bedoeld in artikel 26, lid 1, onder a), van Besluit 2009/371/JBZ („de lijst”) niet los kan worden gezien van de externe betrekkingen van de Unie en haar lidstaten, worden in dat punt aan de Raad uitvoeringsbevoegdheden verleend voor de vaststelling van de lijst. Op grond van Besluiten 2009/371/JBZ en 2009/935/JBZ is de lijst opgenomen in de bijlage bij Besluit 2009/935/JBZ. |
(3) |
De raad van bestuur van Europol dient de lijst zo nodig te herzien en dient te besluiten of hij de Raad wil voorstellen deze te wijzigen. |
(4) |
De raad van bestuur heeft in zijn bijeenkomst van 3-4 oktober 2012 besloten de Raad aan te bevelen bepaalde derde staten aan de lijst toe te voegen en heeft de operationele noodzaak geschetst om samenwerkingsovereenkomsten met die derde staten te sluiten. |
(5) |
Het is van het grootste belang dat Europol de procedure voor de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst inleidt en daarbij prioriteit schenkt aan Georgië, gezien de toezeggingen die in het kader van het in 2009 opgerichte Oostelijk Partnerschap zijn gedaan, de parafering van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Georgië in november 2013 en de Associatieagenda EU-Georgië, alsmede het actieplan van de EU en Georgië voor visumliberalisering. |
(6) |
Besluit 2009/935/JBZ dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(7) |
Op 19 december 2012 heeft de Raad besloten het Europees Parlement te raadplegen en na afloop van die raadpleging heeft het Europees Parlement een advies uitgebracht (4), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In punt 1 van de bijlage bij Besluit 2009/935/JBZ worden de volgende vermeldingen ingevoegd:
— |
Brazilië |
— |
Georgië |
— |
Mexico |
— |
Verenigde Arabische Emiraten. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 6 mei 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
G. STOURNARAS
(1) PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.
(2) PB L 325 van 11.12.2009, blz. 6.
(3) Besluit 2009/935/JBZ van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de lijst van derde staten en organisaties waarmee Europol overeenkomsten moet sluiten (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 12).
(4) Advies van 20 november 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).