(1)

Op 20 september 2017 heeft de Commissie van Basic-Eco-Logique een aanvraag ontvangen voor de goedkeuring van melk als basisstof. De aanvraag ging vergezeld van de in artikel 23, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voorgeschreven informatie. De aanvrager kreeg toestemming om de aanvraag aan te vullen in een nieuwe versie, die werd voltooid in mei 2018. Bij die gelegenheid heeft de indiener van het verzoek het toepassingsgebied van de aanvraag gewijzigd naar (rauwe volle) koemelk.

(2)

De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om wetenschappelijke bijstand verzocht. Op 22 augustus 2018 heeft de EFSA een technisch verslag bij de Commissie ingediend (2). De Commissie heeft het evaluatieverslag (3) en een ontwerp van deze verordening op 21 oktober 2019 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd en daarna voor definitieve versies gezorgd voor de bijeenkomst van dit comité op 24 maart 2020.

(3)

Uit de door de aanvrager verstrekte informatie blijkt dat koemelk voldoet aan de criteria van een voedingsmiddel zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4). Bovendien wordt die stof niet voornamelijk gebruikt om gewassen te beschermen, maar is zij daarvoor toch nuttig in een product dat bestaat uit die stof en water, of zelfs onverdund. Bijgevolg moet de stof als basisstof worden beschouwd.

(4)

Melk die niet voor menselijke consumptie bestemd is, wordt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) als een dierlijk bijproduct beschouwd. Als zodanig moet zij voldoen aan die verordening en aan Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (6).

(5)

Aangezien melk wegens lactose en melkproteïnen in overeenstemming met bijlage II, punt 7, bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7) op de lijst is geplaatst van stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken, moet het gebruik ervan worden beperkt tot groeistadia waarin geen vruchten aanwezig zijn.

(6)

Uit de verrichte onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat koemelk in het algemeen zal voldoen aan de voorschriften van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, met name voor de toepassingen die zijn onderzocht en in het evaluatieverslag van de Commissie zijn opgenomen. Derhalve moet koemelk worden goedgekeurd als basisstof.

(7)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis moeten aan de goedkeuring echter bepaalde voorwaarden worden verbonden, die zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening.

(8)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (8) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,