27.11.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 286/52 |
Donderdag, 19 juni 2008
Somalië: banalisering van het vermoorden van burgers
P6_TA(2008)0313
Resolutie van het Europees Parlement van 19 juni 2008 over het banaliseren van het vermoorden van burgers in Somalië
2009/C 286 E/13
Het Europees Parlement,
gelet op zijn vorige resoluties over de schending van de mensenrechten in Somalië,
gezien de verklaringen van het voorzitterschap van de Raad van de EU over het jongste vredesakkoord van Djibouti,
gezien de verslagen van de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon waarin hij zijn bezorgdheid uitspreekt over de aanhoudende humanitaire crisis in Somalië,
onder verwijzing naar de initiatieven en verklaringen van de Afrikaanse Unie (AU) over de situatie in Somalië,
gezien het plan betreffende nationale verzoening dat in resolutie 1744(2007) van de VN-Veiligheidsraad werd ingediend en op 20 februari 2007 werd aangenomen, na de overwinning van Ethiopië op de unie van islamitische rechtbanken,
gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,
A. |
bezorgd over het voortduren van de burgeroorlog in Somalië en de gevolgen daarvan voor de vrede en het verzoeningsproces in dat land, alsmede voor de veiligheid en de stabiliteit in de gehele Hoorn van Afrika, |
B. |
overwegende dat in de afgelopen dagen naar schatting honderd mensen zijn gedood en duizenden hun huizen in de Somalische hoofdstad Mogadishu zijn ontvlucht, na hernieuwde gevechten tussen troepen van de Federale Overgangsregering van Somalië (TFG) en opstandelingen, als gevolg van de verwerping door sommige islamitische leiders van een door de VN uitgewerkte overeenkomst over een wapenstilstand van drie maanden, die in Djibouti door de TFG en de Alliantie voor de Herbevrijding van Somalië (ARS) werd ondertekend, |
C. |
overwegende dat leden van het maatschappelijk middenveld in Somalië, met name de media, bewust aangevallen en vermoord werden, en de brutale, doelbewuste moord op Nasteh Dahir Farah, vice-voorzitter van de Nationale Unie van Somalische journalisten betreurend, die op zaterdag 7 juni 2008 door schutters in de zuidelijke stad Kismay (Somalië) werd neergeschoten, |
D. |
overwegende dat sinds het begin van 2008 vijftien hulpverleners zijn vermoord, waaronder een prominente Somalische hulpverlener, het hoofd van het plaatselijke hulpagentschap Woman and Child Care, Mohamed Mahdi, die in Mogadishu door niet-geïdentificeerde schutters werd doodgeschoten, |
E. |
overwegende dat de secretaris-generaal van de VN zich bezorgd heeft uitgelaten over de toename van de aanwerving van kindsoldaten, met name in Mogadishu, en het wijd verspreide gebruik van kinderen in bijna alle strijdkrachten in Somalië, |
F. |
overwegende dat wijdverbreide mensenrechtenschendingen en schendingen van de internationale humanitaire wetgeving door alle partijen in het conflict, met name marteling en andere mishandeling, verkrachting, buitengerechtelijk executies, willekeurige inhechtenisneming, en aanvallen op burgers en burgerinfrastructuur nog altijd in Somalië plaatsvinden, |
G. |
overwegende dat het voortduren van het conflict en de politieke instabiliteit in Somalië heeft geleid tot piraterij en gewapende roofovervallen, |
H. |
overwegende dat sinds februari 2007 ongeveer 856 970 Somaliërs de gevechten in Mogadishu zijn ontvlucht, en 2,6 miljoen Somaliërs — ongeveer 35 % van de bevolking — humanitaire hulp nodig hebben, en dat dit cijfer aan het eind van het jaar tot 3,5 miljoen zou kunnen stijgen, |
I. |
overwegende dat de secretaris-generaal van de VN de Ethiopische troepen met klem heeft verzocht af te zien van willekeurige aanvallen op burgers en burgerobjecten, waaronder aanvallen op scholen en ziekenhuizen, en er bij de Ethiopische autoriteiten op heeft aangedrongen de beschuldigingen van ernstige mishandelingen van kinderen door hun strijdkrachten te onderzoeken, |
1. |
veroordeelt met klem het voortduren van de gevechten, de doelgerichte moorden en andere ernstige schendingen van de mensenrechten door alle partijen in het conflict, hetgeen een groot aantal Somalische burgers het leven heeft gekost en heeft geleid tot een humanitaire ramp; |
2. |
dringt er bij alle partijen in het conflict op aan onverwijld alle schendingen van de internationale mensenrechten en humanitaire wetgeving te staken, op te houden met aanvallen die gericht zijn op burgers, elk gebruik van doodsbedreigingen, verkrachting, onwettige inhechtenisneming, kidnapping, intimidatie en beroving van burgers te staken en de bepalingen van het gemeenschappelijk artikel 3 van de Verdragen van Genève volledig na te leven; |
3. |
dringt aan op vrijlating van de twee Italiaanse leden en een Somalisch lid van de landbouw-NGO „Cooperazione Italiana Nord Sud”, Jolanda Occhipinti, Giuliano Paganini en Abdirahaman Yussuf Harale, die op 21 mei 2008 ongeveer 60 km ten zuiden van Mogadishu zijn gekidnapt en voor wie een losgeld van 1 miljoen USD is gevraagd; |
4. |
dringt aan op onderzoeken naar alle gevallen van mensenrechtenschendingen, met inbegrip van ernstige schendingen van de rechten van het kind; dringt er bij de TFG op aan een eind te maken aan de detentie van kinderen en de verspreiding van handvuurwapens in het oog te houden; |
5. |
dringt er bij alle partijen in het conflict op aan alle nodige maatregelen te nemen om onbelemmerde humanitaire toegang en steun aan de getroffen bevolking in het land te waarborgen, en doeltreffende maatregelen te nemen om te zorgen voor de veiligheid van lokale en internationale humanitaire hulpverleners; |
6. |
is ingenomen met het vredesakkoord dat door de TFG en de ARS op de inter-Somalische onderhandelingen in Djibouti op 9 juni 2008 is bereikt, onder auspiciën van de speciale gezant van de secretaris-generaal van de VN, Ahmedou Ould-Abdallah, de AU en andere regionale organisaties en internationale partners; dringt er bij de TFG op aan zich te verplichten tot een echt verzoeningsproces met alle conflictpartijen in het land om de voorwaarden voor vrede, veiligheid en stabiliteit te creëren; |
7. |
dringt aan op een versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld, met name die van vrouwen en kinderen, in het proces van nationale verzoening; |
8. |
dringt er bij de TFG op aan om in samenwerking met de VN en de AU, alle beschikbare middelen in te zetten om piraterij en gewapende roofovervallen die vanop de Somalische kust worden gepleegd tegen vaartuigen, in het bijzonder tegen vaartuigen die humanitaire hulp vervoeren, te voorkomen, af te schrikken en tegen te gaan; |
9. |
verzoekt de EU er bij de Keniaanse regering op aan te dringen om Somalische vluchtelingen asiel te verlenen en hun recht op hulp te handhaven, en dringt er bij de Keniaanse regering op aan humanitaire hulpverleners onbelemmerd toegang te verlenen via de grensovergang van El Wak; |
10. |
verzoekt alle donoren, en met name de EU, meer humanitaire bijstand te verlenen aan interne ontheemden en een doeltreffende ontwikkelingshulp voor de Somalische bevolking te waarborgen; |
11. |
verzoekt voorts de Commissie ervoor te zorgen dat de EU-hulp niet wordt misbruikt om militaire machtshebbers weer aan de macht te helpen, die zijn opgenomen in transnationale federale instellingen, en zonodig maatregelen te nemen om dit recht te zetten; |
12. |
verzoekt de VN-Veiligheidsraad het VN-wapenembargo tegen Somalië te verscherpen en vastberadener te werk te gaan om ervoor te zorgen dat het embargo volledig wordt nageleefd door de staten in de regio; dringt er voorts bij de VN-Veiligheidsraad op aan een onderzoek in te stellen tegen alle personen die worden beschuldigd van oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid in Somalië en daarvoor doelgerichte sancties op te leggen, en eventueel zaken te verwijzen naar het Internationale Strafhof; |
13. |
is ingenomen met resolutie 1814(2008) van de VN-Veiligheidsraad die op 15 mei 2008 unaniem werd goedgekeurd, en waarin werd verzocht om de mogelijke installatie van een VN-vredesmacht van circa 28 500 man, in afwachting van een verbetering van de politieke en veiligheidsomstandigheden ter plaatse; stelt vast dat de voorgestelde VN-macht in de plaats zou komen van een kleine vredesmissie van de AU die sinds maart 2007 in Somalië is gestationeerd; |
14. |
dringt er met kracht op aan dat de vredesmissie van de AU in Somalië (AMISOM) en een eventuele opvolger in de vorm van een VN-vredesmissie het mandaat krijgt om burgers te beschermen, met inbegrip van vrouwen, kinderen en in eigen land ontheemden, en een sterk mensenrechtencomponent op te nemen, waarmee toezicht op en onderzoek en melding van mensenrechtenschendingen mogelijk is; |
15. |
herhaalt zijn steun aan de speciale gezant voor Somalië van de secretaris-generaal van de VN, Ahmedou Ould Abdallah, in zijn streven om de maatregelen van de internationale gemeenschap te coördineren en een inter-Somalische politieke dialoog op gang te brengen, alsmede om de situatie in Somalië door de stationering van AMISOM te stabiliseren; |
16. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten, de secretarissen-generaal van de AU, de VN en de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit, de voorzitter van de TFG, de regering van Ethiopië en het pan-Afrikaanse parlement. |