15.1.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 9/31 |
Donderdag, 9 oktober 2008
Opschorting van de WTO-Doha-Ronde
P6_TA(2008)0471
Resolutie van het Europees Parlement van 9 oktober 2008 over de opschorting van de WTO-Doha-Ronde en de toekomst van de Doha-ontwikkelingsagenda
2010/C 9 E/05
Het Europees Parlement,
gezien de ministeriële verklaring over het Doha-proces van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van 14 november 2001,
onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de Doha-ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA),
gezien het slotdocument van de jaarlijkse Parlementaire Conferentie over de WTO van 2008, dat op 12 september 2008 bij consensus is goedgekeurd in Genève,
gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,
A. |
overwegende dat de ministeriële WTO-bijeenkomst ter afronding van de Doha-ontwikkelingsronde (Doha-ronde) eind juli 2008 vastliep, |
B. |
overwegende dat de onderhandelingen in juli 2008 in Genève in het slop zijn geraakt; dat weliswaar enige vooruitgang was geboekt op een aantal punten, maar dat bij andere belangrijke kwesties geen overeenstemming kon worden bereikt in de ontwerpovereenkomst, |
C. |
overwegende dat de belangen van de ontwikkelingslanden, en met name van de minst ontwikkelde landen (MOL's), alsmede het engagement van alle WTO-leden met betrekking tot de Doha-ronde de kern van de onderhandelingen moeten blijven vormen, |
D. |
overwegende dat het mislukken van de Doha-ronde kan bijdragen aan de bestaande onzekerheid in de wereldeconomie en de geloofwaardigheid van het multilaterale handelssysteem op de proef zou kunnen stellen en zou kunnen leiden tot een verschuiving naar bilaterale en regionale handelsovereenkomsten, |
1. |
is ernstig teleurgesteld en verontrust over de patstelling op de ministeriële WTO-bijeenkomst van afgelopen juli 2008; |
2. |
bekrachtigt zijn volledige onderschrijving van de multilaterale aanpak van het handelsbeleid en een WTO die garant kan staan voor een omvattend, ambitieus en evenwichtig resultaat voor de internationale handel op basis van volledige eerbiediging van de milleniumontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties; |
3. |
is ervan overtuigd dat de succesvolle afronding van de Doha-ronde in de huidige situatie van economische en financiële crisis een stabiliserende factor zou kunnen vormen; |
4. |
is van mening dat de WTO, welke vooruitgang met de DDA ook wordt geboekt, samen met andere internationale organisaties op consistente wijze en dringend de nieuwe mondiale uitdagingen moet aanpakken waarbij handel een rol speelt, zoals voedselvoorziening, energie, hulp voor handel (aid for trade) en klimaatverandering; |
5. |
is zich terdege bewust van de moeilijkheden die verbonden zijn aan het beginsel van één totaalpakket (single undertaking); erkent de vooruitgang die tot dusver in de onderhandelingen is geboekt, en die tijdens de volgende bijeenkomst een belangrijke en geconsolideerde basis zou moeten vormen voor de voortzetting van de Doha-ronde en het bereiken van een positief resultaat; |
6. |
dringt er bij de EU, de VS en de G20 als nieuwe grote economische actoren op aan hun verantwoordelijkheid te nemen in de huidige onderhandelingen, de geest van de Doha-ronde volledig te eerbiedigen en alles in het werk te stellen zo spoedig mogelijk tot een overeenkomst te komen; onderstreept andermaal het belang van differentiatie tussen ontwikkelingslanden en opkomende landen; |
7. |
dringt er bij India en de VS op aan een politieke oplossing te zoeken voor het probleem rond de toepassingsvoorwaarden van het speciale beschermingsmechanisme (SSM) teneinde een billijk evenwicht te waarborgen tussen handel en voedselvoorzieningskwesties, zodat de DDA-onderhandelingen in Genève over de andere onopgeloste kwesties kunnen worden voortgezet; |
8. |
dringt er bij de industrielanden en de welvarender ontwikkelingslanden op aan zich aan te sluiten bij het EU-initiatief „Everything but arms”, waaraan voor de MOL's een volledig accijnsvrije en quotavrije markttoegang verbonden is; beklemtoont voorts het belang van „Aid for trade” |
9. |
is van mening dat de behoeften van de ontwikkelingslanden, met name de MOL's, in het kader van de DDA-onderhandelingen prioriteit moeten krijgen, met ontwikkeling als belangrijkste overweging; |
10. |
is van mening dat de moeilijkheden rond de DDA laten zien hoe belangrijk het is om, zodra de Doha-ronde is afgesloten, onverwijld de hervorming van de WTO aan te pakken, teneinde de WTO effectiever en transparanter te maken en de democratische legitimiteit, de verantwoordingsplicht, transparantie, inclusiviteit en de integratie ervan in het grotere geheel van mondiaal beheer te verbeteren; is van mening dat parlementsleden nog strengere en effectievere controle op het gebied van internationale handel moeten uitoefenen; |
11. |
herhaalt dat er behoefte is aan gerichte technische steun en capaciteitsopbouw om ontwikkelingslanden te helpen effectief aan de DDA mee te doen; |
12. |
verzoekt de Commissie en de Raad in de geest van het Verdrag van Lissabon een overeenkomst vast te stellen om volledige deelname van het Parlement aan alle internationale handelsbesprekingen van de EU te waarborgen; |
13. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de directeur-generaal van de WTO. |