19.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 17/81


Advies van het Comité van de Regio's — Het statuut van de Europese Stichting

2013/C 17/13

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

steunt de door de Commissie voorgestelde verordening betreffende het statuut van de Europese stichting (FE), die naar zijn mening goed aansluit op de goedkeuring van de verordening over het Europese burgerinitiatief;

hecht dan ook zijn steun aan de door de Commissie voorgestelde verordening betreffende het statuut van de Europese stichting (FE), en erkent dat deze aansluit op de goedkeuring van de verordening over het Europese burgerinitiatief en op de verordening betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) om de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking op EU-niveau te bevorderen;

wijst erop dat met dit statuut naar zowel vereenvoudiging als doelmatigheid voor stichtingen gestreefd dient te worden, door de stichtingen beter in staat te stellen zich bezig te houden met grensoverschrijdende of transnationale projecten – alleen of samen met nationale, lokale en regionale betrokken partijen. Daarbij dient ook te worden gezorgd voor de nodige rechtszekerheid en voor meer duidelijkheid over het functioneren en de financiering van stichtingen tegenover de burger;

begrijpt dat gestreefd wordt naar een evenwicht tussen de eisen die in de verschillende nationale wetgevingen aan het minimumvermogen van stichtingen worden gesteld en de wens om de oprichting van FE's in de gehele Unie te vergemakkelijken. Het Comité wil er echter voor zorgen dat donateurs en burgers voldoende zekerheid omtrent de vermogenssituatie van de FE's wordt geboden en zou graag zien dat het voor de inschrijving van een FE vereiste minimumvermogen wordt opgetrokken van 25 000 euro – een bedrag dat te laag is – tot 50 000 euro en daarnaast dat de FE tijdens haar gehele bestaan dit minimumvermogen aanhoudt; niet-naleving van deze eis zou bestraft worden met ontbinding van de stichting.

Rapporteur

Mevrouw Claudette BRUNET – LECHENAULT (FR/PSE), vicevoorzitster van de departementsraad van Saône-et-Loire

Referentiedocument

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het statuut van de Europese stichting (FE)

COM(2012) 35 final

I.   INLEIDING

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

is zich bewust van het economische belang en de essentiële rol van stichtingen op het gehele Europese grondgebied, op alle terreinen van het openbaar belang en met name op die terreinen die onder de bevoegdheden van de lokale en regionale overheden vallen, zoals sociale diensten en gezondheidsdiensten, sociale zekerheid, kunst en cultuur, onderwijs en opleiding, wetenschap, onderzoek en innovatie, en milieu.

2.

Het Comité begrijpt en betreurt de moeilijkheden waarop stichtingen stuiten wanneer zij de landsgrenzen willen oversteken om een grensoverschrijdend of transnationaal project op te zetten. Daardoor zijn zij aanzienlijke bedragen aan adviezen en structurele kosten kwijt, die zij beter hadden kunnen gebruiken om hun sociale taken uit te voeren.

3.

Het Comité steunt de door de Commissie voorgestelde verordening betreffende het statuut van de Europese stichting (FE), die naar zijn mening goed aansluit op de goedkeuring van de verordening over het Europese burgerinitiatief.

4.

Verder juicht het Comité toe dat onderhavig Commissievoorstel in een breder perspectief is geplaatst, nl. dat van het streven naar meer zekerheid voor activiteiten in de sociale en solidaire economie op de eengemaakte markt, en spreekt het de hoop uit dat de goedkeuring van een statuut voor de FE de weg vrij maakt voor een statuut voor de Europese onderlinge waarborgmaatschappij.

5.

Het Comité wijst erop dat met dit statuut naar zowel vereenvoudiging, doelmatigheid als rechtszekerheid voor stichtingen wordt gestreefd, door de stichtingen beter in staat te stellen zich bezig te houden met grensoverschrijdende of transnationale projecten – alleen of samen met nationale, lokale en regionale betrokken partijen.

6.

Het Comité stelt tevens dat er met dit statuut ook naar moet worden gestreefd het functioneren en de financiering van stichtingen te verduidelijken voor de burger.

7.

Het Comité zou graag zien dat de Europese dimensie van de FE wordt versterkt, niet alleen i.v.m. de oprichting maar ook tijdens het gehele bestaan van de FE, en dat de rechtsvoorschriften die van toepassing zijn op de FE, zoveel mogelijk zijn overgenomen uit de voorgestelde verordening en de eigen statuten, en verwijzingen naar de nationale wetgeving worden beperkt.

8.

Het Comité herinnert eraan dat FE's die particuliere fondsen mogen werven of overheidssteun mogen ontvangen voor de uitoefening van hun taken, verplicht verantwoording moeten afleggen over de besteding van de middelen, niet alleen aan hun geldschieters maar aan alle burgers van de Europese Unie.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Het economisch gewicht van de stichtingensector

9.

stelt vast dat de stichtingensector een niet te verwaarlozen economisch gewicht in de schaal legt: de jaarlijkse uitgaven liggen rond de 150 miljard euro en de sector levert bijna 1 miljoen rechtstreekse voltijdbanen op binnen de Europese Unie.

10.

Het Comité wijst erop dat stichtingen over de landsgrenzen heen actief willen zijn om sectoroverschrijdende kwesties, bijv. m.b.t. migratie, sociaaleconomische ontwikkeling, wetenschappelijke topkwaliteit, mensenrechten, en milieu, op overkoepelende wijze aan te kunnen pakken.

11.

Het Comité onderstreept met name de rol die stichtingen kunnen spelen als het gaat om het gebruik van middelen en creativiteit in een periode waarin Europa in een ernstige politieke, financiële en sociale crisis verkeert, en waarin alle mogelijkheden moeten worden bestudeerd om de Europese Unie te versterken en de Europese burgers toekomst- en groeiperspectieven te bieden.

Omslachtige en dure administratieve verplichtingen

12.

Het Comité merkt op dat stichtingen bij hun transnationale of grensoverschrijdende activiteiten op problemen met nationale voorschriften kunnen stuiten. Daardoor worden zij gedwongen een deel van hun inkomsten uit te geven aan advies en administratieve kosten; dit bedrag – naar schatting zo'n 90 tot 102 miljoen euro per jaar – kan dus niet ten goede komen aan projecten van openbaar belang, die al dan niet in samenwerking met andere stichtingen of lokale en regionale overheden worden uitgevoerd.

Een statuut ter versterking van het Europese burgerinitiatief via de rol van stichtingen

13.

Het Comité benadrukt dat de activiteiten van stichtingen, waartoe meestal het initiatief wordt genomen door privaatrechtelijke personen (particulieren of bedrijven), betrekking hebben op projecten van algemeen belang die van grote waarde zijn voor de Europese burgers, vaak op terreinen die onder de bevoegdheden van de lokale en regionale overheden vallen, met name sociale diensten en gezondheidsdiensten, sociale zekerheid, kunst en cultuur, onderwijs en opleiding, wetenschap, en onderzoek en innovatie, e.d.

14.

Het Comité meent dat met de keuze voor de nieuwe rechtsvorm van "Europese stichting", als alternatief voor het nationale statuut, de rol van stichtingen op het grondgebied van de Europese Unie wezenlijk verbeterd kan worden.

15.

Het Comité hecht dan ook zijn steun aan de door de Commissie voorgestelde verordening betreffende het statuut van de Europese stichting (FE), en erkent dat deze aansluit op de goedkeuring van de verordening over het Europese burgerinitiatief en op de verordening betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) om de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking op EU-niveau te bevorderen.

16.

Het Comité meent dat artikel 352 VWEU, waarin staat dat de Raad op voorstel van de Commissie en na goedkeuring door het Europees Parlement met eenparigheid van stemmen passende bepalingen vaststelt indien een optreden van de Unie in het kader van de beleidsgebieden van de Verdragen nodig blijkt om een van de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken, de enige adequate rechtsgrondslag voor de voorgestelde verordening is, aangezien de Verdragen geen specifieke bepalingen bevatten waarin de EU-instellingen expliciet bevoegdheden terzake wordt verleend. De keuze voor deze rechtsgrondslag sluit ook aan bij de keuze die in het verleden is gemaakt voor de goedkeuring van bepalingen m.b.t. andere statuten, zoals het statuut van Europese vennootschap en het Europees Economisch Samenwerkingsverband, en doet geenszins afbreuk aan de nationale regelgeving op het gebied van stichtingen. Het Comité wijst er overigens op dat in het kader van het mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing m.b.t. de tenuitvoerlegging van het subsidiariteitsbeginsel één gemotiveerd advies over de voorgestelde verordening is uitgebracht door 19 nationale parlementen die het dossier hebben geanalyseerd.

17.

Het Comité wijst erop dat met dit statuut naar zowel vereenvoudiging als doelmatigheid voor stichtingen gestreefd dient te worden, door de stichtingen beter in staat te stellen zich bezig te houden met grensoverschrijdende of transnationale projecten – alleen of samen met nationale, lokale en regionale betrokken partijen. Daarbij dient ook te worden gezorgd voor de nodige rechtszekerheid en voor meer duidelijkheid over het functioneren en de financiering van stichtingen tegenover de burger.

Nadruk op de Europese dimensie

18.

Het Comité zou graag zien dat de Europese dimensie van de FE meer nadruk krijgt door te bepalen dat de Europese stichting transnationale of grensoverschrijdende activiteiten verricht of beoogt te verrichten, niet alleen ten tijde van haar oprichting, maar gedurende haar gehele bestaan.

19.

Het Comité betreurt in dit verband dat de voorgestelde verordening veelvuldig naar het nationale recht van de lidstaten verwijst; daardoor kan een gebrek aan rechtszekerheid voor de FE's ontstaan aangezien harmonisatieregels ontbreken.

Leesbaarheid, betrouwbaarheid en transparantie noodzakelijk

20.

Het Comité herinnert eraan dat FE's voor de uitoefening van hun taken particuliere fondsen mogen werven en overheidssteun mogen ontvangen, en daarom hun donateurs en geldschieters – en meer in het algemeen alle burgers van de Europese Unie – de grootst mogelijke zekerheid omtrent hun soliditeit en volledige transparantie omtrent hun bestuur en de besteding van de middelen dienen te kunnen verschaffen.

Verduidelijking van de doelstelling van FE's

21.

Het Comité wijst erop dat in sommige lidstaten de begrippen "algemeen nut" en "algemeen belang" verschillende concepten beslaan en in sommige gevallen naar ofwel een voor het nationale recht specifieke procedure of rechtspositie ofwel een specifieke fiscale behandeling verwijzen, en stelt daarom voor de gebruikte terminologie te harmoniseren door het begrip "openbaar belang" aan te houden, dat in iedere lidstaat los van enige fiscale behandeling op uniforme wijze gehanteerd moet worden voor de bepaling van het doel van de FE.

22.

Het Comité zou tevens graag zien dat het begrip "amateursport" in artikel 5 van de voorgestelde verordening wordt gedefinieerd, om te voorkomen dat FE's zich bezig gaan houden met de ondersteuning van activiteiten die eerder onder profsport vallen.

Een grotere betrouwbaarheid

23.

Het Comité begrijpt dat gestreefd wordt naar een evenwicht tussen de eisen die in de verschillende nationale wetgevingen aan het minimumvermogen van stichtingen worden gesteld en de wens om de oprichting van FE's in de gehele Unie te vergemakkelijken. Het Comité wil er echter voor zorgen dat donateurs en burgers voldoende zekerheid omtrent de vermogenssituatie van de FE's wordt geboden en zou graag zien dat het voor de inschrijving van een FE vereiste minimumvermogen wordt opgetrokken van 25 000 euro – een bedrag dat te laag is – tot 50 000 euro en daarnaast dat de FE tijdens haar gehele bestaan dit minimumvermogen aanhoudt; niet-naleving van deze eis zou bestraft worden met ontbinding van de stichting.

24.

Het Comité acht het vanzelfsprekend dat FE's geen winstoogmerk hebben, maar beseft dat zij mogelijk economische activiteiten willen uitoefenen om hun taken van openbaar belang te verwezenlijken, en stelt voor artikel 11 zodanig aan te passen dat de grenzen waarbinnen een FE economische activiteiten mag ontplooien, beter worden aangegeven.

25.

Het Comité meent dat de salarissen van de leden van de raad van bestuur en het toezichthoudende orgaan van de FE in overeenstemming moeten zijn met het niet-winstgevende karakter van de FE en dat de voorgestelde verordening daarover beginselen moet vastleggen.

26.

Het Comité zou graag zien dat de beginselen m.b.t. het voorkomen van belangenconflicten worden verduidelijkt; de huidige formulering kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en dus een tegengesteld effect sorteren.

27.

Het Comité stemt in met de regels inzake boekhouding en transparantie, maar stelt voor dat de wijze waarop de controle op en publicatie van de activiteiten van de FE's is geregeld, nader wordt aangegeven en verduidelijkt.

Behoefte aan harmonisatie

28.

Het Comité begrijpt dat de keuze om het toezicht op de FE aan een nationale instantie over te laten in plaats van een controleprocedure en -orgaan op Europees niveau in te voeren, is ingegeven door het streven naar begrotingsdiscipline.

29.

Het Comité ziet in dat het relevant is om fiscale bepalingen in de voorgestelde verordening op te nemen, maar zet kanttekeningen bij het feit dat FE's automatisch dezelfde fiscale behandeling krijgen als instellingen van algemeen belang in de betrokken lidstaat, aangezien de voorwaarden voor deze nationale fiscale voorkeursbehandeling per lidstaat aanzienlijke verschillen vertonen.

III.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Artikel 2, lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In deze verordening wordt verstaan onder:

5)   "instelling van algemeen nut": een stichting die een doel van algemeen belang dient en/of een vergelijkbare rechtspersoon van algemeen nut, zonder leden, die is opgericht krachtens het recht van een van de lidstaten;

In deze verordening wordt verstaan onder:

5)   "instelling van algemeen nut""instelling van openbaar belang": een stichting die een doel van openbaar algemeen belang dient en/of een vergelijkbare rechtspersoon van openbaar belang algemeen nut, zonder leden, die is opgericht krachtens het recht van een van de lidstaten;

Motivering

Voorgesteld wordt de term "van algemeen nut" te vervangen door "van openbaar belang".

Wijzigingsvoorstel 2

Artikel 5, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 5

Doel van algemeen belang

1.   De FE is een zelfstandig opgerichte instelling van algemeen nut.

Artikel 5

Doel van algemeen openbaar belang

1.   De FE is een zelfstandig opgerichte instelling van algemeen nut openbaar belang.

Motivering

Met de term "openbaar belang" kunnen de begrippen "algemeen nut" en "algemeen belang" samengetrokken worden, zodat er minder aanleiding is tot verwarring met fiscaal- of publiekrechtelijke concepten die in sommige lidstaten worden gebruikt om stichtingen die onder het nationaal recht vallen, een bijzondere status of fiscale behandeling te verlenen.

Wijzigingsvoorstel 3

Artikel 5, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 5

Doel van algemeen belang

Artikel 5

Doel van algemeen belang

2.   De FE dient het algemeen belang in ruime zin.

2.   De FE dient het algemeen openbaar belang in ruime zin.

Zij kan slechts worden opgericht voor onderstaande doeleinden, waaraan al haar activa onvoorwaardelijk worden aangewend:

Zij kan slechts worden opgericht voor onderstaande doeleinden, waaraan al haar activa onvoorwaardelijk worden aangewend:

a)

[…]

a)

[…]

r)

amateursport;

r)

amateursport, gedefinieerd als het beoefenen van sportactiviteiten door personen die hiermee geen vast en significant inkomen genereren;

[…].

s)

[…]

 

t)

bescherming van personen die het slachtoffer zijn van geweld in welke vorm dan ook.

Motivering

Het is zinvol het begrip "amateursport" exact te omschrijven, aangezien de praktijken binnen de diverse takken van sport van lidstaat tot lidstaat verschillen en het niveau en de omstandigheden van sommige sporten die doorgaan voor amateursport, in de buurt komen van die van de profsport, die niet tot het openbaar belang gerekend wordt. Daarnaast is het zinvol in dit artikel ook de bescherming op te nemen van personen die het slachtoffer zijn van geweld in welke vorm dan ook. Het belang van samenwerking met derde landen, zoals vermeld in de volgende paragraaf, moet worden onderstreept.

Wijzigingsvoorstel 4

Artikel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 6

Grensoverschrijdende component

Artikel 6

Grensoverschrijdende Europese component

Ten tijde van de registratie verricht de FE activiteiten of heeft zij een statutair doel dat voorziet in de uitoefening van activiteiten in ten minste twee lidstaten.

Ten tijde van de registratie verricht de FE activiteiten of heeft zij de FE een statutair doel dat voorziet in de uitoefening van activiteiten in ten minste twee lidstaten.

 

Als de registratie eenmaal een feit is, verricht de FE activiteiten in ten minste twee lidstaten.

Zij dient gedurende haar gehele bestaan in ten minste twee lidstaten activiteiten te blijven uitoefenen.

Motivering

De wijziging beoogt de Europese component van de FE te versterken door te benadrukken dat zij niet alleen ten tijde van de registratie maar gedurende haar gehele bestaan activiteiten in verschillende lidstaten dient te verrichten. In het geval van een nieuw opgerichte FE, die ten tijde van de registratie nog geen activiteiten kan verrichten, dient de Europese component te worden vastgelegd als statutair doel, wat in onderhavig wijzigingsvoorstel geëxpliciteerd wordt.

Wijzigingsvoorstel 5

Artikel 7, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 7

Activa

2.   De activa van de FE bedragen ten minste 25 000 EUR.

Artikel 7

Activa

2.   De activa van de FE bedragen ten tijde van haar inschrijving en gedurende haar gehele bestaan ten minste 25 000 50 000 EUR.

Motivering

Om de soliditeit en betrouwbaarheid die de FE dient aan te tonen, beter te waarborgen stelt het Comité voor om het bij de oprichting vereiste minimale activabedrag op te trekken tot 50 000 euro en te bepalen dat dit bedrag gedurende het gehele bestaan van de FE aangehouden dient te worden.

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 10, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 10

Handelingsbevoegdheid

1.   De FE heeft in alle lidstaten volledige handelingsbevoegdheid.

Artikel 10

Handelingsbevoegdheid

1.   De FE heeft in alle lidstaten volledige handelingsbevoegdheid behoudens beperkingen uit hoofde van deze verordening.

Behoudens beperkingen uit hoofde van de statuten heeft de FE alle rechten die nodig zijn om haar activiteiten te kunnen uitoefenen, met inbegrip van het recht roerende en onroerende zaken te bezitten, giften te doen, fondsen te werven en donaties van welke aard dan ook te aanvaarden en te houden, met inbegrip van aandelen en andere effecten, legaten en giften in natura verkregen uit rechtmatige bronnen, ook uit derde landen.

Behoudens beperkingen uit hoofde van de statuten heeft de FE alle rechten die nodig zijn om haar activiteiten te kunnen uitoefenen, met inbegrip van het recht roerende en onroerende zaken te bezitten, giften te doen, fondsen te werven en donaties van welke aard dan ook te aanvaarden en te houden, met inbegrip van aandelen en andere effecten, legaten en giften in natura verkregen uit rechtmatige bronnen, ook uit derde landen.

De FE heeft tevens het recht zich in gelijk welke lidstaat te vestigen wanneer dat nodig is om haar activiteiten te kunnen uitoefenen

De FE heeft tevens het recht zich in gelijk welke lidstaat te vestigen wanneer dat nodig is om haar activiteiten te kunnen uitoefenen.

Motivering

De bepaling dat de FE in alle lidstaten volledige handelingsbevoegdheid heeft, behoeft een aanvulling vanwege de in artikel 11 genoemde beperkingen voor economische activiteiten (verwezenlijken van doelen van openbaar belang; economische activiteiten die geen verband houden met een doel van openbaar belang van de FE, mogen ten hoogste 10% van de jaarlijkse netto-omzet van de FE uitmaken, mits de resultaten uit deze ongerelateerde economische activiteiten afzonderlijk in de boeken worden gepresenteerd en volledig worden aangewend voor het verwezenlijken van de taken van openbaar belang van de FE).

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 11

Economische activiteiten

Artikel 11

Economische activiteiten

1.   Behoudens eventuele beperkingen uit hoofde van haar statuten is de FE bevoegd en vrij om zich ook met handels- of andere economische activiteiten bezig te houden, mits de daaruit voortvloeiende winst volledig wordt aangewend voor het verwezenlijken van het doel of de doelen van algemeen belang van de FE.

1.   Behoudens eventuele beperkingen uit hoofde van haar statuten is de FE bevoegd om zich met economische activiteiten bezig te houden, zolang deze niet los staan van haar taken van openbaar belang en op voorwaarde dat alle opbrengsten ervan worden gebruikt voor de verwezenlijking van het nagestreefde doel van openbaar belang. Behoudens eventuele beperkingen uit hoofde van haar statuten is de FE bevoegd en vrij om zich ook met handels- of andere economische activiteiten bezig te houden, mits de daaruit voortvloeiende winst volledig wordt aangewend voor het verwezenlijken van het doel of de doelen van algemeen belang van de FE.

2.   Economische activiteiten die geen verband houden met het doel van algemeen belang van de FE, mogen ten hoogste 10% van de jaarlijkse netto-omzet van de FE uitmaken, mits de resultaten uit deze ongerelateerde economische activiteiten afzonderlijk in de boeken worden gepresenteerd.

2.   Economische activiteiten die geen verband houden met het doel van algemeen openbaar belang van de FE, mogen ten hoogste 10% van de jaarlijkse netto-inkomsten omzet van de FE uitmaken, mits de resultaten uit deze ongerelateerde economische activiteiten afzonderlijk in de boeken worden gepresenteerd en volledig ten goede komen aan haar taken van openbaar belang.

Motivering

Doel van het wijzigingsvoorstel is de grenzen waarbinnen FE's economische activiteiten mogen ontplooien, beter aan te geven om te voorkomen dat zij zich al te veel bezig gaan houden met louter commerciële handelingen die geen verband houden met hun eigenlijke doel, en zo hun essentie als organisatie zonder winstoogmerk kwijtraken.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 21

Registerinschrijving

Artikel 21

Registerinschrijving

1.   De FE wordt in één lidstaat in een register ingeschreven.

1.   De FE wordt in één lidstaat ingeschreven in een register ingeschreven van de lidstaat waar zij statutair gevestigd is.

2.   De FE die tot stand komt door een fusie tussen twee instellingen van algemeen nut die op wettige wijze in dezelfde lidstaat zijn gevestigd, wordt in die lidstaat in een register ingeschreven.

2.   De FE die tot stand komt door een fusie tussen twee instellingen van algemeen nut die op wettige wijze in dezelfde lidstaat zijn gevestigd, wordt in die lidstaat in een register ingeschreven.

3.   De FE die door een grensoverschrijdende fusie tot stand komt, wordt in een register ingeschreven in een van de lidstaten waar de fuserende instellingen op wettige wijze gevestigd waren.

3.   De FE die door een grensoverschrijdende fusie tot stand komt, wordt in een register ingeschreven in de in een van de lidstaten lidstaat waar de overnemende stichting fuserende instellingen statutair gevestigd waren is.

4.   De FE die door omzetting tot stand komt, wordt ingeschreven in een register in de lidstaat waar de omgezette instelling oorspronkelijk op wettige wijze was gevestigd.

4.   De FE die door omzetting tot stand komt, wordt ingeschreven in een register in de lidstaat waar de omgezette instelling oorspronkelijk op wettige wijze was gevestigd.

Motivering

Omwille van de rechtszekerheid wordt voorgesteld als tweede criterium voor het bepalen van de lidstaat waar de FE ingeschreven dient te worden, uit te gaan van het land waar de FE statutair is gevestigd.

Wijzigingsvoorstel 9

Na artikel 31 een nieuw artikel invoegen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Beginselen inzake bestuur

1.   Een persoon kan niet tegelijkertijd lid van de raad van bestuur en lid van de raad van toezicht zijn.

2.   De leden van de raad van bestuur en van de raad van toezicht worden niet bezoldigd. Zij kunnen een vergoeding ontvangen voor de kosten die zij maken om hun taken te verrichten, onder de in het statuut vastgelegde voorwaarden.

3.   Er mag geen direct of indirect voordeel worden toegekend aan een oprichter, een lid van de raad van bestuur, een lid van de raad van toezicht, een directeur of een auditor, en evenmin aan een persoon die een zakelijke of nauwe familiale band met een of meer van genoemde personen heeft, tenzij het voordeel betrekking heeft op de uitvoering van hun taken binnen de FE.

Motivering

Met de voorgestelde wijziging wil het Comité duidelijkheid scheppen rond de regels inzake het bestuur en de ethische voorschriften die bij de overwegend niet-winstgevende aard van FE's aansluiten en de verwachte leesbaarheid en transparantie opleveren.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 32

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 32

Belangenconflicten

Article 32

Conflits d’intérêts

1.   De oprichter en andere leden van de raad van bestuur die een zodanige zakelijke, familiale of andere band hebben met de oprichter of met elkaar dat een feitelijk of potentieel belangenconflict kan ontstaan dat de oordeelsvorming van de betrokken persoon of personen beïnvloedt, kunnen geen meerderheid van de raad van bestuur uitmaken.

1.   De oprichter en andere leden van de raad van bestuur die een zodanige zakelijke, familiale of andere band hebben met de oprichter of met elkaar dat een feitelijk of potentieel belangenconflict kan ontstaan dat de oordeelsvorming van de betrokken persoon of personen beïnvloedt, kunnen geen meerderheid van de raad van bestuur uitmaken. Ieder lid van de raad van bestuur of van de raad van toezicht dient de FE schriftelijk in kennis te stellen van ieder direct of indirect belang in een derde partij die kan leiden tot een conflict tussen zijn persoonlijk belang of dat van een persoon die een zakelijke of familiale band met hem heeft, en het belang van de FE.

2.   Een persoon kan niet tegelijkertijd lid van de raad van bestuur en lid van de raad van toezicht zijn.

2.   Een persoon kan niet tegelijkertijd lid van de raad van bestuur en lid van de raad van toezicht zijn. Ieder lid van de raad van bestuur of van de raad van toezicht dient zich in voorkomend geval te onthouden van zitting in en deelname aan ieder overleg of besluit wanneer een vraagstuk wordt besproken met betrekking tot een entiteit of een persoon met wie hij een zakelijke of familiale band heeft of waarin hij al dan niet rechtstreeks belangen heeft.

3.   Er mag geen direct of indirect voordeel worden toegekend aan een oprichter, een lid van de raad van bestuur, een lid van de raad van toezicht, een directeur en een auditor, en evenmin aan een persoon die een zakelijke of nauwe familiale band met een of meer van genoemde personen heeft, tenzij het voordeel betrekking heeft op de uitvoering van hun taken binnen de FE.

3.   Er mag geen direct of indirect voordeel worden toegekend aan een oprichter, een lid van de raad van bestuur, een lid van de raad van toezicht, een directeur en een auditor, en evenmin aan een persoon die een zakelijke of nauwe familiale band met een of meer van genoemde personen heeft, tenzij het voordeel betrekking heeft op de uitvoering van hun taken binnen de FE.

Motivering

Met de voorgestelde wijziging wil het Comité de regels inzake het bestuur en de ethische voorschriften versterken; deze dienen de leesbaarheid en transparantie op te leveren die donateurs en alle burgers van de FE's verwachten.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 33

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 33

Vertegenwoordiging van de FE jegens derden

De raad van bestuur en iedere andere persoon die de raad van bestuur daartoe heeft gemachtigd en volgens zijn instructies handelt, kan de FE jegens derden en in rechte vertegenwoordigen.

Artikel 33

Vertegenwoordiging van de FE jegens derden

De raad van bestuur en iedere andere persoon die de raad van bestuur daartoe heeft gemachtigd en volgens zijn instructies handelt en als dusdanig in het register is opgenomen, kan de FE jegens derden en in rechte vertegenwoordigen.

Motivering

Gepreciseerd moet worden dat, zoals bepaald in artikel 23, lid 1, sub e), sub ii) van de ontwerpverordening, alleen daartoe gemachtigde personen die in het register zijn opgenomen de FE jegens derden en in rechte kunnen vertegenwoordigen.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 34, lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 34

Transparantie en verantwoordingsplicht

5.   De door de raad van bestuur goedgekeurde jaarrekening wordt samen met de verklaring van degene die de wettelijke controle van de jaarrekening heeft verricht, en het jaarlijkse activiteitenverslag openbaar gemaakt.

Artikel 34

Transparantie en verantwoordingsplicht

5.   De door de raad van bestuur goedgekeurde jaarrekening wordt samen met de verklaring van degene die de wettelijke controle van de jaarrekening heeft verricht, en het jaarlijkse activiteitenverslag openbaar gemaakt. Zij dienen ten minste toegankelijk te zijn voor iedere burger van de Europese Unie via de website van de FE.

Motivering

Met het wijzigingsvoorstel wil het Comité de regels inzake het bestuur en de ethische voorschriften versterken; deze dienen de leesbaarheid en transparantie op te leveren die donateurs en alle burgers van de FE's verwachten.

Wijzigingsvoorstel 13

Artikel 43, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Besluit tot liquidatie

Besluit tot liquidatie

[…]

[…]

2.   De toezichthoudende autoriteit kan, na de raad van bestuur van de FE te hebben gehoord, besluiten tot liquidatie van de FE dan wel, indien het toepasselijke nationale recht zulks bepaalt, een verzoek tot liquidatie van de FE voorleggen aan de bevoegde rechter indien:

2.   De toezichthoudende autoriteit kan, na de raad van bestuur van de FE te hebben gehoord, besluiten tot liquidatie van de FE en tot aanwijzing van een vereffenaar dan wel, indien het toepasselijke nationale recht zulks bepaalt, een verzoek tot liquidatie van de FE voorleggen en een vereffenaar voorstellen aan de bevoegde rechter indien:

(a)

de raad van bestuur heeft nagelaten te handelen in één van de in lid 1 bedoelde situaties;

(a)

de raad van bestuur heeft nagelaten te handelen in één van de in lid 1 bedoelde situaties;

(b)

de FE voortdurend handelt in strijd met haar statuten, deze verordening of het toepasselijke nationale recht.

(b)

de FE voortdurend handelt in strijd met haar statuten, deze verordening of het toepasselijke nationale recht.

Wijzigingsvoorstel 14

Artikel 44, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Liquidatie

1.   Nadat de toezichthoudende autoriteit het in artikel 43, lid 1, tweede alinea, bedoelde besluit van de raad van bestuur heeft goedgekeurd, dan wel wanneer de toezichthoudende autoriteit of, in voorkomend geval, de rechter tot liquidatie van de FE heeft besloten, worden de activa van de FE overeenkomstig lid 2 van dit artikel aangewend.

Liquidatie

1.   Nadat de toezichthoudende autoriteit het in artikel 43, lid 1, tweede alinea, bedoelde besluit van de raad van bestuur heeft goedgekeurd, dan wel wanneer de toezichthoudende autoriteit of, in voorkomend geval, de rechter tot liquidatie van de FE heeft besloten, worden de activa van de FE overeenkomstig lid 2 van dit artikel aangewend. De liquidatiekosten worden gedragen door de FE.

Brussel, 29 november 2012.

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Ramón Luis VALCÁRCEL SISO


  翻译: