13.9.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 264/4 |
Mededeling met betrekking tot invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten
(Deze mededeling vervangt die welke is verschenen in Publicatieblad van de Europese Unie C 85 van 19 april 2007, blz. 17)
2013/C 264/05
I. Algemene opmerkingen
1. |
Certificaten en uittreksels daarvan worden afgegeven door de daartoe bevoegde instanties van de lidstaten. Zij zijn geldig voor in- en uitvoertransacties in elke lidstaat, behalve in een aantal specifieke gevallen die in de EU-regelgeving zijn vastgesteld. |
2. |
Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 (1) worden feestdagen, zondagen en zaterdagen niet als werkdagen beschouwd voor de indiening van certificaataanvragen en voor de afgifte van certificaten. |
3. |
De aanvrager moet alleen de vakken 4, 7, 8, 9, 11, 14 tot en met 18 en 20 van het formulier invullen. De lidstaten kunnen evenwel voorschrijven dat de aanvrager ook vak 1 en eventueel vak 5 invult. |
4. |
Het formulier moet in drukletters worden ingevuld in een van de officiële talen van de Unie waarvan het gebruik door de bevoegde instanties van de lidstaat van afgifte is opgelegd of toegestaan. Het certificaat mag slechts in één taal worden ingevuld. De lidstaten kunnen evenwel toestaan dat de aanvraagformulieren met de hand, met inkt en in hoofdletters worden ingevuld. |
5. |
De aanvraag en het certificaat mogen geen raderingen of overschrijvingen bevatten. Indien bij het invullen van de formulieren een vergissing is begaan, moet een nieuw aanvraagformulier of een nieuw certificaat worden ingevuld. |
6. |
De bedragen moeten worden vermeld in cijfers en uitgedrukt in euro's; lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone mogen de bedragen evenwel uitdrukken in de nationale valuta. |
7. |
De hoeveelheden moeten worden uitgedrukt:
|
8. |
Wanneer in vak 7 of vak 8 van het formulier betreffende de invoer en in vak 7 van het formulier betreffende de uitvoer onvoldoende plaats is om de in de EU-regelgeving bedoelde vermelding aan te brengen, moet de gehele vermelding worden opgenomen in vak 20, voorafgegaan door een asterisk die correspondeert met een asterisk die wordt aangebracht in vak 7 of vak 8. Wanneer in vak 20 onvoldoende plaats is om de vermelding aan te brengen, moet de gehele vermelding worden opgenomen in vak 15, voorafgegaan door een asterisk die correspondeert met een asterisk die wordt aangebracht in vak 7 of vak 8. |
9. |
In de vakken 7, 8 en 9 van het formulier moet van de vakjes voor de woorden „ja” of „neen” het toepasselijke vakje worden aangekruist. |
10. |
|
11. |
Voorbeeld van toepassing van artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 376/2008: 13.00 uur in deze verordening komt overeen met 13.00 uur Belgische tijd:
|
II. Formulieren voor invoer
Vak 7
Onder „land van herkomst” wordt verstaan het derde land waaruit het product naar de Unie wordt verzonden.
1. |
Vermelding van het land van herkomst of de groep landen van herkomst is vereist wanneer dit in de EU-regelgeving is voorgeschreven. |
2. |
Indien volgens de EU-regelgeving een bepaalde herkomst is voorgeschreven, moet het vakje voor het woord „ja” worden aangekruist en moet de herkomst van het product overeenstemmen met de op het certificaat vermelde herkomst, op straffe van ongeldigheid van het certificaat. |
3. |
In de overige gevallen is vermelding van het land van herkomst facultatief. De vermelding kan echter nuttig zijn met het oog op de toepassing van artikel 39 van Verordening (EG) nr. 376/2008 bij overmacht. |
Vak 8
— |
Het land van oorsprong wordt bepaald volgens de EU-regels die in dezen van toepassing zijn. |
— |
De hierboven met betrekking tot vak 7 gegeven aanwijzingen zijn van overeenkomstige toepassing. |
Vak 14
De gebruikelijke handelsbenaming van het product (bijvoorbeeld suiker) vermelden, en geen fabrieksmerk.
Vakken 15 en 16
In het algemeen wordt het certificaat aangevraagd en afgegeven voor al de onder eenzelfde GN-code vallende producten. In sommige, in de EU-regelgeving vastgestelde bijzondere gevallen wordt het certificaat evenwel aangevraagd en afgegeven:
— |
hetzij voor producten die onder verschillende GN-codes vallen, |
— |
hetzij voor slechts een deel van de producten die onder een bepaalde GN-code vallen. |
Wanneer in vak 16 onvoldoende plaats is om er verscheidene GN-codes in te vermelden, moeten alle codes worden vermeld in vak 15, voorafgegaan door een asterisk die correspondeert met een asterisk die wordt aangebracht in vak 16.
Vak 15
— |
De omschrijving mag worden vereenvoudigd, maar dient de elementen te bevatten op grond waarvan het product onder de in vak 16 vermelde GN-code is ingedeeld. |
— |
Voor producten die tot de wijnsector behoren, moet de omschrijving bovendien de kleur (wit, rood of rosé) van de wijn of de most bevatten. |
Vak 16
De volledige GN-code vermelden. In bepaalde, in de EU-regelgeving vastgestelde gevallen moeten echter:
— |
de volledige GN-codes of de door „ex” voorafgegane GN-codes worden vermeld, ofwel |
— |
de codes worden vermeld zoals in de EU-regelgeving is bepaald. |
Vak 19
1. |
Invullen overeenkomstig de EU-regelgeving inzake de voor het betrokken product toegestane tolerantie. |
2. |
Voor certificaten waarvoor geen overschrijdingstolerantie geldt, moet in vak 19 het cijfer nul (0) worden ingevuld. |
Vak 20
Invullen overeenkomstig de voor elke sector met een gemeenschappelijke marktordening geldende specifieke EU-regelgeving. Bijvoorbeeld:
„Rundvlees van hoge kwaliteit — Verordening (EG) nr. 810/2008”.
III. Formulieren voor uitvoer
Vak 7
1. |
Vermelding van het land van bestemming of de groep landen van bestemming is vereist wanneer dit in de EU-regelgeving is voorgeschreven. |
2. |
Voor uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie moet in dit vak het land van bestemming of, in voorkomend geval, de zone van bestemming worden vermeld. Vermelding van de naam van het land of, in voorkomend geval, de naam van de zone heeft niet tot gevolg dat die bestemming de verplichte bestemming wordt. |
3. |
Indien volgens de EU-regelgeving een bepaalde bestemming is voorgeschreven, moet het vakje voor het woord „ja” worden aangekruist en moet het product naar de op het certificaat vermelde bestemming worden uitgevoerd. |
4. |
Bij toepassing van artikel 47 van Verordening (EG) nr. 376/2008 wordt het land of de bestemming in dit vak ingevuld en houdt het certificaat de verplichting in om naar dat land of die bestemming uit te voeren. |
5. |
In de overige gevallen is de vermelding van het land of de bestemming facultatief. De vermelding kan echter nuttig zijn met het oog op de toepassing van artikel 39 van Verordening (EG) nr. 376/2008 bij overmacht. |
Vakken 14, 15 en 16
1. |
Op dezelfde wijze invullen als voor invoer. In het bijzondere geval dat volgens de EU-regelgeving meer dan één GN-code kan worden vermeld, moet niettemin bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij uitvoer het uit te voeren product worden gedeclareerd onder één enkele rubriek van de restitutienomenclatuur. |
2. |
Voor certificaten met vaststelling vooraf van de restitutie moet in vak 16 de productcode van 12 cijfers van de restitutienomenclatuur worden vermeld, tenzij bijzondere voorschriften gelden. In het geval van productgroepen of -categorieën als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 376/2008 mogen de productcodes van dezelfde groep of categorie worden vermeld in de certificaataanvraag en in het certificaat zelf. |
Vak 19
1. |
Invullen overeenkomstig de EU-regelgeving inzake de voor het betrokken product toegestane tolerantie. |
2. |
Voor certificaten waarvoor geen overschrijdingstolerantie geldt, moet in vak 19 het cijfer nul (0) worden ingevuld. |
3. |
Indien voor een en hetzelfde certificaat een overschrijdingstolerantie geldt voor het recht op uitvoer en geen enkele overschrijdingstolerantie voor het recht op restitutie, moet de overschrijdingstolerantie voor het recht op uitvoer worden ingevuld in vak 19 en de informatie betreffende het feit dat voor het recht op restitutie geen overschrijdingstolerantie geldt, in vak 22. |
Vak 20
1. |
Invullen overeenkomstig de voor de betrokken sector geldende specifieke EU-regelgeving. |
2. |
Bij toepassing van artikel 47 van Verordening (EG) nr. 376/2008 een van de onderstaande vermeldingen aanbrengen:
|
(1) PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.
(2) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.