10.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 367/112 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing en werking van de .eu-topniveaudomeinnaam en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 733/2002 en Verordening (EG) nr. 874/2004 van de Commissie
(COM(2018) 231 final — 2018/0110(COD))
(2018/C 367/22)
Rapporteur: |
Philippe DE BUCK |
Raadpleging |
Europees Parlement, 28.5.2018 Raad, 5.6.2018 |
Rechtsgrondslag |
Artikel 172, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
Bevoegde afdeling |
Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij |
Goedkeuring door de afdeling |
28.6.2018 |
Goedkeuring door de voltallige vergadering |
11.7.2018 |
Zitting nr. |
536 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) |
133/1/0 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. |
Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) steunt de doelstellingen in de voorgestelde verordening betreffende de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein (TLD) en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 733/2002 en (EG) nr. 874/2004 van de Commissie. De bedoeling is enerzijds iets te doen aan achterhaalde bepalingen en anderzijds sneller te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. |
1.2. |
Het EESC wijst erop dat het voor EU-burgers, -bedrijven en -organisaties dermate belangrijk is om over een online-identificatiemiddel te beschikken dat de .eu-domeinnaam als een dienst van algemeen belang moet worden beschouwd. Er zou dan ook moeten worden overwogen te bepalen dat het register een organisatie zonder winstoogmerk moet zijn, die zich uitsluitend bezighoudt met het operationele beheer van de domeinnaam, en dat eventuele overschotten naar de EU-begroting overgeheveld moeten worden. |
1.3. |
Het EESC neemt er nota van dat het register wordt aangewezen na een openbare aanbestedingsprocedure en benadrukt dat alles in het werk moet worden gesteld om het functioneren van .eu-TLD niet te verstoren. Een openbare aanbestedingsprocedure zou negatief kunnen uitpakken op de stabiliteit van het betrokken personeelsbestand en van de betrekkingen met de verschillende registrators alsook op het vertrouwen in en de reputatie van de domeinnaam. Alle selectiecriteria dienen daarom ruim van tevoren duidelijk omschreven te worden. Met name moet helder zijn of het register al dan niet een commercieel bedrijf mag zijn. Het EESC dringt er sowieso op aan dat het hele proces volledig transparant verloopt. |
1.4. |
De Commissie zou moeten aangeven of het register al dan niet een organisatie zonder winstoogmerk moet zijn. |
1.5. |
Het EESC is vóór oprichting van een Multistakeholderraad en zou daar graag in vertegenwoordigd zijn. |
1.6. |
Het EESC steunt de verruiming van de voorwaarden waaraan natuurlijke personen moeten voldoen om een .eu-domeinnaam te kunnen registreren. Zij hoeven niet langer woonachtig te zijn in een lidstaat van de EU. Door alle onderdanen van EU-lidstaten, in welk land zij ook wonen, in staat te stellen een .eu-domeinnaam te registeren, zal niet alleen het profiel van de EU worden versterkt, maar zal ook uitdrukkelijk blijk worden gegeven van affiniteit met de EU. |
1.7. |
De brexit zal gevolgen hebben voor de ontvankelijkheidscriteria wanneer en indien het Verenigd Koninkrijk de EU verlaat, of wanneer een eventuele overgangsperiode afloopt. Alle instanties die zich bezighouden met de governance en de operationele verantwoordelijkheden rond de .eu-domeinnaam dienen zich op de nieuwe omstandigheden voor te bereiden. De betrokken .eu-domeinnaameigenaars dienen tijdig van de intrekking van hun rechten in kennis te worden gesteld. Er moeten realistische termijnen worden vastgesteld. |
1.8. |
Het EESC zou graag zien dat voor een soepele overgangsperiode wordt gezorgd. Aangezien het contract van het huidige register, EURid, in oktober 2019 verstrijkt en de nieuwe verordening en de uitvoeringshandelingen van de Commissie op dat moment waarschijnlijk niet volledig ten uitvoer gelegd kunnen worden, zal een overgangsperiode noodzakelijk zijn. Dit betekent dat het contract met EURid moet worden verlengd of dat er opnieuw over onderhandeld moet worden. Aangezien het contract wellicht moet worden gewijzigd, zouden deze onderhandelingen zo vroeg mogelijk moeten beginnen om te voorkomen dat het functioneren van de .eu-domeinnaam wordt verstoord. |
2. Inleiding
2.1. |
Het .eu-topniveaudomein (TLD) is de domeinnaam van de Europese Unie en haar burgers. Het is toegewezen aan de EU en wordt beheerd door de Commissie. Het .eu-TLD is in het leven geroepen bij Verordening (EG) nr. 733/2002 betreffende de invoering van het .eu-topniveaudomein. Het is ook onderworpen aan Verordening (EG) nr. 874/2004 en de latere wijzigingen daarop, waarin de regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie zijn vastgelegd. Het .eu-TLD werd in maart 2005 gedelegeerd door de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) en werd na een zgn. „sunrise period” (bepaald tijdsbestek waarbinnen merkhouders bepaalde domeinnamen kunnen aanvragen) die in december 2005 inging, in april 2006 gelanceerd. |
2.2. |
Doel van het .eu-TLD is de internetidentiteit van de EU en haar burgers te bevorderen, het imago van de EU op de wereldwijde informatienetwerken te versterken en de interne markt van de EU beter te profileren op de virtuele internetmarktplaats. |
2.3. |
In overeenstemming met de doelstellingen van de strategie voor de digitale eengemaakte markt biedt het .eu-TLD Europese bedrijven en burgers de mogelijkheid om aan e-handel te doen en actiever te zijn op de eengemaakte onlinemarkt. |
2.4. |
Het .eu-TLD-register is een organisatie die door de Commissie na een openbare aanbestedingsprocedure voor een periode van vijf jaar is geselecteerd. Het register is van meet af aan beheerd door EURid, een organisatie zonder winstoogmerk die een contract heeft gesloten met de Commissie. Het huidige contract met EURid verstrijkt in oktober 2019. Tot nu toe is de .eu-domeinnaam goed beheerd. Op basis van een tevredenheidsonderzoek onder registrators is EURid uitgeroepen tot beste register. |
2.5. |
De .eu-domeinnamen kunnen geregistreerd worden via een netwerk van „geaccrediteerde registrators”. Momenteel kan een .eu-domeinnaam alleen geregistreerd worden door natuurlijke personen, bedrijven of organisaties („registreerders”) die in de EU, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen wonen of gevestigd zijn. |
2.6. |
Sommige namen die verband houden met geografische begrippen mogen alleen worden geregistreerd door EU-instellingen, lidstaten, EER-landen, landen die zich in de fase van toetreding tot de EU bevinden en door EURid zelf. De lijst met gereserveerde namen (bijvoorbeeld „republicaportuguesa”, „hrvaska”) is als bijlage gevoegd bij Verordening (EG) nr. 1654/2005, waarin staat dat deze namen uitsluitend als domeinnaam op het tweede niveau rechtstreeks onder het .eu-TLD gereserveerd of geregistreerd kunnen worden. |
2.7. |
Het .eu-TLD behoort tot de grootste TLD’s ter wereld. Volgens de gegevens van de Commissie telt het meer dan 3,8 miljoen registraties. Na .de, .uk en .nl is het de grootste TLD op Europees niveau. Er zijn meer dan 700 geaccrediteerde registrators over de hele wereld. Sinds .eu werd ingevoerd is het aantal registraties fors toegenomen, al is de afgelopen twee jaar een afvlakking te zien. Het gemiddelde verlengingspercentage (80 %) ligt boven het algemene gemiddelde in de bedrijfstak (70-75 %). Bovendien gaat het gebruik van mobiele applicaties, zoekmachines en sociale media om toegang tot online-inhoud te krijgen ten koste van de zichtbaarheid van domeinnamen, waardoor traditionele domeinnamen onder druk komen te staan. |
2.8. |
Sinds de vaststelling van de .eu-verordeningen zijn de onlinewereld en de politieke en juridische context in de EU aanzienlijk veranderd. Met de snelle opkomst van nieuwe generieke topniveaudomeinen (zoals .top, .trade, .club of .xyz) is de concurrentie op het gebied van domeinnamen aanmerkelijk toegenomen, waardoor de dynamiek tussen registers en registrators is veranderd. Registrators verkeren bij het aanbieden van domeinnamen aan hun klanten nu in een betere positie om te beslissen welke registers meer zichtbaarheid krijgen. Tegelijkertijd hebben de governance van het internet en het dynamische TLD-ecosysteem substantiële technische wijzigingen ondergaan. De exploitant van het .eu-TLD-register moet aan steeds complexere kwaliteitseisen voldoen. |
2.8.1. |
Bovendien is de vraag naar unieke online-identificatiemiddelen door de opkomst van socialemediaplatforms veranderd. Unieke online-identificatiemiddelen zijn strings (domeinen, gebruikersnamen) die het mogelijk maken online aanwezig te zijn. Personen en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) beschikken over goedkope en gemakkelijke alternatieven om online aanwezig te zijn. Dit heeft een aanzienlijk effect op de markt voor domeinnamen. |
2.9. |
De belangrijkste problemen met het huidige kader die de Commissie wil aanpakken, zijn: |
2.9.1. |
Het .eu-TLD is onderworpen aan een achterhaald en rigide rechtskader dat niet gemakkelijk geactualiseerd kan worden. De verordeningen bevatten zeer gedetailleerde bepalingen die wellicht niet meer relevant zijn, maar wel gevolgen hebben voor het dagelijkse beheer van het .eu-domein. Het .eu-TLD is niet flexibel genoeg om doeltreffend in te spelen op een snel veranderende markt op het vlak van het domeinnaamsysteem (DNS). |
2.9.2. |
De exploitant van het register wordt geen optimale governancestructuur qua toezicht en verantwoordingsplicht geboden; er wordt geen rekening gehouden met het multistakeholderkarakter van internetgovernance en de Commissie beschikt over onvoldoende toezichthoudende bevoegdheden ten aanzien van de exploitant van het register. |
2.9.3. |
Op grond van de huidige regels mag het .eu-TLD-register zelf geen .eu-domeinnamen rechtstreeks aan klanten verkopen. Het vermogen van het register om zijn diensten doeltreffend aan te bieden, wordt hierdoor wellicht aangetast. |
3. Samenvatting van het Commissievoorstel
3.1. |
De belangrijkste aspecten van het nieuwe voorstel zijn: |
3.1.1. |
Een rechtskader dat het volgende omvat:
|
3.1.2. |
Verbeteringen met betrekking tot de governance en het beheer van het .eu-TLD door middel van:
|
3.1.3. |
Uitbreiding van de huidige ontvankelijkheidscriteria voor de registratie van .eu-domeinnamen:
|
3.1.4. |
Opheffing van de strikte verbodsbepalingen op verticale scheiding:
|
3.2. |
De Commissie zal toezicht houden op de toepassing van de verordening en uiterlijk vijf jaar na de datum waarop de verordening van kracht wordt, een evaluatieverslag uitbrengen. Bovendien zullen de vorderingen van het .eu-TLD in het oog worden gehouden: de Commissie zal drie jaar na de indiening van dit evaluatieverslag en vervolgens iedere drie jaar daarna een verslag over de implementatie, doelmatigheid en werking van het .eu-TLD uitbrengen. |
3.3. |
Het voorstel is in overeenstemming met de doelstellingen van de strategie voor de digitale eengemaakte markt, die er o.a. in bestaan Europees ondernemerschap en Europese startups te stimuleren en tegelijkertijd de beveiliging te versterken en het vertrouwen in de internetomgeving te vergroten. De implementatie van de verordening dient in overeenstemming te zijn met de grondrechten op het gebied van gegevensbescherming, privacy, beveiliging en meertaligheid. Persoonlijke gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen moeten worden ingebed in alle gegevensverwerkende systemen en databanken die worden ontwikkeld en/of onderhouden. |
4. Algemene opmerkingen
4.1. |
Het EESC steunt de doelstellingen in de voorgestelde verordening betreffende de toepassing en werking van het .eu-topniveaudomein en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 733/2002 en (EG) nr. 874/2004 van de Commissie. De bedoeling is enerzijds iets te doen aan achterhaalde bepalingen en anderzijds sneller te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. |
4.2. |
Het EESC wijst erop dat het voor EU-burgers, -bedrijven en -organisaties dermate belangrijk is om over een online-identificatiemiddel te beschikken dat de .eu-domeinnaam als een dienst van algemeen belang moet worden beschouwd. Er zou dan ook moeten worden overwogen te bepalen dat het register een organisatie zonder winstoogmerk moet zijn, die zich uitsluitend bezighoudt met het operationele beheer van de domeinnaam, en dat eventuele overschotten naar de EU-begroting overgeheveld moeten worden. |
4.3. |
Het EESC neemt er nota van dat het register wordt aangewezen na een openbare aanbestedingsprocedure en benadrukt dat alles in het werk moet worden gesteld om het functioneren van .eu-TLD niet te verstoren. Een openbare aanbestedingsprocedure zou negatief kunnen uitpakken op de stabiliteit van het betrokken personeelsbestand en van de betrekkingen met de verschillende registrators alsook op het vertrouwen in en de reputatie van de domeinnaam. Alle selectiecriteria dienen daarom ruim van tevoren duidelijk omschreven te worden. Met name moet helder zijn of het register al dan niet een commercieel bedrijf mag zijn. |
4.4. |
De domeinnaammarkt en -omgeving ondergaan veranderingen door de opkomst van nieuwe internetpartijen, de groei van generieke domeinnamen en de snelle ontwikkeling van internetcommunicatie door bedrijven en particuliere gebruikers. |
4.5. |
Het EESC kan zich erin vinden dat de nieuwe verordening gebaseerd is op beginselen, d.w.z. dat alleen de brede grondbeginselen in de voorgestelde regels zijn vastgelegd. Dit betekent dat een aantal specifieke regelgevingsonderdelen, zoals de gereserveerde domeinnamen en de criteria voor de selectie van het register, door de Commissie via uitvoeringshandelingen en de comitéprocedure nader vastgesteld zullen worden. Andere, meer gedetailleerde specificaties waaraan het geselecteerde register moet voldoen, zullen later worden overeengekomen en in het contract worden opgenomen. |
4.6. |
Hoewel het EESC voorstander is van een flexibeler aanpak bij de onderhandelingen over de verordening en het contract, dringt het erop aan dat het hele proces rond de publicatie van de aanbesteding en de onderhandelingen over het contract van meet af aan volledig transparant verloopt. Aanvragers moeten bij het opstellen van hun inschrijving en bij hun voorbereiding op de onderhandelingen een duidelijk beeld hebben van de verplichtingen, voorwaarden en rechten. |
4.6.1. |
In tegenstelling tot de huidige verordening sluit de nieuwe verordening verticale integratie niet uit. Dit betekent dat het geselecteerde register ook mag optreden als registrator en de .eu-domeinnaam op de markt mag aanbieden. Het EESC kan zich vinden in deze innovatie, die vooral van nut is in landen of regio’s waar registreerders slechts uit een beperkt aantal lokale registrators kunnen kiezen. Een en ander zou een positief effect kunnen hebben op de marktpenetratie van de .eu-domeinnaam, vooral voor de varianten ervan in andere schriften. |
4.6.2. |
Voorts hoeft het geselecteerde register niet langer een organisatie zonder winstoogmerk te zijn. Indien de Commissie hieraan vasthoudt, dan houdt dit een grote verandering in die aanzienlijke gevolgen met zich mee zal brengen. Commerciële entiteiten zullen immers anders handelen aangezien zij winst zullen moeten maken op de .eu-domeinnaam. Bovendien zullen de door het register gegenereerde overschotten niet langer naar de EU-begroting worden overgeheveld. Het EESC verzoekt de Commissie hier zo snel mogelijk duidelijkheid over te verschaffen, zodat alle relevante informatie beschikbaar is tijdens het wetgevingsproces. |
4.6.3. |
Terecht wordt er in de effectbeoordeling op gewezen dat de EU van de huidige opzet van het register geprofiteerd heeft omdat de Commissie daardoor in staat werd gesteld een reeks projecten en initiatieven, zoals de bijeenkomsten van EuroDIG en ICANN in Brussel, te ondersteunen. |
4.7. |
Een belangrijk nieuw element is de oprichting van een Multistakeholderraad, die volgens overweging 20 zal berusten op een reeks coherente mondiale internetgovernancebeginselen. Overeenkomstig artikel 14, lid 2, bestaat de Multistakeholderraad uit vertegenwoordigers van de volgende zes groepen: regeringen van de lidstaten, de privésector, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld, internationale organisaties en de technische gemeenschap. |
4.7.1. |
Het EESC kan zich volledig vinden in deze aanpak, aangezien deze belanghebbenden de EU-instellingen kunnen adviseren over gemeenschappelijke beginselen, normen, regels, besluitvormingsprocedures en programma’s die vorm geven aan het gebruik en de ontwikkeling van internet. Het is echter wel belangrijk om duidelijker aan te geven dat de Multistakeholderraad niet tot taak heeft zich te mengen in het operationele beheer. Het EESC verzoekt de Commissie dan ook om de taken en bevoegdheden van een dergelijke raad nader te verduidelijken. Er moeten voldoende financiële middelen worden uitgetrokken, wil de Multistakeholderraad naar behoren kunnen functioneren. |
4.7.2. |
Het EESC meent dat het als vertegenwoordiger van het maatschappelijk middenveld, mede gezien het belangrijke werk dat het heeft verricht (ook met betrekking tot relevante thema’s als de digitalisering van de economie en de ontwikkeling van de elektronische handel), een plaats in de Multistakeholderraad toekomt. |
4.8. |
Het EESC is ook ingenomen met het feit dat het toezicht op de naleving van de wettelijke verplichtingen bij alle processen die door het register worden uitgevoerd, wordt aangescherpt met de verplichting om iedere twee jaar een externe audit te laten verrichten. Bovendien zal de Multistakeholderraad adviseren hoe en in hoeverre een audit moet worden uitgevoerd. |
4.9. |
Het EESC steunt de verruiming van de voorwaarden waaraan natuurlijke personen moeten voldoen om een .eu-domeinnaam te kunnen registreren. Zij hoeven niet langer woonachtig te zijn in een lidstaat van de EU. Door alle onderdanen van EU-lidstaten, in welk land zij ook wonen, in staat te stellen een .eu-domeinnaam te registeren, zal niet alleen het profiel van de EU worden versterkt, maar zal ook uitdrukkelijk blijk worden gegeven van affiniteit met de EU. |
5. Specifieke opmerkingen
5.1. |
Aangezien het contract van het huidige register, EURid, in oktober 2019 verstrijkt en de nieuwe verordening en de uitvoeringshandelingen van de Commissie op dat moment waarschijnlijk niet volledig ten uitvoer gelegd kunnen worden, zal een overgangsperiode noodzakelijk zijn. Dit betekent dat het contract met EURid moet worden verlengd of dat er opnieuw over onderhandeld moet worden. Aangezien het contract wellicht moet worden gewijzigd, zouden deze onderhandelingen zo vroeg mogelijk moeten beginnen om te voorkomen dat het functioneren van de .eu-domeinnaam wordt verstoord. |
5.2. |
Het EESC stelt tot zijn genoegen vast dat de procedures voor alternatieve geschillenbeslechting (ADR) worden aangevuld met mogelijkheden om online geschillen te beslechten (ODR). |
5.3. |
Krachtens overweging 16 en artikel 11, onder f), hebben de bevoegde autoriteiten toegang tot de gegevens van het register met het oog op preventie, opsporing en vervolging van misdaden. De huidige formulering kan de indruk wekken dat de rechtshandhavingsautoriteiten onbeperkte en ongedifferentieerde toegang tot registratiegegevens hebben. Iedere wettelijke verplichting tot samenwerking met bevoegde autoriteiten dient afgebakend te zijn en aan controle onderworpen te worden. |
5.4. |
In artikel 12, lid 1, staat: „Het register zet een WHOIS-databankfaciliteit op en beheert deze, met als doel accurate en actuele informatie over de registratie van domeinnamen onder het .eu-TLD te verstrekken”. Zorg dragen voor accurate gegevens in de WHOIS-databank is een hele opgave in het domeinnaamsysteem, waar gegevens worden ingevoerd door meerdere partijen waarover het register in feite weinig controle heeft. Zo is het meestal de registrator die het contract met de eindgebruiker (registreerder) heeft gesloten. Weliswaar controleren sommige registers de juistheid van de gegevens achteraf, maar geen enkel register kan garanderen dat de gegevens in de WHOIS-databank 100 % accuraat of actueel zijn. De mate van accuraatheid die met een dergelijke bepaling wordt voorgeschreven, is mogelijk dus onrealistisch en onhaalbaar. |
5.5. |
In de definitie van de term „register” (artikel 2, onder a)) staat onder meer dat het register wordt belast met „de verspreiding van de TLD-zonebestanden”. Deze formulering is ambigu en zou opgevat kunnen worden in die zin dat het register verplicht is zijn zonebestand te publiceren. De meeste landcodetopniveaudomeinen (ccTLD’s) doen dat om redenen van privacy en cyberbeveiliging niet. De definitie van „register” zou duidelijk moeten aangeven dat publicatie van het zonebestand niet vereist is. |
5.6. |
De brexit zal gevolgen hebben voor de ontvankelijkheidscriteria wanneer en indien het Verenigd Koninkrijk de EU verlaat, of wanneer een eventuele overgangsperiode afloopt. Alle instanties die zich bezighouden met de governance en de operationele verantwoordelijkheden rond de .eu-domeinnaam dienen zich op de nieuwe omstandigheden voor te bereiden. De betrokken .eu-domeinnaameigenaars dienen tijdig van de intrekking van hun rechten in kennis te worden gesteld. Er moeten realistische termijnen worden vastgesteld. |
Brussel, 11 juli 2018.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Luca JAHIER