ARREST VAN HET HOF VAN 7 FEBRUARI 1973. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ITALIAANSE REPUBLIEK. - ZAAK NO. 39/72.
Jurisprudentie 1973 bladzijde 00101
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00375
Portugese bijz. uitgave bladzijde 00039
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00025
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00077
Finse bijz. uitgave bladzijde 00075
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
1 . VERPLICHTINGEN DER LID-STATEN - NIET-NAKOMING DAARVAN - BEROEP - ONDERWERP - BELANG BIJ DE ACTIE
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 169 )
2 . VERPLICHTINGEN DER LID-STATEN - BEROEP - ARREST VAN HET HOF - NIET-NAKOMING VAN VERPLICHTINGEN DOOR EEN LID-STAAT - AANSPRAKELIJKHEID
( EEG-VERDRAG, ARTIKELEN 169 EN 171 )
3 . HANDELINGEN VAN EEN INSTELLING - VERORDENING - RECHTSTREEKSE TOEPASSELIJKHEID - INWERKINGTREDING - GELIJKTIJDIGE EN UNIFORME TOEPASSING IN DE GEMEENSCHAP - NATIONALE UITVOERINGSBESLUITEN - VERENIGBAARHEID MET HET VERDRAG
( EEG-VERDRAG, ARTIKELEN 189 EN 191 )
4 . HANDELINGEN VAN EEN INSTELLING - VERORDENING - TOEPASSING - VERPLICHTINGEN DER LID-STATEN
( EEG-VERDRAG, ARTIKEL 189 )
5 . VERPLICHTINGEN DER LID-STATEN - EENZIJDIGE MET HET VERDRAG STRIJDIGE HANDELING - NIET-NAKOMING VAN DE SOLIDARITEITSVERPLICHTINGEN
1 . BIJ EEN BEROEP EX ARTIKEL 169 WORDT HET ONDERWERP VAN GESCHIL BEPAALD DOOR HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES VAN DE COMMISSIE; OOK WANNEER HET VERZUIM IS OPGEHEVEN NA OMMEKOMST VAN DE TERMIJN DIE KRACHTENS DE TWEEDE ALINEA VAN DAT ARTIKEL IS VASTGESTELD, BLIJFT VOORTZETTING DER ACTIE VAN BELANG .
2 . ZOWEL BIJ NIET-TIJDIGE NAKOMING ENER VERPLICHTING ALS BIJ DEFINITIEVE WEIGERING KAN EEN DOOR HET HOF KRACHTENS DE ARTIKELEN 169 EN 171 VAN HET VERDRAG TE WIJZEN ARREST VAN MATERIEEL BELANG ZIJN TER VASTSTELLING VAN DE GRONDSLAG DER AANSPRAKELIJKHEID DIE EEN LID-STAAT, ALS GEVOLG VAN DIE NIET-NAKOMING, JEGENS ANDERE LID-STATEN, DE GEMEENSCHAP OF PARTICULIEREN TE DRAGEN KAN KRIJGEN .
3 . DE VERORDENINGEN ZIJN ALS ZODANIG IN ELKE LID-STAAT RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK EN TREDEN ALLEEN OP GROND VAN HUN BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE GEMEENSCHAPPEN OP DE IN DIE VERORDENINGEN BEPAALDE DATA OF, BIJ GEBREKE DAARVAN, OP HET IN HET VERDRAG BEPAALDE TIJDSTIP IN WERKING .
DAAROM IS IEDERE WIJZE VAN UITVOERING DIE AAN DE RECHTSTREEKSE WERKING VAN DE VERORDENINGEN DER GEMEENSCHAP IN DE WEG ZOU STAAN EN ALDUS HUN GELIJKTIJDIGE EN UNIFORME TOEPASSING IN DE GEHELE GEMEENSCHAP IN GEVAAR ZOU BRENGEN, MET HET VERDRAG IN STRIJD .
4 . HET KAN NIET WORDEN GEDOOGD DAT EEN LID-STAAT DE BEPALINGEN VAN EEN VERORDENING DER GEMEENSCHAP ONVOLLEDIG - OF SLECHTS VOOR ZOVER HIJ VERKIEST - TOEPAST EN DAARMEDE GEDEELTEN VAN DE COMMUNAUTAIRE WETGEVING WAARTEGEN HIJ ZICH DOOR HET MAKEN VAN VOORBEHOUDEN OF BEZWAREN HEEFT VERZET OF DIE HIJ MET BEPAALDE NATIONALE BELANGEN IN STRIJD ACHT, EEN DODE LETTER DOET BLIJVEN . OOK BIJ DE UITVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR BESLUIT AAN DE DAG GETREDEN MOEILIJKHEDEN GEVEN EEN LID-STAAT NIET HET RECHT ZICH EENZIJDIG VAN DE NAKOMING ZIJNER VERPLICHTINGEN ONTSLAGEN TE ACHTEN .
5 . WANNEER EEN LID-STAAT EENZIJDIG, NAAR ZIJN OPVATTING VAN HET NATIONAAL BELANG, HET EVENWICHT TUSSEN VOORDELEN EN LASTEN DAT UIT ZIJN LIDMAATSCHAP VAN DE GEMEENSCHAP VOORTVLOEIT VERBREEKT, WORDT DE GELIJKHEID DER LID-STATEN TEN OPZICHTE VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT IN GEVAAR GEBRACHT EN HET AANZIJN GEGEVEN AAN EEN DISCRIMINERENDE BEHANDELING HUNNER ONDERDANEN - EN JUIST IN DE EERSTE PLAATS VAN DE ONDERDANEN VAN DE STAAT DIE ZICH BUITEN DE COMMUNAUTAIRE WET STELT -. DEZE NIET-NAKOMING VAN DE SOLIDARITEITSVERPLICHTINGEN WELKE DE LID-STATEN DOOR TOETREDING TOT DE GEMEENSCHAP OP ZICH HEBBEN GENOMEN, TAST DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE TOT IN HAAR GRONDVESTEN AAN .
IN DE ZAAK 39-72
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCHE ADVISEURS A . TOLEDANO-LAREDO EN G . OLMI, ALS GEMACHTIGDEN, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ HAAR JURIDISCH ADVISEUR E . REUTER, 4, BOULEVARD ROYAL,
VERZOEKSTER,
TEGEN
ITALIAANSE REPUBLIEK, VERTEGENWOORDIGD DOOR DE AMBASSADEUR A . MARESCA, ALS GEVOLMACHTIGDE, DIE TEN DEZE IS BIJGESTAAN DOOR G . ZAGARI, SOSTITUTO, AL L'AVVOCATURA GENERALE DELLO STATO, DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG OP DE ITALIAANSE AMBASSADE,
VERWEERSTER,
WAARIN IS VERZOCHT TE VERKLAREN VOOR RECHT DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE VERPLICHTINGEN WELKE OP HAAR RUSTTEN KRACHTENS 'S RAADS VERORDENING NR . 1975/69 VAN 6 OKTOBER 1969 HOUDENDE INVOERING VAN EEN STELSEL VAN PREMIES VOOR HET SLACHTEN VAN KOEIEN EN VOOR HET NIET IN DE HANDEL BRENGEN VAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN EN DE VERORDENING VAN DE COMMISSIE NR . 2195/69 VAN 4 NOVEMBER 1969 HOUDENDE VASTSTELLING VAN UITVOERINGSBEPALINGEN INZAKE HET STELSEL VAN PREMIES VOOR HET SLACHTEN VAN KOEIEN EN PREMIES VOOR HET NIET IN DE HANDEL BRENGEN VAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN NIET IS NAGEKOMEN,
1 OVERWEGENDE DAT DE COMMISSIE ZICH BIJ OP 3 JULI 1972 TER GRIFFIE INGEDIEND REKEST KRACHTENS ARTIKEL 169 VAN HET EEG-VERDRAG TOT HET HOF VAN JUSTITIE HEEFT GEWEND MET VERZOEK TE VERKLAREN VOOR RECHT DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK DOOR NIET DE NOODZAKELIJKE MAATREGELEN TE NEMEN OM OP HAAR GRONDGEBIED DAADWERKELIJK EN TIJDIG TOEPASSING TE KUNNEN GEVEN AAN HET STELSEL VAN PREMIES VOOR HET SLACHTEN VAN MELKKOEIEN ( HIERNA TE NOEMEN "SLACHTPREMIES ") EN PREMIES VOOR HET NIET IN DE HANDEL BRENGEN VAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN ( HIERNA TE NOEMEN "NON-COMMERCIALISATIEPREMIES ") DE VERPLICHTINGEN WELKE KRACHTENS 'S RAADS VERORDENING NR . 1975/69 VAN 6 OKTOBER 1969 HOUDENDE INVOERING VAN EEN STELSEL VAN PREMIES VOOR HET SLACHTEN VAN KOEIEN EN PREMIES VOOR HET NIET IN DE HANDEL BRENGEN VAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN ( PB NR . L 252, BLZ . 1 ) EN DE VERORDENING VAN DE COMMISSIE NR . 2195/69 VAN 4 NOVEMBER 1969 - HOUDENDE VASTSTELLING VAN BEPALINGEN TER UITVOERING DIER VERORDENING - ( PB NR . L 278, BLZ . 6 ) OP HAAR RUSTTEN, NIET IS NAGEKOMEN;
2 OVERWEGENDE DAT BIJ VERORDENING NR . 1975/69, ZOALS ONDER MEER BIJ 'S RAADS VERORDENING NR . 580/70 VAN 26 MAART 1970 ( PB NR . L 70, BLZ . 30 ) GEWIJZIGD, TER BEPERKING VAN DE DESTIJDS IN DE GEMEENSCHAP BESTAANDE OVERSCHOTTEN AAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN, EEN PREMIESTELSEL IS INGEVOERD DAT HET SLACHTEN VAN MELKKOEIEN EN HET NIET VERHANDELEN VAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN MOEST BEVORDEREN;
DAT DE UITVOERING VAN DIT STELSEL DOOR DE COMMISSIE IS GEREGELD IN VERORDENING NR . 2195/69, DIE NADIEN MEERMALEN IS GEWIJZIGD EN AANGEVULD;
DAT DE LID-STATEN KRACHTENS DEZE BEPALINGEN BINNEN BEPAALDE TERMIJNEN EEN AANTAL UITVOERINGSMAATREGELEN HADDEN TE NEMEN, MET NAME BETREFFENDE INDIENING EN CONTROLE VAN DE AANVRAGEN DER LANDBOUWERS, REGISTRATIE VAN DE VERBINTENIS DER AANVRAGERS OM VOLLEDIG EN DEFINITIEF VAN DE PRODUKTIE OF DE AFLEVERING VAN MELK AF TE ZIEN, KENNISGEVING AAN DE COMMISSIE VAN AANTAL EN NUMERIEK BELANG DER AANVRAGEN, CONTROLE OP DE NAKOMING DER SCHRIFTELIJK AANGEGANE VERBINTENISSEN, ALSMEDE UITKERING DER PREMIES AAN DE RECHTHEBBENDEN;
3 DAT IN VOORMELDE VERORDENINGEN HET TIJDVAK BINNEN HETWELK DE AANVRAGEN VAN SLACHTPREMIES BIJ DE BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIE MOESTEN WORDEN INGEDIEND EN HET SLACHTTIJDVAK ZIJN GESTELD OP 1-20 DECEMBER 1969 ONDERSCHEIDENLIJK 9 FEBRUARI - 30 APRIL 1970 - WELKE LAATSTE TERMIJN VOOR MELKKOEIEN DIE TUSSEN 1 APRIL EN 31 MEI 1970 ZOUDEN KALVEN IS VERLENGD MET 30 DAGEN NA DE DAG WAAROP HET KALVEN PLAATSVOND -;
DAT DE SLACHTPREMIES VOLGENS DE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN VAN ARTIKEL 4 VAN VERORDENING NR . 1975/69 EN ARTIKEL 10 VAN VERORDENING NR . 2195/69 MOESTEN WORDEN UITGEKEERD BINNEN TWEE MAANDEN NADAT HET BEWIJS VAN SLACHTING WAS GELEVERD, BEHOUDENS DAT DE UITKERING VAN HET AAN LANDBOUWERS MET MEER DAN VIJF MELKKOEIEN VERSCHULDIGDE RESTBEDRAG WERD UITGESTELD TOTDAT EEN TIJDVAK VAN DRIE JAAR ZOU ZIJN VERSTREKEN;
4 DAT ANDERZIJDS DE AANVRAGEN VAN NON-COMMERCIALISATIEPREMIES BIJ DE BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIE MOESTEN WORDEN INGEDIEND VANAF 1 APRIL 1969, TERWIJL HET EERSTE GEDEELTE MOEST WORDEN UITGEKEERD BINNEN DRIE MAANDEN NADAT DE RECHTHEBBENDE ZIJN SCHRIFTELIJKE VERBINTENIS WAS AANGEGAAN;
5 DAT EEN IN DE SECTOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN GECONSTATEERDE VERBETERING DE RAAD AANLEIDING GAF BIJ VERORDENING NR . 1290/71 VAN 21 JUNI 1971 ( PB NR . L 137, BLZ . 1 ) HET STELSEL VAN SLACHTPREMIES EN NON-COMMERCIALISATIEPREMIES VAN VERORDENING NR . 1975/69 IN TE TREKKEN;
6 OVERWEGENDE DAT DE ITALIAANSE REGERING IN VERBAND MET DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENINGEN NRS . 1975/69 EN 2195/69 BIJ HET PARLEMENT EEN WETSONTWERP, HOUDENDE DE BEPALINGEN DIE IN ITALIE MET HET OOG OP DE UITVOERING VAN HET STELSEL VAN SLACHTPREMIES EN NON-COMMERCIALISATIEPREMIES MOESTEN WORDEN VASTGESTELD, HEEFT INGEDIEND;
DAT DE MINISTER VAN LANDBOUW BIJ RONDSCHRIJVEN VAN 23 MAART 1970 AAN DE PROVINCIALE INSPECTIES RICHTLIJNEN HEEFT GEGEVEN BETREFFENDE DE BEHANDELING VAN REEDS INGEDIENDE AANVRAGEN - IN AFWACHTING VAN GOEDKEURING VAN EEN WETTELIJKE MAATREGEL WAARBIJ ONDER MEER DE TER UITVOERING VAN DE VERORDENINGEN NODIGE MIDDELEN MOESTEN WORDEN VRIJGEMAAKT -;
DAT ECHTER VOLGENS DE VERKLARING VAN DE ITALIAANSE REGERING IN VERBAND MET HET FEIT DAT ER TIJDENS DE PARLEMENTAIRE BEHANDELING TWIJFEL WAS GEREZEN AAN DE OPPORTUNITEIT ENER UITVOERING VAN DE COMMUNAUTAIRE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE NON-COMMERCIALISATIEPREMIES, DE DESBETREFFENDE BEPALINGEN UIT HET WETSONTWERP ZIJN GELICHT - MET AANHOUDING VAN DE BESLISSING VAN HET PARLEMENT TE DIER ZAKE -;
DAT ER DERHALVE IN DE ITALIAANSE REPUBLIEK TER UITVOERING VAN HET STELSEL DER NON-COMMERCIALISATIEPREMIES GEEN ENKELE MAATREGEL IS GENOMEN;
7 DAT OOK DE WET VAN 26 OKTOBER 1971 NR . 935 "TOT UITVOERING VAN DE VERORDENINGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE SECTOR VEETEELT EN IN DE SECTOR ZUIVELPRODUKTEN", VERSCHENEN IN DE GAZZETTA UFFICIALE NR . 294 VAN 22 NOVEMBER 1971, SLECHTS BEPALINGEN BEVAT WAARIN DE REGERING WORDT GEMACHTIGD TOT UITVOERINGSMAATREGELEN INZAKE DE UITKERING DER SLACHTPREMIES EN UITSLUITEND TER BETALING VAN DIE PREMIES DE NODIGE MIDDELEN WORDEN UITGETROKKEN;
DAT KRACHTENS DEZE WET DE UITVOERING VAN HET STELSEL VAN SLACHTPREMIES IS VERZEKERD BIJ EEN BESLUIT VAN 22 MAART 1972, TERWIJL BIJ EEN LATER BESLUIT - VAN 27 MAART 1972 - AAN DE ADMINISTRATIE DE NODIGE GELDELIJKE MIDDELEN TER UITKERING DER PREMIES TER BESCHIKKING ZIJN GESTELD;
DAT BLIJKENS DE TEN PROCESSE VERSTREKTE INLICHTINGEN MET DE UITKERING DER PREMIES AAN DE RECHTHEBBENDEN OMSTREEKS EINDE OKTOBER 1972 INDERDAAD EEN AANVANG IS GEMAAKT;
DE PRELIMINAIRE EXCEPTIE
8 OVERWEGENDE DAT VERWEERSTER, ZONDER ZICH IN DE ZAAK ZELF TE BEGEVEN, BETOOGT DAT VOORTZETTING VAN DE ACTIE DER COMMISSIE, GEZIEN DE OMSTANDIGHEDEN, NIET GERECHTVAARDIGD IS;
DAT NAMELIJK DE MOEILIJKHEDEN DIE AANVANKELIJK TOT VERTRAGING VAN DE UITKERING DER SLACHTPREMIES HADDEN GELEID TOT HET VERLEDEN BEHOREN, ZODAT MEN DOENDE IS DE PREMIES TE BETALEN, WAARDOOR AAN HET DOOR DE COMMISSIE AANGESPANNEN GEDING DE BESTAANSGROND ZOU ZIJN KOMEN TE ONTVALLEN;
DAT DE SITUATIE, WAT DE NIET-BETALING DER NON-COMMERCIALISATIEPREMIE BETREFT, INMIDDELS ONHERROEPELIJK IS GEWORDEN, AANGEZIEN HET FEITELIJK ONMOGELIJK IS ALSNOG MET TERUGWERKENDE KRACHT TE VOLDOEN AAN VERPLICHTINGEN DIE HADDEN MOETEN ZIJN NAGEKOMEN IN HET TIJDVAK GENOEMD IN DE DESBETREFFENDE COMMUNAUTAIRE BEPALINGEN;
DAT DE ACTIE DER COMMISSIE DUS IN BEIDERLEI OPZICHT ZONDER VOORWERP ZOU ZIJN GERAAKT, ZODAT HET HOF SLECHTS HEEFT UIT TE SPREKEN DAT EEN UITSPRAAK ACHTERWEGE KAN BLIJVEN;
9 OVERWEGENDE DAT BIJ EEN BEROEP EX ARTIKEL 169 HET ONDERWERP VAN GESCHIL DOOR HET MET REDENEN OMKLEED ADVIES VAN DE COMMISSIE WORDT BEPAALD EN DAT VOORTZETTING DER ACTIE OOK VAN BELANG BLIJFT WANNEER HET VERZUIM NA OMMEKOMST VAN DE TERMIJN DIE KRACHTENS DE TWEEDE ALINEA VAN DAT ARTIKEL IS VASTGESTELD, MOCHT ZIJN OPGEHEVEN;
DAT DIT BELANG IN CASU BLIJFT BESTAAN, NU DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE MET BETREKKING TOT DE SLACHTPREMIE OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTING NOG GEENSZINS VOLLEDIG IS NAGEKOMEN, DE KWESTIE VAN AAN DE RECHTHEBBENDEN TE BETALEN MORATOIRE INTERESSEN NOG HANGENDE IS EN DE COMMISSIE TEN PROCESSE NIET SLECHTS DE VERTRAAGDE UITVOERING DER VERORDENINGEN HEEFT GEWRAAKT, DOCH ER OOK TEGEN IS OPGEKOMEN DAT DE WIJZE VAN UITVOERING DIER VERORDENINGEN IN BEPAALDE OPZICHTEN AAN HUN DOELTREFFENDE WERKING AFBREUK ZOU HEBBEN GEDAAN;
10 DAT VERWEERSTER, WAT DE NIET-UITVOERING DER BEPALINGEN INZAKE DE NON-COMMERCIALISATIEPREMIES BETREFT, AAN EEN ACTIE IN RECHTE IN GEEN GEVAL KAN ONTKOMEN DOOR ZICH TE BEROEPEN OP EEN AAN HAARZELF TOE TE SCHRIJVEN VOLDONGEN FEIT;
11 DAT BOVENDIEN ZOWEL BIJ NIET-NAKOMING ENER VERPLICHTING ALS BIJ DEFINITIEVE WEIGERING EEN DOOR HET HOF KRACHTENS DE ARTIKELEN 169 EN 171 VAN HET VERDRAG TE WIJZEN ARREST VAN MATERIEEL BELANG KAN ZIJN TER VASTSTELLING VAN DE GRONDSLAG VAN DE AANSPRAKELIJKHEID DIE EEN LID-STAAT, ALS GEVOLG VAN DIE NIET-NAKOMING, JEGENS ANDERE LID-STATEN, DE GEMEENSCHAP OF PARTICULIEREN TE DRAGEN KAN KRIJGEN;
12 DAT DE DOOR VERWEERSTER OPGEWORPEN PRELIMINAIRE EXCEPTIE DERHALVE MOET WORDEN VERWORPEN;
TEN PRINCIPALE
13 OVERWEGENDE DAT BIJ HET ONDERZOEK AFZONDERLIJK MOET WORDEN INGEGAAN OP ENERZIJDS DE VOORWAARDEN WAARONDER VERWEERSTER DE BEPALINGEN INZAKE DE SLACHTPREMIES HEEFT UITGEVOERD EN ANDERZIJDS HAAR WEIGERING DE BEPALINGEN INZAKE NON-COMMERCIALISATIEPREMIES UIT TE VOEREN;
1 . DE SLACHTPREMIES
14 OVERWEGENDE DAT DE INVOERING VAN HET STELSEL DER SLACHTPREMIES IN DE VERORDENINGEN VAN DE RAAD EN VAN DE COMMISSIE AAN WELBEPAALDE TERMIJNEN IS GEBONDEN;
DAT INACHTNEMING DEZER TERMIJNEN MET HET OOG OP DE DOELTREFFENDE WERKING DER BESLOTEN MAATREGELEN GEBIEDEND NOODZAKELIJK WAS, AANGEZIEN HET DAARMEDE BEOOGDE DOEL SLECHTS TEN VOLLE KON WORDEN BEREIKT WANNEER DAARAAN IN ALLE LID-STATEN GELIJKTIJDIG - OP EEN TIJDSTIP DAT OP DE DOELSTELLING VAN 'S RAADS ECONOMISCH BELEID WAS AFGESTEMD - UITVOERING WERD GEGEVEN;
DAT DE VERORDENINGEN NRS . 1975/69 EN 2195/69 BOVENDIEN, NAAR HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 17 MEI 1972 ( ZAAK 93-71, ORSOLINA LEONESIO/MINISTERIE VAN LANDBOUW VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK, VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING VAN DE PRETORE TE LONATO ) HEEFT UITGESPROKEN, AAN DE LANDBOUWER RECHT OP BETALING VAN SLACHTPREMIE GAVEN ZODRA ALLE IN DIE VERORDENINGEN GENOEMDE VOORWAARDEN WAREN VERVULD;
DAT DE VERTRAGING WAARMEDE DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE VERPLICHTINGEN WELKE DE INVOERING VAN HET STELSEL DER SLACHTPREMIES VOOR HAAR MEDEBRACHT IS NAGEKOMEN, DAN OOK REEDS OP ZICHZELF ALS PLICHTVERZUIM BLIJKT TE MOETEN WORDEN BESCHOUWD;
15 OVERWEGENDE DAT DE COMMISSIE NIET SLECHTS DEZE TE LATE UITVOERING WRAAKT, DOCH OOK BEPAALDE GRIEVEN HEEFT OPGEWORPEN MET BETREKKING TOT DE WIJZE WAAROP DE ITALIAANSE REPUBLIEK AAN DEZE REGELING UITVOERING HEEFT GEGEVEN;
DAT ZIJ ER MEER IN HET BIJZONDER TEGEN OPKOMT DAT AAN DE VERORDENENDE BEPALINGEN DER GEMEENSCHAP WEZENLIJK AFBREUK ZOU ZIJN GEDAAN DOOR DE WIJZE WAAROP DAARAAN DOOR DE ITALIAANSE GEZAGSORGANEN UITVOERING IS GEGEVEN EN DAT DIE GEZAGSORGANEN MET EEN VERLENGING DER SLACHTPERIODE GEEN REKENING ZOUDEN HEBBEN GEHOUDEN;
16 OVERWEGENDE DAT TERWIJL IN DE ITALIAANSE WET NR . 935 SLECHTS DE TER UITVOERING VAN HET STELSEL VAN SLACHTPREMIES NODIGE FINANCIELE VOORZIENINGEN WORDEN GETROFFEN - MET MACHTIGING AAN DE REGERING TOT HET NEMEN VAN DE ADMINISTRATIEVE MAATREGELEN TER UITVOERING VAN DE COMMUNAUTAIRE VERORDENINGEN -, VOLGENS HET BESLUIT VAN 22 MAART 1972, ARTIKEL 1, DE BEPALINGEN DER VERORDENINGEN "IN DIT BESLUIT ALS GERECIPIEERD WORDEN BESCHOUWD";
DAT DIT BESLUIT, AFGEZIEN VAN ENKELE NATIONALE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN, VRIJWEL TOT EEN WEERGAVE VAN DE BEPALINGEN DER COMMUNAUTAIRE VERORDENINGEN BEPERKT BLIJFT;
17 DAT DE ITALIAANSE REGERING DAARMEDE TOT MISVERSTAND INZAKE HET RECHTSKARAKTER DER TOEPASSELIJKE VOORSCHRIFTEN EN HET TIJDSTIP VAN HUN INWERKINGTREDING AANLEIDING HEEFT GEGEVEN;
DAT DE VERORDENINGEN IMMERS, VOLGENS DE ARTIKELEN 189 EN 191 VAN HET VERDRAG, ALS ZODANIG IN ELKE LID-STAAT RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK ZIJN EN ALLEEN OP GROND VAN HUN BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD DER GEMEENSCHAPPEN OP DE IN DIE VERORDENINGEN BEPAALDE DATA, OF, BIJ GEBREKE DAARVAN, OP HET IN HET VERDRAG BEPAALDE TIJDSTIP IN WERKING TREDEN;
DAT DAAROM IEDERE WIJZE VAN UITVOERING DIE AAN DE RECHTSTREEKSE WERKING VAN DE VERORDENINGEN DER GEMEENSCHAP IN DE WEG ZOU STAAN EN ALDUS HUN GELIJKTIJDIGE EN UNIFORME TOEPASSING IN DE GEHELE GEMEENSCHAP IN GEVAAR ZOU BRENGEN MET HET VERDRAG IN STRIJD IS;
18 OVERWEGENDE DAT ER BOVENDIEN IN DE UITVOERINGSMAATREGELEN VAN WET NR . 935 EN VAN HET BESLUIT VAN 22 MAART 1972 GEEN REKENING MEDE GEHOUDEN IS DAT DE SLACHTTERMIJN BIJ VERORDENING NR . 58/70 WAS VERLENGD, ZODAT DE ITALIAANSE LANDBOUWERS IN DWALING KWAMEN TE VERKEREN OVER DE DUUR VAN DE TERMIJN VOOR HET SLACHTEN VAN KOEIEN DIE TUSSEN 1 APRIL EN 30 MEI 1970 HADDEN GEKALFD;
DAT DERHALVE VASTSTAAT DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK NIET SLECHTS DOOR EEN TE LATE UITVOERING, DOCH IN BEPAALDE OPZICHTEN OOK DOOR DE WIJZE WAAROP ZIJ IN HAAR BESLUIT TOEPASSING AAN DE VERORDENINGEN HEEFT GEGEVEN, HAAR VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN;
2 . DE NON-COMMERCIALISATIEPREMIES
19 OVERWEGENDE DAT DE VERORDENINGEN NRS . 1975/69 EN 2195/69 , WAT DE NON-COMMERCIALISATIEPREMIES BETREFT, DOOR DE WELOVERWOGEN WEIGERING DER ITALIAANSE GEZAGSORGANEN BUITEN TOEPASSING ZIJN GEBLEVEN;
DAT VERWEERDER ER ZICH TER RECHTVAARDIGING VAN DEZE WEIGERING OP BEROEPT DAT DOOR DE BIJZONDERE KENMERKEN VAN DE ITALIAANSE LANDBOUW EN HET ONTBREKEN VAN EEN GOEDE ADMINISTRATIEVE INFRASTRUCTUUR BEZWAARLIJK KON WORDEN GEZORGD VOOR EEN DEGELIJKE EN DOELTREFFENDE CONTROLE EN TOEZICHT OP DE HOEVEELHEDEN VOOR ANDER GEBRUIK BESTEMDE NIET VERHANDELDE MELK;
DAT DE MAATREGELEN TER BEPERKING VAN DE MELKPRODUKTIE VOLGENS DE ITALIAANSE REGERING IN IEDER GEVAL NIET OP DE BEHOEFTEN VAN DE ITALIAANSE ECONOMIE - MET HAAR ONVOLDOENDE PRODUKTIE VAN VOEDINGSMIDDELEN - WAREN AFGESTEMD;
DAT DE ITALIAANSE DELEGATIE ZICH TIJDENS DE VOORBEREIDING VAN 'S RAADS VERORDENING NR . 1975/69 OP DEZE MOEILIJKHEDEN ZOU HEBBEN BEROEPEN EN REEDS TOEN EEN DUIDELIJK VOORBEHOUD TEN AANZIEN VAN DE UITVOERING DER VERORDENING ZOU HEBBEN GEMAAKT;
DAT DAAROM AAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK NIET ZOU MOGEN WORDEN VERWETEN DAT ZIJ OP HAAR GRONDGEBIED GEEN UITVOERING HEEFT WILLEN GEVEN AAN BEPALINGEN DIE ONDANKS HAAR VERZET IN WERKING ZIJN GETREDEN;
20 OVERWEGENDE DAT DE VERORDENINGEN VOLGENS ARTIKEL 43, LID 2, DERDE ALINEA, VAN HET VERDRAG - DAT AAN VERORDENING NR . 1975/69 TEN GRONDSLAG LIGT - DOOR DE RAAD RECHTSGELDIG ZIJN VASTGESTELD WANNEER DE DAARTOE GESTELDE VOORWAARDEN ZIJN VERVULD;
DAT EEN VERORDENING VOLGENS ARTIKEL 189 IN ALLE LID-STATEN "IN AL HAAR ONDERDELEN" VERBINDEND IS;
DAT DAAROM NIET KAN WORDEN GEDOOGD DAT EEN LID-STAAT DE BEPALINGEN VAN EEN VERORDENING DER GEMEENSCHAP ONVOLLEDIG - OF SLECHTS VOOR ZOVER ZIJ VERKIEST - TOEPAST EN DAARMEDE GEDEELTEN VAN DE COMMUNAUTAIRE WETGEVING WAARTEGEN ZIJ ZICH HEEFT VERZET OF DIE ZIJ MET BEPAALDE NATIONALE BELANGEN IN STRIJD ACHT, EEN DODE LETTER DOET BLIJVEN;
21 DAT VOORAL WANNEER HET GAAT OM DE UITVOERING VAN EEN ECONOMISCHE BELEIDSMAATREGEL OM DE OVERSCHOTTEN VAN BEPAALDE PRODUKTEN TE DOEN VERDWIJNEN, EEN LID-STAAT DIE NIET BINNEN DE GESTELDE TERMIJNEN EN GELIJKTIJDIG MET DE ANDERE LID-STATEN DE DOOR HEM TOE TE PASSEN UITVOERINGSBEPALINGEN VASTSTELT, AFBREUK DOET AAN DE DOELTREFFENDE WERKING VAN EEN MAATREGEL WAARTOE IN GEMEEN OVERLEG WERD BESLOTEN EN ZICH, HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN IN AANMERKING GENOMEN, TEN DETRIMENTE VAN DE ANDERE LID-STATEN EEN ONRECHTMATIG VOORDEEL VERSCHAFT;
22 OVERWEGENDE TEN AANZIEN VAN HET ARGUMENT DAT VERWEERSTER TE HARER VERONTSCHULDIGING MEENT TE MOGEN ONTLENEN AAN VERORDENING NR . 1975/69, DAT DE OBJECTIEVE STREKKING VAN DE REGELEN DIE DOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE INSTELLINGEN ZIJN VASTGESTELD, GEEN ANDERE WORDT WANNEER ER TIJDENS DE VOORBEREIDING DOOR DE LID-STATEN VOORBEHOUDEN OF BEZWAREN ZIJN GEMAAKT;
DAT OOK BIJ DE UITVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR BESLUIT AAN DE DAG GETREDEN MOEILIJKHEDEN AAN EEN LID-STAAT NIET HET RECHT GEVEN ZICH EENZIJDIG VAN DE NAKOMING ZIJNER VERBINTENISSEN ONTSLAGEN TE ACHTEN;
DAT HET INSTITUTIONEEL STELSEL DER GEMEENSCHAP AAN DE BETROKKEN LID-STAAT DE NOODZAKELIJKE MIDDELEN HEEFT VERSCHAFT OM TE BEREIKEN DAT ZIJN MOEILIJKHEDEN - MET EERBIEDIGING VAN DE BEGINSELEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT EN DE WETTIGE BELANGEN DER ANDERE LID-STATEN -, REDELIJKERWIJZE IN AANMERKING WORDEN GENOMEN;
23 DAT BESTUDERING DER BETROKKEN VERORDENINGEN EN HUN WIJZIGINGSBESLUITEN LEERT DAT DE GEMEENSCHAPSWETGEVER IN MEER DAN EEN OPZICHT - DOOR MIDDEL VAN SPECIALE CLAUSULES - MET DE BIJZONDERE MOEILIJKHEDEN VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK REKENING HEEFT GEHOUDEN;
DAT MOEILIJKHEDEN BIJ DE TOEPASSING DER VERORDENINGEN, ZOALS DIE ZICH VOLGENS VERWEERSTER HEBBEN VOORGEDAAN, DAN OOK NIET ALS VERONTSCHULDIGING KUNNEN WORDEN AANVAARD;
24 OVERWEGENDE DAT HET VERDRAG, WAAR HET DE LID-STATEN IN STAAT STELT VAN DE VOORDELEN DER GEMEENSCHAP TE PROFITEREN, HEN TEVENS TOT EERBIEDIGING VAN ZIJN REGELEN VERPLICHT;
DAT WANNEER EEN LID-STAAT EENZIJDIG, NAAR ZIJN OPVATTING VAN HET NATIONAAL BELANG, HET EVENWICHT TUSSEN VOORDELEN EN LASTEN DAT UIT ZIJN LIDMAATSCHAP DER GEMEENSCHAP VOORTVLOEIT VERBREEKT, DE GELIJKHEID DER LID-STATEN TEN OPZICHTE VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT IN GEVAAR WORDT GEBRACHT EN AAN EEN DISCRIMINERENDE BEHANDELING HUNNER ONDERDANEN - EN JUIST IN DE EERSTE PLAATS VAN DE ONDERDANEN VAN DE STAAT DIE ZICH BUITEN DE COMMUNAUTAIRE WET STELT -, HET AANZIJN WORDT GEGEVEN;
25 DAT DEZE NIET-NAKOMING VAN DE SOLIDARITEITSVERPLICHTINGEN WELKE DE LID-STATEN DOOR TOETREDING TOT DE GEMEENSCHAP OP ZICH HEBBEN GENOMEN, DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE TOT IN HAAR GRONDVESTEN AANTAST;
DAT DERHALVE BLIJKT DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK DOOR HAAR WELOVERWOGEN WEIGERING OP HAAR GRONDGEBIED UITVOERING TE GEVEN AAN EEN DER STELSELS VAN DE VERORDENINGEN NRS . 1975/69 EN 2195/69, DE VERPLICHTINGEN WELKE ZIJ KRACHTENS HAAR LIDMAATSCHAP VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP OP ZICH HEEFT GENOMEN, TEN DUIDELIJKSTE HEEFT GESCHONDEN;
DE KOSTEN
26 OVERWEGENDE DAT VOLGENS ARTIKEL 69, LID 2, VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDT VERWEZEN;
DAT VERWEERSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD;
HET HOF VAN JUSTITIE,
UITSPRAAK DOENDE :
1 . VERKLAART VOOR RECHT DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK DOOR NIET DE NODIGE MAATREGELEN TE NEMEN OM HET STELSEL VAN PREMIES VOOR HET SLACHTEN VAN MELKKOEIEN EN PREMIES VOOR HET NIET IN DE HANDEL BRENGEN VAN MELK EN ZUIVELPRODUKTEN OP HAAR GRONDGEBIED DAADWERKELIJK EN TIJDIG TOT TOEPASSING TE DOEN KOMEN, DE VERPLICHTINGEN WELKE KRACHTENS 'S RAADS VERORDENING NR . 1975/69 VAN 6 OKTOBER 1969 EN VERORDENING NR . 2195/69 VAN DE COMMISSIE VAN 4 NOVEMBER 1969 OP HAAR RUSTTEN, NIET IS NAGEKOMEN;
2 . VERWIJST VERWEERSTER IN DE KOSTEN .