Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Mededinging - Gemeenschapsregels - Inbreuken - Toerekening - Rechtspersoon die onderneming exploiteerde ten tijde van inbreuk

[EG-Verdrag, art. 85, lid 1 (thans art. 81, lid 1, EG)]

2. Mededinging - Geldboeten - Bedrag - Vaststelling - Criteria - Houding van onderneming tijdens administratieve procedure - Houding die vaststelling van inbreuk door Commissie vergemakkelijkt - Onderscheid tussen niet ontkennen van telastgelegde feiten en niet innemen van standpunt over bestaan van deze feiten

(Verordening nr. 17 van de Raad, art. 15)

3. Mededinging - Geldboeten - Bedrag - Passend karakter - Rechterlijke toetsing - Gegevens die gemeenschapsrechter in aanmerking kan nemen - Gegevens die niet zijn vervat in beschikking waarbij geldboete wordt opgelegd en niet zijn vereist ter motivering daarvan - Daaronder begrepen

[EG-Verdrag, art. 172 en 190 (thans art. 229 EG en 253 EG); verordening nr. 17 van de Raad, art. 17]

4. Mededinging - Geldboeten - Beschikking waarbij geldboete wordt opgelegd - Motiveringsplicht - Omvang - Vermelding van factoren op basis waarvan Commissie zwaarte en duur van inbreuk heeft beoordeeld - Voldoende - Latere verstrekking van nadere gegevens - Geen invloed

[EG-Verdrag, art. 190 (thans art. 253 EG); verordening nr. 17 van de Raad, art. 15, lid 2, tweede alinea]

Samenvatting

1. Voor de inbreuk op de communautaire mededingingsregels moet in beginsel de natuurlijke of rechtspersoon aansprakelijk worden gehouden, die de betrokken onderneming leidde toen de inbreuk werd gepleegd, ook al wordt deze onderneming niet meer onder verantwoordelijkheid van deze persoon geëxploiteerd op het tijdstip van goedkeuring van de beschikking waarin de inbreuk wordt vastgesteld, bijvoorbeeld wanneer de betrokken onderneming eigen rechtspersoonlijkheid heeft verworven.

( cf. punt 27 )

2. Een op medewerking tijdens de administratieve procedure gebaseerde verlaging van de aan een onderneming wegens inbreuk op de mededingingsregels opgelegde geldboete is slechts gerechtvaardigd, indien het gedrag van de betrokken onderneming de Commissie in staat heeft gesteld om een inbreuk met minder moeilijkheden vast te stellen en daaraan in voorkomend geval een einde te maken.

Dienaangaande kan de houding van een onderneming die de tegen haar ingebrachte feiten niet ontkent, niet worden gelijkgesteld met die van een onderneming die zich ertoe beperkt, geen standpunt over het bestaan van deze feiten in te nemen. Een onderneming die zich tijdens de administratieve procedure ertoe beperkt geen standpunt in te nemen met betrekking tot de door de Commissie gestelde feiten, en niet erkent dat deze juist zijn, verlicht de taak van de Commissie immers niet echt. Zonder uitdrukkelijke bekentenis van de beschuldigde onderneming zal de Commissie de feiten nog moeten bewijzen, terwijl de onderneming de vrijheid behoudt om te zijner tijd, met name tijdens de contentieuze procedure, alle verweermiddelen aan te wenden die haar nuttig lijken.

( cf. punten 35-37 )

3. Met betrekking tot beroepen tegen beschikkingen waarbij de Commissie aan ondernemingen geldboeten oplegt wegens schending van de mededingingsregels, is de gemeenschapsrechter in het kader van de hem bij artikel 172 van het Verdrag (thans artikel 229 EG) en artikel 17 van verordening nr. 17 verleende volledige rechtsmacht bevoegd om te beoordelen of passende geldboeten zijn opgelegd. Deze beoordeling kan een grond zijn om aanvullende gegevens over te leggen en in aanmerking te nemen, die als zodanig niet in de beschikking behoeven te worden vermeld op grond van de motiveringsplicht van artikel 190 van het Verdrag (thans artikel 253 EG).

( cf. punten 53, 55 )

4. In artikel 15, lid 2, tweede alinea, van verordening nr. 17 wordt bepaald: Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete wordt niet alleen rekening gehouden met de zwaarte, maar ook met de duur van de inbreuk." Aan de eisen van het wezenlijke vormvoorschrift van de motivering wordt dus voldaan, wanneer de Commissie in haar beschikking de factoren aangeeft op basis waarvan zij de zwaarte en de duur van de inbreuk heeft beoordeeld. Worden deze factoren niet aangegeven, dan zou de beschikking ontoereikend zijn gemotiveerd.

Het feit dat later, tijdens een persconferentie of tijdens de contentieuze procedure, nadere gegevens zijn verstrekt, zoals de omzet van de ondernemingen of de door de Commissie toegepaste kortingen, kan niet afdoen aan het feit dat de beschikking toereikend was gemotiveerd. Verduidelijkingen van de instelling die de bestreden beschikking heeft vastgesteld, welke een op zich reeds toereikende motivering aanvullen, worden als zodanig niet gegeven ter nakoming van de motiveringsplicht, ook al kunnen zij nuttig zijn voor de door de gemeenschapsrechter uitgeoefende interne controle op de motivering van de beschikking, doordat zij de instelling in staat stellen de aan haar beschikking ten grondslag liggende redenen te verduidelijken.

( cf. punten 56-57, 59 )

  翻译: