7.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/8


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 8 september 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

(Zaak C-411/06) (1)

(Beroep tot nietigverklaring - Verordening (EG) nr. 1013/2006 - Overbrenging van afvalstoffen - Keuze van rechtsgrondslag - Artikelen 133 EG en 175, lid 1, EG)

2009/C 267/14

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: G. Valero Jordana, M. Huttunen en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Verwerende partijen: Europees Parlement (vertegenwoordigers: I. Anagnostopoulou en U. Rösslein, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Moore en K. Michoel, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partijen: Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues, A. Adam en G. Le Bras, gemachtigden), Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: E. Riedl, gemachtigde), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: E. Jenkinson, E. O’Neil en S. Behzadi-Spencer, gemachtigden, A. Dashwood, barrister)

Voorwerp

Nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190, blz. 1) — Keuze van rechtsgrondslag — Handeling met dubbel doel of twee componenten waarvoor dubbele rechtsgrondslag is vereist (art. 175, lid 1, EG en art. 133 EG)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten.

3)

De Franse Republiek, de Republiek Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 294 van 2.12.2006.


  翻译: