26.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 347/6 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 oktober 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Waldshut-Tiengen — Landwirtschaftsgericht) (Duitsland) — Rico Graf, Rudolf Engel/Landratsamt Waldshut — Landwirtschaftsamt
(Zaak C-506/10) (1)
(Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen - Gelijke behandeling - Zelfstandige grensarbeiders - Landpachtovereenkomst - Landbouwstructuur - Regeling van lidstaat op grond waarvan goedkeuring van overeenkomst kan worden geweigerd indien producten die op nationale grondgebied door Zwitserse landbouwer als zelfstandig grensarbeider zijn geproduceerd, bestemd zijn voor uitvoer naar Zwitserland met vrijstelling van douanerechten)
2011/C 347/09
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Amtsgericht Waldshut-Tiengen — Landwirtschaftsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Rico Graf, Rudolf Engel
Verwerende partij: Landratsamt Waldshut — Landwirtschaftsamt
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Amtsgericht Waldshut-Tiengen — Landwirtschaftsgericht — Uitlegging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, ondertekend te Luxemburg op 21 juni 1999 (PB 2002, L 114, blz. 6) — Bezwaar van de bevoegde instantie van een lidstaat tegen de voortzetting van een pachtovereenkomst betreffende in deze lidstaat gelegen landbouwgronden, die is gesloten met een Zwitserse landbouwer met zetel van zijn onderneming in Zwitserland — Nationale wettelijke regeling op grond waarvan een dergelijk bezwaar mogelijk is voor grond die wordt gebruikt voor de productie van met vrijstelling van douanerechten buiten de gemeenschappelijke markt te brengen landbouwproducten, wanneer de mededinging daardoor wordt verstoord.
Dictum
Het beginsel van gelijke behandeling dat is neergelegd in artikel 15, lid 1, van bijlage I bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, ondertekend te Luxemburg op 21 juni 1999, staat in de weg aan een regeling van een lidstaat, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde regeling, op grond waarvan de bevoegde autoriteit van die lidstaat de goedkeuring van een overeenkomst die tussen een ingezetene van die lidstaat en een zelfstandig grensarbeider uit de andere partij bij de Overeenkomst is gesloten en de verpachting betreft van grond in een bepaald deel van het grondgebied van die lidstaat, kan weigeren wanneer de verpachte grond wordt gebruikt voor de productie van landbouwproducten die met vrijstelling van douanerechten buiten de interne markt van de Unie zullen worden gebracht en de mededinging daardoor wordt verstoord, indien de toepassing van die regeling een aanzienlijk groter aantal onderdanen van de andere partij bij de Overeenkomst raakt dan onderdanen van de lidstaat op het grondgebied waarvan die regeling geldt. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of dit laatste het geval is.