17.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 195/13


Beroep ingesteld op 11 mei 2010 — Europese Commissie tegen Koninkrijk der Nederlanden

(Zaak C-233/10)

2010/C 195/18

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Nijenhuis en H. te Winkel, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk der Nederlanden

Conclusies

vast te stellen dat het Koninkrijk der Nederlanden, door niet de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om te voldoen aan Richtlijn 2007/44/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector, of althans door deze bepalingen niet ter kennis van de Commissie te brengen, de krachtens artikel 7 van die richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

het Koninkrijk der Nederlanden te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 20 maart 2009 verstreken.


(1)  PB L 247, blz. 1.


  翻译: