12.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 46/3 |
Hogere voorziening ingesteld op 24 november 2010 door Koninkrijk der Nederlanden tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 9 september 2010 in zaak T-348/07, Stichting Al-Aqsa tegen Raad van de Europese Unie
(Zaak C-550/10 P)
2011/C 46/05
Procestaal: Nederlands
Partijen
Rekwirant: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C.M. Wissels en M. Noort, gemachtigden)
Andere partijen in de procedure: Stichting Al-Aqsa, Raad van de Europese Unie, Europese Commissie
Conclusies
Verzoeker concludeert tot:
— |
vernietiging van het bestreden arrest T-348/07 en tot terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht; en |
— |
verwijzing van de andere partij in de procedure in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het Gerecht heeft een onjuiste uitleg gegeven aan artikel 1, vierde en zesde lid, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931 en aan artikel 2, lid 3, van verordening 2580/2001 (1) door te oordelen dat het vonnis van de voorzieningrechter, na de intrekking van de Sanctieregeling [Sanctieregeling terrorisme 2003] niet meer kon dienen als grondslag voor de plaatsing van Al-Aqsa op de EU-bevriezingslijst.
(1) Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (PB L 344, blz. 70).