23.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 344/7 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 september 2013 — Europese Commissie/Helleense Republiek
(Zaak C-293/11) (1)
(Niet-nakoming - Belastingen - Btw - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 306 tot en met 310 - Bijzondere regeling voor reisbureaus - Verschillen tussen taalversies - Nationale wettelijke regeling die voorziet in toepassing van bijzondere regeling op personen die geen reizigers zijn - Begrippen „reiziger” en „verkrijger”)
2013/C 344/09
Procestaal: Grieks
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Triantafyllou en C. Soulay, gemachtigden)
Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordiger: E.-M. Mamouna, gemachtigde)
Interveniënten aan de zijde van de verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, T. Müller en J. Očková, gemachtigden), Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: S. Centeno Huerta, gemachtigde), Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en J.-S. Pilczer, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordigers: M. Szpunar en B. Majczyna, gemachtigden), Republiek Finland (vertegenwoordiger: J. Heliskoski, gemachtigde)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van de artikelen 306 tot en met 310 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Nationale wettelijke regeling die voorziet in de toepassing van de bijzondere belastingregeling voor reisbureaus op de handelingen van reisbureaus ten behoeve van begunstigden die geen reizigers zijn
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten van de Helleense Republiek. |
3) |
De Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Polen en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten. |