8.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 439/8


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 23 oktober 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Haeger & Schmidt GmbH/Mutuelles du Mans assurances Iard SA (MMA Iard), Jacques Lorio, Dominique Miquel, in zijn hoedanigheid van curator van Safram intercontinental SARL, Ace Insurance SA NV, Va Tech JST SA, Axa Corporate Solutions SA

(Zaak C-305/13) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Verdrag van Rome inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst - Artikel 4, leden 1, 2, 4 en 5 - Recht dat van toepassing is bij gebreke van een rechtskeuze door de partijen - Commissieovereenkomst voor vervoer - Overeenkomst voor goederenvervoer))

(2014/C 439/10)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour de cassation

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Haeger & Schmidt GmbH

Verwerende partijen: Mutuelles du Mans assurances Iard SA (MMA Iard), Jacques Lorio, Dominique Miquel, in zijn hoedanigheid van curator van Safram intercontinental SARL, Ace Insurance SA NV, Va Tech JST SA, Axa Corporate Solutions SA

Dictum

1)

Artikel 4, lid 4, laatste zin, van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, ter ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling enkel van toepassing is op een commissieovereenkomst voor vervoer wanneer de overeenkomst hoofdzakelijk het eigenlijke vervoer van het betrokken goed betreft, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.

2)

Artikel 4, lid 4, van dit Verdrag moet aldus worden uitgelegd dat het recht dat van toepassing is op een overeenkomst voor goederenvervoer, wanneer dit niet kan worden bepaald op grond van de tweede zin van deze bepaling, moet worden bepaald aan de hand van de algemene regel van lid 1 van dat artikel, dat wil zeggen dat deze overeenkomst wordt beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst verbonden is.

3)

Artikel 4, lid 2, van dit Verdrag moet aldus worden uitgelegd dat ingeval wordt aangevoerd dat een overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land dan het land waarvan het recht is aangewezen op basis van het vermoeden van dat lid, de nationale rechter de banden moet vergelijken tussen deze overeenkomst en, enerzijds, het land waarvan het recht is aangewezen op basis van het vermoeden en, anderzijds, het andere betrokken land. Daarbij moet de nationale rechter rekening houden met alle omstandigheden, daaronder begrepen het bestaan van andere overeenkomsten die met de betrokken overeenkomst verbonden zijn.


(1)  PB C 207 van 20.7.2013.


  翻译: