4.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/8


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 4 mei 2016 – Europese Commissie/Republiek Oostenrijk

(Zaak C-346/14) (1)

((Niet-nakoming - Artikel 4, lid 3, VEU - Artikel 288 VWEU - Richtlijn 2000/60/EG - Waterbeleid van de Unie - Artikel 4, lid 1 - Voorkoming van achteruitgang van de toestand van de oppervlaktewaterlichamen - Artikel 4, lid 7 - Uitzondering op het verbod op achteruitgang - Hoger openbaar belang - Vergunning voor de bouw van een waterkrachtcentrale aan de rivier Schwarze Sulm (Oostenrijk) - Verslechtering van de watertoestand))

(2016/C 243/05)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Manhaeve, C. Hermes en G. Wilms, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: C. Pesendorfer, gemachtigde)

Interveniënte aan de zijde van de verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, Z. Petzl et J. Vláčil, gemachtigden)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 361 van 13.10.2014.


  翻译: