19.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 151/15 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Nürnberg (Duitsland) op 20 maart 2014 — Strafzaak tegen Zoran Spasic
(Zaak C-129/14)
2014/C 151/19
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberlandesgericht Nürnberg
Partijen in de strafzaak
Zoran Spasic
Andere Partij: Generalstaatsanwaltschaft Nürnberg
Prejudiciële vragen
1) |
Is artikel 54 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (SUO) (1) verenigbaar met artikel 50 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie voor zover in dat artikel 54 het beginsel ne bis in idem is verbonden aan de voorwaarde dat in geval van een veroordeling de straf reeds is ondergaan of daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd, dan wel op grond van de wetten van de veroordelende overeenkomstsluitende partij niet meer ten uitvoer kan worden gelegd? |
2) |
Is aan genoemde voorwaarde van artikel 54 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst ook voldaan wanneer slechts een deel (in casu: de geldstraf) van de in de veroordelende staat opgelegde, uit twee zelfstandige delen (in casu: vrijheids- en geldstraf) bestaande straf ten uitvoer is gelegd? |