5.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 328/22


Beroep ingesteld op 4 augustus 2015 — Eden Green Vivai Piante di Verdesca Giuseppe e. a./Commissie

(Zaak T-437/15)

(2015/C 328/22)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Eden Green Vivai Piante di Verdesca Giuseppe (Copertino, Italië), Azienda Agricola Cairo & Doutcher di Cairo Uzi & C. Ss (Copertino, Italië), Ss Agricola Cairo Vito & Strafella Maria Rosa (Copertino, Italië), Vivai Del Salento Di Castrignano' Carmelo Antonio (Sanarica, Italië), Società Agricola Castrignano' Vivai Srl (Muro Leccese, Italië), Piante In Di Cipressa Carmine (Copertino, Italië), D'Elia Simone (Leverano, Italië), De Laurenzis Giuseppe (Copertino, Italië), Verde Giuranna Di Giuranna Alessio Mauro (Parabita, Italië), Maiorano Maurizio (Copertino, Italië), Vivai Mazzotta Di Mazzotta Carmine (Copertino, Italië), Società Agricola Mello Vivai di Mello Antonio Snc (Veglie, Italië), Mello Alessandro (Leverano, Italië), Mello Lucio (Carmiano, Italië), Romano Alessio Luigi (Giurdignano, Italië), Sansone Antonio (Copertino, Italië), Vivai Tarantino Ss (Cavallino, Italië), Verdesca Paolo (Copertino, Italië), Verdesca Giuseppe (Copertino, Italië), Hobby Flora di Miggiano Luigi (Poggiardo, Italië), Mauro Stefano (Muro Leccese, Italië), Miggiano Emanuele (Montesano Salentino, Italië), Miggiano Garden Center Sas di Miggiano Gianluigi & C. (San Cassiano, Italië), Miggiano Claudio (Maglie, Italië), Vivai Piante Rizzo Carmelo (Lecce, Italië), Cairo Antonio (Nardo', Italië), Floricoltura Marti di Marti Sandro (Porto Cesareo, Italië), Azienda Agricola Mariani Fabrizio (Alliste, Italië), Giannotta Giuseppe (Leverano, Italië), Ligetta & Solida Srl (Alezio, Italië), Vivai Caputo Sas di Carbone R. & F. Ss (San Donaci, Italië), Perrone Cosimo (Leverano, Italië), Durante Giuseppina (Leverano, Italië), Società Agricola CO.VI.SER Srl (Arnesano, Italië), Miggiano Antonio (Sanarica, Italië), Castrignano' Antonio (Sanarica, Italië), Stincone Giorgio (Sanarica, Italië), Zecca Fabio (Leverano, Italië), Società Agricola Florsilva Srl (Copertino, Italië) (vertegenwoordiger: G. Manelli, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoeksters vorderen nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 van de Commissie van 18 mei 2015 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen (PB L 125, blz. 36)

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoeksters drie middelen aan.

1.

Schending van wezenlijke vormvoorschriften, volledig ontbreken van een motivering, kennelijke irrationaliteit en schending van het evenredigheidsbeginsel

Verzoeksters betogen:

Hoewel de Europese Commissie een reeks onderzoeken noemt die in een Europees kader zijn verricht, houdt zij geen rekening met de resultaten van die onderzoeken en weigert zij dus te beoordelen of de toegepaste maatregelen al dan niet adequaat zijn. Zij legt niet uit waarom zij een lijst van 180 nader omschreven planten heeft opgesteld die weliswaar in theorie waardplanten zouden kunnen zijn voor Xylella fastidiosa, maar die niet voorkomen in de provincie Lecce; evenmin zet zij de redenen uiteen waarom zij heeft gemeend in bijlage I meer dan 180 soorten te moeten opnemen, waaronder planten die vatbaar zijn voor „niet-Europese” isolaten, die duidelijk niet relevant zijn voor het betrokken gebied.

De Europese Commissie zet niet de redenen uiteen waarom zij heeft gemeend zonder onderscheid een verbod te moeten instellen op het verplaatsen van de in bijlage I genoemde planten zodat bij voorbaat de mogelijkheid wordt uitgesloten om andere maatregelen te gebruiken die het risico van verspreiding kunnen indammen.

De Europese Commissie zet niet uiteen welk Unierechtelijk voorschrift de vaststelling van het uitvoeringsbesluit rechtvaardigt; zij vermeldt niet waarom volgens haar het subsidiariteitsbeginsel opzij moet worden geschoven in een situatie waarin de lidstaat niet enkel de bevoegdheid bezit maar de desbetreffende functie ook heeft uitgeoefend, en heeft niet de redenen gegeven waarom de regeling evenredig zou zijn ten opzichte van het nagestreefde doel, daar er geen vergelijking of een uitdrukkelijk afweging van de belangen is gemaakt.

2.

Schending van wezenlijke vormvoorschriften in ander opzicht, volledig ontbreken van een motivering, kennelijke irrationaliteit en schending van het evenredigheidsbeginsel

Volgens verzoeksters is niet te begrijpen op basis van welke wetenschappelijke uitgangspunten de nader omschreven planten niet mogen worden verplaatst wanneer eenmaal is komen vast te staan, middels passende, wetenschappelijk aanvaarde analysen, dat zij niet zijn besmet met de ziekteverwekker. Evenmin is te begrijpen waarom een plant die een deel van de groeicyclus buiten de screen house systemen heeft doorgebracht, niet in andere systemen kan worden ingevoerd om zijn levenscyclus op juiste wijze te voltooien om vervolgens voor de handel te worden bestemd.

3.

Schending van de artikelen 5, leden 3 en 4, van het Verdrag en de rechtsvoorschriften betreffende de toepassing ervan, schending van het subsidiariteitsbeginsel en schending van het evenredigheidsbeginsel.

Verzoeksters betogen:

Het [Unie]besluit is onrechtmatig in het bijzonder met betrekking tot het bepaalde in artikel 6, „Uitroeiingsmaatregelen”. De bepaling is abnormaal en buitensporig omdat de toepassing ervan verplicht wordt gesteld voor gezonde planten, of ook louter op van besmetting verdachte planten, binnen een straal van 100 meter rond de plek van de besmette plant. Dat voorschrift beantwoordt aan geen enkele logica met een wetenschappelijke basis en is vooral onevenredig ten opzichte van het doel dat ermee zou moeten worden nagestreefd.

Het [Unie]besluit is ook onrechtmatig met betrekking tot het bepaalde in artikel 9, „Verplaatsing van nader omschreven planten binnen de Unie”, omdat zonder onderscheid en zonder rechtvaardiging een verbod van verplaatsing is opgelegd, los van de gezondheidstoestand van de plant. Dit is des te ernstiger wanneer men bedenkt dat het betrokken verbod zowel buiten het afgebakende gebied als daarbinnen geldt.

Het bestreden besluit schendt het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel.

Het [Unie]besluit is onrechtmatig in het bijzonder gelet op artikel 9, lid 2, onder d), f) en h), waarin, voor de afwijking van het bepaalde in lid 1, een strook van 200 meter rondom het kweekgebied verplicht wordt gesteld en waarin is voorzien in een reeks verplichtingen voor die strook. Een dergelijke afwijking is duidelijk niet uitvoerbaar omdat de strook die in acht moet worden genomen rondom het kweekgebied, buiten de invloedssfeer van de tuinbouwbedrijven zou kunnen liggen, in ieder geval in de gevallen waarin die strook op eigendom van derden ligt.


  翻译: