22.1.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 22/9 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Commissione tributaria provinciale di Siracusa — Italië) — Enzo Di Maura / Agenzia delle Entrate — Direzione Provinciale di Siracusa
(Zaak C-246/16) (1)
((Prejudiciële verwijzing - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Maatstaf van heffing - Zesde richtlijn (77/388/EEG) - Artikel 11, C, lid 1, tweede alinea - Beperking van het recht op verlaging van de maatstaf van heffing in geval van niet-betaling door de medecontractant - Speelruimte van de lidstaten bij de omzetting - Evenredigheid van de periode van voorfinanciering door de ondernemer))
(2018/C 022/10)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Commissione tributaria provinciale di Siracusa
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Enzo Di Maura
Verwerende partij: Agenzia delle Entrate — Direzione Provinciale di Siracusa
Dictum
Artikel 11, C, lid 1, tweede alinea, van de Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (77/388/EEG) moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat voor de verlaging van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde niet als voorwaarde mag stellen dat tevergeefs een insolventieprocedure is ingesteld, wanneer een dergelijke procedure meer dan tien jaar kan duren.